Klachtenregeling ongewenst gedrag voor De Connectie

Geldend van 14-06-2017 t/m heden

Intitulé

Klachtenregeling ongewenst gedrag voor De Connectie

Het bestuur van De Connectie;

gelet op:

het bepaalde in artikel 3, lid 2 van de Arbowet;

het bepaalde in artikel 9:1, lid 2 van de Algemene wet bestuursrecht;

het bepaalde in artikel 125 quater, onder a van de Ambtenarenwet;

en het bepaalde in de artikelen 1, 1 a en 2 van de Algemene wet gelijke behandeling;

de instemming van de BOR op 1 mei 2017;

BESLUIT:

vast te stellen de navolgende

KLACHTENREGELING ONGEWENST GEDRAG VOOR DE CONNECTIE

KLACHTENREGELING ONGEWENST GEDRAG VOOR DE CONNECTIE

Artikel 1 Begripsomschrijving

Deze regeling verstaat onder regeling de Regeling klachtencommissie ongewenst gedrag voor de decentrale overheid, zoals deze nu luidt of in de toekomst zal luiden.

Artikel 2 Regeling klachtencommissie

De Regeling klachtencommissie ongewenst gedrag voor de decentrale overheid is van toepassing op klachten over ongewenst gedrag in de zin van de Regeling.

Artikel 3 Vertrouwenspersoon

De Directeur wijst een vertrouwenspersoon aan, die als eerste aanspreekpunt fungeert voor ambtenaren die geconfronteerd zijn met ongewenst gedrag, en hen ondersteunt en begeleidt.

Artikel 4 Benadeling klager

De klager mag niet wegens het indienen van een klacht benadeeld worden in zijn rechtspositie.

Artikel 5 Benadeling vertrouwenspersoon

De vertrouwenspersoon mag niet uit hoofde van zijn functie als vertrouwenspersoon benadeeld worden in zijn rechtspositie.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de dag na de op de voorgeschreven wijze van publicatie en werkt terug tot en met 1 juli 2017.

Arnhem, 18 mei 2017,

Het Bestuur van de Connectie,

Ir. E. Heinrich M. Thomas

Voorzitter bestuur De Connectie Directeur a.i.