Verordening Rioolaansluiting 2014

Geldend van 31-07-2014 t/m heden

Intitulé

Verordening Rioolaansluiting 2014

De raad van de gemeente Wijdemeren;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 mei 2014;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

gelet op de Wet milieubeheer, de Woningwet en het Bouwbesluit 2012;

Besluit vast te stellen de volgende verordening:

‘Verordening Rioolaansluiting 2014’

Afdeling I Begrippen

Artikel 1. BegripsbepalingenIn deze verordening wordt verstaan onder:

  • a. aansluitleiding: het particulier riool, het aansluitpunt en de perceelaansluitleiding tezamen, inclusief de hiervan onderdeel uitmakende voorzieningen.

  • b. aansluitpunt:

  • a. bij gemengde en gescheiden rioolstelsel: het punt, gelegen op of binnen 0,5 meter afstand van de kadastrale eigendomsgrens van het aan te sluiten perceel, waar het particulier riool op de perceelaansluitleiding wordt aangesloten;

  • b. bij een drukriool: het punt waar het particulier riool wordt aangesloten op de pompput;

  • c. bij een iba (installatie voor individuele behandeling van afvalwater): het punt waar het particuliere riool op de iba wordt aangesloten;

  • d. indien een vetafscheider, olieafscheider of andere voorziening die onderdeel uitmaakt van het particulier riool in openbare grond is gelegen: het punt waar die voorziening wordt aangesloten op de perceelaansluitleiding;

  • e. indien het openbaar riool in particuliere grond is gelegen: het punt dat als aansluitpunt is aangeduid in de overeenkomst tot het vestigen van een recht van opstal, of op enig andere wijze schriftelijk aan de eigenaar van het particulier riool door de gemeente is aangeduid;

  • f. afvalwater: alle water waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen;

  • g. bedrijfsafvalwater: afvalwater dat vrijkomt bij door de mens bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid, dat geen huishoudelijk afvalwater, afvloeiend hemelwater of grondwater is;

  • h. drukriool: het openbaar riool, bestemd voor de afvoer van afvalwater, exclusief hemelwater en grondwater, waarbij het transport plaatsvindt door middel van met pompinstallaties veroorzaakte druk;

  • i. gemeente: de gemeente Wijdemeren;

  • j. gemengd stelsel: het openbaar riool voor de afvoer van afvalwater, inclusief hemel- en grondwater;

  • k. gescheiden rioolstelsel: een vuilwaterstelsel en een hemelwaterstelsel;

  • l. hemelwater: verzamelnaam voor water dat uit de hemel valt zoals regen, sneeuw en hagel.

  • m. hemelwaterstelsel: het openbaar riool, bestemd voor de inzameling en verdere verwerking van afvloeiend hemelwater en grondwater, niet zijnde een gemengd stelsel;

  • n. huishoudelijk afvalwater: afvalwater dat overwegend afkomstig is van menselijke stofwisseling en huishoudelijke werkzaamheden;

  • o. iba: een bij de gemeente, waterschap of door hen aangewezen partij in beheer zijnde particuliere voorziening voor de individuele behandeling van afvalwater;

  • p. openbaar riool: voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater dat bij de gemeente in beheer is of een iba die bij de gemeente in beheer is, met uitzondering van de aansluitleidingen;

  • q. particulier riool: de binnen de kadastrale eigendomsgrenzen van het aan te sluiten perceel gelegen binnen-, buiten- of terreinrioolleidingen tot aan het aansluitpunt;

  • r. perceelaansluitleiding: het riool en de voorzieningen die deel uit maken van dit riool, tussen het openbaar riool en het aansluitpunt, in beheer bij de gemeente;

  • s. rechthebbende: de eigenaar of zakelijk gerechtigde van het perceel waarvoor de aansluiting op het openbaar riool wordt gerealiseerd en in stand gehouden;

  • t. stedelijk afvalwater: huishoudelijk afvalwater of een mengsel daarvan met bedrijfsafvalwater, afvloeiend hemelwater, grondwater of ander afvalwater;

  • u. vergunning: aansluitvergunning voor het tot stand brengen, in stand houden of wijzigen van een aansluiting tussen het particulier riool en de openbare perceelaansluiting;

  • v. vuilwaterstelsel: het openbaar riool, bestemd voor de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater en overig afvalwater, exclusief hemelwater en grondwater.

Afdeling II De vergunning

Artikel 2. Vergunningplicht

  • 1. Het is verboden zonder een daartoe verleende vergunning een aansluiting van een particulier riool op het openbaar riool tot stand te brengen of te wijzigen.

  • 2. Burgemeester en wethouders verlenen een vergunning alleen indien er

    • a.

      voor de afvoer van afvalwater inclusief hemelwater en grondwater ter plaatse een gemengd stelsel aanwezig is;

    • b.

      voor de afvoer van afvalwater zonder hemelwater en grondwater naar het vuilwaterstelsel ter plaatse een gescheiden cq gemengd stelsel aanwezig is;

    • c.

      voor de afvoer van hemelwater en grondwater naar het hemelwaterstelsel ter plaatse een gescheiden stelsel aanwezig is;

    • d.

      voor de afvoer van afvalwater zonder hemelwater en grondwater ter plaatse een drukriool aanwezig is.

  • 3. Indien meer dan één aansluiting van een particulier riool op het openbaar riool tot stand dient te worden gebracht, als mede wanneer meer dan één aansluiting dient te worden gewijzigd, is het eerste lid voor iedere aansluiting of wijziging afzonderlijk van toepassing.

  • 4. In de vergunning kunnen voorschriften worden opgenomen met betrekking tot:

    • a.

      het tot stand brengen van de aansluiting;

    • b.

      het onderhoud, de renovatie en de vervanging van de perceelaansluitleiding;

    • c.

      de periode waarvoor de vergunning wordt verleend, indien een tijdelijke vergunning wordt aangevraagd;

    • d.

      sloopwerkzaamheden op het perceel van de aanvrager.

Artikel 3. Aanvraag

  • 1. De aanvraag van een vergunning wordt schriftelijk bij burgemeester en wethouders ingediend door de rechthebbende van het aan te sluiten perceel. Het daartoe bestemde formulier wordt op de website van de gemeente ter beschikking gesteld of is op te vragen bij de afdeling Beheer Openbare Ruimte.

  • 2. Bij de aanvraag van een vergunning worden de volgende gegevens verstrekt:

    • a.

      de naam en het adres van de aanvrager;

    • b.

      de dagtekening;

    • c.

      de ligging van het aan te sluiten perceel;

    • d.

      de aard van de gevraagde aansluiting of aansluitingen;

    • e.

      van het aan te sluiten particulier riool of de te wijzigen aansluitleiding tenminste de volgende gegevens:

    • i.

      het leidingverloop en de dimensionering;

    • ii.

      de hoogteligging en het materiaal ter plaatse van het aansluitpunt;

    • iii.

      een duidelijk verschil in kleur of andere onderscheidingssymbolen tussen de vuilwaterafvoerleidingen en hemelwaterafvoerleidingen. De gemeente hanteert in de openbare ruimte onderstaande kleuren:

      • -

        Vuilwaterstelsel: PVC SN8 (kleur: bruin);

      • -

        Gemengd stelsel PVC SN8 (kleur: grijs);

      • -

        Hemelwaterstelsel: PVC SN8 (kleur: groen).

  • 3. Indien de in het tweede lid bedoelde gegevens reeds aan de gemeente zijn verstrekt in het kader van een eerder verleende omgevingsvergunning bouwen op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, kan bij de aanvraag van een vergunning worden volstaan met het verstrekken van een kopie van de gegevens uit de omgevingsvergunning.

Artikel 4. Weigering van de vergunning

  • 1. Een vergunning kan slechts worden geweigerd indien aansluiting van het particulier riool op het openbaar riool of wijziging van die aansluiting vanwege technische, juridische of milieuhygiënische redenen bezwaarlijk is.

  • 2. Aansluiting van het particulier riool op het openbaar riool of wijziging van die aansluiting is in ieder geval bezwaarlijk indien:

    • a.

      de gevraagde aansluiting een afvoerleiding betreft die niet voldoet aan de eisen die daaraan krachtens de bouwregelgeving zijn gesteld;

    • b.

      de gevraagde aansluiting een lozing van afvalwater betreft, die niet voldoet aan de eisen die daaraan krachtens de milieuwetgeving zijn gesteld;

    • c.

      de rechthebbende bij het aanbrengen van de benodigde voorzieningen op particulier terrein geen recht van opstal of ander zakelijk recht wil vestigen ten behoeve van de gemeente.

    • d.

      het openbaar riool ter plaatse van de aansluitleiding niet over voldoende capaciteit beschikt om de hoeveelheid te lozen afvalwater te kunnen afvoeren;

    • e.

      de hoogteligging van het aansluitpunt (BOB Binnen Onderkant Buis), vertikaal gemeten op de erfscheiding, groter is dan 0,80m, of kleiner is dan 0,60m onder straathoogte/maaiveld;

    • f.

      de gevraagde aansluiting een afvoerleiding voor grondwater betreft, die zonder bezwaar op het oppervlaktewater kan worden aangesloten of door middel van een retourbemaling kan worden afgevoerd;

    • g.

      de gevraagde aansluiting een afvoerleiding voor hemelwater betreft, die zonder bezwaar op het oppervlaktewater kan worden aangesloten;

    • h.

      de aansluiting op een openbaar vrij verval riool onder verhoogde druk gebeurt, zonder toepassing van een ontvangstput op eigen terrein;

    • i.

      de aansluiting van een drukriool onder verhoogde druk moet plaatsvinden, maar de door gemeente aangegeven vereiste drukhoogte niet wordt gehaald;

    • j.

      de aansluiting op een drukriool plaatsvindt zonder een voorziening ter voorkoming van terugvloeiing van het water.

Artikel 5. Wijziging en intrekking van de vergunning

Burgemeester en wethouders kunnen de vergunning wijzigen of intrekken, indien:

  • k.

    bij de aanvraag van de vergunning onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • l.

    de bepalingen van deze verordening of de aan de vergunning verbonden voorschriften niet worden nagekomen.

Afdeling III De aansluiting

Artikel 6. Kosten van de aansluiting

Burgemeester en wethouders stellen de kosten van de aanleg van de perceelaansluitleiding vast aan de hand van de door de gemeente vastgestelde ´Verordening op de heffing en de invordering van een eenmalig aansluitrecht.

Artikel 7. Uitvoering aanleg of wijziging van de perceelaansluitleiding

  • 1. De uitvoering van de aanleg of wijziging van de perceelaansluitleiding, inclusief de aansluiting van het particulier riool op de perceelaansluitleiding, vindt niet plaats anders dan door of vanwege de gemeente.

  • 2. De aansluiting van het particulier riool op de perceelaansluitleiding vindt slechts plaats, als het aan te sluiten particulier riool tot aan het aansluitpunt aanwezig is en voldoet aan de daaraan op grond van de bouwregelgeving gestelde eisen.

  • 3. Bij meerdere percelen op één pompput, wordt een aansluitpunt op eigen perceel aangeboden.

Afdeling IV Beheer en vervanging

Artikel 8. Beheer en vervanging

  • 1. Het beheer dan wel de vervanging van de perceelaansluitleiding wordt uitgevoerd door of namens de gemeente en voor rekening van de gemeente, tenzij de betreffende werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd ten gevolge van een onjuist gebruik van het particulier riool, in welk geval de kosten voor rekening van de rechthebbende of veroorzaker komen.

  • 2. Onder onjuist gebruik wordt in ieder geval begrepen:

  • a. het via de aansluiting lozen van stoffen die, vanwege hun aard, hoeveelheid en samenstelling, verstoppingen in de perceelaansluitleiding of het openbaar riool veroorzaken;

  • b. het via de aansluiting lozen van stoffen die, door hun aard of concentratie, de constructie van de perceelaansluitleiding aantasten.

Artikel 9. Zorgplicht

Bij sloopwerkzaamheden of andere werkzaamheden op een op het openbaar riool aangesloten perceel, worden door de rechthebbende zodanige voorzieningen aan het particulier riool getroffen dat schade aan het openbare riool en de perceelaansluitleiding wordt voorkomen.

Afdeling V Grensafbakening particuliere aansluitleiding en het openbare riool

Artikel 10. Bepaling grens

  • 1. De grens tussen de particuliere aansluitleiding en het openbare riool is, afhankelijk van de situatie ter plaatse, gelegen:

    • a.

      op 50 cm van de gevel van het gebouw of;

    • b.

      op of nabij de perceelgrens ter hoogte van het ontstoppingsstuk of;

    • c.

      bij het aansluitpunt zoals bedoeld in artikel 1, onder b.

  • 2. Als de voorgevel van een bouwwerk op of nabij de perceelgrens staat, vervalt het in het eerste lid bedoelde onderscheid voor de eerste twee categorieën voor dat bouwwerk.

  • 3. In gevallen waarin de grens als bedoeld in het eerste lid niet is te bepalen, beslissen burgemeester en wethouders.

Afdeling VI Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 11. Hardheidsclausule

  • 1. Indien een strikte toepassing van deze verordening zou leiden tot een beslissing die onmiskenbaar als onredelijk moet worden aangemerkt, kunnen burgemeester en wethouders in bijzondere gevallen van het gestelde in deze verordening afwijken.

  • 2. In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.

Artikel 12. Toezicht

Met het toezicht op de naleving van de bepalingen bij of krachtens deze verordening gesteld zijn belast de bij besluit van burgemeester en wethouders aan te wijzen personen of groep van personen.

Artikel 13. Overgangsrecht

  • 1. Een vergunning die onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening van kracht is, wordt gelijkgesteld met een vergunning als bedoeld in artikel 2, eerste lid.

  • 2. Een aanvraag voor een vergunning, die voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening is ingediend en waarop op dat tijdstip nog niet is beslist, wordt gelijkgesteld met een aanvraag als bedoeld in artikel 3, eerste lid.

  • 3. Op aansluitingen die voor het tijdstip van de inwerkingtreding van deze verordening krachtens de tot dan geldende wetgeving en voorschriften tot stand zijn gebracht, zijn de bepalingen van afdeling IV rechtstreeks van toepassing.

Artikel 14. Intrekking Verordening Rioolaansluiting

De Verordening Rioolaansluiting wordt ingetrokken op de dag van inwerking treding van de Verordening Rioolaansluiting 2014.

Artikel 15. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na de bekendmaking.

Artikel 16. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rioolaansluiting 2014.

Ondertekening

Ondertekening
Aldus besloten door de raad van de gemeente Wijdemeren
in zijn openbare vergadering van 26 juni 2014.
de griffier, G.J. Schutte-van der Schans
de voorzitter, drs. M.E. Smit

Toelichting op de “Verordening Rioolaansluiting 2014”

De Gemeentelijke Verordening rioolaansluiting 2010 is vervangen door de “Verordening Rioolaansluiting 2014”. Belangrijke aanleiding hiervoor is de wijziging van het Bouwbesluit per 1 april 2012, waardoor de rioleringsregels uit de voormalige bouwverordening zijn verdwenen. Belangrijk element van deze wijziging is dat het Bouwbesluit zich nu uitstrekt over zowel het bouwwerk als het perceel van de eigenaar. Ergo: tot aan de perceelgrens is het Bouwbesluit exclusief van toepassing. Het doel van de bouwregelgeving is het bevorderen van de veiligheid, gezondheid en bruikbaarheid van gebouwen en percelen. Met betrekking tot huishoudelijk afvalwater en hemelwater stelt de bouwregelgeving eisen aan de afvoervoorzieningen voor dat water (ofwel: de leidingen). Daarnaast is het van belang om de verordening goed te laten aansluiten op de lozingsregels voor afvalwater zoals deze blijken uit de op grond van de Wet milieubeheer, de Waterwet en de Wet bodembescherming vastgestelde AMvB’s zoals het Activiteitenbesluit en het Besluit lozing afvalwater huishoudens. De milieuregelgeving heeft tot doel de kwaliteit van het milieu te beschermen en te verbeteren. In de milieuregelgeving worden – voor zover hier van belang – eisen gesteld aan het lozen van afvalwater, hemelwater en grondwater op de riolering.

Het is alleen al van belang de definities uit de verschillende wet- en regelgeving goed op elkaar te laten aansluiten. In het bijzonder geldt dit voor de verschillende soorten afvalwater (in de regel zijn dit vuilwater, hemelwater en grondwater) waarvan de houder zich wilt ontdoen. Wat de zorgplichten betreft geeft het GRP aan wat het gemeentelijke rioleringsbeleid is, waarbij concreet wordt gemaakt op welke wijze de stedelijke waterzorgplichten worden ingevuld zoals verankerd in de Wet milieubeheer en de Waterwet:

  • 1.

    de zorg voor de inzameling en het transport van afvalwater (art. 10.33 Wm);

  • 2.

    de zorg voor de inzameling en verwerking van hemelwater, waarvan de houder zich redelijkerwijs niet zelf kan ontdoen (art. 3.5 Waterwet);

  • 3.

    de zorg voor doelmatige maatregelen om nadelige gevolgen van de grondwaterstand zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken (art. 3.6 Waterwet).

Door wijzigingen in de regelgeving zijn verschillende bepalingen van de huidige aansluitverordening van de gemeente niet meer actueel. Sommige bepalingen zijn overbodig omdat zij regelen wat bijvoorbeeld al in de Algemene wet bestuursrecht (Awb), de bouwregelgeving, de milieuregelgeving of het Burgerlijk Wetboek is geregeld. Dergelijke bepalingen zijn dan ook niet langer nodig in de nieuwe verordening.

Aansluiting en relatie met bouw- en milieuregelgeving De aansluitverordening mag niet in strijd zijn met het Bouwbesluit 2012 en de milieuregelgeving c.q. de regels met betrekking tot het lozen van afvalwater. In het Bouwbesluit 2012 is de feitelijke aansluiting van de particuliere en openbare afvoerleidingen op de openbare riolering niet opgenomen. Wel zijn eisen opgenomen aan de gebouwaansluiting op particulier terrein, tot en met de kruising van die leidingen met de perceelsgrens of (daar waar bijvoorbeeld geen tuin is) de gevel. De aansluitleiding in openbaar gebied en de aansluiting daarvan op de openbare riolering zijn niet in het Bouwbesluit 2012 geregeld. De gemeente heeft hierdoor de mogelijkheid dat deel van de aansluiting in principe zelf te regelen op grond van de eigen autonome verordeningsbevoegdheid. Voorwaarde hiervoor is, zoals al gesteld, dat de verordening niet in strijd mag zijn met de bouw- en milieuregelgeving. Zo is het belangrijk in te zien dat het niet altijd mogelijk is om een aansluitvergunning voor een afvoerleiding op de gemeentelijke riolering te weigeren, als de lozing van het afvalwater op de riolering op grond van de lozingsregels is toegestaan. Dit is in het bijzonder van belang voor de lozing van hemelwater. Als de lozing hiervan is toegestaan op grond van de lozingsregelgeving (voor particuliere huishoudens is dit het Besluit lozing afvalwater huishoudens [Blah]) , dan is het juridisch niet toegestaan (in ieder geval erg risicovol) een aansluiting hiervoor op grond van de aansluitverordening te weigeren. Zo beschouwd is de aansluitverordening het logische sluitstuk van de bouw- en milieuregelgeving. Zij regelt het laatste stukje van de leiding (vanaf de perceelsgrens tot aan het gemeentelijke aansluitpunt) en niet van de lozing zelf. De meerwaarde van de aansluitverordening is hiermee wel wat beperkter dan vroeger; weigeren van een vergunning is zomaar niet mogelijk. Daarbij kan in situaties waar een ‘omgevingsvergunning bouwen’ wordt aangevraagd, via een aansluitvoorschrift in deze vergunning geregeld worden waar en hoe de aansluitleiding moet worden aangebracht om een goede aansluiting op het openbare stelstel te realiseren. De voordelen van een aansluitverordening liggen met name nog op het gebied van vergunningvrije rioleringswerken (hoewel de aanlegger/initiatiefnemer toch zomaar de straat niet mag openbreken; daar is een ‘opbreekvergunning’ voor nodig), het regelen van de verantwoordelijkheid voor het onderhoud aan de leidingen en het verhelpen van verstoppingen.

De aansluitverordening heeft alleen betrekking op het aansluiten van de particuliere riolering op het openbare riool. Deze aansluiting is in principe toelaatbaar (en gewenst) als voldaan is aan de bouwregelgeving en de milieuregelgeving. Het doel van de aansluitverordening is om een mogelijkheid te hebben om aansluiting op de riolering te weigeren, als niet aan de bouwregelgeving of milieuregelgeving is voldaan. Zonder aansluitverordening kan de gemeente niet voorkomen dat ‘foute aansluitingen’ (eigenlijke foute lozingen als gevolg van een verkeerde aansluiting) op de riolering tot stand worden gebracht. Weliswaar kan de gemeente handhavend optreden tegen overtredingen van de bouw- en milieuregelgeving, maar dat kan pas als een overtreding heeft plaatsgevonden en door de gemeente is geconstateerd. De vergunningplicht in de aansluitverordening zorgt er voor dat de gemeente een middel heeft om foute aansluitingen op de riolering te voorkomen, in plaats van achteraf te verhelpen.

De aansluitvergunning wordt verleend als aan de vigerende bouw- en milieuregelgeving wordt voldaan, maar wordt geweigerd als de aangevraagde aansluiting niet voldoet aan de bouwregelgeving of de milieuregelgeving. Bij de bouwregelgeving gaat het dan bijvoorbeeld om de eis dat hemelwaterleidingen en afvalwaterleidingen gescheiden worden uitgevoerd, indien een gescheiden rioolstelsel aanwezig is. Met betrekking tot de milieuregelgeving is van belang dat de lozer aan de lozingseisen voor afvalwater, hemelwater en grondwater voldoet. Zo mag schoon hemelwater en grondwater niet zomaar op het vuilwaterstelsel worden geloosd.

Nieuw in de verordening: afbakening beheergrens tussen openbaar en particulier riool Het is van belang duidelijkheid te hebben over de grens tussen openbaar en particulier riool. In gemeentelijke verordening was het nooit gebruikelijk een dergelijke grens vast te leggen. Door jurisprudentie echter is duidelijk geworden dat gemeenten er goed aan doen hier wel werk van te maken. Zo oordeelde de rechtbank in Den Haag dat de gemeente verantwoordelijk is voor de riolering onder een winkelcentrum, omdat de gemeente de grens tussen openbaar en particulier riool niet in een verordening had vastgelegd. Ook de ‘Rijdende rechter’ stelde dat gemeenten het beheer van de gebouwaansluiting in een verordening moeten regelen. De uitspraken wijzen feitelijk op de noodzaak om de afbakening van de perceelaansluiting tussen particulier en gemeente bij verordening te regelen. Om die reden is hiertoe in de verordening een bepaling opgenomen (art. 10).

Voorstel nieuwe aansluitverordening Gezien de omvang van de benodigde wijzigingen is het verstandig de aansluitverordening integraal te vervangen door een nieuwe verordening: de Verordening rioolaansluiting 2014.

Artikelgewijze toelichting op de “Verordening Rioolaansluiting 2014”

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit artikel zijn verschillende definities opgenomen over de onderdelen van de aansluitleiding.

De aansluitleiding bestaat vanaf het hoofdriool achtereenvolgens uit de perceelaansluitleiding, het aansluitpunt en het particuliere riool, inclusief de hiervan onderdeel uitmakende voorzieningen. Bij deze laatste valt concreet te denken aan een ontstoppingsvoorziening. Het aansluitpunt wordt in de verordening gesitueerd op de kadastrale eigendomsgrens van het aan te sluiten perceel of niet meer dan een halve meter daar vandaan. Ingeval van drukriolering is dit het punt waar het particuliere riool is aangesloten op de pompput. Het deel van de aansluitleiding vanaf het aansluitpunt naar het hoofdriool van het openbare rioolstelsel (de openbare perceelaansluitleiding) wordt beheerd door de gemeente. Dit deel van de aansluiting ligt in openbaar terrein. Het particuliere riool, meestal gelegen in de grond van de perceeleigenaar, wordt beheerd door de perceeleigenaar.

Artikel 2 Vergunningplicht

In artikel 2 wordt bepaald dat aansluiting van een particulier riool op het openbaar riool of wijziging van een dergelijke aansluiting, verboden is zonder vergunning. Deze vergunningplicht vormt de kern van de aansluitverordening. Zonder de vergunningeis kan de gemeente niet voorkomen dat ‘foute aansluitingen’ (eigenlijke foute lozingen als gevolg van een verkeerde aansluiting) op de riolering tot stand worden gebracht. De vergunningplicht geeft de gemeente een middel om foute aansluitingen op de riolering te voorkomen, in plaats van achteraf te moeten handhaven. In de vergunning kunnen voorschriften worden opgenomen over de aanleg van de aansluiting, het onderhoud, de renovatie en de vervanging van de perceelaansluitleiding.

Volgens het tweede lid kunnen burgemeester en wethouders alleen aansluitvergunningen verlenen voor aansluitingen die overeenstemmen met het openbaar riool ter plaatse. Dit betekent dat er bijvoorbeeld geen vergunning kan worden verkregen voor de gemengde afvoer van hemelwater en afvalwater als ter plaatse een gescheiden stelsel ligt. Ook kan geen vergunning worden verkregen voor de aansluiting van hemelwaterleidingen op drukriolering of op een openbaar stelsel dat uitsluitend is bedoeld voor de afvoer van huishoudelijk en bedrijfsafvalwater (DWA-stelsel).

Artikel 3 Aanvraag

De aanvraag wordt gedaan met een daartoe bestemd formulier, dat op de website van de gemeente ter beschikking wordt gesteld. In het tweede lid is vastgelegd waaraan de aanvraag moet voldoen. Omdat het mogelijk is dat de gegevens die nodig zijn om een aansluitvergunning aan te vragen, reeds bekend zijn bij de gemeente, is in het tweede lid bepaald dat de aanvrager in dergelijke gevallen niet nogmaals de gegevens hoeft aan te leveren. Dit speelt met name indien voor het betreffende perceel recent een omgevingsvergunning voor het bouwen is aangevraagd, waarbij al gedetailleerde rioleringstekeningen zijn aangeleverd.

Verder is in dit artikel opgenomen (lid 2, onder e, sub iii) dat de vergunningaanvrager een duidelijk verschil in kleur of andere onderscheidingssymbolen aanbrengt tussen de vuilwaterafvoerleidingen en hemelwaterafvoerleidingen. Waar het de kleurstelling betreft, verdient het sterk de voorkeur aan te sluiten bij het ‘Handboek Inrichting Openbare Ruimte’ (HIOR) van de gemeente Wijdemeren (beschikbaar via de website van de gemeente) dat voor de aansluitleiding in de openbare ruimte onderstaande kleuren hanteert:

  • ·

    Vuil waterstelsel: PVC SN8 (kleur: bruin);

  • ·

    Gemengd stelsel PVC SN8 (kleur: grijs);

  • ·

    Hemelwaterstelsel: PVC SN8 (kleur: groen).

Artikel 4 Weigering van de aansluitvergunning

De aansluitvergunning wordt geweigerd als de gevraagde aansluiting niet voldoet aan de bouw- of milieuregelgeving (onderdeel a en b).

Onderdeel c van het tweede lid bevat een bijzondere weigeringsgrond indien aansluiting niet op openbaar terrein kan plaatsvinden. Burgemeester en wethouders zijn niet gehouden een aansluitvergunning te verlenen indien de perceeleigenaar niet meewerkt aan de vereiste privaatrechtelijke regeling van de aansluiting op particuliere grond.

Het tweede lid, onderdeel d en verder geven een aantal specifieke verplichtingen voor de perceeleigenaar om te bereiken dat op een adequate wijze wordt aangesloten en geloosd.

Artikel 10 Grensafbakening particuliere aansluitleiding en het openbare riool

Nieuw in de verordening is een regeling voor de afbakening van de beheergrens tussen het openbare en particuliere riool. Het is van belang duidelijkheid te hebben over de grens tussen openbaar en particulier riool.

Waar er in de praktijk niet volgens het eerste lid een grens kan worden vastgesteld, is het aan het College van B&W te beslissen.

Overige artikelenDe overige artikelen van deze verordening komen inhoudelijk grotendeels overeen met de artikelen van de oude Verordening rioolaansluiting.