Regeling gemeentelijke belastingen 2015

Geldend van 01-01-2015 t/m heden

Intitulé

REGELING GEMEENTELIJKE BELASTINGEN 2015

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen,

gelet op de artikelen 6, derde lid, 13, eerste lid en 14 eerste lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, 31 van de Invorderingswet 1990, in verbinding met artikel 231, tweede lid, onderdeel a, en derde lid, van de Gemeentewet en de betreffende bepalingen van de belastingverordeningen;

besluit:

vast te stellen de volgende :

Regeling met betrekking tot de heffing en de invordering van de gemeentelijke belastingen

Artikel 1 Reikwijdte van de regeling

De in deze regeling opgenomen regels gelden bij de heffing en de invordering van de gemeentelijke belastingen op grond van de onderscheiden belastingverordeningen.

Artikel 2 Aangifte

1.De belastingplichtige die niet binnen zes maanden na afloop van het

belastingjaar is uitgenodigd tot het doen van aangifte of aan wieniet binnen zes maanden na afloop van het belastingjaar eenaanslag is opgelegd, is gehouden binnen veertien dagen na afloop van die zesmaanden bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewetbedoelde gemeenteambtenaar een schriftelijk verzoek in te dienen om te worden uitgenodigd tot het doen van aangifte.

2.Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar ontstaat dan wel hetaantal honden door de belastingplichtige wordt gehouden wijziging ondergaat,moet de belastingplichtige binnen veertien dagen na het tijdstip waarop debelastingplicht is ontstaan of de wijziging van het aantal honden heeftplaatsgevonden, bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van deGemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar schriftelijk verzoeken om te

worden uitgenodigd tot het doen van aangifte.

Artikel 3 Aangifte

De belastingplichtige die niet binnen een maand na afloop van het belastingjaar is uitgenodigd tot het doen van aangifte of aan wie niet binnen een maand na afloop van het belastingjaar een aanslag is opgelegd, is gehouden binnen veertien dagen na afloop van die maand bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar een schriftelijk verzoek in te dienen om te worden uitgenodigd tot het doen van aangifte.

Artikel 4 Voorlopige aanslagen

De heffingsambtenaar kan voorlopige aanslagen met betrekking tot de in artikel 6 genoemde verordeningen opleggen.

Artikel 5 Rente

1.Het percentage van de invorderingsrente volgt het percentage dat op grond van artikel 29 van de Invorderingswet 1990 voor het betreffende kalenderkwartaalvoor de rijksbelastingen is vastgesteld.

2.Bij de invordering van de gemeentelijke belastingen vindt de ministeriële

regeling bedoeld in artikel 31 van de Invorderingswet 1990 overeenkomstige

toepassing, met uitzondering van artikel 33 van de uitvoeringsregeling

Invorderingswet 1990.

Artikel 6 Gelding voor gemeentelijke belastingen

Met betrekking tot:

  • ·

    de verordening Onroerende-zaakbelastingen vindt artikel 5 toepassing

  • ·

    de verordening Reinigingsheffingen vindt artikel 5 toepassing

  • ·

    de verordening Hondenbelasting vinden de artikelen 2 en 5 toepassing

  • ·

    de verordening Rioolheffing vindt artikel 5 toepassing

  • ·

    de verordening Toeristenbelasting vinden de artikelen 3, 4 en 5 toepassing

  • ·

    de verordening Precariobelasting vindt artikel 5 toepassing

  • ·

    de verordening Parkeerbelastingen vindt artikel 5 toepassing

  • ·

    de Legesverordening vinden de artikelen 4 en 5 toepassing

  • ·

    de verordening Scheepvaartrechten vindt artikel 5 toepassing

  • ·

    de Marktgeldverordening vindt artikel 5 toepassing

  • ·

    de Verordening eenmalig rioolaansluitingsrecht vindt artikel 5 toepassing

Artikel 6 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2015.

  • 2.

    Deze regeling wordt aangehaald als : Regeling gemeentelijke belastingen 2015.

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 16 december 2014.

de Gemeentesecretaris,

drs. B. van der Ploeg

de Burgemeester,

drs. H.M.F. Bruls