Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR44982
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR44982/1
Regeling vervallen per 01-01-2013
Verordening baatbelasting riolering zomerhuisjesterrein Beek en Brink
Geldend van 28-12-2001 t/m 31-12-2012
Intitulé
Verordening baatbelasting riolering zomerhuisjesterrein Beek en BrinkDe raad van de gemeente Westerveld;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 november 2001;
gelet op artikel 222 van de Gemeentewet;
b e s l u i t :
vast te stellen de:
verordening tot wijziging van de “Verordening baatbelasting riolering zomerhuisjesterrein Beek en Brink”.
Aard van de belasting
Artikel 1
Onder de naam van baatbelasting wordt ter verkrijging van een billijke bijdrage in de ten laste der gemeente komende kosten van aansluiting op de riolering van het zomerhuisjesterrein “Beek en Brink” een belasting geheven van de onroerende goederen, die door dit werk zijn gebaat.
Belastingplichtigen
Artikel 2
-
1. Belastingplichtig is degene, die krachtens een zakelijk recht het genot heeft van het onroerend goed.
-
2. Als genothebbende wordt aangemerkt degene, die op 1 januari van het belastingjaar als zodanig in de kadastrale leggers is aangewezen, tenzij kan worden aangetoond, dat een misstelling in die leggers heeft plaatsgehad, of dat vóór die datum plaats gehad hebbende veranderingen nog niet waren opgenomen, in welke gevallen met de gewijzigde toestand rekening wordt gehouden. Zijn er ten aanzien van enig onroerend goed twee of meer genothebbende, dan zijn allen hoofdelijk voor het gehele bedrag van de aanslag aansprakelijk, met dien verstande, dat betaling door de één de aansprakelijkheid van de ander of de anderen opheft.
Grondslag, tarief
Artikel 3
De belasting bedraagt per aansluiting per jaar € 40,62
Duur der belasting, belastingjaar
Artikel 4
-
1. De belasting wordt geheven gedurende dertig achtereenvolgende jaren.
-
2. Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Afkoop
Artikel 5
De belasting kan elk jaar over de nog niet verstreken belastingjaren op verzoek worden afgekocht.
De afkoopsom wordt berekend door de jaarlijks verschuldigde belastingsom te vermenigvuldigen met de hierna aangegeven factor.
Indien de afkoop plaatsvindt in: factor:
1983= 8.6938
1984= 8.6501
1985= 8.6016
1986= 8.5478
1987= 8.4881
1988= 8.4217
1989= 8.3481
1990= 8.2664
1991= 8.1757
1992= 8.0751
1993= 7.9633
1994= 7.8393
1995= 7.7016
1996= 7.5488
1997= 7.3792
1998= 7.1909
1999= 6.9819
2000= 6.7499
2001= 6.4924
2002= 6.2065
2003= 5.8892
2004= 5.5370
2005= 5.1461
2006= 4.7122
2007= 4.2305
2008= 3.6959
2009= 3.1024
2010= 2.4437
Het bedrag van de afkoopsom wordt naar beneden op de cent afgerond.
De belasting verschuldigd over het jaar, waarin de afkoop geschiedt is begrepen in de afkoopsom. Indien de belasting over dat jaar reeds is betaald, wordt deze aangewend voor gedeeltelijke betaling van de afkoopsom.
Wijze van heffing
Artikel 6
De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.
Betalingstermijnen
Artikel 7
De belasting is verschuldigd in één termijn die vervalt op de laatste dag der maand, volgende op die, waarin het aanslagbiljet is gedagtekend.
Afschrijving, uitstel
Artikel 8
-
1. Bevoegd tot het verlenen van afschrijving van de belasting en van uitstel van betaling als bedoeld in artikel 17 van de Wet van 22 mei 1845, Stbl. 22, zijn burgemeester en wethouders.
-
2. Voor de berekening van de interest als bedoeld in genoemd artikel vinden krachtens dit artikel gegeven regelen inzake rijksbelastingen overeenkomstige toepassing.
Artikel 8a
-
1. Artikel 17, tweede lid, van de Wet van 22 mei 1845 op de invordering van ’s Rijks directe belastingen (Stb. 1926, 334), zoals dat lid luidde voor de inwerkingtreding van de Wet van 26 maart 1987 tot berekening van rente inzake belastingen en premies volksverzekeringen (Stb. 1987, 120) blijft van toepassing tot 1 januari 1997.
-
2. Voor de berekening van interest als bedoeld in de in het eerste lid bedoelde bepaling, vinden de krachtens die bepaling gegeven regelen inzake rijksbelastingen zoals die golden tot en met 31 maart 1987, overeenkomstige toepassing.
-
3. De artikelen 18 tot en met 18c van de Wet van 22 mei 1845 blijven buiten toepassing tot 1 januari 1997.
Inwerkingtreding
Artikel 9
-
1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
-
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2002.
Ondertekening
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl