Nadere regels plaatsing voorwerpen op of aan de openbare plaats

Geldend van 24-02-2017 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2017

Intitulé

Nadere regels plaatsing voorwerpen op of aan de openbare plaats

Bijlage bij concept APV 2016

Nadere regels plaatsing voorwerpen op of aan de openbare plaats

Ex artikel 2:10 lid 3 jo lid 5 Algemene Plaatselijke Verordening Hendrik-Ido-Ambacht (hierna APV)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht;

Gelet op artikel 2:10 lid 3 jo. lid 5 APV;

Overwegende dat:

  • -

    het ter voorkoming van onder meer ongevallen, schade, gevaar voor verkeer, de onbruikbaarheid van de weg of voor doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel de belemmering van het doelmatig beheer en onderhoud van openbare plaatsen gewenst is nadere regels te stellen;

  • -

    artikel 2:10 lid 3 jo. lid 4 van de APV de mogelijkheid hiertoe biedt;

  • -

    het uit oogpunt van administratieve lastenverlichting gewenst is om het aantal vergunningen voor objecten op of aan de openbare plaats zoveel mogelijk te beperken;

  • -

    de nadere regels tevens beogen de handhaafbaarheid te bevorderen en beschadiging en ontsiering van de openbare ruimte te voorkomen;

Besluit:

Vast te stellen de: Nadere regels plaatsing voorwerpen op of aan de openbare plaats

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze nadere regels en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • 1.

    Openbare plaats: een voor het publiek toegankelijke plaats, waaronder begrepen de weg als bedoeld onder 2;

  • 2.

    Weg: weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid onder b, van de Wegenverkeerswet 1994.

  • 3.

    Bouwobjecten: voorwerpen zoals bouwmaterialen, steigers, puinbakken, containers, keetcontainers, verhuisliften, eco-toiletten etc.

  • 4.

    Uitstalling: een los voorwerp, niet zijnde een standplaats of terras, geplaatst voor een pand op een openbare plaats, dat een onmiskenbare relatie heeft met de bedrijfsactiviteiten van de in dat pand gevestigde onderneming, waaronder tevens wordt verstaan:

    • a.

      reclamebord;

    • b.

      voorwerpen en stoffen die behoren tot het reguliere assortiment van een winkel;

    • c.

      uitstallingsmaterialen zoals rekken, manden, standaards, krantenrekken, kaartenmolens etc;

    • d.

      speelattracties.

  • 5.

    Reclame: iedere openbare en/of systematische directe dan wel indirecte aanprijzing van goederen, diensten en/of denkbeelden door een adverteerder of geheel of deels ten behoeve van deze, al dan niet met behulp van derden. Onder reclame wordt mede verstaan het vragen van diensten.

  • 6.

    Handelsreclame: iedere openbare aanprijzing van goederen of diensten, waarmee kennelijk beoogd wordt een commercieel belang te dienen.

  • 7.

    Niet commerciële of ideële reclame: openbare aanprijzing zonder handelsbelang, maar met een ideëel, maatschappelijk of politiek belang.

Artikel 2 Criteria plaatsen van uitstallingen

  • 1. Het is toegestaan een uitstalling te plaatsen indien wordt voldaan aan elk van de volgende voorwaarden:

    • a.

      De maximaal toegestane hoogte van de uitstalling bedraagt 2 meter en is niet breder dan de gevel van het bedrijfspand van de eigen onderneming.

    • b.

      De uitstalling bestaat uit verplaatsbare objecten, die geen scherpe en uitstekende voorwerpen bevatten, met dien verstande dat aan luifels en zonneschermen geen voorwerpen worden gehangen.

    • c.

      De uitstalling wordt uitsluitend en zodanig binnen 90 centimeter van de gevel van het bedrijfspand van de eigen onderneming geplaatst op voor voetgangers bestemde delen van de openbare plaats, waarbij een vrije doorgang, in een zoveel mogelijke recht doorgaande lijn, van minimaal 1,5 meter breed is gewaarborgd voor bijvoorbeeld voetgangers en rolstoelgebruikers.

    • d.

      De toegang en 50 centimeter aan beide zijden van de toegang tot het pand en de naast- en bovengelegen woningen, instellingen en bedrijven wordt vrijgehouden van obstakels.

    • e.

      Er is altijd een vrije en onbelemmerde doorgang in een recht doorgaande lijn van minimaal 4 meter aanwezig ten behoeve van hulpdiensten.

    • f.

      Voor een aansluitpunt van een droge blusleiding wordt geen uitstalling geplaatst, met dien verstande dat tenminste een ruimte van 1 meter breedte wordt vrijgehouden voor het aansluitpunt.

    • g.

      De toegang tot de pompkamer van de sprinklerinstallatie wordt vrijgehouden van uitstallingen.

    • h.

      Een uitgang dan wel nooduitgang en de daarbij behorende vluchtweg wordt te allen tijde over de minimale breedte daarvan vrijgehouden van uitstallingen en andere obstakels, Indien kabels en snoeren over de grond lopen, worden deze kabels en snoeren met daarvoor bestemde plak strips, plakband, kabelgoten en dergelijke op een zodanige wijze vastgeplakt dat struikelen dan wel vallen wordt voorkomen.

    • i.

      De uitstalling brengt door de omvang, vormgeving, constructie, plaats of het beoogde gebruik geen schade toe aan de openbare plaats.

    • j.

      De uitstalling of het beoogde gebruik daarvan levert geen gevaar of hinder op voor de bruikbaarheid en het doelmatig en veilig gebruik van de openbare plaats en vormt geen belemmering voor het verkeer en het doelmatig beheer en onderhoud van de openbare plaats.

    • k.

      De uitstalling of het beoogde gebruik daarvan levert geen hinder (geluid en stank) of overlast op voor gebruikers van in de nabijheid gelegen onroerende zaken.

    • l.

      De gids lijn voor blinden en slechtzienden blijft te allen tijde vrij van obstakels.

    • m.

      De uitstalling levert geen risico op voor de openbare orde en veiligheid.

    • n.

      De initiatiefnemer zorgt voor een schoon en ordelijk aanzien van de uitstalling en voor het schoonhouden van de openbare ruimte in de directe omgeving daarvan.

    • o.

      De uitstalling is enkel aanwezig op de openbare plaats op tijden dat de in dat pand gevestigde onderneming voor het publiek geopend is.

  • 2. De uitstalling mag niet worden geplaatst indien deze een belemmering vormt voor op de locatie van de uitstalling te verrichten (onderhouds)werkzaamheden, evenementen, markten, kermissen, andere festiviteiten en/of gebeurtenissen van algemeen belang.

  • 3. Het plaatsen van evenementen-/reclamevlaggen op voet is beperkt tot twee per onderneming.

  • 4. Deze nadere regels zijn niet van toepassing op uitstallingen in de corridor bij het winkelcentrum Hoogambacht, hiervoor geldt een vergunningplicht.

Artikel 3 Criteria plaatsen bouwobjecten

  • 1. Het is toegestaan tijdelijk maximaal vier bouwobjecten per locatie te plaatsen indien wordt voldaan aan elk van de volgende voorwaarden:

    • a.

      Het bouwobject brengt door de omvang of vormgeving, constructie, plaats van bevestiging of het beoogde gebruik geen schade toe aan de openbare plaats.

    • b.

      Het bouwobject wordt niet geplaatst op een bij een winkelcentrum behorend parkeerterrein.

    • c.

      Het bouwobject of het beoogde gebruik daarvan levert geen gevaar of hinder op voor de bruikbaarheid en het doelmatig en veilig gebruik van de openbare plaats en vormt geen belemmering voor het verkeer en het doelmatig beheer en onderhoud van de openbare plaats.

    • d.

      Het bouwobject levert geen disproportionele overlast op voor gebruikers van in de nabijheid gelegen onroerende zaken.

    • e.

      Het bouwobject of het beoogde gebruik daarvan levert geen risico op voor de openbare orde en veiligheid.

    • f.

      Op het trottoir is een vrije doorgang in een recht doorgaande lijn van ten minste 1,50 meter breed is gewaarborgd voor voetgangers en rolstoelgebruikers.

    • g.

      Er is op de verharde weg altijd een vrije en onbelemmerde doorgang in een recht doorgaande lijn van minimaal 3,5 meter breed aanwezig ten behoeve van hulpdiensten.

    • h.

      De obstakels mogen niet geplaatst worden binnen een afstand van 1,0 meter van brandkranen, bluswaterwinplaatsen, nutsvoorzieningen en nooduitgangen en/of op kolken en putten.

    • i.

      Losse bouwstoffen/materialen, zoals zand, moeten worden afgeschermd met zeilen en hekwerken.

    • j.

      Open containers dienen buiten werktijd aan de bovenzijde te worden afgedekt met minimaal een dekzeil.

    • k.

      Een bouwobject/hekwerk op of aan rijwegen is voorzien van markeringen conform de “Richtlijn voor het markeren van onverlichte obstakels” (C.R.O.W.).

    • l.

      De eigenaar c.q. gebruiker van de bouwobjecten die deze op de weg wil plaatsen is verplicht om zijn of haar naam en telefoonnummer daarop te vermelden.

    • m.

      De duur van plaatsing van het bouwobject bedraagt niet langer dan 30 aaneengesloten dagen.

  • 2. Bouwobjecten mogen niet worden geplaatst indien deze een belemmering vormen voor aan, onder, op of boven de openbare plaats te verrichten (onderhouds)werkzaamheden, evenementen, markten, kermissen, andere festiviteiten en/of gebeurtenissen van algemeen belang.

  • 3. Voor het verrichten van werkzaamheden aan het bouwwerk, moet zoveel mogelijk, eerst het beschikbare eigen terrein als opslagterrein worden gebruikt. Uitsluitend in het geval dat het eigen terrein niet toereikend is, kan de openbare weg gedeeltelijk worden gebruikt.

Artikel 4 Criteria plantenbakken en banken

  • 1. Het is toegestaan plantenbakken en banken te plaatsen op een openbare plaats indien wordt voldaan aan elk van de volgende voorwaarden:

    • a.

      De diepte van plantenbakken en banken bedraagt maximaal 90 centimeter.

    • b.

      De plantenbakken en banken brengen door de omvang, vormgeving en plaats geen schade toe aan de openbare plaats.

    • c.

      De plantenbakken en banken leveren geen gevaar of hinder op voor de bruikbaarheid en het doelmatig en veilig gebruik van de openbare plaats en vormen geen belemmering voor het verkeer en het doelmatig beheer en onderhoud van de openbare plaats.

    • d.

      De plantenbakken en banken leveren geen overlast op voor gebruikers van in de nabijheid gelegen onroerende zaken.

    • e.

      Een vrije doorgang op het trottoir in een recht doorgaande lijn van ten minste 1,5 meter breed is gewaarborgd voor voetgangers en rolstoelgebruikers.

    • f.

      Er is altijd een vrije en onbelemmerde doorgang in een recht doorgaande lijn van minimaal 4 meter breed aanwezig ten behoeve van hulpdiensten.

    • g.

      De plantenbakken en banken leveren geen risico op voor de openbare orde en veiligheid.

    • h.

      De initiatiefnemer zorgt voor een schoon en ordelijk aanzien van de plantenbakken en banken en voor het schoonhouden van de openbare ruimte in de directe omgeving daarvan.

    • i.

      De plantenbakken en banken mogen enkel aanwezig zijn op de openbare plaats tegen de gevel van eigen woning of bedrijfspand met dien verstande dat het plaatsen van banken bij een horecagelegenheid valt onder de reikwijdte van artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening en plantenbakken en banken die behoren tot het assortiment van een winkel, beschouwd worden als uitstalling.

  • 2. De plantenbakken en banken die voldoen aan de in eerste lid gestelde, mogen uitsluitend aanwezig zijn op de voor voetgangers bestemde delen van de openbare plaats.

  • 3. De plantenbakken en banken, mogen niet worden geplaatst indien deze een belemmering vormen voor op de locatie van de plantenbakken en banken te verrichten (onderhouds)werkzaamheden, evenementen, markten, kermissen, andere festiviteiten en/of gebeurtenissen van algemeen belang.

Artikel 5 Spandoeken

  • 1. Het is toegestaan binnen de bebouwde kom spandoeken te plaatsen op een openbare plaats indien wordt voldaan aan elk van de volgende voorwaarden:

    • a.

      Er mogen alleen spandoeken worden geplaatst voor charitatieve doeleinden en voor evenementen en activiteiten van ideële, sociaal-culturele van niet-commerciële aard, die binnen de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht plaatsvinden of een sterke regionale betekenis hebben, dan wel een duidelijke relatie hebben met (de bevolking van) de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht.

    • b.

      Indien een spandoek boven een rijbaan wordt geplaatst moet de onderzijde van het spandoek minimaal 4,50 meter boven de weg hangen.

    • c.

      Het spandoek moet zodanig worden aangebracht dat verkeersdeelnemers en gebruikers van in de nabijheid gelegen onroerende zaken hiervan geen overlast ondervinden.

    • d.

      Het spandoek mag maximaal voor een periode van twee weken gehangen worden en dient in ieder geval drie dagen na het plaatsvinden van de activiteit te zijn verwijderd met uitzondering van de spandoeken van Veilig Verkeer Nederland.

    • e.

      Het spandoek is gemaakt van weersbestendig en wind doorlatend materiaal.

    • f.

      Het spandoek mag een afmeting van maximaal 5 x 1 meter hebben.

    • g.

      Vanaf windkracht 5 worden de spandoeken verwijderd door de plaatser ervan.

    • h.

      De minimale afstand tussen de spandoeken bedraagt 50 meter.

    • i.

      Binnen de gemeente worden niet meer dan 15 spandoeken tegelijkertijd geplaatst, met uitzondering van de spandoeken van Veilig Verkeer Nederland.

Artikel 6 Reclameborden ten behoeve van verkiezingen

  • 1.

    Het is toegestaan reclameborden ten behoeve van verkiezingen te plaatsen op een openbare plaats indien wordt voldaan aan elk van de volgende voorwaarden:

    • a.

      Het plakken van verkiezingsposters is alleen toegestaan op reclameborden (zogenaamde A0-signs) op A0-formaat.

    • b.

      De gemeente heeft een vaste route aangewezen voor het maken van reclame op A0 borden. Campagne-uitingen zijn niet toegestaan op dezelfde lichtmast als de te verhuren palen op deze route.

    • c.

      Het plaatsen van reclameborden ten behoeve van verkiezingen is uitsluitend toegestaan door bevestiging aan lichtmasten.

    • d.

      Per lichtmast mag één reclamebord ten behoeve van verkiezingen worden geplaatst.

    • e.

      Het plaatsen van reclameborden ten behoeve van verkiezingen is niet toegestaan op de Achterambachtseweg en de Hendrik Ydenweg (buiten de bebouwde kom), de Langeweg, het recreatiegebied Sandelingen Ambacht en Burgemeester Baxpark.

De reclameborden ten behoeve van verkiezingen mogen niet in uitzichthoeken van wegaansluitingen, uitritten of op vluchtheuvels en rotondes worden geplaatst en dienen zodanig geplaatst te worden dat de vrijheid en het uitzicht van het verkeer niet kan worden belemmerd en dat een vrije doorgang voor voetgangers, kinderwagens, rollators, rolstoelen, scootmobielen en dergelijke op het trottoir gewaarborgd blijft.

  • f.

    Het plaatsen van reclameborden ten behoeve van verkiezingen is alleen toegestaan in de periode van 4 weken vóór tot 1 week ná verkiezingen waar de posters voor dienen.

  • g.

    De plaatser verwijdert de reclameborden ten behoeve van verkiezingen uiterlijk één week na de verkiezingen.

Artikel 7 Springkussens

  • 1. Het is toegestaan springkussens te plaatsen op een openbare plaats indien wordt voldaan aan elk van de volgende voorwaarden:

    • a.

      Het springkussen wordt niet geplaatst vóór 7.00 uur en is verwijderd vóór 23.00 uur op de dag van plaatsing.

    • b.

      Het springkussen heeft een oppervlakte van maximaal 10 m2.

    • c.

      Het springkussen dient minimaal 5 meter uit de gevel van omliggende panden geplaatst te worden.

    • d.

      Een vrije doorgang op het trottoir in een recht doorgaande lijn van ten minste 1,5 meter breed is gewaarborgd voor voetgangers en rolstoelgebruikers.

    • e.

      Er is altijd een vrije en onbelemmerde doorgang in een recht doorgaande lijn van minimaal 4 meter breed aanwezig ten behoeve van hulpdiensten.

    • f.

      Het springkussen brengt door de omvang of vormgeving, constructie, plaats van bevestiging of het beoogde gebruik geen schade toe aan de openbare plaats.

    • g.

      Het springkussen of het beoogde gebruik daarvan levert geen gevaar op voor de bruikbaarheid en het doelmatig en veilig gebruik van de openbare plaats en vormt geen belemmering voor het doelmatig beheer en onderhoud van de openbare plaats.

    • h.

      Het springkussen levert geen disproportionele overlast op voor gebruikers van in de nabijheid gelegen onroerende zaken.

    • i.

      Nooduitgangen van aanliggende panden dienen te allen tijde vrij te blijven van obstakels.

    • j.

      Het springkussen mag niet opgesteld worden boven putten, afsluiters en brandkranen.

    • k.

      Het springkussen moet goed verankerd zijn, met dien verstande dat het niet toegestaan is de (weg)verharding op te breken of te graven in de openbare plaats.

    • l.

      Vanaf windkracht 5 wordt het springkussen verwijderd door de plaatser ervan.

    • m.

      Indien kabels en snoeren over de grond lopen, worden deze kabels en snoeren met daarvoor bestemde plakstrips op een zodanige wijze vastgeplakt dat struikelen dan wel vallen wordt voorkomen.

Artikel 8 Opvolgen aanwijzingen

Door of namens het bestuursorgaan gegeven aanwijzingen in het kader van het algemene belang, de openbare orde of (verkeers)veiligheid dienen strikt te worden opgevolgd. Deze aanwijzingen kunnen onder andere betrekking hebben op het geheel of gedeeltelijk verplaatsen dan wel verwijderen van de geplaatste objecten zonder dat de initiatiefnemer aanspraak kan maken op schadevergoeding.

Artikel 9 Toestemming

Er dient toestemming te worden verkregen van de rechthebbende van de grond of de onroerende zaak waarop of waaraan het object wordt bevestigd of geplaatst.

Artikel 10 Schade

  • 1. Schade die is toegebracht aan gemeentelijke eigendommen als gevolg van het object zal door de gemeente voor rekening van de plaatser/initiatiefnemer worden hersteld.

  • 2. Vóór het plaatsen van een obstakel dient de gebruiker te controleren of er al schade aan de openbare weg aanwezig is. Indien er schade aanwezig is dient de gebruiker de afdeling Beheer Openbare Ruimte van de Gemeente Hendrik-Ido-Ambacht te verzoeken om vooraf de schade gezamenlijk op te nemen. Indien geen verzoek om schade opname wordt gedaan, wordt de openbare weg geacht te zijn opgenomen door de gebruiker en in orde te zijn bevonden.

  • 3. Na afloop van de plaatsing van het obstakel wordt er geen glas of zwerfvuil dat direct gerelateerd is aan het te plaatsen obstakel achter op en rond het in gebruik genomen stuk grond. De controle wordt uitgevoerd door een controleur namens de gemeente/medewerker van de gemeente.

  • 4. Voldoet de gebruiker niet aan voorgaande voorwaarde, dan zal gemeente de reinigingstaken op zich nemen en deze kosten inclusief de kosten van het ambtelijke apparaat in rekening brengen aan de gebruiker.

Artikel 11 Aansprakelijkheid

Degene die verantwoordelijk is voor de plaatsing en het verwijderen van de objecten is en blijft aansprakelijk voor de aan eigendom van de gemeente of derden toegebrachte schade.

Artikel 12 Handhaving

Indien aanwijzingen, zoals bedoeld in artikel drie van deze nadere regels niet worden opgevolgd, kan het college het object (doen) verwijderen op kosten van de plaatser/initiatiefnemer.

Artikel 13 Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen afwijken van deze nadere regels.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze nadere regels treden in werking de dag waarop de Algemene Plaatselijke Verordening 2016 vastgesteld d.d. 25 oktober 2016 in werking is getreden.

Artikel 15 Citeertitel

Deze nadere regels worden aangehaald als: “Nadere regels plaatsing voorwerpen op of aan de openbare plaats”.

Deze regeling vervangt de Beleidsnota uitstallingen en beleidsregels uitstallingen Hendrik-Ido-Ambacht, oktober 2006.

Aldus besloten door burgemeester en wethouders van Hendrik-Ido-Ambacht op 25 oktober 2016,

De secretaris,                                                                     De burgemeester,