Beleidsregels vergoeding kosten voorprocedures 2005

Geldend van 20-01-2005 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels vergoeding kosten voorprocedures 2005

Beleidsregels vergoeding kosten voorprocedures 2005

Algemeen

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht is het mogelijk om voor kosten die in het kader van bezwaar of administratief beroep zijn gemaakt bij het bestuursorgaan dat het bezwaarschrift of het administratief beroepschrift behandelt een vergoeding te vragen. Voorwaarde voor een vergoeding is dat het oorspronkelijke besluit herroepen wordt wegens het, aan het bestuursorgaan te wijten, onrechtmatig handelen bij de totstandkoming van dat besluit. Indien aan voornoemde voorwaarde is voldaan – en belanghebbende heeft de door haar gemaakte kosten (welke in artikel 1 van het Besluit proceskosten limitatief zijn opgesomd) voldoende gespecificeerd aannemelijk gemaakt -, dient een bestuursorgaan overeenkomstig het Besluit proceskosten bestuursrecht tot vergoeding van deze kosten over te gaan.

Deze ‘Beleidsregels vergoeding kosten voorprocedures 2005’ zijn opgesteld om een uniforme uitleg en toepassing te geven – door het vastleggen op welke wijze de wegingsfactoren (van artikel 2, eerste lid, aanhef en onderdeel a, Besluit proceskosten bestuursrecht juncto onderdeel C.1. van de bij dat Besluit behorende bijlagen) worden gehanteerd – op het gebied van de afdoening van verzoeken om kostenvergoeding bij voorprocedures inzake gemeentelijke belastingaanslagen en/of WOZbeschikkingen.

Artikel 1

In deze beleidsregels wordt verstaan onder een belastingbedrag:

  • a.

    het bedrag van een belastingaanslag tezamen met de bij de belastingaanslag opgelegde bestuurlijke boete, of;

  • b.

    indien geen belastingaanslag is vastgesteld, maar wel een bestuurlijke boete is opgelegd: het bedrag van de boete, of;

  • c.

    het bedrag van de belasting die op aangifte is voldaan.

Onder een belastingaanslag wordt mede verstaan een bedrag als bedoeld in artikel 233a, tweede lid, aanhef en onderdeel a, Gemeentewet.

Artikel 2

Voor de toepassing van de wegingsfactoren, die zijn genoemd in onderdeel C.1. van de bijlage bij het Besluit proceskosten bestuursrecht, wordt een zaak aangemerkt als:

a.‘zeer licht’ indien in geschil is:

a.1. een belastingbedrag van minder dan € 450,--, of;

a.2. een waarde van minder dan € 45.000,-- of;

a.3. een belang, niet zijnde een belastingbedrag van minder dan € 450,-- dan wel met een waarde van minder dan € 45.000,--;

b.‘licht’ indien in geschil is:

b.1. een belastingbedrag van € 450,-- of meer, maar minder dan € 900,--, of;

b.2. een waarde van € 45.000,-- of meer, maar minder dan € 90.000,-- of;

b.3. een belang, niet zijnde een belastingbedrag of een waarde, dat in zwaarte vergelijkbaar is met een belastingbedrag van € 450,-- of meer, maar minder dan € 900,-- , dan wel met een waarde van € 45.000,-- of meer, maar minder dan € 90.000-,-;

c.‘gemiddeld’ indien in geschil is:

c.1. een belastingbedrag van € 900,-- of meer, maar minder dan € 6.750,--, of;

c.2. een waarde van € 90.000,-- of meer, maar minder dan € 675.000,--, of;

c.3. een belang, niet zijnde een belastingbedrag of een waarde, dat in zwaarte vergelijkbaar is met een belastingbedrag van € 900,-- of meer, maar minder dan € 6.750,--, dan wel met een waarde van € 90.000,-- of meer, maar minder dan € 675.000,--;

d.‘zwaar’ indien in geschil is:

d.1. een belastingbedrag van € 6.750,-- of meer, maar minder dan € 22.500-,- of;

d.2. een waarde van € 675.000,-- of meer, maar minder dan € 2.250.000,-- of;

d.3. een belang, niet zijnde een belastingbedrag of een waarde, dat in zwaarte vergelijkbaar is met een belastingbedrag van € 6.750,-- of meer, maar minder dan € 22.500,--, dan wel met een waarde van € 675.000,-- of meer, maar minder dan € 2.250.000-,-;

e.‘zeer zwaar’ indien in geschil is;

e.1. een belastingbedrag van € 22.500,-- of meer, of;

e.2. een waarde van € 2.250.000,-- of meer, of;

e.3. een belang, niet zijnde een belastingbedrag of een waarde, dat in zwaarte vergelijkbaar is met een belastingbedrag van € 22.500,-- of meer, dan wel met een waarde € 2.250.000,-- of meer.

Artikel 3

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    Deze beleidsregels worden aangehaald als ‘Beleidsregels vergoeding kosten voorprocedures 2005’.

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Westerveld d.d. 11 januari 2005.

J.P. Jorritsma A. Meijer

secretaris burgemeester