Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR44712
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR44712/4
Bouwverordening Maastricht 1999
Geldend van 14-02-2024 t/m heden
Intitulé
Bouwverordening Maastricht 1999Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen
Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
-bevoegd gezag
Bestuursorgaan als bedoeld in de Woningwet, artikel 1, eerste lid, onderdeel e, dan wel, bij het ontbreken van een bestuursorgaan als bedoeld in dit artikellid, burgemeester en wethouders;
-bouwbesluit:
de algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 2 van de Woningwet;
-bouwtoezicht:
degenen, die ingevolge artikel 92, tweede lid, van de Woningwet in samenhang met artikel 5.10 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht belast is met het bouw- en woningtoezicht;
-bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren;
-gebruiksoppervlakte:
de gebruiksoppervlakte als bedoeld in het Bouwbesluit;
-hoogte van de weg:
de hoogte van de weg zoals die door of namens burgemeester en wethouders is vastgesteld;
-NEN:
een door de Stichting Nederlands Normalisatie Instituut uitgegeven
norm;
-NVN:
een door de Stichting Nederlands Normalisatie Instituut uitgegeven voornorm;
- omgevingsvergunning voor het bouwen:
vergunning voor een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
-straatpeil:
- -
voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst, de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
- -
voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst, de hoogte van het terrein ter plaatse van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
-weg:
alle voor het openbaar rij- en ander verkeer openstaande wegen of paden, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de wegen of paden behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de wegen liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen.
- 2.
In deze verordening wordt mede verstaan onder:
- -
bouwwerk: een gedeelte van een bouwwerk;
- -
gebouw: een gedeelte van een gebouw.
- -
Artikel 1.2 Termijnen (Vervallen)
Artikel 1.3 Indeling van het gebied van de gemeente
-
1. Voor de toepassing van deze verordening geldt als indeling van de gemeente:
- a.
het gebied binnen de bebouwde kom;
- b.
het gebied buiten de bebouwde kom.
- a.
-
2. Als gebied binnen de bebouwde kom geldt het gebied dat op de bij deze verordening behorende kaart als zodanig is aangegeven.
Hoofdstuk 2 De aanvraag omgevingsvergunning voor het bouwen
Paragraaf 1 Gegevens en bescheiden
Artikel 2.1.1 Vervallen
Artikel 2.1.2 Vervallen
Artikel 2.1.3 Vervallen
Artikel 2.1.4 Vervallen
Artikel 2.1.5 Bodemonderzoek
-
1. Het onderzoek betreffende de bodemgesteldheid als bedoeld in artikel 8, vierde lid, van de Woningwet bestaat uit:
- a.
Het onderzoek betreffende de bodemgesteldheid als bedoeld in artikel 8, vierde lid, van de Woningwet bestaat uit:de resultaten van een recent milieuhygiënisch bodemonderzoek verricht volgens NEN 5740, uitgave 2009, in overeenstemming met het onderzoeksprotocol dat volgt uit figuur1;
- b.
vervallen;
- c.
Indien op basis van het vooronderzoek aanleiding bestaat te veronderstellen dat asbest, daaronder mede begrepen asbestvezels, -deeltjes of – stof, in de bodem aanwezig is, vindt het onderzoek mede plaats op de wijze als voorzien in NEN 5707, uitgave 2003.
- a.
-
2. De plicht tot het indienen van een onderzoeksrapport als bedoeld in artikel 2.4, onder d van de Regeling omgevingsrecht geldt niet indien het bouwen betrekking heeft op een bouwwerk dat naar aard en omvang gelijk is aan een bouwwerk als genoemd in het Besluit omgevingsrecht, artikel 2 en 3 van bijlage II. Deze verwijzing geldt niet voor de hoogtebepalingen in het Besluit omgevingsrecht, artikel 2 en 3 van bijlage II.
-
3. Het bevoegd gezag staat een geheel of gedeeltelijk afwijken van de plicht tot het indienen van een onderzoeksrapport als bedoeld in artikel 2.4, onder d, van de Regeling omgevingsrecht toe, indien voor toepassing van artikel 2.4.1 bij het bevoegd gezag reeds bruikbare recente onderzoeksresultaten beschikbaar zijn;
-
4. Het bevoegd gezag kan een gedeeltelijk afwijken van de plicht tot het indienen van een onderzoeksrapport als bedoeld in artikel 2.5, onder d van de Regeling omgevingsrecht toestaan voor een bouwwerk met een beperkte instandhoudingstermijn, als bedoeld in artikel 2.23 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 5.16 van het besluit omgevingsrecht, indien uit het in NEN 5725, uitgave 2009, bedoelde vooronderzoek naar het historisch gebruik en naar de bodemgesteldheid blijkt, dat de locatie onverdacht is dan wel de gerezen verdenkingen een volledig veldonderzoek volgens NEN 5740, uitgave 2009 niet rechtvaardigen;
-
5. Indien het bouwen pas kan plaatsvinden nadat de aanwezige bouwwerken zijn gesloopt, dient het bodemonderzoek plaats te vinden nadat is gesloopt en voordat met de bouw wordt begonnen.
Artikel 2.1.6 Vervallen
Artikel 2.1.7 Vervallen
Artikel 2.1.8 Vervallen
Paragraaf 2 Behandeling van de aanvraag om bouwvergunning
Artikel 2.2.1 Vervallen
Artikel 2.2.2 Vervallen
Artikel 2.2.3 Vervallen
Artikel 2.2.4 Vervallen
Artikel 2.2.5 Vervallen
Artikel 2.2.6 Vervallen
Paragraaf 3 Welstandstoetsing
Artikel 2.3.1 Vervallen
Paragraaf 4 Het tegengaan van bouwen op verontreinigde grond
Artikel 2.4.1 Verbod tot bouwen op verontreinigde bodem
Op een bodem die zodanig is verontreinigd dat schade of gevaar is te verwachten voor de gezondheid van de gebruikers, mag niet worden gebouwd voor zover dat bouwen betrekking heeft op een bouwwerk:
a. waarin voortdurend of nagenoeg voortdurend mensen zullen verblijven;
b. voor het bouwen waarvan een omgevingsvergunning voor het bouwen is vereist; en
c. 1. dat de grond raakt, of
2. waarvan het bestaande, niet-wederrechtelijke gebruik niet wordt gehandhaafd.
Artikel 2.4.2 Voorwaarden omgevingsvergunning voor het bouwen
In afwijking van het bepaalde in artikel 2.4.1 en onverminderd het bepaalde in artikel 2.4, onder d, van de Regeling omgevingsrecht, kan het bevoegd gezag voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning voor het bouwen, in het geval zij op grond van de in de Regeling omgevingsrecht bedoelde onderzoeksrapport en/of andere bij hen bekende onderzoeksresultaten dan wel op grond van het overeenkomstig het tweede lid van artikel 39 van de Wet bodembescherming goedgekeurde saneringsplan bedoeld in artikel 39, eerste lid, van die Wet van oordeel zijn, dat de bodem niet geschikt is voor het beoogde doel maar door het stellen van voorwaarden alsnog geschikt kan worden gemaakt.
Paragraaf 5 Voorschriften van stedenbouwkundige aard en bereikbaarheidseisen
Artikel 2.5.1 Vervallen
Artikel 2.5.2 Anti-cumulatiebepaling
[vervallen]
Artikel 2.5.3 Bereikbarheid van bouwwerken voor wegverkeer. Brandblusvoorzieningen
-
Vervallen
Artikel 2.5.3A Brandweeringang
Vervallen
Artikel 2.5.4 Bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten
-
Vervallen
Artikel 2.5.5 Ligging van de voorgevelrooilijn
[vervallen]
Artikel 2.5.6 Verbod tot bouwen met overschrijding van de voorgevelrooilijn
[vervallen]
Artikel 2.5.7 Toegelaten overschrijding van de voorgevelrooilijn
[vervallen]
Artikel 2.5.8 Vergunningverlening in afwijking van het verbod tot overschrijding van de voorgevelrooilijn.
[vervallen]
Artikel 2.5.9 Bouwen op de weg
[vervallen]
Artikel 2.5.10 Plaatsing van de voorgevel ten opzichte van de voorgevelrooilijn. Afschuining van straathoeken
[vervallen]
Artikel 2.5.11 Ligging van de achtergevelrooilijn
[vervallen]
Artikel 2.5.12 Verbod tot bouwen met overschrijding van de achtergevelrooilijn
[vervallen]
Artikel 2.5.13 Toegelaten overschrijding van de achtergevelrooilijn
[vervallen]
Artikel 2.5.14 Vergunningverlening in afwijking van het verbod tot overschrijding van de achtergevelrooilijn
[vervallen]
Artikel 2.5.15 Erf bij woningen en woongebouwen
[vervallen]
Artikel 2.5.16 Erf bij overige gebouwen
[vervallen]
Artikel 2.5.17 Ruimte tussen bouwwerken
[vervallen]
Artikel 2.5.18 Erf- en terreinafscheidingen
[vervallen]
Artikel 2.5.19 Bouwen nabij bovengrondse hoogspanningslijnen en ondergrondse hoofdtransportleidingen
[vervallen]
Artikel 2.5.20 Toegelaten hoogte in de voorgevelrooilijn
[vervallen]
Artikel 2.5.21 Toegelaten hoogte in de achtergevelrooilijn
[vervallen]
Artikel 2.5.22 Toegelaten hoogte van zijgevels tegenover een achtergevelrooilijn
[vervallen]
Artikel 2.5.23 Toegelaten hoogte tussen voor- en achtergevelrooilijnen
[vervallen]
Artikel 2.5.24 Grootste toegelaten hoogte van bouwwerken
[vervallen]
Artikel 2.5.25 Hoogte van bouwwerken op niet aan een weg grenzende terreinen
[vervallen]
Artikel 2.5.26 Wijze van meten van de hoogte van bouwwerken
[vervallen]
Artikel 2.5.27 Toegelaten afwijkingen van de toegelaten bouwhoogte
[vervallen]
Artikel 2.5.28 Vergunningverlening in afwijking van het verbod tot overschrijding van de toegelaten bouwhoogte
[vervallen]
Artikel 2.5.29 Vergunningverlening in afwijking van het verbod tot overschrijding van de rooilijnen en van de toegelaten bouwhoogte in geval van voorbereiding van nieuw ruimtelijk beleid.
[vervallen]
Artikel 2.5.30 Parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden bij of in gebouwen
[vervallen]
Artikel 2.6.1. Vervallen
Artikel 2.6.2 Vervallen
Artikel 2.6.3 Vervallen
Artikel 2.6.4 Vervallen
Artikel 2.6.5 Vervallen
Artikel 2.6.6 Vervallen
Artikel 2.6.7 Vervallen
Artikel 2.6.8 Vervallen
Artikel 2.6.9 Vervallen
Artikel 2.6.10 Vervallen
Artikel 2.6.11 Vervallen
Artikel 2.6.12 Vervallen
Paragraaf 7 Aansluitplicht op de nutsvoorzieningen
Artikel 2.7.1 Eis tot aansluiting aan de waterleiding
Vervallen
Artikel 2.7.2 Eis tot aansluiting aan het elektriciteitsnet
Vervallen
Artikel 2.7.3 Eis tot aansluiting aan het aardgasnet
-
Ver vallen
Artikel 2.7.4Eis tot aansluiting aan de openbare riolering
Vervallen
Artikel 2.7.5 Aansluiting anders dan aan de openbare riolering
-
Vervallen
Artikel 2.7.6 Kwaliteit en dimensionering van de buiten-riolering op erven en terreinen
-
Vervallen
Artikel 2.7.7 Wijze van meten van de afstand tot de leidingen van het openbare net van de nutsvoorzieningen
Vervallen
Hoofdstuk 3 De melding
Artikel 3.1 Vervallen
Artikel 3.2 Vervallen
Hoofdstuk 4 Plichten tijdens en bij voltooiing van de bouw en bij ingebruikneming van een bouwwerk
Artikel 4.1 Intrekking bouwvergunning bij niet-tijdige start of tussentijdse staking van bouwwerkzaamheden
Vervallen
Artikel 4.2 Op het bouwterrein verplicht aanwezige bescheiden
Vervallen
Artikel 4.3 Vervallen
Artikel 4.4 Het uitzetten van de bouw
Vervallen
Artikel 4.5 Kennisgeving aan het bouwtoezicht van start van (onderdelen van) de bouwwerkzaamheden
-
Vervallen
Artikel 4.6 Opmetingen, ontgravingen, opbrekingen en onderzoekingen
Vervallen
Artikel 4.7 Bemalen van bouwputten
Vervallen
Artikel 4.8 Veiligheid op het bouwterrein
-
Vervallen
Artikel 4.9 Afscheiding van het bouwterrein
-
Vervallen
Artikel 4.10 Veiligheid van hulpmiddelen en het voorkomen van hinder
-
Vervallen
Artikel 4.11 Bouwafval
-
Vervallen
Artikel 4.12 Gereedmelding van (onderdelen van) de bouwwerkzaamheden
-
Vervallen
Artikel 4.13 Melden van werken bij lage temperaturen
-
Vervallen
Artikel 4.14 Verbod tot ingebruikneming
Vervallen
Hoofdstuk 5 Staat van open erven en terreinen, aansluiting op de nutsvoorzieningen en het weren van schadelijk en hinderlijk gedierte
Paragraaf 1 Staat van open erven en terreinen
Artikel 5.1.1 Staat van onderhoud van open erven en terreinen
-
Vervallen
Artikel 5.1.2 Bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer.
Vervallen
Artikel 5.1.3 Bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten
-
Vervallen
Artikel 5.2.1 Vervallen
Artikel 5.2.2 Vervallen
Artikel 5.2.3 Vervallen
Artikel 5.2.4 Vervallen
Artikel 5.2.5 Vervallen
Paragraaf 3 Aansluiting op de nutsvoorzieningen
Artikel 5.3.1 Eis tot aansluiting aan de waterleiding
Vervallen
Artikel 5.3.2 Eis tot aansluiting aan het elektriciteitsnet
Vervallen
Artikel 5.3.3 Eis tot aansluiting aan het aardgasnet
Vervallen
Artikel 5.3.4 Eis tot aansluiting aan de openbare riolering
-
Vervallen
Artikel 5.3.5 Aansluiting anders dan aan de openbare riolering
Vervallen
Artikel 5.3.6 Kwaliteit en dimensionering van de buiten-riolering op erven en terreinen
Vervallen
Artikel 5.3.7 Wijze van meten van de afstand tot de leidingen van het openbare net van de nutsvoorzieningen
Vervallen
Paragraaf 4 Het weren van schadelijk of hinderlijk gedierte. Reinheid
Artikel 5.4.1 Preventie
Vervallen
Hoofdstuk 6 Brandveilig gebruik
Vervallen
Hoofdstuk 7 Overige gebruiksbepalingen
Paragraaf 1 Overbevolking
Artikel 7.1.1 Overbevolking van woningen
Vervallen
Artikel 7.1.2 Overbevolking van woonwagens
Vervallen
Paragraaf 2 Staken van het gebruik
Artikel 7.2.1 Verbod tot gebruik bij bouwvalligheid
Vervallen
Artikel 7.2.2 Staken van gebruik wegens gebrek aan veiligheid en gebrek aan hygiëne
Vervallen
Artikel 7.2.3 Staken van het gebruik van een woonwagen
Vervallen
Paragraaf 3 Gebruik van bouwwerken, open erven en terreinen
Artikel 7.3.1 Bepaling aantal personen nachtverblijf
Vervallen
Artikel 7.3.2 Hinder
Vervallen
Paragraaf 4 Het weren van schadelijk of hinderlijk gedierte. Reinheid
Artikel 7.4.1 Preventie
-
Vervallen
Paragraaf 5 Watergebruik
Artikel 7.5.1 Verboden gebruik van water
Vervallen
Paragraaf 6 Installaties
Artikel 7.6.1 Gebruiksgereed houden van installaties
Vervallen
Hoofdstuk 8 Slopen
Paragraaf 1 Omgevingsvergunning voor het slopen
Artikel 8.1.1 Omgevingsvergunning voor het slopen
Artikel 8.1.2 Aanvraag sloopvergunning
Vervallen
Artikel 8.1.3 In behandeling nemen
Vervallen
Artikel 8.1.4 Termijn van beslissing
Vervallen
Artikel 8.1.5 Samenloop van slopen en bouwen
Vervallen
Artikel 8.1.6 Weigeren omgevingsvergunning voor het slopen
vervallen
Artikel 8.1.7 Intrekken omgevingsvergunning voor het slopen
Vervallen
Paragraaf 2 Uitzonderingen op het vereiste van een omgevingsvergunning voor het slopen
Artikel 8.2.1 Uitzonderingen op het vereiste van sloopvergunning
-
Vervallen
Artikel 8.2.2 Overige uitzonderingen op het vereiste van omgevingsvergunning voor het slopen
Vervallen
Artikel 8.3.1 Veiligheid op sloopterrein
Vervallen
Artikel 8.3.2 Op het sloopterrein verplicht aanwezige bescheiden
Vervallen
Artikel 8.3.3 Plichten van de houder van de omgevingsvergunning voor het slopen
-
Vervallen
Artikel 8.3.4 Plichten van degene die sloopt
Vervallen
Artikel 8.3.5 Wijze van slopen, verpakken en opslaan van asbest
-
Vervallen
Artikel 8.3.6 Vervallen
Paragraaf 4 Vrij slopen
Artikel 8.4.1 Sloopafval algemeen
-
Vervallen
Hoofdstuk 9 Welstand
Artikel 9.1 De advisering door de welstandscommissie
-
Vervallen
Artikel 9.2 Samenstelling van de welstandscommissie
-
Vervallen
Artikel 9.3 Benoeming en zittingsduur
-
Vervallen
Artikel 9.4 Jaarlijkse verantwoording
Artikel 9.5 Termijn van advisering
[vervallen]
Artikel 9.6 Openbaarheid van vergaderen en mondeling toelichting
[vervallen]
Artikel 9.7 Afdoening bij mandaat
-
Vervallen
Artikel 9.8 Vorm waarin het advies wordt uitgebracht
-
Vervallen
Artikel 9.9 Uitsluiting van gebieden en categorieën bouwwerken of
-
Vervallen
Hoofdstuk 10 Overige administratieve bepalingen
Artikel 10.1 De aanvraag om woonvergunning
Vervallen
Artikel 10.2 De aanvraag om vergunning tot hergebruik van een ontruimde onbewoonbaar verklaarde woning of woonwagen
Vervallen.
Artikel 10.3 Overdragen vergunningen
Vervallen
Artikel 10.4
Vervallen
Artikel 10.5 Het kenteken voor onbewoonbaar verklaarde woningen en woonwagens alsmede onbruikbaar verklaarde standplaatsen
Vervallen.
Artikel 10.6 Herziening en vervanging van aangewezen normen en andere voorschriften
Het bevoegd gezag is bevoegd om rekening te houden met de herziening en vervanging van de NEN-normen, voornormen, praktijkrichtlijnen en andere voorschriften waarnaar in deze verordening -of in de bij deze verordening behorende bijlagen- wordt verwezen, indien de bevoegde instantie de betrokken norm, voornorm, praktijkrichtlijn of het voorschrift heeft herzien of vervangen en die herziening of vervanging heeft
gepubliceerd.
Hoofdstuk 11 Handhaving
Artikel 11.1 Stilleggen van de bouw
Vervallen.
Artikel 11.2 Overtreding van het verbod tot ingebruikneming
Indien het bouwtoezicht constateert, dat in afwijking van het bepaalde in artikel 4.14 het bouwwerk in gebruik is genomen, kunnen burgemeester en wethouders de eigenaar of degene, die het in zijn macht heeft aan de verboden toestand een einde te maken, aanschrijven tot het staken van het gebruik of tot het alsnog voldoen aan alle voorwaarden van de bouwvergunning.
Artikel 11.3 Stilleggen van het slopen
Vervallen.
Artikel 11.4
Vervallen.
Hoofdstuk 12 Straf-, Overgangs- en Slotbepalingen
Artikel 12.1 Strafbare feiten
Vervallen.
Artikel 12.2 Overgangsbepaling bodemonderzoek
Vervallen
Artikel 12.3 Overgangsbepaling met betrekking tot de staat van open erven en terreinen
Vervallen
Artikel 12.4 Vervallen
Artikel 12.5 Vervallen
Artikel 12.6 Slotbepaling
-
1. Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die waarop zij is afgekondigd.
-
2. Bij de inwerkingtreding van deze verordening vervalt de bouwverordening, vastgesteld bij raadsbesluit van 14 juni 1994, zoals sedertdien gewijzigd bij raadsbesluit van 31 maart 1998.
-
3. Deze verordening kan worden aangehaald als "bouwverordening Maastricht 1999".
Bijlagen
Bijlage 1 Vervallen
Bijlage 2 Vervallen
Bijlage 3 Vervallen
Bijlage 4 Vervallen
Bijlage 4a Vervallen
Bijlage 5 Vervallen
Bijlage 6 Vervallen
Bijlage 7 Vervallen
Bijlage 8 Vervallen
Bijlage 9 Vervallen
Bijlage 10 Vervallen
Bijlage 11 Vervallen
Bijlage 12 Vervallen
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl