Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR444501
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR444501/1
Beleidsregel verbranden afval
Geldend van 09-04-1998 t/m heden
Intitulé
Beleidsregel verbranden afvalTe verbranden afvalstoffen.
De ontheffing wordt alleen verleend voor het verbanden van takken, riet en ruigte.
Takken: vrijkomend bij het onderhouden van bomen, boomsingels, houtwallen en hakbos;
Riet: vrijkomend bij het aanbrengen, vervangen, vernieuwen of onderhouden van een dakbedekkingvan riet. Het hierbij vrijkomend constructiehout mag niet worden verbrand ook al ishet betreffende hout onbehandeld. Alhoewel de potentiële milieubelasting van verbranding van dit hout overeenkomt met de potentiële milieubelasting veroorzaakt door het verbranden van takken, riet en ruigte wordt de handhaafbaarheid van de regel te zeer bemoeilijkt. Daarnaast zijn er voldoende mogelijkheden om dit afval op een andere manier te verwijderen.
Ruigte: droge afgestorven of afgemaaide vegetatie van grassen, planten, bramen e.d. dat vrijkomt bij het onderhouden van bermen en sloten. Hieronder valt ook het zogenaamde brandenvan sloten. Gelet op de bescherming van flora en fauna wordt geen ontheffing verleend voor het branden van sloten in de periode van 1 april tot 1 september. De aanvang van deze periode is aan de start van het broed- en groeiseizoen gekoppeld. Aangezien verwacht mag worden dat het merendeel van de jonge vogels in september in staat is voor een eventueel vuur te vluchten is 1 september als eind datum voor het brandverbod van slootkanten en bermen gekozen.
Opgemerkt moet worden dat alleen ontheffing wordt verleend voor het branden van takken, riet, en ruigte op grond in eigendom of gebruik van de aanvrager. Daarnaast moet het afval afkomstig zijn van de aanvrager. Dit om te voorkomen dat op grote schaal afval van derden wordt verbrand en er zogenaamde"verbrandingsinrichtingen" ontstaan.
De brandplek.
Binnen de bebouwde kom mag niet worden gebrand in verband met de te verwachten overlast voor omwonenden. In verband met mogelijk brandgevaar moet buiten de bebouwde kom de afstand tot gebouwen met een harde dakbedekking en opstapelingen van oogstproducten minimaal 50 meterbedragen. Een afstand van minimaal 100 meter moet in acht worden gehouden tot gebouwen met een rieten dakbedekking, houtopstanden, bos, heideterreinen en veengronden.
Duur ontheffing
Een ontheffing moet schriftelijk worden aangevraagd en wordt schriftelijk verleend. De ontheffing geldt voor een periode van een maand waarbinnen maximaal 2 maal gebrand mag worden. Wordt gebrand, dan moet dit maximaal 1 uur voor aanvang van het branden telefonisch bij de afdeling Bouwen en Milieu worden gemeld. De afdeling Bouwen en Milieu stelt vervolgens de brandweer van het voornemen in kennis. Boven beschreven systeem wijkt af van de wijze waarop voorheen in de verschillende gemeentenontheffing werd verleend. In een aantal gemeenten moest per keer dat gebrand werd een ontheffing worden aangevraagd. In andere gemeenten gold de ontheffing onbeperkt. Ten behoeve van de handhaafbaarheid is het noodzakelijk een grens te stellen aan de duur van de ontheffing. Uit praktische overwegingen wordt de voorkeur gegeven aan een ontheffing op grond waarvan vaker mag worden gebrand. Een en ander heeft geleid tot het voorgestelde systeem. Dit systeem moet in het vierdekwartaal van 1998 worden geëvalueerd.
Handhaving
Wil het ontheffingensysteem als hierboven omschreven goed functioneren, dan moet er tevens worden gehandhaafd. Gelet op het aantal aanvragen en de aanwezige personele capaciteit is het niet mogelijk structureel alle brandstapels te controleren. Met de politie is derhalve afgesproken, dat zij steekproefsgewijsde controle op het branden zal uitoefenen. Ten behoeve van de uitvoering van deze handhavingscontroles wordt een kopie van alle verleende ontheffingen aan de politie toegezonden.
Mandaat
Er komt op jaar basis een groot aantal aanvragen om brandontheffing binnen. Het merendeel vandeze aanvragen voldoet aan de beleidsregels zoals die hierboven zijn gesteld. Gelet op de noodzaak deze aanvragen snel af te handelen wordt voorgesteld de verlening van de ontheffing te mandateren aan het afdelingshoofd Bouwen en Milieu, indien wordt voldaanaan de hierboven omschreven uitgangspunten.
Bedrijfsinterne milieuzorg
Tot slot moet nog worden opgemerkt, dat in het verleden soms groenafval uit de gemeentelijke plantsoenen werd verbrand. Op dit moment beschikt de gemeente overeen composteerinrichting. Mede gelet op de voorbeeldfunctie vande gemeente wordt dezerzijds geadviseerd geen groenafval meer van
gemeentewege te verbranden.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl