Ondermandaatbesluit aan de teamleider vergunningen van de afdeling Dienstverlening

Artikel 1. Ondermandaat

• 1.

  De teamleider Vergunningen, heeft mandaat ten aanzien van het nemen van besluiten als bedoeld in artikel 1 van het Mandaatbesluit en het afdoen van daarmee verband houdende stukken betreffende de volgende aangelegenheden

  • ·

    besluiten die gebaseerd zijn op de wet- en regelgeving waarmee het team in zijn of haar taken en bevoegdheden is belast waarbij besluiten omtrent ‘Parkeerservice/-beheer’ (productbegroting; product 6126 Parkeren) tijdelijk van deze bevoegdheid zijn uitgesloten;

  • ·

    voeren van correspondentie in het kader van de voorbereiding en uitvoering van te nemen respectievelijk genomen besluiten, alsmede de afdoening van overige correspondentie van eenvoudige en uitvoerende aard;

  • ·

    het op uitnodiging van de voorzitter van de vaste commissie van advies voor de bezwaar- en beroepschriften vertegenwoordigen van het verwerend orgaan tijdens de hoorzitting en het opstellen van een verweerschrift als bedoeld in de ‘Verordening commissie bezwaarschriften Sittard-Geleen’’;

  • ·

    aanschaffen van goederen en diensten, kantoorartikelen en specifieke software producten en bijbehorende diensten, inclusief het akkoord tot betaling van facturen. De bevoegdheid tot het geven van opdrachten geldt tot een bedrag van € 25.000,- exclusief BTW en dient in overeenstemming te zijn met het gemeentelijk aanbestedings- en inkoopbeleid, de productbudgetten en het werkterrein van het team;

  • ·

    fiatteren van betaal- en inningsopdrachten;

  • ·

    aangifte van bedreiging, mishandeling en vernielingen bij de politie;

  • ·

    opleggen van een gebouwverbod;

  • ·

    verlenen van verlof, adv en kort buitengewoon verlof;

  • ·

    invullen van de formulieren ziek- en herstelmeldingen;

  • ·

    voor gezien en akkoord tekenen van declaraties reis- en verblijfkosten (overeenkomstig het Reisbesluit);

  • ·

    voor gezien en akkoord tekenen van declaraties autokosten (overeenkomstig de Regeling autokostenvergoeding Gemeente Sittard-Geleen);

  • ·

    voor gezien en akkoord tekenen van declaraties studiekosten voorzover opgenomen in een goedgekeurd opleidingsplan;

  • ·

    voor gezien en akkoord tekenen van zwangerschaps- bevallingsverlof;

  • ·

    voor gezien en akkoord tekenen van ouderschapsverlof;

  • ·

    afhandelen van klachten als bedoeld in de gemeentelijke klachtenregeling behalve als de klacht betrekking heeft op een gedraging van het bestuursorgaan zelf dan wel de voorzitter of een lid ervan (artikel 9 lid 2 Awb);

  • ·

    het doen van openbare bekendmakingen/kennisgevingen ten aanzien van krachtens mandaat genomen c.q. voorgenomen besluiten;

  • ·

    beslissingen op bezwaarschriften als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht tenzij het primaire besluit is genomen door de teamleider Vergunningen;

  • ·

    verlangen van schriftelijke machtiging (artikel 2:1 lid 2 Awb);

  • ·

    doorzenden van geschriften naar het bevoegde bestuursorgaan, het daarvan mededeling doen aan de afzender en waar nodig terugzenden van geschriften aan de afzender (artikel 2:3 Awb);

  • ·

    stellen van een termijn aan een adviseur (art.3:6 Awb);

  • ·

    vaststellen van een formulier voor het indienen van aanvragen en verstrekken van gegevens (artikel 4:4 Awb);

  • ·

    besluiten tot het niet in behandeling nemen van een aanvraag (artikel 3:18 leden 1 en 2 Awb juncto artikel 4:5 Awb);

  • ·

    afwijzen van een herhaalde aanvraag (artikel 4:6 Awb);

  • ·

    in de gelegenheid stellen van aanvrager en/of belanghebbende zijn zienswijze naar voren te brengen (artikel 4:7, 4:8, 4:11 en 4:12 Awb);

  • ·

    stellen van een redelijke termijn waarbinnen de beschikking tegemoet kan worden gezien (artikel 4:14 Awb);

  • ·

    (onverwijld) mededeling doen aan het orgaan waarbij het bezwaar of beroep aanhangig is van het intrekken of wijzigen van het bestreden besluit dan wel het besluit na bezwaar en beroep tegen het niet nemen van een besluit conform artikel 6:20 Awb (artikel 6:18 lid 2 en lid 4 Awb, artikel 6:20 lid 3 en 5 Awb; Hoofdstuk 6 Awb ‘Algemene bepalingen over bezwaar en beroep’);

Algemene plaatselijke verordening (Apv)

· beslissen op aanvragen, meldingen voor een vergunning/ontheffing en wijzigen (artikel 1:6), intrekken (artikel 1:6), weigeren (artikel 1:8) van een vergunning/ontheffing als bedoeld in de volgende artikelen van de vigerende Algemene plaatselijke verordening (Apv):

• -

  2:6 Beperking aanbieden e.d. van geschreven of gedrukte stukken of afbeeldingen en promotiemateriaal

• -

  2:9 Straatartiest

• -

  2:10 Het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg in strijd met de publieke functie ervan (opslag roerende zaken) (Wabo)

• -

  2:11 Aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg (Wabo)

• -

  2:25 Evenement

• -

  2:28 Exploitatievergunning horecabedrijf

• -

  2:28a Beslistermijn

• -

  2:28b Weigeringsgronden

• -

  2:28c Intrekkingsgronden

• -

  2:34.a.2 Vergunningplicht Smart-head-growshops (winkelbedrijven)

• -

  2:39 Speelgelegenheden

• -

  2:72 Ter beschikking stellen van consumentenvuurwerk tijdens de verkoopdagen

• -

  2:73 Bezigen van consumentenvuurwerk tijdens de jaarwisseling

• -

  3:4 Vergunningplicht seksinrichtingen, straatprostitutie, sekswinkels en dergelijke

• -

  3:7a Intrekking van de vergunning

• -

  4:6 Overige geluidhinder

• -

  Hst 4 afdeling 3 Het bewaren van houtopstanden(artikel 4:10 t/m 4:12 n) o.a. kapverbod, noodkap) (Wabo)

• -

  4:15 Verbod hinderlijke of gevaarlijke reclame (Wabo)

• -

  5:13 Inzameling van geld of goederen

• -

  5:23 Organiseren van een snuffelmarkt

• -

  5:34 Verbod afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur te stoken

Besluit brandveilig gebruik bouwwerken (‘Gebruiksbesluit’ voor ‘bestaande –en nieuwbouw’) (Wabo)1

Gebruiksvergunning (paragraaf 2.11)

• ·

  beslissen op een aanvraag tot het verkrijgen van een gebruiksvergunning als bedoeld in artikel 2.11.1 van het Gebruiksbesluit;

• ·

  het mededelen dat de beslissing op een aanvraag wordt verdaagd als bedoeld in artikel 2.11.3 van het Gebruiksbesluit;

• ·

  het verbinden van voorwaarden aan de gebruiksvergunning indien deze noodzakelijk zijn voor het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, brandgevaar en ongevallen bij brand als bedoeld in artikel 2.11.4 van het Gebruiksbesluit;

• ·

  besluit tot weigering van de gebruiksvergunning als bedoeld in artikel 2.11.5 van het Gebruiksbesluit;

• ·

  besluit tot wijzigen dan wel intrekken van de verleende gebruiksvergunning nadat de vergunninghouder zijn zienswijze naar voren heeft gebracht als bedoeld in artikel 2.11.6 van het Gebruiksbesluit;

Gebruiksmelding (paragraaf 2.12)

• ·

  het zenden of uitreiken van een bewijs van ontvangst (afhandeling gebruiksmelding) als bedoeld in artikel 2.12.3 van het Gebruiksbesluit;

• ·

  het verbinden van nadere voorwaarden na een gebruiksmelding als bedoeld in artikel 2.12.1, eerste lid, onderdeel b van het Gebruiksbesluit (artikel 2.12.4 Gebruikersbesluit);

• ·

  het wijzigen van nadere voorwaarden gebruiksmelding als bedoeld in artikel 2.12.5 Gebruiksbesluit;

Brandbeveiligingsverordening (gebruiksvergunningen voor ‘niet-bouwwerken’)

• ·

  beslissen op een aanvraag tot het verkrijgen van een gebruiksvergunning als bedoeld in de vigerende Brandbeveiligingsverordening;

• ·

  het verbinden van voorwaarden aan de gebruiksvergunning als bedoeld in de vigerende Brandbeveiligingsverordening in het belang van het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar en het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt;

• ·

  het verbinden van nieuwe voorwaarden aan de gebruiksvergunning en gestelde voorwaarden wijzigen of intrekken, indien het belang waarvoor de gebruiksvergunning is verleend dit vereist op grond van een verandering van inzichten of verandering van de omstandigheden gelegen buiten de inrichting, opgetreden na het verlenen van de gebruiksvergunning als bedoeld in de vigerende Brandbeveiligingsverordening;

• ·

  besluit tot het weigeren van de gebruiksvergunning als bedoeld in de vigerende Brandbeveiligingsverordening, indien de in de aanvraag vermelde wijze van gebruik van de inrichting niet brandveilig is en door het stellen van voorschriften ook niet kan worden bereikt.

Wet milieubeheer (Wabo)

• ·

  beslissen op aanvragen om een vergunning ingevolge de artikelen 8.1 en 8.4 van de Wet milieubeheer;

• ·

  beslissen op meldingen ingevolge artikel 8.19 van de Wet milieubeheer;

• ·

  beslissen tot het ambtshalve wijzigen en (gedeeltelijk) intrekken van een vergunning ingevolge de Wet milieubeheer, zoals bedoeld in de artikelen 8.22, 8.23 en 8.25 van de Wet milieubeheer;

• ·

  beslissen op verzoeken van derden tot het wijzigen en (gedeeltelijk) intrekken van een vergunning ingevolge de Wet milieubeheer, zoals bedoeld in de artikelen 8.23 en 8.25 van de Wet milieubeheer;

• ·

  beslissen op aanvragen en verzoeken van vergunninghouders tot het wijzigen en (gedeeltelijk) intrekken van een vergunning ingevolge de Wet milieubeheer, zoals bedoeld in de artikelen 8.24 en 8.26 van de Wet milieubeheer;

• ·

  beslissen op aanvragen tot het kunnen treffen van andere maatregelen, zoals bedoeld in artikel 8.40a van de Wet milieubeheer;

• ·

  beslissen op meldingen ingevolge artikel 8.41 van de Wet Milieubeheer;

• ·

  stellen, aanvullen, wijzigen en intrekken van voorschriften, zoals bedoeld in artikel 8.42 van de Wet milieubeheer;

• ·

  beslissen op aanvragen om een ontheffing ingevolge artikel 10.63 van de Wet milieubeheer voor het verbranden van afvalstoffen buiten een inrichting;

• ·

  beslissen op aanvragen om een ontheffing ingevolge artikel 10.63 van de Wet milieubeheer voor indirecte lozingen buiten een inrichting;

• ·

  uitbrengen van adviezen en naar voren brengen van zienswijzen over ontwerp-beschikkingen van andere bestuursorganen op aanvragen om een vergunning ingevolge de Wet milieubeheer en ontwerp-beschikkingen van andere bestuursorganen tot het wijzigen en (gedeeltelijk) intrekken van een vergunning ingevolge de Wet milieubeheer;

• ·

  uitvoeren van de procedurevoorschriften met betrekking tot besluiten ingevolge de Wet milieubeheer;

Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer

• ·

  sturen van een kopie van meldingen aan andere bestuursorganen, zoals bedoeld in artikel 1.10 van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer;

• ·

  besluiten dat het overleggen van een rapport van een akoestisch onderzoek (niet) nodig is, zoals bedoeld in artikel 1.11 van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer;

• ·

  vragen van gegevens over stoffen en preparaten en producten, waarin stoffen of preparaten zijn verwerkt, zoals bedoeld in artikel 1.15 van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer;

• ·

  aanwijzen van activiteiten, zoals bedoeld in artikel 4.113 van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer;

• ·

  uitvoeren van de procedurevoorschriften met betrekking tot meldingen ingevolge het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer;

Besluit landbouw milieubeheer

• ·

  besluiten dat het overleggen van een rapport van een akoestisch onderzoek nodig is, zoals bedoeld in artikel 7 van het Besluit landbouw milieubeheer;

• ·

  besluiten dat het overleggen van een rapport naar de nulsituatie van de bodem nodig is, zoals bedoeld in artikel 7 van het Besluit landbouw milieubeheer;

• ·

  uitvoeren van de procedurevoorschriften met betrekking tot meldingen ingevolge het Besluit landbouw milieubeheer;

Wet vervoer gevaarlijke stoffen

• ·

  beslissen op aanvragen om een ontheffing ingevolge artikel 22 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen voor het vervoeren van gevaarlijke stoffen over andere dan de aangewezen en aangeduide wegen en weggedeelten voor het laden en lossen van die stoffen;

• ·

  uitvoeren van de procedurevoorschriften met betrekking tot besluiten ingevolge de Wet vervoer gevaarlijke stoffen;

Europese overeenkomst betreffende het internationale vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg (ADR)

• ·

  beslissen op aanvragen om bijzondere toestemming ingevolge voorschrift 7.5.11 onder CV1 van de ADR voor het laden en lossen van gevaarlijke stoffen op een voor het publiek toegankelijke plaats binnen een bebouwde kom;

• ·

  uitvoeren van de procedurevoorschriften met betrekking tot besluiten ingevolge de ADR;

Bouwen (Wabo)

• ·

  beslissen omtrent het verlenen van vergunningen, vrijstellingen/ontheffingen op grond van de Woningwet, de Bouwverordening, het Bouwbesluit;

• ·

  beslissen omtrent aanvragen om vergunningen, vrijstellingen/ontheffingen op grond van het ‘Uitvoeringsbeleid Reclame, uitstal en terrassen gemeente Sittard-Geleen’ vastgesteld door de Raad op 3 april 2008;

• ·

  beslissen omtrent het overschrijven van een bouwvergunning op naam van een derde op grond van de Bouwverordening respectievelijk de Woningwet;

• ·

  beslissen omtrent het verlenen van ontheffing als bedoeld in artikel 3.6, lid 1 en onder c, 3.22 en 3.23 van de Wet ruimtelijke ordening;

• ·

  beslissen omtrent principe-aanvragen en schetsplannen alsmede de toepassing van voorschriften met betrekking tot bouwaangelegenheden;

• ·

  verdagen van de beslissing op een aanvraag om bouwvergunning.

Monumenten (Wabo)

• ·

  beslissen omtrent het verlenen van vergunningen op grond van de Monumentenwet;

• ·

  voor gezien en akkoord tekenen van declaraties in het kader van het besluit Rijkssubsidiëring restauratie Monumenten of de Verordening Instandhouding Onroerend Cultuurgoed 2001.

Openbare orde en veiligheid

·beslissen op aanvragen voor een vergunning, en ontheffing en wijzigen/intrekken van een vergunning op grond van:

• -

  artikel 3 Drank- en Horecawet (exploiteren horecabedrijf)

• -

  artikel 31 Drank- en Horecawet (intrekken vergunning)

• -

  artikel 35 Drank- en Horecawet (verstrekken zwak-alcoholhoudende drank)

• -

  artikel 3 Speelautomatenverordening (exploiteren speelautomatenhal)

• -

  artikel 30 b Wet op de Kansspelen (aanwezig hebben van speelautomaten)

• -

  artikel 7 c Wet op de Kansspelen (houden van kienbijeenkomsten)

Straatnamen

• ·

  toekennen van straatnamen ingevolge de vigerende Algemene plaatselijke verordening;

Aanlegvergunning (Wabo)

• ·

  beslissen op aanvragen voor een aanlegvergunning als bedoeld in de Wet op de Ruimtelijke Ordening;

Leegstandswet

• ·

  verlenen van een vergunning tot het aangaan van een overeenkomst van huur en verhuur als bedoeld in artikel 15 en 16 (huurprijs) van de Leegstandswet;

• ·

  beslissen op een verzoek tot verlenging van een vergunning als bedoeld in artikel 15 van de Leegstandswet;

Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen – Besluit registratie kinderopvang

• ·

  het inschrijven van het kindercentrum, het gastouderbureau of de voorziening van gastouderopvang in het register kinderopvang ingevolge artikel 1.46 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en artikel 11 Besluit registratie kinderopvang;

• ·

  het verwerken van wijzigingen in het register kinderopvang ingevolge artikel 1.47 lid 1 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;

• ·

  verstrekken het registratienummer aan de houder van een kindercentrum of gastouderbureau tegelijk met de beschikking, bedoeld in artikel 8 Besluit registratie kinderopvang;

• ·

  inrichten van de toegang tot en de inzagemogelijkheden van het register in overeenkomstig de regeling (artikel 12 lid 2 van het Besluit registratie kinderopvang);

• ·

  verantwoordelijkheid als bedoeld in artikel 34 t/m 40 en 43 van de Wet bescherming persoonsgegevens (artikel 7 lid 2 Besluit registratie kinderopvang)

• ·

  het verwijderen of wijzigen van een kindercentrum of gastouderbureau uit het register op grond van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 9 en 10 Besluit registratie kinderopvang);

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) 2

(m.i.v. 01-10-2010)

Wabo hoofdstuk 2 De omgevingsvergunning

• ·

  beslissen op aanvragen op grond van de artikel 2.4. Wabo voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.1 en 2.2. Wabo (bevoegd gezag);

• ·

  beslissen op een gefaseerde aanvraag als bedoeld in artikel 2.5 Wabo;

• ·

  beslissen op een gefaseerde aanvraag binnen een termijn van uiterlijk 14 weken zoals bedoeld in artikel 2.5 lid 3 Wabo;

• ·

  intrekken van een beschikking eerste of tweede fase op grond van artikel 2.5 lid 5 Wabo;

• ·

  beslissen op een aanvraag als bedoeld in artikel 2.6 Wabo;

• ·

  weigeren van een aanvraag zoals bedoeld in artikel 2.10 tot en met 2.20 a Wabo;

• ·

  het op verzoek van de aanvrager verlenen van de omgevingsvergunning voor de activiteiten waarvoor zij niet behoeft te worden geweigerd (artikel 2.21 Wabo);

• ·

  het verbinden van voorschriften aan een omgevingsvergunning zoals bedoeld in artikel 2.22 Wabo;

• ·

  het bepalen in een omgevingsvergunning dat zij geheel of gedeeltelijk geldt voor een daarin aangegeven termijn (artikel 2.23 Wabo);

• ·

  vragen van adviezen als bedoeld in artikel 2.26 Wabo en H 6 Bor en het ter zake voeren van correspondentie;

• ·

  uitbrengen van advies op grond van artikel 2.26 Wabo en h 6 Bor;

• ·

  vragen van een verklaring van geen bedenkingen als bedoeld in artikel 2.27 Wabo en H 6 Bor en het ter zake voeren van correspondentie;

• ·

  beslissen over een verklaring van geen bedenkingen zoals bedoeld in artikel 2:28 Wabo;

• ·

  wijzigen of geheel of gedeeltelijk intrekken van de omgevingsvergunning zoals bedoeld in artikel 2.29 wabo;

• ·

  wijzigen van voorschriften van de omgevingsvergunning zoals bedoeld in artikel 2.31 Wabo;

• ·

  beslissen op aanvragen met betrekking tot het geheel of gedeeltelijk intrekken van de omgevingsvergunning zoals bedoeld in artikel 2.33 Wabo;

Wabo hoofdstuk 3 Voorbereidingsprocedures

3.1 Algemene bepalingen over de totstandkoming van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning

• ·

  het doorzenden van een aanvraag om een omgevingsvergunning aan het bevoegde gezag (artikel 3.1. lid 1 Wabo);

• ·

  ontvangstbevestiging (en alle overige correspondentie) van een aanvraag met betrekking tot een omgevingsvergunning (artikel 3.1 lid 2 Wabo);

• ·

  het zenden van een bericht aan de aanvrager waarin aan de aanvrager melding wordt gemaakt van (artikel 3.1 lid 3 Wabo):

  • -

    dat het bevoegd gezag bevoegd is om te beslissen

  • -

    welke procedure wordt gevolgd

  • -

    welke beslistermijn van toepassing is

  • -

    de beschikbare rechtsmiddelen en vermelding van een van rechtswege verleende vergunning

  • -

    kennisgeving MER (artikel 3.1 lid 5 Wabo)

• ·

  het geheel of gedeeltelijk achterwege laten van afdeling 3.4 en artikel 3:44 Awb en artikel 2.26 en 3.19 voor zover het belang van de Veiligheid van de Staat dat vereist (artikel 3.2 Wabo);

• ·

  het aanhouden en het meedelen daarvan van een beslissing op de aanvraag om een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk of uitvoeren van een werk (artikel 2.1, lid 1 onder a en b Wabo) vanwege de in artikel 3.3 Wabo genoemde gevallen (artikel 3.3 juncto artikel 3.6 Wabo);

• ·

  Het aanhouden van een beslissing op de aanvraag om een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht of voorzover dat slopen is bepaald in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit, indien voor een bouwwerk dat zal worden gebouwd in plaats van het te slopen bouwwerk een omgevingsvergunning is aangevraagd maar hierop nog niet is beslist (artikel 3.4 Wabo);

• ·

  Het aanhouden en het meedelen daarvan van een beslissing op de aanvraag om een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk of uitvoeren van een werk (artikel 2.1, lid 1 onder a en b Wabo) en daarop een exploitatieplan van toepassing is en dit plan nog niet onherroepelijk is. (artikel 3.5 juncto artikel 3.6 Wabo);

3.2 De reguliere voorbereidingsprocedure

• ·

  het onverwijld kennis geven van de aanvraag om een omgevingsvergunning in een of meer

  dag-, nieuws-, of huis-aan-huisbladen of op een andere geschikte wijze. Hierbij wordt de daarbij in artikel 3.1 lid 2 bedoelde datum waarop de aanvraag is ontvangen vermeld (titel 4.1 Awb juncto artikel 3.8 Wabo);

• ·

  het beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning binnen acht weken na de datum van ontvangst van de aanvraag en het verlengen van de beslistermijn met zes weken, zoals bedoeld in artikel 3.9 Wabo;

• ·

  het zo spoedig mogelijk mededeling doen van de bekendmaking zoals bedoeld in artikel 3.9 Wabo;

3.3 De uitgebreide voorbereidingsprocedure

• ·

  het bepalen dat de toepassing van artikel 3.1 of afdeling 3.4 Awb geheel of gedeeltelijk achterwege blijft, zoals bedoeld in artikel 3.10 Wabo;

• ·

  het onverwijld sturen van een exemplaar van de aanvraag naar het bestuursorgaan dat bevoegd is een verklaring af te geven als bedoeld in artikel 2.27 Wabo (artikel 3.11 lid 1 Wabo);

• ·

  op verzoek van het bestuursorgaan toepassing geven aan artikel 4:5 Awb (artikel 3.11 lid 2 Wabo);

• ·

  het onverwijld zenden van zienswijzen en adviezen naar het bestuursorgaan dat de verklaring geeft zoals bedoeld in artikel 3.11 lid 3 Wabo;

• ·

  op verzoek van het bestuursorgaan verlengen van de termijn waarop de beslissing op de aanvraag moet worden genomen zoals bedoeld in artikel 3.11 lid 4 Wabo;

• ·

  bij toepassing van afdeling 3.4 en 3.6 Awb dient het bepaalde in lid 2 tot en met 8 van artikel 3.12 Wabo en artikel 3.13 en 3.14 Wabo in acht te worden genomen (artikel 3.12 Wabo);

• ·

  het onverwijld toezenden van de beschikking indien de zienswijze niet is overgenomen en het bekendmaken van de beschikking na zes weken na toezending zoals bedoeld in artikel 3.13 lid 1 Wabo;

• ·

  het geven van een aanwijzing als bedoeld in artikel 4.2 lid1 en artikel 4.4 onder a van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (artikel 3.13 lid 2 Wabo);

3.4 Procedures voor wijziging en intrekking van de omgevingsvergunning

• ·

  bij wijziging of geheel of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning dient de procedure te worden gevolgd zoals bedoeld in artikel 3.15 Wabo;

• ·

  besluiten tot het buiten behandeling laten van een aanvraag op grond van artikel 3:18 Wabo;

• ·

  het geheel of gedeeltelijk intrekken van een omgevingsvergunning indien de krachtens artikel 6.2 van de Waterwet verleende vergunning geheel of gedeeltelijk wordt ingetrokken (artikel 3.23 Wabo);

tenzij bij wet anders is bepaald of de aard van die bevoegdheid zich in een specifiek geval daartegen verzet.

2. De “vakspecialist A, B, C, D” en de ‘beleidsondersteuner C’ van het team Vergunningen heeft mandaat ten aanzien van de volgende aangelegenheden

• ·

  voeren van correspondentie in het kader van de voorbereiding en uitvoering van te nemen respectievelijk genomen besluiten, alsmede de afdoening van overige correspondentie van eenvoudige en uitvoerende aard;

• ·

  verzoeken om informatie inzake bouwaangelegenheden afhandelen;

tenzij bij wet anders is bepaald of de aard van die bevoegdheid zich in een specifiek geval daartegen verzet.

3. De “vakspecialist B + unitcoördinator” van het team Vergunningen heeft mandaat ten aanzien van de volgende aangelegenheden

• ·

  voeren van correspondentie in het kader van de voorbereiding en uitvoering van te nemen respectievelijk genomen besluiten, alsmede de afdoening van overige correspondentie van eenvoudige en uitvoerende aard;

• ·

  verlenen van verlof, adv;

• ·

  invullen van de formulieren ziek- en herstelmeldingen;

• ·

  voor gezien en akkoord tekenen van declaraties reis- en verblijfkosten (overeenkomstig het Reisbesluit);

• ·

  voor gezien en akkoord tekenen van declaraties autokosten (overeenkomstig de Regeling autokostenvergoeding Gemeente Sittard-Geleen);

tenzij bij wet anders is bepaald of de aard van die bevoegdheid zich in een specifiek geval daartegen verzet.

4. Het afdelingshoofd kan ten aanzien van de uitoefening van het mandaat nadere richtlijnen geven.

Artikel 2. Ondertekening

De ondertekening van uitgaande stukken zal luiden als volgt:

“Burgemeester en wethouders van Sittard-Geleen”, respectievelijk “De Burgemeester van Sittard-Geleen”,

“namens deze,”

gevolgd door de functienaam van de(onder)gemandateerde*),

de handtekening van deze (onder)gemandateerde,

en onder vermelding van naam van deze (onder)gemandateerde

Artikel 3. Afwezigheid/ontstentenis

In geval van afwezigheid of ontstentenis van de (onder)gemandateerde functionaris, wordt deze door de teamleider Belastingen of het afdelingshoofd vervangen. De teamleider Vergunningen vervangt de unitcoördinator van het team vergunningen.

Artikel 4. Verantwoording

De ondergemandateerde functionaris legt (vooraf en/of achteraf) verantwoording af over de uitvoering van de aan hem opgelegde taken en het gebruik van verleende bevoegdheden op de navolgende wijze:

• ·

  Voorjaars- en najaarsrapportages

• ·

  Afdelingsrapportages

• ·

  Jaarrekening

• ·

  (Meerjaren-) Begroting

• ·

  Regulier overleg tussen afdelingshoofd en teamleider / unitcoördinator / vakspecialist A B C D

• ·

  Ad hoc overleg tussen afdelingshoofd en teamleider / unitcoördinator / vakspecialist A B C D (bij spoedeisende zaken)

• ·

  Managementinformatie (maandelijks)

Artikel 5. Intrekking

Op het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit wordt het eerder vastgestelde ondermandaat (besluit van 02-06-2010) van het afdelingshoofd Dienstverlening aan de teamleider Vergunningen ingetrokken.