Beleidsregels van Tribuut voor het aanwijzen van een belastingplichtige of belanghebbende 2016

Geldend van 14-06-2016 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2016

Intitulé

Beleidsregels van Tribuut voor het aanwijzen van een belastingplichtige of belanghebbende 2016

Beleidsregels van Tribuut voor het aanwijzen van een belastingplichtige of belanghebbende 2016

De heffingsambtenaar van Tribuut belastingsamenwerking (hierna: Tribuut),

gelet op het bepaalde in:

- artikel 24 Wet waardering onroerende zaken;

en

- artikel 1 van de Verordening onroerende-zaakbelastingen;

- artikel 3 van de Verordening rioolheffing;

- artikel 3 van de Verordening afvalstoffenheffing;

- artikel 4 en artikel11 van de Verordening reinigingsheffingen;

- artikel 2 van de Verordening hondenbelasting;

- artikel 3 van de Verordeningen baatbelasting;

- artikel 2 van de Verordening forensenbelasting;

- artikel 4 van de Verordening reclamebelasting;

van de aan Tribuut deelnemende gemeenten

BESLUIT

Vast te stellen de volgende:

Beleidsregels van Tribuut voor het aanwijzen van een belastingplichtige of belanghebbende 2016.

Algemeen

In sommige gevallen brengen de wettelijke regels met zich dat meer personen belastingplichtig kunnen zijn voor één belastingobject (zoals onroerende of roerende zaak, perceel, hond). In de gevallen waarin dat voorkomt mag de aanslag ten name van één van de belastingplichtigen worden gesteld.

In deze gevallen hanteert Tribuut een voorkeursvolgorde bij de aanwijzing van de belastingplichtige die de aanslag op zijn of haar naam krijgt. Deze voorkeursvolgorde is gebaseerd op veronderstelde betaalcapaciteit en doelmatige c.q. doeltreffende heffing en invordering en wordt toegepast voor zover de gegevens voorhanden of te achterhalen zijn. De in de voorkeursvolgorde neergelegde criteria bevatten geen limitatieve opsomming. Zij moeten worden beschouwd als richtlijnen voor de meest voorkomende gevallen.

Voorkeursvolgorde genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht

1. Met betrekking tot de WOZ-waardebeschikkingen en gemeentelijke belastingen die worden bekend gemaakt aan onderscheidenlijk geheven van genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt, indien er met betrekking tot één roerende of onroerende zaak verschillende categorieën genothebbenden zijn, de WOZ-beschikking en de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

1.1 de beperkt gerechtigde, waarbij de volgende voorkeursvolgorde geldt:

1.1.1 de vruchtgebruiker c.q. gerechtigde krachtens recht van gebruik en bewoning;

1.1.2 de opstaller, met uitzondering van degene die een afhankelijk opstalrecht, dan wel een opstalrecht ten behoeve van de aanleg en het onderhoud van onder- of bovengrondse leidingen heeft;

1.1.3 de erfpachter dan wel de beklemde meier;

1.2 de eigenaar of de appartementsgerechtigde;

1.3 degene die op andere wijze als genothebbende naar voren komt, daaronder begrepen de bezitter.

2. Met betrekking tot de WOZ-waardebeschikkingen en gemeentelijke belastingen die worden bekend gemaakt aan onderscheidenlijk geheven van genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt de WOZ-beschikking en aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

2.1 indien er binnen één categorie genothebbenden personen zijn die volgens de beschikbare gegevens in de gemeente waarop de belasting betrekking heeft wonen of gevestigd zijn:

2.1.1 degene die ook als gebruiker wordt aangemerkt;

2.1.2 degene die in de gemeente woont of is gevestigd;

2.1.3 degene die het grootste aandeel in het genotsrecht heeft;

2.1.4 een natuurlijk persoon boven een niet-natuurlijk persoon;

2.1.5 bij gelijke aandelen de oudste in leeftijd;

2.1.6 degene die bij Tribuut als genothebbende of gebruiker bekend is;

2.1.7 de eerstgerechtigde in de volgorde die door het kadaster wordt aangehouden;

2.2 indien er binnen één categorie genothebbenden geen personen zijn die volgens de beschikbare gegevens in de gemeente waarop de belasting betrekking heeft wonen of gevestigd zijn, maar wel personen die volgens de beschikbare gegevens elders in Nederland wonen of gevestigd zijn:

2.2.1 degene die het grootste aandeel in het genotsrecht heeft;

2.2.2 een natuurlijk persoon boven een niet-natuurlijk persoon;

2.2.3 bij gelijke aandelen de oudste in leeftijd;

2.2.4 degene die bij Tribuut als genothebbende of gebruiker bekend is;

2.2.5 de eerstgerechtigde in de volgorde die door het kadaster wordt aangehouden;

2.3 indien er binnen één categorie genothebbenden geen personen zijn die volgens de beschikbare gegevens in Nederland wonen of gevestigd zijn, maar wel personen die volgens de beschikbare gegevens in het buitenland wonen of gevestigd zijn:

2.3.1 degene die het grootste aandeel in het genotsrecht heeft;

2.3.2 degene die bij Tribuut als genothebbende of gebruiker bekend is;

2.3.3 de eerstgerechtigde in de volgorde die door het kadaster wordt aangehouden.

Voorkeursvolgorde belastingplicht krachtens gebruik bij de OZB, forensenbelasting en reclamebelasting

3. Met betrekking tot de WOZ-waardebeschikkingen en aanslagen onroerende-zaakbelastingen die worden bekend gemaakt onderscheidenlijk geheven worden van gebruikers, houders of belastingplichtigen in de forensenbelasting of de reclamebelasting, wordt de WOZ-beschikking en de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

3.1 degene die, al dan niet op grond van deze beleidsregels, ook als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is/wordt aangewezen, indien deze tevens een gebruiker is;

3.2 degene die het langst in het belastingobject woont;

3.3 degene die het belastingobject het langst gebruikt;

3.4 de oudste in leeftijd;

3.5 degene die op andere wijze als gebruiker naar voren komt.

Voorkeursvolgorde belastingplicht hondenbelasting, rioolheffing gebruikers, afvalstoffenheffing en reinigingsrechten

4. Met betrekking tot de hondenbelasting, de rioolheffing van gebruikers, de afvalstoffenheffing en de reinigingsrechten wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

4.1 degene die het langst in het belastingobject c.q. het object waar de hond wordt gehouden, woont;

4.2 degene die het belastingobject c.q. het object waar de hond wordt gehouden, het langst gebruikt;

4.3 de oudste, in geval van gelijktijdige vestiging in het belastingobject c.q. het object waar de hond wordt gehouden;

4.4 degene die het grootste deel van het belastingobject c.q. het object waar de hond wordt gehouden, gebruikt;

4.5 degene die op andere wijze als gebruiker van het belastingobject of houder van de hond naar voren komt.

Vereniging op één aanslagbiljet

5. Indien en voor zover WOZ-waardebeschikkingen en aanslagen van verschillende gemeentelijke belastingen worden verenigd op één aanslagbiljet, worden deze in onderstaande volgorde ten name gesteld van de belastingplichtige die:

5.1 ingevolge de onderdelen 1 en 2 kan worden aangewezen;

5.2 ingevolge onderdeel 3 kan worden aangewezen;

5.3 ingevolge onderdeel 4 kan worden aangewezen.

Uitzondering op de voorkeursvolgorde

6. De onderdelen 1 tot en met 5 vinden geen toepassing indien:

6.1 de aanslag kan worden opgelegd aan degene die met betrekking tot het voorgaande belastingtijdvak of kalenderjaar de aanslag heeft gekregen, gezorgd heeft dat de aanslag betaald is en nog steeds belastingplichtig is;

6.2 bij Tribuut bekend is dat één van de potentiële belastingplichtigen de desbetreffende aanslag op zijn/haar naam wil hebben, althans voor zover dit niet leidt tot een mogelijke situatie dat de belasting niet kan worden betaald dan wel ingevorderd.

Overige bepalingen

7. Voor zover de belasting wordt geheven over een belastingtijdvak, is bij de toepassing van de voorkeursvolgorde beslissend de situatie bij de aanvang van dat tijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

8. Aangezien de voorkeursvolgorde erop is gericht de aanslag op te leggen aan een belastingplichtige die in staat geacht mag worden om de belasting te betalen, kan ook tot een andere keuze gekomen worden dan uit de voorkeursvolgorde zou volgen.

9. Wijzigingen kunnen - indien reeds een aanslag aan een belastingplichtige is opgelegd - pas plaatsvinden met ingang van het eerstvolgende belastingtijdvak.

10. Indien een belasting niet wordt geheven bij wege van aanslag, maar op andere wijze, is het bepaalde in deze beleidsregels van overeenkomstige toepassing.

11. Deze beleidsregels treden in werking op de dag na die van de bekendmaking en werken terug tot 1 januari 2016.

Aldus vastgesteld door de heffingsambtenaar van Tribuut.

Epe, 8 juni 2016

M. van Deelen