Regeling vervallen per 01-01-2019

Besluit maatschappelijke ondersteuning 2017

Geldend van 14-02-2017 t/m 31-12-2018 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2017

Intitulé

Besluit maatschappelijke ondersteuning 2017

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tubbergen,

gelet op het bepaalde in de artikelen 8, 11, 18, 19, 21, 22 en 26 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning 2017,

besluit vast te stellen de navolgende nadere regeling:

Besluit maatschappelijke ondersteuning 2017

Artikel 1. Definities

  • 1. In dit besluit wordt verstaan onder:

    • a.

      basispakket: huishoudelijke ondersteuning gericht op het kunnen beschikken over een leefbaar huishouden;

    • b.

      maatschappelijke deelname: ondersteuning buiten de woonomgeving, op basis van de sociale redzaamheid, het bewegen en verplaatsen, het psychisch functioneren, het geheugen en de oriëntatie, en het vertonen van probleemgedrag. De ondersteuning vindt plaats in de volgende categorieën:

      • -

        ondersteuning door stimuleren en toezicht;

      • -

        ondersteuning bij het oplossen van problemen, het nemen van besluiten, het regelen van de dagelijkse bezigheden en de dagelijkse routine;

      • -

        ondersteuning door het overnemen van taken en het voeren van regie.

    • c.

      pluspakket: huishoudelijke ondersteuning gericht op:

      • -

        het thuis kunnen zorgen voor de minderjarige kinderen;

      • -

        het hulp krijgen bij het organiseren van het huishouden.

        professionele zorgverlener: een zorgverlener die voldoet aan de kwaliteitseisen van beroepskrachten bij een door de gemeente gecontracteerde instelling voor zover hij beroepsmatig zorg verleent;

    • d.

      niet-professionele zorgverlener: een zorgverlener die niet voldoet aan één van de criteria van een professionele zorgverlener.

    • e.

      zelfstandig leven: ondersteuning bij de sociale redzaamheid, het bewegen en het verplaatsen, het psychisch functioneren, het geheugen en de oriëntatie en/of bij het optreden van matig of zwaar probleemgedrag. De ondersteuning vindt plaats in de volgende categorieën:

      • -

        ondersteuning door stimulans en/of toezicht;

      • -

        ondersteuning bij het oplossen van problemen, het nemen van besluiten, het regelen van de dagelijkse bezigheden en de dagelijkse routine;

      • -

        ondersteuning door het overnemen van taken en het voeren van regie.

  • 2. Voor zover niet anders is bepaald, hebben de in dit besluit gebruikte begrippen eenzelfde betekenis als in de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en/of de Verordening maatschappelijke ondersteuning 2015.

Artikel 2. Woonvoorzieningen

  • 1. Voor bouwkundige of woontechnische woonvoorzieningen worden de volgende kosten in aanmerking genomen:

    • a.

      de aanneemsom (hierin begrepen de loon- en materiaalkosten) voor het treffen van de voorziening;

    • b.

      de risicoverrekening van loon- en materiaalkosten, met inachtneming van het bepaalde in de Risicoregeling woning- en utiliteitsbouw 1991;

    • c.

      het architectenhonorarium tot ten hoogste 10% van de aanneemsom met dien verstande dat dit niet hoger is dan het maximale honorarium als bepaald in DNR 2005 (De Nieuwe Regeling 2005), voor zover het college het inschakelen van een architect noodzakelijk acht;

    • d.

      de kosten voor het toezicht op de uitvoering, indien dit noodzakelijk is, tot een maximum van 2% van de aanneemsom;

    • e.

      leges, voor zover deze betrekking hebben op het treffen van de voorziening.

    • f.

      de verschuldigde en niet verrekenbare of terugvorderbare omzetbelasting.

    • g.

      Het renteverlies, in verband met het verrichten van noodzakelijke betaling aan derden voordat de bijdragen is uitbetaald, voor zover dit verband houdt met de bouw dan wel het treffen van voorzieningen.

    • h.

      de prijs van bouwrijpe grond, indien noodzakelijk als niet binnen het oorspronkelijke kavel gebouwd kan worden;

    • i.

      de door het college (schriftelijk) goedgekeurde kostenverhogingen, die ten tijde van de raming van de kosten redelijkerwijs niet voorzien hadden kunnen zijn;

    • j.

      de kosten in verband met noodzakelijk technisch onderzoek en de adviezen met betrekking tot het verrichten van de aanpassing;

    • k.

      de kosten van aansluiting op een openbare nutsvoorziening.

  • 2. Indien de voorziening ziet op de uitbreiding van een ruimte of ruimten worden de volgende vierkante meters (maximaal) aangehouden, tenzij medische noodzaak een ander maximum vergt:

    Soort vertrek

    Bij aanbouw

    Bij uitbreiding

    woonkamer

    30

    6

    keuken

    10

    4

    1 persoonsslaapkamer

    10

    4

    2 persoonsslaapkamer

    18

    4

    toiletruime

    2

    1

    badkamer

    -wastafelruimte

    2

    1

    -doucheruimte

    3

    2

    entree/hal/gang

    5

    2

    berging

    6

    4

  • 3. De oppervlakte verhard pad tussen de openbare weg en de hoofdingang tot een woonruimte dan wel tussen een tweede ingang en een berging en/of tuinpoort dat bij het nieuw aanleggen van paden, dan wel bij het aanpassen van bestaande paden ten hoogste voor financiële tegemoetkoming in aanmerking komt, bedraagt 20 m².

Artikel 3. Tegemoetkoming meerkosten personen met een beperking of chronische problemen

De maximale tegemoetkoming voor:

  • a.

    een autoaanpassing is gelijk aan de door het college geaccepteerde offerte. De aanvrager is verplicht om minimaal twee offertes op te vragen;

  • b.

    verhuiskosten en inrichtingskosten is maximaal het bedrag genoemd in de Regeling minimumbijdrage verhuis- en inrichtingskosten bij renovatie;

  • c.

    aanschaf en onderhoud van een sportrolstoel of andere sportvoorziening bedraagt € 2.700 voor een periode van minimaal drie jaar;

  • d.

    het bezoekbaar maken van een woning bedraagt € 1.500;

  • e.

    tijdelijke huisvesting bedraagt maximaal het huurbedrag waarvoor een huurtoeslag kan worden toegekend;

  • f.

    inspectie, keuring, onderhoud en/of reparatie van een woonvoorziening is gelijk aan de kosten zoals vermeld in de door het college geaccepteerde offerte;

  • g.

    huurderving is gelijk aan de werkelijk gemaakte kosten tot een maximum van het huurbedrag waarvoor een huurtoeslag kan worden toegekend, waarbij de kosten:

  • h.

    in de eerste maand niet worden vergoed;

    • -

      voor 100% worden vergoed in de tweede en derde maand;

    • -

      voor 75% worden vergoed in de vierde en vijfde maand;

    • -

      voor 50% worden vergoed in de zesde maand;

    • -

      voor 100% worden vergoed na de zesde maand indien vaststaat dat binnen drie maanden de woning verhuurd kan worden aan een persoon die tot de doelgroep van de Wmo behoort.

Artikel 4. Tegemoetkoming voor (rolstoel)taxi

  • 1. De tegemoetkoming voor individueel gebruik van een taxi of rolstoeltaxi wordt uitsluitend op declaratiebasis uitbetaald en is gebaseerd op:

    • a.

      een verplaatsing van maximaal 1.500 km op jaarbasis;

    • b.

      de kosten van de (rolstoel)taxi bestaande uit het starttarief, de prijs per gereden kilometer en de prijs voor de duur van de rit, voor zover deze kosten de landelijk vastgestelde maximumtarieven niet overschrijden.

  • 2. De cliënt die een scootmobiel of een daarmee vergelijkbaar te stellen voorziening in gebruik heeft, ontvangt maximaal 50% van de in het eerste lid genoemde tegemoetkoming.

  • 3. Voor zover echtgenoten of geregistreerde partners beiden in aanmerking komen voor de in het eerste lid genoemde tegemoetkoming en hun vervoersbehoefte valt geheel samen, dan wordt maximaal 50% van de hoogte van de tegemoetkoming toegekend.

  • 4. Voor zover echtgenoten of geregistreerde partners beiden in aanmerking komen voor de in het eerste lid genoemde tegemoetkoming en hun vervoersbehoefte valt gedeeltelijk samen, dan wordt maximaal 75% van de hoogte van de tegemoetkoming toegekend.

Artikel 5. Tegemoetkoming voor gebruikskosten eigen auto of vervoer door derden

  • 1. De tegemoetkoming voor het gebruik van de eigen auto of vervoer door derden is maximaal € 285,- op jaarbasis en is gebaseerd op:

    • a.

      een verplaatsing van maximaal 1.500 km op jaarbasis;

    • b.

      een kilometervergoeding van € 0,19.

  • 2. De cliënt die een scootmobiel of een daarmee vergelijkbaar te stellen voorziening in gebruik heeft, ontvangt maximaal 50% van de hoogte van de in het eerste lid genoemde tegemoetkoming.

  • 3. Voor zover echtgenoten beiden in aanmerking komen voor de in lid 1 genoemde tegemoetkoming en hun vervoersbehoefte valt geheel samen, dan kan maximaal 50% van de hoogte van de in lid 1 genoemde tegemoetkoming worden toegekend.

  • 4. Voor zover echtgenoten of geregistreerde partners beiden in aanmerking komen voor de in het eerste lid genoemde tegemoetkoming en hun vervoersbehoefte valt gedeeltelijk samen, dan wordt maximaal 75% van de hoogte van de tegemoetkoming toegekend.

Artikel 6. Aanvraag, verlening en vaststelling tegemoetkoming

  • 1. Een tegemoetkoming wordt uitsluitend verleend op aanvraag. Artikel 2.3.2 en 2.3.5 van de wet zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 2. De besteding van de tegemoetkoming moet in de vorm van een factuur bij het college worden verantwoord:

    • a.

      binnen vier weken na realisatie bij een eenmalige tegemoetkoming, of

    • b.

      binnen vier weken na het kwartaal waarop de tegemoetkoming betrekking had bij een periodieke tegemoetkoming.

  • 3. De tegemoetkoming wordt vastgesteld en betaald binnen 8 weken na het ontvangen van de verantwoording.

  • 4. Het college kan besluiten een voorschot te verlenen op de tegemoetkoming

  • 5. Als de werkelijke kosten lager zijn dan de aanvraag, wordt de tegemoetkoming op basis van de werkelijke kosten lager vastgesteld.

Artikel 7. Kwaliteitseisen maatschappelijke ondersteuning

De kwaliteit van de voorziening is zodanig dat:

  • a.

    de dienstverlening veilig, doeltreffend doelmatig en cliëntgericht wordt verstrekt;

  • b.

    de dienstverlening tijdig en conform afspraak wordt verstrekt;

  • c.

    de dienstverlening is afgestemd op de reële behoefte van de cliënt en op andere vormen van zorg of hulp die de cliënt ontvangt;

  • d.

    de dienstverlening verstrekt wordt met respect voor en inachtneming van de rechten van de cliënt;

  • e.

    de aanbieder van zorg een actieve signaleringsplicht heeft ten aanzien van veranderingen in de gezondheid (fysiek en psychisch), de sociale situatie en de behoefte van de cliënt aan meer of andere zorg;

  • f.

    de ondersteuning wordt geleverd met gekwalificeerd personeel, passend bij de behoeften en persoonskenmerken van de cliënt;

  • g.

    de aanbieder zorg draagt voor scholing zodanig dat de medewerkers over kwalitatief verantwoorde kennis en kunde kunnen (blijven) beschikken;

  • h.

    medewerkers, indien van toepassing, geregistreerd zijn volgens de geldende beroepsregistratie;

  • i.

    de aanbieder zorg draagt voor het naleven van beroeps- en meldcodes door de medewerkers;

  • j.

    elke medewerker de Nederlandse taal spreekt en schrijft.

Artikel 8. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Dit besluit treedt in werking op de dag na zijn bekendmaking en heeft terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2017.

  • 2. Het Besluit maatschappelijke ondersteuning 2016 wordt ingetrokken.

  • 3. Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit maatschappelijke ondersteuning 2017.

Ondertekening

Tubbergen, 15 december 2016
Burgemeester en wethouders van Tubbergen,
de secretaris, de burgemeester
drs. ing. G.B.J. Mensink, mr. M.K.M. Stegers