Regeling vervallen per 01-01-2018

Reglement van orde voor de vergaderingen van de raadscommissies gemeente Leeuwarden 2014

Geldend van 06-01-2014 t/m 31-12-2017

Intitulé

Reglement van orde voor de vergaderingen van de raadscommissies gemeente Leeuwarden 2014

Hoofdstuk 1. Begripsbepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    lid: lid of buitengewoon lid van een raadscommissie;

  • b.

    voorzitter: voorzitter van een raadscommissie of diens vervanger;

  • c.

    commissiegriffier: secretaris van een raadscommissie of diens vervanger;

  • d.

    griffier: griffier van de raad of diens vervanger;

  • e.

    vergadering: vergadering van een raadscommissie.

Hoofdstuk 2. Instelling, taken en samenstelling

Artikel 2. Instelling raadscommissies

  • 1. De raad stelt één of meer raadscommissies in.

  • 2. De raad beslist over het aantal commissies en de onderwerpen waarover zij adviseren en/of overleggen.

  • 3. De raad kent op het moment van vaststellen van de verordening de volgende commissies:

    • a.

      de raadscommissie stadsontwikkeling;

    • b.

      de raadscommissie bestuur en middelen;

    • c.

      de raadscommissie welzijn.

  • 4. De commissies zijn ingedeeld naar de programma’s uit de begroting. Het presidium stelt deze indeling vast.

  • 5. Indien een onderwerp meerdere raadscommissies aangaat, bepaalt de agendacommissie dat het voorstel wordt besproken in de raadscommissie die het onderwerp het meest aangaat. Zo nodig kan de agendacommissie besluiten tot een gezamenlijke vergadering van een of meer commissies.

  • 6. Indien een gezamenlijke vergadering van raadscommissies wordt belegd, vervult de voorzitter van de raadscommissie die het onderwerp het meest aangaat, de taken van de voorzitter.

Artikel 3. Taken

Een raadscommissie heeft de volgende taken:

  • 1.

    Het voorbereiden van de besluitvorming van de raad met betrekking tot:

  • ·

    een voorstel van het college;

  • ·

    een initiatiefvoorstel;

  • ·

    een burgerinitiatief.

  • 2.

    Het uitbrengen van advies aan de raad over een voorstel of onderwerp dat betrekking heeft op de in artikel 2, derde of vierde lid, genoemde programma’s;

  • 3.

    Het uitbrengen van advies aan de raad uit eigener beweging;

  • 4.

    Het voeren van overleg met het college of de burgemeester over in ieder geval door het college of de burgemeester verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur ten aanzien van de in artikel 2, derde of vierde lid, genoemde programma’s.

Artikel 4. Samenstelling

  • 1. Een raadscommissie bestaat uit minimaal 1 afgevaardigde per fractie.

  • 2. Een raadslid kan zich te allen tijde laten vervangen door een fractiegenoot.

  • 3. Een lid kan zowel raadslid als niet-raadslid zijn: de fractie assistenten. De artikelen 10 t/m 13 en 15 zijn van overeenkomstige toepassing op een lid van de raadscommissie. De leden dienen daarnaast tijdens de laatste verkiezingen van de raad geplaatst te zijn op de kandidatenlijst van de betreffende fractie. De fractie assistent ondertekent hiertoe een verklaring en wordt de eed/verklaring afgenomen door de burgemeester.

Artikel 5. Voorzitter

  • 1. De voorzitter en zijn plaatsvervanger worden door de raad uit zijn midden benoemd.

  • 2. De voorzitter is bij voorkeur geen lid van de raadscommissie. Mochten er agendapunten op de agenda staan waarvan de voorzitter woordvoerder is, dan wordt hij/zij vervangen door de vicevoorzitter van de commissie.

  • 3. De voorzitter is belast met:

  • a. het leiden van de vergadering;

  • b. het handhaven van de orde;

  • c. het doen naleven van deze verordening;

  • d. hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.

Artikel 6. Zittingsduur en vacatures

  • 1. De zittingsperiode van de voorzitter en zijn plaatsvervanger eindigt in ieder geval met het einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 2. De raad kan de voorzitter of zijn plaatsvervanger ontslaan.

  • 3. De voorzitter en zijn plaatsvervanger kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd.

  • 4. Indien door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan met inachtneming van artikel 4 en 5.

Artikel 7. Griffier en commissiegriffier

  • 1. De raad benoemt ter ondersteuning van iedere raadscommissie een medewerker van de griffie als commissiegriffier

  • 2. De commissiegriffier is in iedere vergadering aanwezig.

  • 3. Bij zijn verhindering of afwezigheid wordt hij vervangen door een daartoe door de raad aangewezen medewerker van de griffie.

  • 4. De griffier en adjunct griffier kunnen bij iedere vergadering aanwezig zijn.

Hoofdstuk 3. Aanwezigheid college, burgemeester en secretaris

Artikel 8. Aanwezigheid college, burgemeester en secretaris

  • 1. De portefeuillehouders worden uitgenodigd om in de commissievergadering aanwezig te zijn en aan de beraadslagingen deel te nemen.

  • 2. De portefeuillehouder kan zich ter vergadering laten bijstaan door een ambtenaar en/of extern deskundige

  • 3. De agendacommissie kan besluiten de secretaris voor de vergadering uit te nodigen en te laten nemen aan de beraadslagingen als bedoeld in dit reglement.

Hoofdstuk 4. Vergaderingen

Paragraaf 1. Tijdstip van vergaderen en voorbereiding

Artikel 9. Vergaderfrequentie

  • 1. In de regel vinden de vergaderingen van de raadscommissies op maandag en woensdag plaats. De vergaderingen vangen aan om 19.30 uur en vinden plaats in het stadhuis of een andere door de agendacommissie aangewezen plaats.

  • 2. Het presidium stelt hiervoor een vergaderrooster vast.

  • 3. Een raadscommissie vergadert extra indien de agendacommissie het nodig oordeelt.

  • 4. Tenminste twee of meer fracties kunnen schriftelijk met opgaaf van redenen daarom verzoeken

  • 5. De voorzitter van het presidium kan in bijzondere gevallen een andere dag of aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen. Hij voert hierover overleg met de griffier.

Artikel 10. Oproep

  • 1. De commissiegriffier zendt ten minste tien dagen voor een vergadering de leden een oproep onder vermelding van de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering en eventuele mededelingen met betrekking tot de orde van de vergadering;

  • 2. De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijkertijd met de oproep aan de leden ter beschikking gesteld.

  • 3. Indien een aanvullende agenda wordt vastgesteld als bedoeld in artikel 12, tweede lid, worden deze agenda en de daarop vermelde voorstellen of onderwerpen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering aan de leden ter beschikking gesteld.

Artikel 11. De agenda

  • 1. Voordat de oproep wordt verzonden, stelt de agendacommissie de agenda van de vergadering voorlopig vast.

  • 2. In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van de oproep tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van een vergadering een aanvullende agenda opstellen.

  • 3. Bij aanvang van de vergadering stelt de raadscommissie de agenda vast. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.

  • 4. Wanneer de raadscommissie een onderwerp of voorstel onvoldoende voor de beraadslaging voorbereid acht, kan hij aan het college of de burgemeester nadere inlichtingen of advies vragen. De agendacommissie bepaalt in welke vergadering het onderwerp of voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

  • 5. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.

Artikel 12. Ter inzage leggen van stukken

  • 1. Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de oproep voor een ieder in het digitale informatiesysteem ter beschikking gesteld.

  • 2. Indien stukken op grond van art. 86, eerste en tweede lid van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de griffier en verleent de griffier een lid inzage of worden uitsluitend aan de leden vertrouwelijk ter beschikking gesteld.

Artikel 13. Openbare kennisgeving

  • 1. De vergadering wordt tegelijkertijd met de oproep door aankondiging op de gemeentelijke pagina van het huis-aan-huis blad en door plaatsing op de internetsite van de gemeente ter openbare kennis gebracht.

  • 2. De openbare kennisgeving vermeldt:

  • a. de datum, aanvangstijd en plaats, alsmede de voorlopige agenda van de vergadering;

  • b. de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien;

  • c. de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel 17.

  • 3. Daarnaast worden de bij de voorlopige agenda behorende stukken op de website van de gemeente geplaatst.

Paragraaf 2. Orde der vergadering

Artikel 14. Presentielijst

De commissiegriffier neemt een lijst van de aanwezige leden, genodigden en insprekers op in de lijst van toezeggingen en conclusies.

Artikel 15. Spreekrecht burgers

  • 1. Na de opening van de vergadering kunnen aanwezige burgers gezamenlijk gedurende maximaal dertig minuten het woord voeren over geagendeerde onderwerpen.

  • 2. Het woord kan niet gevoerd worden over:

    • a.

      een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar en beroep openstaat of heeft opengestaanof de rechter om een uitspraak is gevraagd en de uitspraak nog niet onherroepelijk is geworden;

    • b.

      benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • c.

      een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

  • 2. Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit vóór 12 uur op de dag van de vergadering aan de griffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp, waarover hij het woord wil voeren.

  • 3. De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.

  • 4. De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. De voorzitter kan de deelnemers aan de commissievergadering toestaan aan insprekers een korte, verhelderende vraag te stellen. Er vindt geen discussie plaats tussen een inspreker en deelnemers van de vergadering.

  • 5. De voorzitter of een lid doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de burger.

Artikel 16. Lijst van toezeggingen en conclusies

  • 1. Van de commissievergaderingen wordt een lijst van toezeggingen en conclusies gemaakt alsmede een beeldverslag. Dit beeldverslag is leidend.

  • 2. De lijst van toezeggingen en conclusies van de voorgaande vergadering wordt uiterlijk gelijktijdig met de oproep aan de leden of zoveel eerder als mogelijk is aan de leden ter beschikking gesteld. Deze lijst van toezeggingen wordt op hetzelfde moment aan de overige personen die het woord gevoerd hebben ter beschikking gesteld.

  • 3. Bij het begin van de vergadering wordt de lijst van toezeggingen en conclusies van de vorige vergadering vastgesteld.

  • 4. De leden, de voorzitter, de burgemeester en de wethouders, hebben het recht een voorstel tot wijziging van deze lijst aan de raadscommissie te doen, indien deze onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeeft hetgeen gezegd of besloten is.

  • 5. Het verslag houdt in:

  • a. de namen van de voorzitter, de griffier, de commissiegriffier, de burgemeester en de wethouders en de ter vergadering aanwezige leden, allen voor zover aanwezig, alsmede van de overige personen die het woord gevoerd hebben;

  • c. een vermelding van de agendapunten die aan de orde zijn geweest;

  • e. een advies aan de raad;

  • f. bij het desbetreffende agendapunt de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van het bepaalde in artikel 24 door de raadscommissie is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.

  • 6. De lijst van toezeggingen en conclusies wordt opgesteld onder de verantwoordelijkheid van de (commissie)griffier.

Artikel 17. Volgorde sprekers

  • 1. Een commissielid, de burgemeester of een wethouder voeren het woord na het aan de voorzitter gevraagd en van hem verkregen te hebben.

  • 2. Bij grote onderwerpen kan de voorzitter de spreekvolgorde naar grootte van de fracties hanteren.

  • 3. Indien een onderwerp geagendeerd is op verzoek van een fractie kan de voorzitter die fractie als eerste het woord geven.

  • 4. De volgorde van sprekers kan worden gewijzigd, wanneer het woord wordt gevraagd over de orde van de vergadering.

Artikel 18. Aantal spreektermijnen

  • 1. De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2. Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.

  • 3. Een lid mag in een termijn niet meer dan één maal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 4. Bij de bepaling hoeveel maal een lid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

Artikel 19. Spreektijd

1.De voorzitter of een lid kan een voorstel doen over de spreektijd van de leden.

Artikel 20. Voorstellen van orde

  • 1. De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2. Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3. Over een voorstel van orde beslist de raadscommissie terstond.

Artikel 21. Handhaving orde; schorsing

  • 1. Een spreker wordt in zijn betoog niet gestoord, tenzij:

  • a. de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van deze verordening te herinneren;

  • b. een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.

  • 2. Indien een spreker zich in beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen uitlaat, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de betreffende spreker, hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering waarin zulks plaats heeft over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

  • 3. De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.

  • 4. De voorzitter kan met inachtneming van art. 26 Gemeentewet de vergadering voorstellen om een lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

Artikel 22. Beraadslaging

  • 1. De raadscommissie kan op voorstel van de voorzitter of een lid beslissen over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.

  • 2. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie beslissen de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.

Artikel 23. Deelname aan de beraadslaging door anderen

  • 1. De raadscommissie kan bepalen dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

  • 2. Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of een lid genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen.

Artikel 24. Advies

  • 1. Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2. Nadat de beraadslaging is gesloten, beslist de raadscommissie of er een advies aan de raad wordt uitgebracht.

  • 3. Indien de raadscommissie een advies aan de raad uitbrengt beslissen de leden op voorstel van de voorzitter over de inhoud van het advies.

Hoofdstuk 5. Besloten vergadering

Artikel 26. Algemeen

Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 27. Lijst van toezeggingen en conclusies

  • 1. De lijst van toezeggingen en conclusies van een besloten vergadering wordt vertrouwelijk aan de leden ter beschikking gesteld.

  • 2. Deze lijst wordt zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raadscommissie een beslissing over het al dan niet openbaar maken hiervan.

  • 3. Van een besloten vergadering wordt geen beeldverslag gemaakt.

Artikel 28. Geheimhouding

Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raadscommissie overeenkomstig artikel 86, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De raadscommissie kan besluiten de geheimhouding op te heffen.

Artikel 29. Opheffing geheimhouding

Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt daarover, indien de raadscommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, in een besloten vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd.

Hoofdstuk 6. Toehoorders en pers

Artikel 30. Toehoorders en pers

  • 1. De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

  • 2. Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

  • 3. De voorzitter is bevoegd toehoorders die op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren, te doen vertrekken. Toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren kan hij voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering ontzeggen.

Artikel 31. Geluid- en beeldregistraties

Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen.

Artikel 32. Verbod gebruik mobiele telefoons

In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het gebruik, alsmede het stand-by houden van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen die inbreuk kunnen maken op de orde van de vergadering zonder toestemming van de voorzitter niet toegestaan.

Hoofdstuk 7. Slotbepalingen

Artikel 33. Uitleg verordening

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de verordening, beslist het presidium op voorstel van de voorzitter.

Artikel 34. Experimenteerartikel

  • 1. De raad kan op voorstel van het presidium besluiten tot afwijking van het bepaalde in dit reglement met als doel te experimenteren met een andere wijze van werken voor een periode van maximaal 1 jaar.

  • 2. De raad besluit na afloop van het experiment of eerder over structurele invoering van het experiment.

Artikel 35. Vervallenverklaring

  • 1. Het reglement van orde voor de raadsvergaderingen en raadscommissies, door de Raad vastgesteld op 26 april 2010, wordt vervallen verklaard gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze verordening.

  • 2. Met ingang van 1 januari 2014 wordt het reglement van orde op de raadscommissies vervallen verklaard voor zover deze verordening ziet op het grondgebied van de voormalige gemeente Boarnsterhim dat met ingang van 1 januari 2014 onderdeel is gaan uitmaken van de gemeente Leeuwarden, op grond van de wet van 19 juni 2013 tot wijziging van de gemeentelijke indeling in een deel van de provincie Fryslân.

Artikel 36. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 6 januari 2014.

Artikel 37. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Reglement van orde op de raadscommissies’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 6 januari 2014
Burgemeester
Griffier