Regeling vervallen per 01-01-2024

VERORDENING op het bewaren van structuurbepalende houtopstanden vallende buiten de bebouwde kom van Noordoostpolder

Geldend van 09-12-2005 t/m 31-12-2023

Intitulé

VERORDENING op het bewaren van structuurbepalende houtopstanden vallende buiten de bebouwde kom van Noordoostpolder

De raad van de gemeente Noordoostpolder,

overwegende dat het gewenst is voorschriften vast te stellen ter bewaring van de structuurbepalende houtopstanden in het belang van de handhaving van het natuur-, landschapsschoon of om andere redenen van milieubeheer;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 oktober 2005, no. 14006;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 mei 2010, no. 8165;

gelet op artikel 15 van de Boswet en artikel 149 van de Gemeentewet;

gelet op artikel 2.1 en 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

B E S L U I T: vast te stellen de volgende VERORDENING op het bewaren van structuurbepalende houtopstanden vallende buiten de bebouwde kom van Noordoostpolder.

Artikel 1. Begripsomschrijving.

  • 1. 1.Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.structuurbepalende houtopstanden:

    erfsingels alsmede wegbeplanting, bestaande uit houtopstanden die zorgdragen voor de landschappelijke herkenbaarheid van Noordoostpolder;

    2.houtopstand:

    hakhout, een houtwal of één of meer bomen;

    3.erfsingel:

    houtopstanden gelegen rondom erven behorende bij agrarische bedrijven of voormalige agrarische bedrijven en woningen.

    4.wegbeplanting:

    houtopstanden gelegen langs wegen;

    5.hakhout:

    een of meer bomen die na te zijn geveld, opnieuw op de stronk uitlopen;

    6.boom:

    een houtachtig, overblijvend gewas dat één of meerstammig kan zijn. Tevens moet de doorsnede van de stam van de boom minimaal 10 cm bedragen en zich op 1,3 m boven het maaiveld bevinden;

    7.dunning:

    vellen of rooien van bomen en struiken uit de houtopstand voor zover dit noodzakelijk is voor het voortbestaan van de betreffende houtopstand, en er minimaal overblijft:

    o1 boom per 12 m² na de tweede groeifase,

    o1 boom per 24 m² na de derde groeifase,

    o1 boom per 48 m² na de vierde groeifase,

    o1 struik per 5 m²

    (groeifase 1: 0-5 jaar, groeifase 2: 5-10 jaar, groeifase 3: 10-40 jaar, groeifase 4: >40 jaar);

    8.bebouwde kom:

    de bebouwde kom van de gemeente vastgesteld ingevolge artikel 1 lid 5 van de Boswet;

    9.bevoegd gezag:

    bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

    10.het college:  

    Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Noordoostpolder;

    11.vergunning:  

    Omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, of 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

    12.Wabo:  

    Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

  • 2. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder vellen mede verstaan rooien, alsmede het verrichten van handelingen die de dood of ernstige beschadiging van structuurbepalende houtopstanden ten gevolge kunnen hebben.

Artikel 2. Kapverbod.

  • 1. Het is verboden zonder schriftelijke vergunning van het bevoegd orgaan structuurbepalende houtopstanden, die zich bevinden buiten de bebouwde kom, te vellen of te doen vellen anders dan bij wijze van dunning.

  • 2. Dit verbod is niet van toepassing op:

    • 1.

      wegbeplantingen en eenrijige beplantingen op of langs landbouwgronden, beide voor zover bestaande uit populieren of wilgen;

    • 2.

      Italiaanse populier, linde, paardenkastanje en treurwilg;

    • 3.

      vruchtbomen en windschermen om boomgaarden;

    • 4.

      fijnsparren, niet ouder dan twaalf jaren, bestemd om te dienen als kerstbomen en geteeld op daarvoor in het bijzonder bestemde terreinen;

    • 5.

      kweekgoed;

    • 6.

      bomen, geen onderdeel uitmakend van de structuurbepalende houtopstanden.

  • 3. Een vergunning als bedoeld in het eerste lid is niet vereist, indien de houtopstand moet worden geveld krachtens de Plantenziektenwet of krachtens een aanschrijving op last van het college, zulks onverminderd het bepaalde in artikel 5 van deze verordening.

Artikel 3.

Vervallen

Artikel 4. Bijzondere vergunningsvoorschriften.

  • 1. Tot de aan de vergunning te verbinden voorschriften kan behoren het voorschrift dat binnen een bepaalde termijn en overeenkomstig de door het college te geven aanwijzingen moet worden herplant.

  • 2. Wordt een voorschrift als bedoeld in het eerste lid gegeven, dan kan daarbij tevens worden bepaald binnen welke termijn na de herplanting en op welke wijze niet geslaagde beplanting moet worden vervangen.

Artikel 5. Herplant-/instandhoudingsplicht.

  • 1. Indien een structuurbepalende houtopstand waarop het verbod tot het vellen als bedoeld in deze verordening van toepassing is, zonder vergunning van het bevoegd gezag is geveld, dan wel op andere wijze teniet is gedaan, kan het college aan de zakelijke gerechtigde van de grond waarop zich de structuurbepalende houtopstand bevond dan wel aan degene die uit anderen hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen te herbeplanten overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn.

  • 2. Wordt een verplichting als bedoeld in het eerste lid opgelegd, dan kan daarbij tevens worden bepaald binnen welke termijn na de herbeplanting en op welke wijze niet geslaagde beplanting moet worden vervangen.

  • 3. Indien structuurbepalende houtopstanden waarop het verbod tot vellen als bedoeld in deze verordening van toepassing is in het voortbestaan ernstig wordt bedreigd, kan het college aan de zakelijk gerechtigde van de grond waarop zich de structuurbepalende houtopstand bevindt dan wel aan degene die uit anderen hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen om overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn voorzieningen te treffen, waardoor die bedreiging wordt weggenomen.

  • 4. Degene aan wie een verplichting als bedoeld in het eerste, tweede of derde lid is opgelegd, alsmede diens rechtsopvolger, is verplicht daaraan te voldoen.

Artikel 6. Schadevergoeding.

Het college van burgemeester en wethouders beslist op een schriftelijk en gemotiveerd verzoek om schadevergoeding op grond van artikel 17 van de Boswet.

Artikel 7.

Vervallen.

Artikel 8. Toezicht.

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast: de bij besluit van het college aan te wijzen personen.

Artikel 9. Citeertitel.

Deze verordening kan worden aangehaald als "Bomenverordening Noordoostpolder 2005".

Artikel 10. Inwerkingtreding.

  • 1. Deze verordening treedt per 9 december 2005 in werking.

  • 2. De Bomenverordening Noordoostpolder 1999 wordt per 9 december 2005 ingetrokken.

  • 3. In afwijking van lid 1, treden de wijzigingen die samenhangen met de invoering van de Wabo, in werking op het moment waarop artikel 2.2 de Wabo in werking treedt.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 24 november 2005.
Gewijzigd bij besluit van 24 juni 2010. De griffier,                                        de voorzitter,