Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR440060
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR440060/1
Regeling vervallen per 01-01-2018
1e wijziging op legesverordening 2017
Geldend van 10-02-2017 t/m 01-08-2017 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2017
Legesverordening 2017
Nr. RB2016101
De raad van de gemeente Heerhugowaard;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 8 november 2016,
gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet,
besluit vast te stellen de volgende verordening:
‘De Verordening op de heffing en de invordering van leges 2017’
(Legesverordening 2017)
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
a 'dag': de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
b 'week': een aaneengesloten periode van zeven dagen;
c 'maand': het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalendermaand tot en met de (n -1)e dag in de volgende kalendermaand;
d 'jaar': het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n -1)e dag in het volgende kalenderjaar;
e 'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam 'leges' worden rechten geheven voor:
1.het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;
het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument; een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
2.Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.
Artikel 4 Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
a het in behandeling nemen van aanvragen van verklaringen omtrent inkomen en vermogen;
b het verstrekken van gemeentelijk informatiemateriaal zoals raads- en commissiestukken aan vertegenwoordigers van de pers, indien zij zich als zodanig kunnen legitimeren;
c het verstrekken van agenda's van de vergaderingen van de raad en die van de commissies, uitsluitend aan bezoekers van de publieke tribune voor en gedurende de vergadering.
d een vergunning als bedoeld in artikel 12, eerste lid (inzamelen door anderen dan de inzameldienst) van de Afvalstoffenverordening gemeente Heerhugowaard, voorzover aangevraagd door charitatieve instellingen die als zodanig zijn geregistreerd bij het Centraal Bureau Fondsenverwerving.
e de aanvraag van een vergunning als bedoeld in artikel 2.25 (evenement) van de Algemene plaatselijke verordening en de daarmee samenhangende ontheffingen, artikel 2.1.1 van de Brandbeveiligingsverordening (gebruiksvergunning inrichting), voor zover verleend ten behoeve van kleinschalige, niet commerciële, buurtgerichte activiteiten en van in de gemeente Heerhugowaard gevestigde sport- of jeugdculturele verenigingen en verenigingen of instellingen met een sociaal-maatschappelijke doelstelling.
Collectes en kledinginzamelingen als bedoeld in artikel 5:13 van de Algemene plaatselijke verordening en loterijen (artikel 1.10.2 legesverordening) voor goede doelen vallen ook onder deze vrijstelling.
f vermiste reisdocumenten en rijbewijzen;
g diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;
- h.
Diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
- i.
Het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover het een activiteit betreft bedoeld in artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht (omgevingsvergunning beperkte milieutoets).
Artikel 5 Maatstaf van heffing en tarieven
-
1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
-
2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.
-
3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6 Wijze van heffing
De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur.
Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Termijnen van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.
- a.
-
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 8 Vermindering of Teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 9 Overdracht van bevoegdheden
Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:
- ·
a. van zuiver redactionele aard zijn;
- ·
b. een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:
- o
1. akten burgerlijke stand;
- o
2. reisdocumenten;
- o
3. rijbewijzen;
- o
4. papieren verstrekking uit de basisregistratie persoonsgegevens
- o
5. verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens;
- o
6. verklaring omtrent het gedrag;
- o
7. kansspelen;
- o
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de leges.
Artikel 11 overgangsrecht
-
1. De 'verordening Leges 2016 van 15 december 2015, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 26 april 2016, wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
-
2. In afwijking in zoverre van het in de voorgaande lid bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover terzake daarvan de heffing van de leges in die periode plaatsvindt.
Artikel 12 Inwerkingtreding
-
1 Deze verordening treedt in werking met ingang van de vijfde dag na die van de bekendmaking.
-
2 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.
-
3 In afwijking van het in het eerste lid bepaalde, treedt artikel 2, tweede lid, in werking op het moment waarop het voorstel van Rijkswet tot wijziging van de Paspoortwet in verband met het van rechtswege laten vervallen van reisdocumenten van personen aan wie een uitreisverbod is opgelegd (Kamerstukken I 2015/2016, 34358 (R2065), nr. A), tot wet is of wordt verheven.
-
4 In afwijking van het in het eerste en tweede lid bepaalde, treden de artikelen 3.12 en 3.13 van de bij deze verordening behorende tarieventabel in werking met ingang van het tijdstip waarop artikel 10.8, onderdeel B, van de Wet natuurbescherming in werking treedt, welk tijdstip tevens de datum van ingang van de heffing is. De bepalingen die ingevolge dit artikelonderdeel worden gewijzigd blijven van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel 13 Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald ' Legesverordening 2017’.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 20 december 2016.
de griffier, |
de voorzitter, |
Tarieventabel, behorende bij legesverordening
Inhoudsopgave
Titel 1 Algemene Dienstverlening
Hoofdstuk 1 Algemeen
Hoofdstuk 2 Bestuursstukken
Hoofdstuk 3 Burgerlijke stand
Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen
Hoofdstuk 5 Gemeentearchief
Hoofdstuk 6 Kiezersregister
Hoofdstuk 7 Vastgoedinformatie
Hoofdstuk 8 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart
Hoofdstuk 9 Rijbewijzen
Hoofdstuk 10 Wet op de kansspelen
Hoofdstuk 11 Winkeltijdenwet
Hoofdstuk 12 Huisvestingswet
Hoofdstuk 13 Verkeer en vervoer
Hoofdstuk 14 Algemene plaatselijke verordening
Hoofdstuk 15 Kabels en Leidingen
Hoofdstuk 16 Diversen
Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning
Hoofdstuk 4 Vermindering
Hoofdstuk 5 Teruggaaf
Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project
Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten
Hoofdstuk 9 Sloopmelding
Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking
Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn
Hoofdstuk 1 Horeca
Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten
Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven
Hoofdstuk 4 Brandbeveiligingsverordening
Hoofdstuk 5 Diverse vergunningen/ontheffingen
Titel 1 Algemene Dienstverlening
Artikel |
Omschrijving |
Tarief |
Hoofdstuk 1 Algemeen |
||
1.1.1 |
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
1.1.1.1 |
gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina |
€ 5,30 |
1.1.1.2 |
afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
|
1.1.1.2.1 |
per pagina op papier van A4-formaat |
€ 1,75 |
1.1.1.2.2 |
per pagina op papier van A3-formaat |
€ 1,90 |
1.1.1.3 |
kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend bij de in de onderdelen 1.1.1. en 1.1.2 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
|
1.1.1.3.1 |
per A2-formaat |
€ 2,95 |
1.1.1.3.2 |
per A1-formaat |
€ 6,05 |
1.1.1.3.3 |
per A0-formaat |
€ 12,15 |
1.1.1.4 |
stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina |
€ 10,50 |
Hoofdstuk 2 Bestuursstukken |
||
1.2.1 |
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
1.2.1.1 |
een afschrift van de gemeentebegroting |
€ 14,70 |
1.2.1.2 |
een afschrift van de gemeenterekening |
€ 25,20 |
1.2.1.3 |
een afschrift van het meerjarenplan |
€ 1,90 |
1.2.2 |
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.2.2.1 |
tot het verstrekken van: |
|
1.2.2.1.1 |
een afschrift van het verslag van een raadsvergadering, bij toezending |
€ 1,95 |
1.2.2.1.2 |
de in 2.2.1.1 bedoelde stukken, bij afhalen op het gemeentehuis |
€ 1,35 |
1.2.2.1.3 |
een afschrift van de stukken behorende bij een raadsvergadering, bij toezending |
€ 2,75 |
1.2.2.1.4 |
de in 2.2.1.3 bedoelde stukken, bij afhalen op het gemeentehuis |
€ 1,55 |
1.2.2.2 |
tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar: |
|
1.2.2.2.1 |
op de agenda met voorstellen aan de raad en bijbehorende notulen, bij toezending |
€ 60,50 |
1.2.2.2.2 |
de in 2.2.2.1 bedoelde stukken, bij afhalen op het gemeentehuis |
€ 35,80 |
1.2.3 |
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.2.3.1 |
tot het verstrekken van: |
|
1.2.3.1.1 |
een afschrift van de agenda van een commissievergadering, bij toezending |
€ 1,25 |
1.2.3.1.2 |
de in 2.3.1.1 bedoelde stukken, bij afhalen op het gemeentehuis |
€ 0,85 |
1.2.3.1.3 |
een afschrift van de besluitenlijst van een commissievergadering, bij toezending |
€ 1,25 |
1.2.3.1.4 |
de in 2.3.1.3 bedoelde stukken, bij afhalen op het gemeentehuis |
€ 0,85 |
1.2.3.2 |
tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar: |
|
1.2.3.2.1 |
op de agenda en besluitenlijst van een raadscommissie, bij toezending |
€ 25,20 |
1.2.3.2.2 |
de in 2.3.2.1 bedoelde stukken, bij afhalen op het gemeentehuis |
€ 14,20 |
1.2.4 |
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar: |
|
1.2.4.1 |
op de besluitenlijst van de vergaderingen van het college van burgemeester en wethouders, bij toezending |
€ 54,20 |
1.2.4.2 |
de in 2.4.1 bedoelde stukken, bij afhalen op het gemeentehuis |
€ 25,20 |
1.2.5 |
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
1.2.5.1 |
Een afschrift van de Algemene plaatselijke verordening |
€ 3,80 |
1.2.5.2 |
Een afschrift van de bouwverordening |
€ 33,15 |
1.2.5.3 |
Een afschrift van de toelichting op de bouwverordening |
€ 33,15 |
Hoofdstuk 3 Burgerlijke stand |
||
1.3.1 |
Het tarief bedraagt terzake van de voltrekking van een huwelijk of een registratie van een partnerschap: |
|
1.3.1.1 |
in de trouwzaal van het gemeentehuis: |
|
1.3.1.1.1 |
op maandag tot en met vrijdag gedurende de tijd waarop het bureau van de burgerlijke stand is geopend |
€ 318,45 |
1.3.1.1.2 |
op een zaterdag of zondag of een algemeen erkende christelijke feestdag of nationale feestdag |
€ 625,60 |
1.3.1.1.3 |
indien op verzoek gebruik gemaakt wordt van de raadzaal, wordt het overeenkomstig 3.1.1.1 of 3.1.1.2 berekende tarief verhoogd met |
€ 48,40 |
1.3.1.2 |
in het Poldermuseum: |
|
1.3.1.2.1 |
op maandag tot en met vrijdag gedurende de tijd waarop het bureau van de burgerlijke stand is geopend |
€ 539,80 |
1.3.1.2.2 |
op een zaterdag of zondag of een algemeen erkende christelijke feestdag of nationale feestdag |
€ 847,00 |
1.3.1.3 |
Buiten het gemeentehuis (in een bijzonder huis) anders dan bedoeld in 3.1.2: |
|
1.3.1.3.1 |
op maandag tot en met vrijdag gedurende de tijd waarop het bureau van de burgerlijke stand is geopend |
€ 582,35 |
1.3.1.3.2 |
op een zaterdag of zondag of een algemeen erkende christelijke feestdag of nationale feestdag |
€ 864,50 |
1.3.1.4 |
Op een locatie naar vrije keuze, anders dan bedoeld in 3.1.2 en 3.1.3 |
|
1.3.1.4.1 |
Op maandag tot en met vrijdag gedurende de tijd waarop het bureau van de burgerlijke stand is geopend |
€ 566,05 |
1.3.1.4.2 |
Op een zaterdag of zondag of een algemeen erkende christelijke feestdag of nationale feestdag |
€ 889,40 |
1.3.2 |
Het tarief bedraagt terzake van het inzetten van ambtelijke getuigen ten behoeve van de huwelijksvoltrekking per getuige |
€ 20,45 |
1.3.3 |
Het tarief bedraagt terzake van het verstrekken van: |
|
1.3.3.1 |
Een trouwboekje of partnerschapsboekje in een normale uitvoering |
€ 8,45 |
1.3.3.2 |
Een trouwboekje of partnerschapsboekje in een luxe uitvoering |
€ 26,90 |
1.3.4 |
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een éénmalige informatie omtrent geboorte, overlijden, aangifte en voltrekking van een huwelijk dan wel van de registratie van een partnerschap |
€ 3,35 |
1.3.5 |
Het tarief bedraagt terzake van het doen van nasporingen in de registers van de Burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed kwartier |
€ 21,35 |
1.3.6 |
Terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand (Stb. 1879, 72) geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand (Stb. 1969, 36) of zoals dit Besluit laatstelijk is vervangen of gewijzigd. |
|
1.3.6.1 |
Voor elk afschrift van een akte van de burgerlijke stand |
€ 12,90 |
1.3.6.2 |
Voor elk uittreksel van een akte van geboorte, van huwelijk, van registratie van een partnerschap of van overlijden |
€ 12,90 |
1.3.6.3 |
Voor elke verklaring van huwelijksbevoegdheid als bedoeld in artikel 49a van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek |
€ 22,90 |
1.3.6.4 |
Voor elke attestatie de vita bedoeld in artikel 19k van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek |
€ 12,90 |
1.3.6.5 |
Voor elk meertalig uittreksel uit een akte van de burgerlijke stand |
€ 12,90 |
Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen |
||
1.4.1 |
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd. |
€ 7,50 |
1.4.2 |
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een volledig, gewaarmerkt afschrift van de in de gemeentelijke basisadministratie opgenomen gegevens, als bedoeld in artikel 2.55, derde lid, van de Wet basisregistratie persoonsgegevens Stb. 2013, 316. |
€ 7,50 |
1.4.3 |
Het tarief bedraagt terzake van het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan besteed kwartier |
€ 21,35 |
1.4.4 |
In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief terzake het verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen; het bij ministeriële regeling vastgestelde bedrag. |
|
Hoofdstuk 5 Gemeentearchief |
||
1.5.1 |
Het tarief bedraagt terzake van het in behandelingnemen van een aanvraag tot het verkrijgen van: |
|
1.5.1.1 |
een afschrift of fotokopie van een in het gemeentearchief berustend stuk, per pagina |
|
1.5.1.1.1 |
A4 formaat |
€ 0,20 |
1.5.1.1.2 |
A3 formaat |
€ 0,30 |
Hoofdstuk 6 Kiezersregister |
||
1.6.1 |
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een inlichting betreffende de registratie van de aanvrager als kiezer, bedoeld in artikel D4 van de Kieswet |
€ 3,15 |
Hoofdstuk 7 Vastgoedinformatie |
||
1.7.1 |
Het tarief bedraagt terzake van het op verzoek doen van nasporingen in het gemeentelijk kadaster voor ieder daaraan besteed kwartier |
€ 26,15 |
Hoofdstuk 8 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart |
||
1.8.1 |
van een nationaal paspoort |
|
1.8.1.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ 64,75 |
1.8.1.2 |
voor een persoon die op het moment van aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ 51,45 |
1.8.2 |
van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort): |
|
1.8.2.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ 64,75 |
1.8.2.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ 51,45 |
1.8.3 |
van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort): |
|
1.8.3.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ 64,75 |
1.8.3.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: |
€ 51,45 |
1.8.4 |
van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen |
€ 51,45 |
1.8.5 |
van een Nederlandse identiteitskaart |
|
1.8.5.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ 50,65 |
1.8.5.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ 28,60 |
1.8.6 |
voor een spoedlevering van de in de onderdelen 8.1 tot en met 8.5 genoemde documenten, die in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met een bedrag van |
€ 47,55 |
1.8.7 |
voor het op verzoek van de burger thuis bezorgen van een reisdocument bedraagt extra oer document: |
€ 13,95 |
1.8.7.1 |
voor ieder document dat op hetzelfde adres bezorgd moet worden zijn de kosten extra |
€ 3,60 |
Hoofdstuk 9 Rijbewijzen |
||
1.9.1 |
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs (rijksdeel € 9,70, gem.deel € 29,40). Er geldt een wettelijk maximumbedrag van € 39,11 |
€ 38,95 |
1.9.2 |
Het tarief genoemd in onderdeel 9.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met toeslag € 34,10 |
€ 34,10 |
Hoofdstuk 10 Wet op de kansspelen |
||
1.10.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen |
|
1.10.1.1 |
voor een periode van twaalf maanden voor één speelautomaat |
€ 56,50 |
1.10.1.2 |
voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer speelautomaten, voor de eerste speelautomaat; |
€ 56,50 |
1.10.1.2.1 |
voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer speelautomaten, € 22,50, vermeerderd met het product van het aantal speelautomaten, waarvoor de vergunning geldt, en een bedrag van € 34,- |
€ 56,50 |
1.10.1.2.3 |
Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing, indien de vergunning geldt voor een tijdvak, korter dan 12 maanden of langer dan 12 maanden doch ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de in het eerste lid bedoelde maximumbedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagt onderscheidenlijk verhoogd worden. |
|
1.10.1.2.4 |
Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing, indien de vergunning geldt voor een tijdvak van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, met dien verstande dat voor de toepassing van onderdeel a in plaats van € 56,50 een bedrag van € 226,50 en voor de toepassing van onderdeel b in plaats van € 22,50 een bedrag van € 90,50 en in plaats van € 34 een bedrag van € 136 geldt. |
|
1.10.1.2.5 |
Het tweede lid is van toepassing, indien de vergunning geldt voor een tijdvak van meer dan 4 jaar of voor onbepaalde tijd, met dien verstande dat voor de toepassing van artikel 10.1.1. in plaats van € 56,50 een bedrag van € 226,50 en voor de toepassing van artikel 10.1.2 in plaats van € 56,00 een bedrag van € 226,50 en in plaats van € 34,00 een bedrag geldt van € 136,00. |
|
1.10.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning) |
€ 20,50 |
1.10.3 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot het exploiteren of doen exploiteren van een speelgelegenheid als bedoeld in de speelautomatenverordening voor een periode van 5 jaar |
€ 2.065,00 |
1.10.3.1 |
Het tarief voor het verlengen van de vergunning tot het exploiteren of doen Exploiteren van een speelgelegenheid als bedoeld in de speelautomatenverordening voor een periode van 5 jaar |
€ 1.032,50 |
1.10.3.2 |
Als de gemeente een vergunning tot het exploiteren of doen exploiteren van een speelgelegenheid als bedoeld in de speelautomatenverordening intrekt, indien er geen gebruik van deze vergunning is gemaakt, of weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt 50 % van de verschuldigde leges. |
|
Hoofdstuk 11 Winkeltijdenwet |
||
1.11.1 |
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet |
€ 42,60 |
Hoofdstuk 12 Huisvestingswet |
||
1.12.1 |
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.12.1.1 |
tot het verkrijgen van een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Huisvestingswet |
€ 21,35 |
Hoofdstuk 13 Verkeer en vervoer |
||
1.13.1 |
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing voor het vervoer van gevaarlijke stoffen als bedoeld in de Wet Vervoer gevaarlijke stoffen voor een termijn van 5 jaar: |
€ 138,00 |
1.13.2 |
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart of gehandicaptenparkeerplaats als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) |
€ 110,50 |
1.13.3 |
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van: |
|
1.13.3.1 |
een nieuwe gehandicaptenparkeerkaart in verband met het verlopen van de geldigheidsduur |
€ 27,55 |
1.13.3.2 |
een duplicaat van een gehandicaptenparkeerkaart |
€ 27,55 |
1.13.3.3 |
een nieuw kentekenbord bij of andere wijziging een gehandicaptenparkeerplaats |
€ 27,55 |
Hoofdstuk 14 Algemene plaatselijke verordening |
||
1.14.1 |
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.14.1.1 |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 2:10 eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening, voor zover dit strekt tot het mogen plaatsen van een container, keet, kraan of vergelijkbaar voorwerp welke wordt gebruikt ten behoeve van (bouw)werkzaamheden, op of aan de openbare weg, per periode |
€ 177,00 |
1.14.1.2 |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld artikel 210 eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening, voor zover dit strekt tot het mogen plaatsen van een container, keet, kraan of vergelijkbaar voorwerp welke wordt gebruikt ten behoeve van (bouw)werkzaamheden, op of aan de openbare weg, met dien verstande dat voor elke volgende container, keet, kraan of vergelijkbaar voorwerp een toeslag wordt berekend vantot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 2:10 eerste lid, |
€ 7,85 |
1.14.1.3 |
voor zover dit strekt tot het mogen plaatsen van tijdelijke reclameborden dan wel andere promotiematerialen op of aan de openbare weg |
€ 111,00 |
1.14.1.4 |
tot het verkrijgen van een toestemming als bedoeld in artikel 2:42, tweede lid, onder a van de Algemene plaatselijke verordening (plakken of op andere wijze aanbrengen van aanplakbiljet of ander geschrift), per periode |
€ 111,00 |
1.14.1.5 |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4:13, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening (verontreiniging weg en terreinen) |
€ 111,00 |
1.14.2 |
Het tarief bedraagt terzake het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 2:10 eerste lid voor zover dit strekt tot het gebruik van kerstboomverlichting in de openbare ruimte |
€ 335,00 |
1.14.4 |
Indien na het in behandeling nemen van een aanvraag genoemd in dit hoofdstuk maar voor het verlenen van de vergunning, de aanvraag wordt ingetrokken, wordt op aanvraag teruggaaf van 50% van de geheven leges verleend |
|
Hoofdstuk 15 Kabels en Leidingen |
||
1.15.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag in verband met het verkrijgen van een instemmingsbesluit als bedoeld in de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren (AVOI), omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden: |
|
1.15.1.1 |
indien het betreft tracés vanaf 25 tot 250 m1 |
€ 265,14 |
1.15.1.2 |
indien het betreft tracés vanaf 250 tot 1.000 m1 |
€ 414,74 |
1.15.1.3 |
indien het betreft tracés vanaf 1.000 tot 2.500 m1 |
€ 639,14 |
1.15.1.4 |
indien het betreft tracés vanaf 2.500 m1. Op basis van een begroting |
|
1.15.1.5 |
indien een begroting als bedoeld in 15.1.4 is uitgebracht, wordt een aanvraag pas in behandeling genomen nadat de uitgebrachte begroting is geaccordeerd. |
|
1.15.2 |
Indien het betreft het in behandeling nemen van een graafmelding tot 25m1 |
€ 80,05 |
1.15.3 |
Indien er met betrekking tot een aanvraag als bedoeld in artikel 1.15.1 overleg moet plaatsvinden tussen de gemeente en de netbeheerder of de gemeente, andere beheerders van de openbare gronden en de netbeheerder, wordt in 15.1 genoemde bedrag per overleg verhoogd met: |
€ 332,45 |
1.15.4 |
Als met betrekking tot een aanvraag onderzoek naar de status van de kabel en/of leiding plaatsvindt, wordt het in 15.1 genoemde bedrag verhoogd met voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de netbeheerder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die ter zake door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
1.15.5 |
Indien een begroting als bedoeld in 15.4 is uitgebracht, wordt een aanvraag pas in behandeling genomen nadat de uitgebrachte begroting is geaccordeerd. |
|
Hoofdstuk 16 Diversen |
||
1.16.1 |
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.16.1.1 |
tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag |
€ 41,35 |
1.16.1.2 |
tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening |
€ 4,95 |
1.16.1.3 |
Het tarief bedraagt terzake het verlenen van een parkeerontheffing zoals genoemd in de parkeergeldverordening |
€ 5,35 |
1.16.1.4 |
Bij verlies van de Huygenpasgids en bij het aanvragen van een nieuwe Huygenpas in rekening brengen als tegemoetkoming in de administratie- en verzendkosten. |
€ 5,35 |
1.16.1.5 |
Bij diefstal van de Huygenpas kan er op vertoon van het aangiftebewijs van diefstal een nieuwe gratis Huygenpas verstrekt worden. |
|
1.16.2 |
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van vergunningen of ontheffingen tot handelingen, waarvoor krachtens wet, reglement of verordening van politie vergunning of ontheffing moet worden gevraagd, voor zover daarvoor geen wettelijke regeling of vrijstelling bestaat of voor zover daarvoor in deze verordening geen bijzondere regeling is opgenomen. |
€ 92,35 |
1.16.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om naturalisatie gelden de tarieven zoals zijn opgenomen in het “besluit Naturalisatie-gelden”: |
|
1.16.3.1 |
Naturalisatie enkelvoudig standaard |
€ 855,00 |
1.16.3.2 |
Naturalisatie enkelvoudig verlaagd |
€ 636,00 |
1.16.3.3 |
Naturalisatie gemeenschappelijk standaard |
€ 1.091,00 |
1.16.3.4 |
Naturalisatie gemeenschappelijk verlaagd |
€ 873,00 |
1.16.3.5 |
Medenaturaliserend minderjarig kind |
€ 126,00 |
1.16.4 |
Voor het in behandeling nemen van een optie gelden de tarieven zoals zijn opgenomen in het "besluit Naturalisatie-gelden": |
|
1.16.4.1 |
Enkelvoudig |
€ 182,00 |
1.16.4.2 |
Gemeenschappelijk |
€ 310,00 |
1.16.4.3 |
Medeopterende minderjarige |
€ 21,00 |
Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning
Artikel |
Omschrijving |
Tarief |
Variabel tarief |
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen |
|||
2.1.1.1 |
Aanlegkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft; |
||
2.1.1.2 |
Bouwkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. De opgegeven bouwkosten worden door de gemeente gecontroleerd, net als de overige gegevens die bij de aanvraag worden ingediend. De bouwkosten zijn gerelateerd aan de inhoud van het gebouw (m3) en het type bouwwerk. Daarvoor moet het voor het product "vergunning" niet uitmaken of het uiteindelijke bouwwerk in zelfwerkzaamheid wordt uitgevoerd of door een aannemer. Uitgangspunt is marktconform bouwen. Het is voor de gemeente noodzakelijk om op een eenduidige manier de bouwkosten te controleren en te corrigeren. Tevens moet door de gemeente achteraf eenduidig en eenvoudig aangetoond worden wat de basis is geweest van de correctie. Dit is de reden dat de gemeente Heerhugowaard de bouwkosten vaststelt op basis van de taxatieboekjes voor de vastgoedmarkt van BIM Media B.V. Dit is een actueel systeem dat per jaar de bouwkosten per kubieke meter vaststelt van woningen, bedrijfspanden, agrarische gebouwen en de herstelkosten van gebouwschade. Het geeft een actuele en reële inschatting van de bouwkosten en is daarmee een eenduidige grondslag voor de legesberekening.Seriematige woningbouw en opties: De door de projectontwikkelaar aangeleverde standaard opties wordt per standaard optie 1x leges in rekening gebracht, ongeacht de hoeveel opties die uiteindelijk door de projectontwikkelaar in het project worden gerealiseerd. Bij veelvoorkomende opties zijn standaard bouwkosten opgenomen: Dakkapel: € 3.000; Aanbouw – erker voorzijde : € 10.000 Aanbouw – erker zijgevel: € 10.000 Aanbouw achterzijde: € 15.000 Garage: € 15.000 Dakopbouw € 15.000 en carport € 5.000. Experimentele seriematige woningbouw: Bij experimentele seriematige woningbouw die niet is vermeld in het taxatieboekje en waarmee met goedkopere bouwmethoden wordt gewerkt is het mogelijk om van het taxatieboekje af te wijken. De projectontwikkelaar moet in dat geval de bouwkosten schriftelijk gemotiveerd aantonen. |
||
2.1.1.3 |
Sloopkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting,, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft; |
||
2.1.1.4 |
Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. |
||
2.1.2 |
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld. |
||
2.1.3 |
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. |
||
Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag |
|||
2.2.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek tot de beoordeling van een principeverzoek of conceptaanvraag (schetsplan) met betrekking tot de vraag of bebouwingsmogelijkheden, dan wel bestemmingswijzigingen mogelijk zijn: gratis |
||
2.2.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek om vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is: gratis |
||
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning |
|||
2.3.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. Het tarief kan worden verhoogd met advieskosten van de Commissie MER, Cultuurcompagnie, extern adviseur ruimtelijke kwaliteit, supervisieteam of andere adviesorganen. |
||
2.3.1.1 |
Bouwactiviteiten |
||
2.3.1.1.1 |
indien de bouwkosten minder bedragen dan € 20.000: 5,09% van de bouwkosten met een minimum van € 180 |
5,09% |
|
2.3.1.1.2 |
Indien de bouwkosten € 20.000 bedragen of meer, maar minder dan € 50.000: 4,73% van de bouwkosten met een minimum van € 1.064 |
4,73% |
|
2.3.1.1.3 |
Indien de bouwkosten € 50.000 bedragen of meer, maar minder dan € 200.000: 3,22 % van de bouwkosten met een minimum van € 2.470 |
3,22% |
|
2.3.1.1.4 |
Indien de bouwkosten € 200.000 bedragen of meer, maar minder dan € 500.000: 2,00 % van de bouwkosten met een minimum van € 6.720 |
2,00% |
|
2.3.1.1.5 |
Indien de bouwkosten € 500.000 bedragen of meer, maar minder dan € 1.000.000:1,92% van de bouwkosten met een minimum van € 10.450 |
1,92% |
|
2.3.1.1.6 |
Indien de bouwkosten € 1.000.000 bedragen of meer, maar minder dan € 2.000.000: 1,85% van de bouwkosten met een minimum van € 20.000 |
1,85% |
|
2.3.1.1.7 |
Indien de bouwkosten € 2.000.000 bedragen of meer, maar minder dan € 5.000.000: 1,79% van de bouwkosten met een minimum van € 38.600 |
1,79% |
|
2.3.1.1.8 |
Indien de bouwkosten € 5.000.000 bedragen of meer: 1,71% van de bouwkosten met een minimum van € 93.500 |
1,71% |
|
2.3.1.2 |
Verplichte toets ruimtelijke kwaliteit: |
||
2.3.1.2.1 |
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3 en 3.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een toets ruimtelijke kwaliteit noodzakelijk is en hierover het advies van de extern adviseur ruimtelijke kwaliteit dan wel supervisieteam moet worden ingewonnen, wordt het overeenkomstig 2.3 en 3.1 berekende bedrag verhoogd met het bedrag van de door de stichting Mooi Noord-Holland adviseurs omgevingskwaliteit vastgestelde advieskosten. |
||
2.3.1.2.2 |
In afwijking van onderdeel 3.1.2.1 worden géén kosten van de extern adviseur ruimtelijke kwaliteit in rekening gebracht indien de aanvraag voldoet aan de sneltoetscriteria van de nota Ruimtelijke kwaliteit, dan wel door ambtelijke toetsing aan de nota Ruimtelijke kwaliteit akkoord bevonden is. |
||
2.3.1.3 |
Verplicht advies agrarische commissie (D.L.V.): Onverminderd het bepaalde in onderdeel 3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld: |
||
2.3.1.4 |
Beoordeling aanvullende gegevens: Onverminderd het bepaalde in onderdeel 3.1.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de in dat onderdeel bedoelde aanvraag al in behandeling is genomen en extra werkzaamheden met zich brengt: |
€ 154,00 |
|
2.3.1.5 |
Indien de aanvraag betrekking heeft op een activiteit genoemd in hoofdstuk 3 die reeds zonder vergunning is gebouwd, gerealiseerd of heeft plaatsgevonden, in aanbouw is, dan wel in afwijking van de verleende vergunning is gerealiseerd, wordt het overeenkomstig hoofdstuk 3 berekende bedrag per constatering verhoogd met: |
€ 335,00 |
|
2.3.2 |
Aanlegactiviteiten: Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ 677,00 |
|
2.3.3 |
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit. Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 3.1: |
||
2.3.3.1.1 |
Op grond van onderdeel 3.1.1 verschuldigde bedrag; indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1°, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking) |
€ 250,00 |
|
2.3.3.1.2 |
van het op grond van onderdeel 3.1.1 verschuldigde bedrag; indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking - kruimelgevallen regeling): |
||
2.3.3.1.2.1 |
Indien de bouwkosten minder bedragen dan € 30.000: |
€ 450,00 |
|
2.3.3.1.2.2 |
Indien de bouwkosten € 30.000 bedragen of meer: |
€ 742,00 |
|
2.3.3.2 |
van het op grond van onderdeel 3.1.1 verschuldigde bedrag; indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking – voormalig projectbesluit): |
||
2.3.3.2.1 |
indien de bouwkosten minder bedragen dan € 500.000: |
€ 2.674,00 |
|
2.3.3.2.2 |
Indien de bouwkosten € 500.000 bedragen of meer, maar minder dan € 1.000.000: |
€ 5.576,00 |
|
2.3.3.2.3 |
Indien de bouwkosten € 1.000.000 bedragen of meer: |
€ 7.415,00 |
|
2.3.3.2.4 |
het tarief voor het in behandeling nemen van een buitenplanse afwijking, voormalig projectbesluit, indien passend binnen beleidsuitgangspunten en er geen aanvullende onderzoeken nodig zijn: |
€ 742,00 |
|
2.3.3.3 |
van het op grond van onderdeel 3.1.1 verschuldigde bedrag; indien artikel 2.12, lid, onder a, onder 2 van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking): |
€ 2.674,00 |
|
2.3.3.3.1 |
van het op grond van onderdeel 3.1.1 verschuldigde bedrag; indien artikel 2.12, lid, onder a, onder 2 van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking), voor een verlenging van een reeds verleende tijdelijke vergunning: |
€ 742,00 |
|
2.3.3.3.2 |
van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag; indien artikel 2.12, lid, onder a, onder 2 van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking), voor het plaatsen van een tijdelijke woonunit bij de nieuwbouw van een woning: |
€ 742,00 |
|
2.3.3.4 |
van het op grond van onderdeel 3.1.1 verschuldigde bedrag; Indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): |
€ 2.674,00 |
|
2.3.3.5 |
van het op grond van onderdeel 3.1.1 verschuldigde bedrag; indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): |
€ 2.674,00 |
|
2.3.3.6 |
van het op grond van onderdeel 3.1.1 verschuldigde bedrag; indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving – verklaring van geen bedenkingen van G.S.): |
€ 7.415,00 |
|
2.3.3.7 |
van het op grond van onderdeel 3.1.1 verschuldigde bedrag; indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving – verklaring van geen bedenkingen van de Minister): |
€ 7.415,00 |
|
2.3.4 |
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit: Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
||
2.3.4.1 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): |
€ 154,00 |
|
2.3.4.2 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): |
€ 742,00 |
|
2.3.4.3 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): |
||
2.3.4.3.1 |
indien de projectkosten minder bedragen dan € 500.000: |
€ 2.674,00 |
|
2.3.4.3.2 |
Indien de projectkosten € 500.000 bedragen of meer, maar minder dan € 1.000.000: |
€ 5.576,00 |
|
2.3.4.3.3 |
Indien de projectkosten € 1.000.000 bedragen of meer: |
€ 7.415,00 |
|
2.3.4.3.4 |
het tarief voor het in behandeling nemen van een buitenplanse afwijking, voormalig projectbesluit, indien passend binnen beleidsuitgangspunten en er geen aanvullende onderzoeken nodig zijn: |
€ 742,00 |
|
2.3.4.4 |
van het op grond van onderdeel 3.1.1 verschuldigde bedrag; indien artikel 2.12, lid, onder a, onder 2 van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking) |
€ 2.674,00 |
|
2.3.4.4.1 |
van het op grond van onderdeel 3.1.1 verschuldigde bedrag; indien artikel 2.12, tweede lid, van de WABO wordt toegepast (tijdelijke afwijking), voor een verlening van een reeds verleende tijdelijke afwijking. |
€ 742,00 |
|
2.3.4.5 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): |
€ 2.674,00 |
|
2.3.4.6 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): |
€ 2.674,00 |
|
2.3.4.7 |
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving – verklaring van geen bedenkingen van G.S.): |
€ 7.415,00 |
|
2.3.4.8 |
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving – verklaring van geen bedenkingen van de Minister): |
€ 7.415,00 |
|
2.3.5 |
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid: Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, (activiteit ‘Brandveilig gebruik’) bedraagt het tarief: |
€ 2.405,00 |
|
2.3.5.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het wijzigen van de activiteit ‘Brandveilig gebruik’ als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ 303,00 |
|
2.3.5.2 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot naamswijziging van de verleende vergunning, als bedoeld in artikel 2.1 eerste lid, onder d (gebruiksvergunning) van de Wabo bedraagt: |
€ 89,00 |
|
2.3.6 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, (rijksmonument) of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de Erfgoedverordening Heerhugowaard 2010 aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of artikel 10, tweede lid, van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:voor het slopen, verstoren, verplaatsen van een beschermd monument,het gebruiken of laten gebruiken van een beschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht als bedoeld in artikel 2.1 eerste lid onder f van de Wabo: |
€ 242,00 |
|
2.3.7.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk bedraagt het tarief: |
||
2.3.7.2 |
in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo (een bouwwerk te slopen): |
€ 242,00 |
|
2.3.8 |
Aanleggen of veranderen weg: Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.1.5.1 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ 167,00 |
|
2.3.9 |
Uitweg/inrit: Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening, een bepaling in een provinciale verordening of- Waterschaps een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ 120,00 |
|
2.3.10 |
Kappen: Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4.12 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ 127,00 |
|
2.3.11 |
Handelsreclame: Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, waarvoor ingevolge een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4.15, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, en indien niet tevens sprake is van een activiteit als bedoeld in onderdeel 3.1.1 (bouwactiviteit), bedraagt het tarief: |
€ 367,00 |
|
2.3.12 |
Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet: Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Zolang artikel 10.8, onderdeel B, van de Wet natuurbescherming nog niet in werking is getreden: Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief: (verklaring van geen bedenkingen van de Minister) Indien artikel 10.8, onderdeel B, van de Wet natuurbescherming in werking treedt, wordt bovenstaande vervangen door: Projecten of handelingen in kader van de Wet natuurbescherming (bescherming van een Natura 2000-gebied) Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een project of verrichten van een andere handeling als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder j, van de Wabo bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten |
€ 267,00 |
|
2.3.13 |
ndien artikel 10.8, onderdeel B, van de Wet natuurbescherming in werking treedt, treedt het volgende in werking: Handelingen in het kader van de Wet natuurbescherming (bescherming van de soorten) Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een handeling als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder k, van de Wabo bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten |
€ 367,00 |
|
2.3.14 |
Andere activiteiten: Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling: |
||
2.3.14.1 |
behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ 267,00 |
|
2.3.14.2 |
behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
||
2.3.14.2.1 |
als het een gemeentelijke verordening betreft: |
€ 267,00 |
|
2.3.14.2.2 |
als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: |
€ 267,00 |
|
2.3.15 |
Omgevingsvergunning in twee fasen: Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
||
2.3.15.1 |
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: Het tarief bedraagt 50% van het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft; |
||
2.3.15.2 |
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: Het tarief bedraagt 50% van het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft. |
||
2.3.16 |
Beoordeling bodemrapport: Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld: |
||
2.3.16.1 |
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport: |
||
2.3.16.2 |
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3 en 3.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een archeologisch onderzoek noodzakelijk is en hierover het advies van de Cultuur Companie Noord-Holland moet worden ingewonnen, wordt het overeenkomstig 2.3 en 3.1 berekende bedrag verhoogd met het bedrag van de door de Cultuur Companie Noord-Holland vastgestelde advieskosten. |
||
2.3.17 |
Advies: Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: |
€ 267,00 |
|
2.3.18 |
Verklaring van geen bedenkingen: |
||
2.3.18.1 |
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld paragraaf 2.5 van de Wabo: |
||
2.3.18.1.1 |
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: |
€ 267,00 |
|
2.3.18.1.2 |
indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: |
€ 267,00 |
|
2.3.18.1.3 |
Indien de gemeenteraad of een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenking of een advies aan een andere overheidsorgaan moet afgeven voor een project of bouwplan dat de gemeente overschrijdend is: |
€ 6.600,00 |
|
Hoofdstuk 4 Vermindering |
|||
2.4.1 |
Vervallen. |
||
Hoofdstuk 5 Teruggaaf |
|||
2.5.1 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten. Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 3.1, 3.2 en 3.6 intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
||
2.5.1.1 |
indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 1 maand na het in behandeling nemen ervan van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges: 80 % van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges; |
||
2.5.1.2 |
indien de aanvraag wordt ingetrokken na 1 maand na het in behandeling nemen ervan en voor het verlenen van de vergunning: 60% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges; |
||
2.5.2 |
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 3.1, 3.2 en 3.6 intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 12 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: 40 % van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. |
||
2.5.2.1 |
Indien de gemeente een omgevingsvergunning van rechtswege heeft gegeven dat gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: 25 % van de op grond van dat onderdeel voor die betreffende activiteit verschuldigde leges. |
||
2.5.3 |
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten: |
||
2.5.3.1 |
Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 3.1, 3.2 of 3.6 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: 25% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. |
||
2.5.3.2 |
Onder een weigering bedoeld in onderdeel 5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. |
||
2.5.4 |
Minimumbedrag voor teruggaaf: Niet van toepassing. |
||
2.5.5 |
Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen: Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 3.1.2, 3.1.3, 3.3, 3.12, 3.14, 3.16, 3.17 en 3.18 wordt geen teruggaaf verleend. |
||
Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning |
|||
2.6.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 5.2 van toepassing is: |
||
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project |
|||
2.7.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeelt, geringe wijziging in het project indien de oorspronkelijke bouwkosten minder bedragen dan € 50.000: |
€ 154,00 |
|
2.7.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeelt, geringe wijziging in het project Indien de bouwkosten € 50.000 bedragen of meer: 10 % van de leges van de oorspronkelijke bouwkosten als bedoeld in artikel 3.1, met een maximum van € 100.000,00 |
||
Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten |
|||
2.8.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening: |
€ 5.731,00 |
|
2.8.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening: |
€ 2.674,00 |
|
Hoofdstuk 9 Sloopmelding |
|||
2.9.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een sloopmelding als bedoeld in artikel 8.2.1 van de Bouwverordening |
||
Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking |
|||
2.10.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking: |
€ 309,00 |
Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn
Artikel |
Omschrijving |
Tarief |
Hoofdstuk 1 Horeca |
||
3.1.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet |
€ 836,35 |
3.1.2 |
Het tarief bedraagt van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een gewijzigde vergunning of een wijziging op locatie ingevolge artikel 30 van de Drank- en Horecawet |
€ 172,25 |
3.1.2.1 |
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor wijziging leidinggevende tot 4 personen ingevolge artikel 30 van de Drank- en Horecawet |
€ 172,25 |
3.1.2.2 |
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor wijziging leidinggevende vanaf 4 personen en meer ingevolge artikel 30 van de Drank- en Horecawet |
€ 271,95 |
3.1.3 |
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet (het verstrekken van zwak-alcoholische dranken bij een in de beschikking aangegeven bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard). |
€ 95,00 |
3.1.4 |
Tot het verkrijgen van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening (exploitatievergunning horecabedrijf) per aanvraag, zonder terras |
€ 314,45 |
3.1.4.1 |
Tot het verkrijgen van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening (exploitatievergunning horecabedrijf) per aanvraag, met terras |
€ 414,15 |
3.1.4.2 |
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging omvang terras of wijziging van de openingstijden |
€ 172,25 |
3.1.4.3 |
Indien na het in behandeling nemen van een aanvraag genoemd in dit hoofdstuk, de aanvraag wordt ingetrokken of geweigerd, wordt op aanvraag teruggave van 50% van de geheven leges verleend |
|
Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten |
||
3.2.1 |
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 2.9, van de Algemene plaatselijke verordening (straatartiest), per dag (gebied aanwijzen) |
€ 47,55 |
3.2.2 |
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
3.2.2.1 |
tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2:25, eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening (evenement), voor een kleinschalig evenement waarbij minder dan 500 bezoekers dan wel toeschouwers aanwezig zijn, waarbij sprake is van een eendags evenement |
€ 165,75 |
3.2.2.1.1 |
tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2:25, eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening (evenement), voor een kleinschalig evenement waarbij minder dan 500 bezoekers dan wel toeschouwers aanwezig zijn, waarbij sprake is van een meerdaags evenement |
€ 331,55 |
3.2.2.2 |
tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2:25, eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening (regulier evenement), voor een grootschalig evenement waarbij meer dan 500 bezoekers dan wel toeschouwers aanwezig zijn, waarbij sprake is van een eendagsevenement |
€ 348,30 |
3.2.2.2.1 |
tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2:25, eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening (regulier evenement), voor een grootschalig evenement waarbij meer dan 500 bezoekers dan wel toeschouwers aanwezig zijn, waarbij sprake is van een meerdaags evenement |
€ 696,70 |
3.2.2.2.2 |
tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2:25, eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening (evenement), voor een (regulier) evenement waarbij meer dan 500 bezoekers dan wel toeschouwers aanwezig zijn en met een of meerdere standplaatsen, waarbij sprake is van een eendags evenement |
€ 448,85 |
3.2.2.2.3 |
tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2:25, eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening (evenement), voor een (regulier) evenement waarbij meer dan 500 bezoekers dan wel toeschouwers aanwezig zijn en met een of meerdere standplaatsen, waarbij sprake is van een meerdaags evenement |
€ 897,70 |
3.2.2.3 |
tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2.25, eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening (aandacht evenement), voor een grootschalig evenement waarbij meer dan 500 bezoekers dan wel toeschouwers aanwezig zijn, per dag, waarbij sprake is van een eendagsevenement |
€ 696,70 |
3.2.2.3.1 |
tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2:25 eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening (aandacht evenement), voor een grootschalig evenement waarbij meer dan 500 bezoekers dan wel toeschouwers aanwezig zijn, waarbij sprake is van een meerdaags evenement |
€ 1.393,30 |
3.2.2.3.2 |
tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2:25, eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening (evenement), voor een (aandacht) evenement waarbij meer dan 500 bezoekers dan wel toeschouwers aanwezig zijn en met een of meerdere standplaatsen, waarbij sprake is van een eendags evenement |
€ 796,90 |
3.2.2.3.3 |
tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2:25, eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening (evenement), voor een (aandacht) evenement waarbij meer dan 500 bezoekers dan wel toeschouwers aanwezig zijn en met een of meerdere standplaatsen, waarbij sprake is van een meerdaags evenement |
€ 1.593,70 |
3.2.3 |
tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 5:23 van de Algemene plaatselijke verordening (snuffelmarkten), per dag |
€ 317,05 |
3.2.4 |
Indien na het in behandeling nemen van een aanvraag genoemd in dit hoofdstuk maar voor het verlenen van de vergunning, de aanvraag wordt ingetrokken, wordt op aanvraag teruggaaf van 50% van de geheven leges verleend |
|
Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven |
||
3.3.1 |
tot het verkrijgen van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3:4 van de Algemene plaatselijke verordening (seksinrichtingen) |
€ 1.513,00 |
3.3.2 |
tot het overschrijven van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3:4 van de Algemene plaatselijke verordening (seksinrichtingen) op een andere naam, indien de inrichting door de nieuwe vergunninghouder op dezelfde wijze wordt voortgezet |
€ 339,70 |
Hoofdstuk 4 Brandbeveiligingsverordening |
||
3.4.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik van een inrichting, als bedoeld in artikel 2.1.1 van de brandbeveiligingsverordening: |
|
3.4.1.1 |
ten behoeve van een inrichting waarbij minder dan 500 personen per dag aanwezig zijn, bedraagt het legestarief |
€ 316,95 |
3.4.1.2 |
ten behoeve van een inrichting waarbij 500 of meer personen per dag aanwezig zijn, bedraagt het legestarief |
€ 477,15 |
3.4.1.3 |
Indien na het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een verleende vergunning, als bedoeld in artikel 2.1.1 van de brandbeveiligingsverordening |
€ 79,25 |
3.4.2 |
Indien na het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een gebruiksvergunning maar vóór het verlenen van de vergunning, de aanvraag wordt ingetrokken, wordt op aanvraag teruggaaf van 50% van de geheven leges verleend |
|
Hoofdstuk 5 Diverse vergunningen/ontheffingen |
||
3.5.1 |
tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2:72, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening (vuurwerkvergunning) |
€ 103,30 |
3.5.1.1 |
Tot het verkrijgen van een toestemming voor het laden en lossen van consumentenvuurwerk |
€ 95,00 |
3.5.2 |
tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 5:18, van de Algemene plaatselijke verordening (standplaatsvergunning):Soort vergunning: |
|
3.5.2.1 |
vast 1 of meer dagen voor een periode van 5 jaar |
€ 482,40 |
3.5.2.2 |
tijdelijke (seizoensplaats) voor een periode van 1 jaar |
€ 100,50 |
3.5.2.3 |
incidenteel |
€ 100,50 |
3.5.2.4 |
weigering standplaats |
€ 100,50 |
3.5.2.5 |
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 5.2.1, 5.2.2, 5.2.3, 5.2.4 bedraagt het tarief krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een toets ruimtelijke kwaliteit noodzakelijk is en hiervoor het advies van de extern adviseur ruimtelijke kwaliteit moet worden ingewonnen, wordt het overeenkomstig 2.3 en 3.1 berekende bedrag verhoogd met het bedrag van de door de stichting Mooi Noord-Holland adviseurs omgevingskwaliteit vastgestelde advieskosten. |
|
3.5.3 |
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 12, eerste lid, van de Afvalstoffenverordening (inzamelen door anderen dan de inzameldienst) |
€ 142,65 |
3.5.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een andere, in deze titel niet genoemde vergunning of ontheffing of tot het nemen van een andere beschikking |
€ 95,00 |
3.5.4.1 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een andere, in deze titel niet genoemde vergunning of ontheffing of tot het nemen van een andere beschikking voor een termijn van 5 jaar: |
€ 142,50 |
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 20 december 2016
de griffier, |
de voorzitter, |
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl