Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR440014
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR440014/2
Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Berkelland 2025
Geldend van 29-01-2025 t/m heden
Intitulé
Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Berkelland 2025Raadsvergadering : 24 januari 2017
Agendapunt :
De raad van de gemeente Berkelland;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 6 december 2016;
b e s l u i t :
vast te stellen de:
Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Berkelland 2025
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Artikel 1. Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
begraafplaatsen:
- ○
Begraafplaats Borculoseweg gelegen aan de Borculoseweg 20 te Eibergen;
- ○
Begraafplaats De Sprakelberg gelegen aan de Oude Diepenheimseweg 18 te Geesteren;
- ○
Begraafplaats Deugenweerd gelegen aan Deugenweerd 7 te Borculo;
- ○
Begraafplaats Drostenkamp gelegen aan de Bergweg 14 te Neede;
- ○
Begraafplaats Geesteren gelegen aan de Oude Diepenheimseweg 22 te Geesteren;
- ○
Begraafplaats Gelselaar gelegen aan de Pierinkdijk 6 te Gelselaar;
- ○
Begraafplaats Haaksbergseweg gelegen aan de Haaksbergseweg 27a te Eibergen;
- ○
Begraafplaats Haarlo gelegen aan de Wolinkweg 21 te Haarlo;
- ○
Begraafplaats Lindevoort gelegen aan de Lindevoort 20 te Rekken;
- ○
Begraafplaats Rozenkamp gelegen aan de Haaksbergseweg 17 te Neede;
- ○
Begraafplaats Ruurlo gelegen aan de Borculoseweg 73 te Ruurlo.
- ○
- b.
graf: een zandgraf of grafkelder
- c.
grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin één of meerdere overledenen worden begraven of asbussen worden bijgezet; grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand.
- d.
asbus: een bus ter berging van as van een overledene;
- e.
urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;
- f.
particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:
- 1.
het doen begraven en begraven houden van één of meer overledenen;
- 2.
het doen bijzetten en bijgezet houden van één of meer asbussen met of zonder urn;
- 3.
het doen verstrooien van as.
- 1.
- g.
particulier kindergraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen begraven en begraven houden van levenloos geborenen, alsmede van kinderen tot 12 jaar;
- h.
natuurgraf: een graf dat zich bevindt in een natuurlijke omgeving, zoals een bos, heideveld of ander natuurgebied. Dit graf wordt gekenmerkt door minimale verstoring van de natuur en zonder traditionele grafstenen.
- i.
algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van overledenen.
- j.
particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:
- 1.
het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;
- 2.
het doen verstrooien van as.
- 1.
- k.
particuliere urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;
- l.
verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid;
- m.
gedenkteken: voorwerp op het graf voor het aanbrengen van opschriften of figuren, daaronder begrepen kettingen en hekwerken;
- n.
grafbeplanting: beplanting die door de rechthebbende op een graf wordt aangebracht;
- o.
grafbedekking: gedenkteken, afdekplaat, grafbeplanting en andere voorwerpen op een graf of bij een urnenruimte;
- p.
het college: burgemeester en wethouders van de gemeente Berkelland;
- q.
beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaatsen of degene die hem vervangt;
- r.
rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een particulier (kinder)graf of een particulier urnengraf, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden;
- s.
belanghebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf is verleend;
- t.
grafrecht: het uitsluitend recht op het begraven en begraven houden in een particulier graf, particulier kindergraf of recht tot het doen bijzetten en bijgezet houden in een particulier urnengraf;
- u.
grafakte: de beschikking waarin overeenkomstig die bepaling van de verordening door of namens het college een grafrecht wordt verleend voor een particulier graf;
- v.
ruimen: na schriftelijk afstand van het grafrecht de stoffelijke resten opgraven en herbegraven in een daarvoor bestemd gedeelte van de begraafplaats;
- w.
samenvoegen of schudden: het samenvoegen van stoffelijke resten uit één graf en deze onder in hetzelfde graf herbegraven zodat er ruimte ontstaat voor een nieuwe begraving;
- x.
uitvoeringsbesluit of nadere regels: regelgeving met betrekking tot de uitvoering, welke onlosmakelijk is verbonden aan onderhavige beheersverordening. Het uitvoeringsbesluit kan los van de beheersverordening worden aangepast.
Artikel 2. Voorwaarden
-
1. Aan krachtens deze verordening te verlenen toestemmingen, vergunningen of ontheffingen kunnen voorwaarden worden verbonden.
-
2. Indien de in het eerste lid bedoelde voorwaarden niet worden nageleefd, kan het college besluiten de toestemming, vergunning of ontheffing in te trekken.
-
3. De houder van de toestemming, vergunning of ontheffing is verplicht deze op eerste vordering te tonen aan hen, die belast zijn met het opsporen van overtredingen van deze verordening. Bij weigering hiervan wordt de houder geacht zonder toestemming, vergunning of ontheffing te hebben gehandeld.
Hoofdstuk 2. Beheer, bestemming en registratie
Artikel 3. Beheer
-
1. Het beheer van de begraafplaatsen berust bij het college.
-
2. Onder toezicht van het college worden één of meer daartoe aangewezen personen belast met:
- a.
de administratie van de begraafplaatsen;
- b.
de dagelijkse leiding van de begraafplaatsen;
- c.
het onderhoud van de begraafplaatsen;
- d.
het laten delven of openen en sluiten van (kinder)graven en urnengraven;
- e.
het naleven van de wettelijke voorschriften ten aanzien van het begraven van overledenen en het plaatsen van asbussen.
- a.
Artikel 4. Register en plaats registratie
-
1. Het college houdt een register bij van de begraven overledenen en de bezorgde as en kan hiervoor nadere regels vaststellen.
-
2. Het register bevat van alle graven de rechthebbenden met hun namen en adressen. In dit register worden tevens de naam, geboortedatum en de datum van overlijden opgenomen van degene die is begraven of waarvan de as is bezorgd. Daarbij is vermeld de grafaanduiding en de dag van de begraving of bijzetting.
-
3. De rechthebbenden zijn verplicht de wijziging van hun adres aan het college door te geven. Indien aanschrijvingen en andere ingevolge deze verordening vereiste mededelingen verzonden zijn aan het door de rechthebbende laatstelijk opgegeven adres, kan deze zich nimmer op het niet ontvangen daarvan beroepen.
-
4. Van het in het eerste lid bedoelde register kunnen uitsluitend rechthebbenden en een kopie van het uittreksel ten aanzien van hun grafplaats en leges verkrijgen.
Hoofdstuk 3. Openstelling, orde en rust op de begraafplaats
Artikel 5. Openstelling begraafplaatsen
-
1. De begraafplaatsen zijn voor eenieder dagelijks toegankelijk gedurende door het college bij nadere regels vast te stellen tijden. Het college maakt deze tijden openbaar bekend.
-
2. Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaatsen kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten.
-
3. Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaatsen niet voor het publiek geopend zijn, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.
Artikel 6. Ordemaatregelen
-
1. Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaatsen hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van of namens de beheerder.
-
2. De beheerder kan personen die zich niet aan de in het eerste lid bedoelde aanwijzing houden van de begraafplaats verwijderen of laten verwijderen.
Artikel 7. Verboden
-
1. Het is verboden op de begraafplaatsen:
- a.
goederen ter verkoop aan te bieden;
- b.
op enige wijze reclame te maken voor handel of bedrijf;
- c.
op graven te lopen of de begraafplaatsen te verontreinigen;
- d.
de graven, de gedenktekens, de beplanting, de gebouwen en de paden te bekladden, te beschadigen of op enigerlei andere wijze te verontreinigen;
- e.
honden los te laten lopen;
- f.
dieren te begraven of bij te zetten;
- g.
zich toegang tot de begraafplaatsen te verschaffen anders dan via de daarvoor bestemde ingangen;
- h.
iets te doen of na te laten dat in strijd is met de eerbied van de nagedachtenis van de overledene;
- i.
(brom)fietsen of rij- of voertuigen, met uitzondering van invaliden-, kinder- en wandelwagens, mee te nemen dan wel te rijden anders dan ter gelegenheid van een begrafenis, ter bezorging van as of tot het vervoeren van materialen bestemd voor op de begraafplaats te verrichten werkzaamheden;
- j.
met motorrijtuigen sneller dan 5 km per uur te rijden;
- k.
zonder toestemming van de beheerder een geluidsinstallatie aanwezig te hebben en/of te gebruiken op de begraafplaatsen.
- a.
-
2. De beheerder is bevoegd personen die zich niet houden aan het bepaalde in lid 1 van dit artikel de toegang tot de begraafplaatsen te ontzeggen.
-
3. Het college kan ontheffing verlenen van de verboden zoals genoemd in lid 1.
Artikel 8 Plechtigheden
-
1. Het is verboden zonder toestemming van het college herdenkingen, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaatsen te houden.
-
2. Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaatsen kunnen slechts plaatsvinden nadat deze ten minste zes werkdagen tevoren zijn gemeld aan de beheerder. Datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop deze zal plaatsvinden worden in overleg met de aanvrager door de beheerder vastgesteld.
-
3. De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.
-
4. Het college kan de toestemming weigeren op grond van vrees voor verstoring van de openbare orde op de begraafplaatsen.
Hoofdstuk 4. Indeling begraafplaats en uitgifte van graven
Artikel 9. Soorten graven
-
1. Op de begraafplaatsen kunnen worden uitgegeven:
- a.
particuliere graven;
- b.
particuliere kindergraven;
- c.
particuliere natuurgraven;
- d.
particuliere urnengraven;
- e.
particuliere urnennissen.
- a.
-
2. Op de begraafplaatsen kan het gebruik worden verleend voor:
- a.
algemene graven
- b.
de gemeentelijke verstrooiingsplaatsen.
- a.
-
3. Asbussen mogen in de particuliere graven geplaatst worden na toestemming van de rechthebbende.
-
4. Een asverstrooiing dient altijd plaats te vinden onder toezicht van de beheerder.
-
5. Het college stelt nadere regels betreffende het aantal overledenen en asbussen, met of zonder urn, dat in particuliere graven kan worden begraven en bijgezet en het aantal overledenen dat in een algemeen graf kan worden begraven. Tevens bepaalt het college de afmetingen en uitgifteduur van de particuliere en algemene graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de Lijkbezorging.
Artikel 10. Volgorde van uitgifte
-
1. Particuliere graven, particuliere urnengraven en algemene graven worden slechts voor directe begraving en in volgorde van ligging uitgegeven.
-
2. De uitgifte van natuurgraven en particuliere urnennissen worden in samenspraak met de beheerder bepaald.
-
3. Het college kan een graf toewijzen anders dan voor directe begraving en buiten de volgorde van uitgifte, indien dit wegens de situatie op de begraafplaats niet bezwaarlijk is.
Artikel 11. Termijnen graven
-
1. De graftermijn begint te lopen op de datum waarop het particuliere graf of de reservering is uitgegeven.
-
2. Algemene graven worden ter beschikking gesteld voor een gebruikstermijn welke in het uitvoeringsbesluit is vastgesteld. Deze termijn kan niet worden verlengd. Een stoffelijk overschot kan echter na afloop van de gebruikstermijn, op schriftelijk verzoek en op kosten van de belanghebbende volgens de bepalingen van deze verordening in een particulier graf worden herbegraven of worden gecremeerd.
-
3. Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende, of indien deze is overleden, door één van de in artikel 12, lid 1, bedoelde personen.
-
4. De in het vorige lid bedoelde periode van verlenging wordt naar boven toe afgerond op gehele jaren.
-
5. Een particulier grafrecht kan slechts aan één rechthebbende worden verleend.
-
6. Het uitsluitend recht op een particulier graf geeft de rechthebbende zeggenschap over wie in dat graf wordt begraven en begraven wordt gehouden, onder de voorwaarden en de beperkingen van deze verordening.
-
7. Het uitsluitend grafrecht wordt door het college schriftelijk bevestigd aan de rechthebbenden middels een grafakte.
-
8. Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het particuliere graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.
Artikel 12. Overschrijving van verleende rechten
-
1. Het recht op een particulier graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven op naam van een ander natuurlijk persoon of rechtspersoon.
-
2. Het gebruik op een algemeen graf kan overgedragen worden op een andere belanghebbende door overlegging aan de beheerder van een door de belanghebbende en de betrokken opvolger getekend bewijs van overdracht. Deze opvolger is een natuurlijk persoon of rechtspersoon.
-
3. Na het overlijden van de rechthebbende kan het recht op het particuliere graf worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon, indien de aanvraag daartoe wordt gedaan binnen zes maanden na het overlijden van de rechthebbende. Indien de overleden rechthebbende in het graf dient te worden begraven, of indien de asbus met zijn resten in het graf dient te worden bijgezet, dient het verzoek tot overschrijving daaraan voorafgaand te worden gedaan.
-
4. Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan het college niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn van zes maanden, is het college bevoegd het recht op het particuliere graf te doen vervallen.
-
5. Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn van zes maanden kan het college het particuliere graf alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een particulier graf dat inmiddels is geruimd.
Hoofdstuk 5. Voorschriften voor lijkbezorging
Artikel 13. Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf
-
1. Degene die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk twee werkdagen voorafgaande de dag waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag en zondag gelden voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag.
-
2. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om de overledene binnen 36 uur na het overlijden te begraven, moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.
-
3. De zich op een particulier graf bevindende grafbedekking of voorwerpen moeten door een steenhouwer uiterlijk twee werkdagen voorafgaand het openen van het graf worden verwijderd in opdracht van de rechthebbende.
-
4. Het openen en sluiten van een particulier graf mag alleen uitsluitend in opdracht van een in leven zijnde rechthebbende worden uitgevoerd. In geval van een overleden rechthebbende dient het grafrecht eerst overgeschreven te zijn aan een nieuwe rechthebbende.
-
5. Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaatsen op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder.
-
6. In bijzondere gevallen kan het college van dit artikel ontheffing verlenen.
Artikel 14. Over te leggen stukken
-
1. Tot begraving wordt niet overgegaan dan nadat het verlof tot begraven is overgelegd aan de beheerder.
-
2. Indien de begraving of de bezorging van as in een particulier graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet.
-
3. De beheerder onderzoekt of de overgelegde stukken toereikend zijn.
Artikel 15. Tijden van begraven en asbezorging
-
1. De tijden van het begraven en het bezorgen van de as wordt door het college in het uitvoeringsbesluit bepaald.
-
2. Het begraven buiten de genoemde tijden is slechts mogelijk met ontheffing van de burgemeester. In dat geval wordt de tijd van begraven aangemerkt als een buitengewoon uur.
-
3. De tijdstippen als in het vorige lid bedoeld, worden in overleg bepaald met de beheerder.
-
4. Het college kan in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.
Hoofdstuk 6. Gedenktekens en grafbedekkingen
Artikel 16. Vergunning gedenkteken
-
1. Voor het hebben van een gedenkteken is een schriftelijke vergunning nodig van het college.
-
2. De rechthebbende van een particulier graf en belanghebbende van een algemeen graf vraagt de vergunning voor het hebben van een grafbedekking aan.
-
3. Het college kan nadere regels vaststellen omtrent de wijze van aanvragen, de aard en de afmetingen van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen.
-
4. Het colllege kan nadere regels stellen voor grafbedekkingen waarvoor geen vergunning nodig is.
-
5. Het college kan de vergunning weigeren indien:
- a.
niet voldaan wordt aan de door hen vastgestelde nadere regels in het uitvoeringsbesluit;
- b.
de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;
- c.
de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;
- d.
de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is;
- e.
de begraafrechten en/of grafrechten niet zijn voldaan.
- a.
-
6. Voorwaarde voor het afgeven van een vergunning is dat te allen tijde de rechthebbende op een particulier graf en de belanghebbende op een algemeen graf eigenaar is en blijft van de grafbedekking zolang het graf niet geruimd mag worden.
Artikel 16a. Grafkelder
Het college kan aan rechthebbende op een particulier graf vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig de door het college te stellen voorwaarden.
Artikel 17. Grafbeplanting
-
1. Het aanbrengen van beplantingen buiten de afmetingen van het graf is niet toegestaan.
-
2. Grafbeplanting die buiten het graf, zonder toestemming of anders dan aangewezen is aangebracht of onvoldoende wordt onderhouden kan op last van het college door de beheerder worden verwijderd. Dit vindt niet plaats dan nadat rechthebbende per brief, via het mededelingenbord op de begraafplaats of via een aanwijzing bij het graf is opgeroepen en gelegenheid is geboden voor aanpassing. Bij verwijdering van de beplanting is geen recht op schadevergoeding.
-
3. Grafbeplanting op een graf die in een verwaarloosde staat verkeert kan door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd.
Artikel 18. Verwijdering grafbedekking
-
1. De rechthebbende op een particulier graf of de belanghebbende op een algemeen graf kan voor het verstrijken van de termijn een verzoek indienen om de grafbedekking te (laten) verwijderen.
-
2. Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking maakt het college ten minste drie maanden voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd per brief aan de rechthebbende bekend. Wanneer het adres van de rechthebbende niet bekend is, maakt het college het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking gedurende ten minste drie maanden voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats bekend. Wanneer er niet betaald wordt voor verlenging van de grafrechten vervalt de grafbedekking aan de gemeente.
-
3. De grafbedekking vervalt na het verstrijken van de graftermijn van rechtswege aan de gemeente en kan door het college worden verwijderd en vernietigd.
Artikel 19. Onderhoud door de rechthebbende
-
1. Het (doen) plaatsen, aanbrengen, herstellen, vernieuwen of verwijderen van de grafbedekking geschiedt door, voor rekening van en voor risico van de rechthebbende of belanghebbende.
-
2. De rechthebbende of belanghebbende is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen.
-
3. De rechthebbende of belanghebbende is verantwoordelijk voor het (laten) herstellen van een verzakking van de grafbedekking.
-
4. Indien de rechthebbende of belanghebbende nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking verwijderen, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.
-
5. De verwijdering vindt niet plaats dan nadat het college de rechthebbende, of wanneer het algemeen graf betreft de belanghebbende, schriftelijk op de hoogte heeft gesteld van de toestand van de grafbedekking. Wanneer het adres van de rechthebbende of belanghebbende niet bekend is maakt het college de verklaring bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.
-
6. Het college kan de rechthebbende of belanghebbende per aanschrijving verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar op levert voor derden.
-
7. Nadat de rechthebbende of belanghebbende is geïnformeerd is de beheerder bevoegd tot het tijdelijk wegnemen van de grafbedekking als dat nodig is voor het beheer van de begraafplaats.
Artikel 20. Onderhoud door gemeente
-
1. Het college voorziet in het algemeen onderhoud en het schoonhouden van de begraafplaatsen.
Dit betekent dat het college voorziet in:
- a.
periodiek onderhoud aan begroeiing en bomen;
- b.
periodiek onderhoud aan de paden;
- c.
het graf aan de buitenkant van het oppervlak aanvullen met grond na verzakking;
- d.
onderhoud aan de algemene verstrooiingsplaats;
- e.
schoonhouden van de begraafplaatsen.
- a.
Artikel 21. Aansprakelijkheid
-
1. Zolang het graf niet geruimd mag worden, blijft de rechthebbende eigendom houden van het gedenkteken, de beplantingen en andere voorwerpen. Al hetgeen wat op het graf geplaatst is, wordt geacht voor rekening en risico van de rechthebbende te zijn aangebracht.
-
2. Naast het (doen) plaatsen en aanbrengen geschiedt ook het herstellen, vernieuwen of verwijderen van de grafbedekking door en voor rekening en risico van de rechthebbende.
-
3. Indien door een ondeugdelijke (geworden) constructie naar het oordeel van het college een gevaarlijke situatie is ontstaan, kan het college direct maatregelen treffen.
-
4. Schade en eventuele gevolgschade door derden is voor rekening en risico van de rechthebbende en deze dient de daaraan toegebrachte schade, door welke omstandigheid ook, op eerste aanschrijven te (doen) herstellen.
-
5. Indien binnen drie maanden na de dag van aanschrijving geen herstel of vernieuwing heeft plaatsgevonden, is het college bevoegd tot verwijdering en vernietiging van het gedenkteken of beplantingen en andere voorwerpen over te gaan zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.
-
6. De gemeente is niet verantwoordelijk voor de voorwerpen, welke zich op of bij de graven bevinden. Evenmin kan zij aansprakelijk worden gesteld voor schade aan deze voorwerpen, diefstal of het zoekraken daarvan, tenzij aan de zijde van de gemeente opzet of grove schuld aanwezig is.
Hoofdstuk 7. Ruiming van graven
Artikel 22. Vervallen grafrecht
-
1. Het grafrecht vervalt:
- a.
door het verlopen van de termijn waarvoor het recht is verleend;
- b.
indien de rechthebbende schriftelijk afstand doet van het recht;
- c.
indien één van de begraafplaatsen wordt opgeheven of aan zijn bestemming wordt onttrokken.
- a.
-
2. Het college kan de grafrechten vervallen verklaren:
- a.
indien de betaling van de grafrechten of het gebruiksrecht ten behoeve van de vestiging of een verlenging van het grafrecht -ondanks een aanmaning- niet binnen drie maanden na aanvang van die termijn is geschied;
- b.
indien de rechthebbende of belanghebbende -ondanks een aanmaning- in verzuim blijft een op grond van deze verordening op hem rustende verplichting na te komen of daarmee in strijd handelt;
- c.
indien de rechthebbende van een particulier graf is overleden en het recht niet binnen zes maanden is overgeschreven.
- a.
-
3. Datum ingang vervallen grafrecht:
- a.
indien de graftermijn verlopen is en de rechthebbende doet schriftelijk afstand van het grafrecht vervallen de rechten op datum afloop grafrecht;
- b.
indien de rechthebbende op verzoek, voortijdig, schriftelijk afstand doet van het grafrecht vervallen de rechten op datum van ondertekening van de schriftelijke verklaring.
- a.
-
4. In de gevallen als bedoeld in dit artikel vindt geen terugbetaling plaats van (een deel van) de betaalde rechten.
-
5. Onverminderd het bepaalde in voorgaande leden is de rechthebbende of belanghebbende of degene die opdracht heeft gegeven een grafrecht te vestigen of andere diensten te verrichten, een uitvaartverzorger inbegrepen, bij niet (tijdige) betaling van kosten die plechtigheden als bedoeld in artikel 8 of maatregelen als bedoeld in artikel 6, zonder vanaf de factuurdatum aan de rechthebbende in rekening te brengen:
- a.
rente ad 1,5% per maand- een gedeelte van een maand als een maand gerekend- over het opeisbare bedrag
- b.
administratiekosten, gesteld op 10% van het factuurbedrag, met een minimum van €25,- per factuur
- c.
alle gerechtelijke en buitengerechtelijke incassokosten; deze laatste worden wat omvang betreft bepaald door de door het college met de inning belaste advocaat en/of incassobureau
- a.
Artikel 23. Ruiming, bezorging van overblijfselen en as
-
1. Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt tenminste zes maanden voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden per brief aan de rechthebbende, of wanneer het algemeen graf betreft, aan een belanghebbende bekend gemaakt. Wanneer het adres van de rechthebbende niet bekend is, maakt het college het voornemen tot ruiming van het graf ten minste één jaar voorafgaande aan het tijdstip van de ruiming door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaatsen op het publicatiebord bekend.
-
2. De beheerder draagt er zorg voor dat met de bij de ruiming van het graf nog aanwezige stoffelijke resten te allen tijde respectvol wordt omgegaan en dat bezoekers van de begraafplaats niet met stoffelijke resten worden geconfronteerd.
-
3. De bij de ruiming van het graf nog aanwezige stoffelijk resten worden begraven op daartoe bestemde gedeelten van de begraafplaatsen.
-
4. De rechthebbende van een particulier graf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de stoffelijke resten te doen verzamelen om deze opnieuw in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze te cremeren of elders opnieuw te doen begraven. De rechthebbende op een particulier urnengraf kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.
-
5. Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de stoffelijke resten, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor crematie of herbegraving elders.
-
6. Nabestaanden van een overledene waarvan een asbus al of niet met een urn is bijgezet kunnen bij de beheerder een aanvraag indienen om deze ter beschikking te houden voor herbegraving of verstrooiing elders.
-
7. Indien de dag waarop het graf geruimd mag worden de grafbedekking niet is verwijderd, is het college bevoegd tot verwijdering en vernietiging van de gedenktekens, beplantingen en andere voorwerpen over te gaan, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.
-
8. Het opgraven van stoffelijke resten en het ruimen van graven is slechts toegestaan indien daarbij geen andere personen aanwezig zijn dan degenen die met deze werkzaamheden zijn belast. De beheerder zal voor deze werkzaamheden de begraafplaats tijdelijk geheel of gedeeltelijk sluiten.
Hoofdstuk 8. Historische graven
Artikel 24. Lijst
-
1. Het college houdt een lijst bij van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.
-
2. Alvorens tot ruiming van graven wordt overgegaan onderzoekt het college of er graven zijn die in aanmerking komen om op de lijst te worden bijgeschreven.
-
3. Het college beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan.
Hoofdstuk 9. Overige bepalingen
Artikel 25. Klachten
-
1. Bezoekers van de begraafplaatsen en personen die in de gemeente Berkelland een belang hebben kunnen omtrent feitelijke handelingen of het nalaten van feitelijke handelingen betreffende de begraafplaats bij het college een schriftelijke klacht indienen.
-
2. Voor de afhandeling van de klachten is de in de gemeente geldende klachtenprocedure van toepassing.
Artikel 26. Beslissingsbevoegdheid
Het college kan van de bepalingen in deze verordening afwijken via nadere regels.
Artikel 27. Overgangsbepaling
-
1. Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de “Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats gemeente Berkelland 2017” gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening;
-
2. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van de “Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats gemeente Berkelland 2017” een aanvraag om vergunning op grond van de verordening begraafplaatsen is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.
Artikel 28. Strafbepaling
-
1. Hij die handelt in strijd met de artikel 5, 6 en 7 wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.
-
2. De in het eerste lid genoemde strafbare feiten worden beschouwd als overtredingen.
Artikel 29. Inwerkingtreding
Deze verordening treedt inwerking de dag na bekendmaking.
Artikel 30. Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Berkelland 2025.
Ondertekening
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl