Verordening adviescommissie beeldende kunst

Geldend van 01-11-1999 t/m heden

Intitulé

Verordening adviescommissie beeldende kunst

(inclusief 1e wijziging d.d. 14 oktober 1999)

De raad van de gemeente Bussum;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Bussum d.d.

22 september, nummer. RV99.95;

gelet op:

Besluit:

vast te stellen de volgende

VERORDENING ADVIESCOMMISSIE BEELDENDE KUNST

(inclusief 1e wijziging d.d. 14 oktober1999)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

A.

Burgemeester en wethouders:

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bussum.

B.

Gemeenteraad:

de gemeenteraad van de gemeente Bussum.

C.

Commissie:

een adviescommissie (beeldende kunst), als bedoeld in artikel 91 van de gemeentewet, aan welke in deze verordening omschreven taken zijn toegekend.

Artikel 2 Taak van de commissie

  • 1. De commissie heeft tot taak burgemeester en wethouders gevraagd of ongevraagd te adviseren over:

    • -

      de besteding van het fonds aankoop en instandhouding kunstwerken;

    • -

      de toepassing van de 1% regeling;

    • -

      het gemeentelijk beeldend kunstbeleid.

  • 2. Hierbij wordt rekening gehouden met de randvoorwaarden zoals geformuleerd in de toelichting op de verordening adviescommissie beeldende kunst.

Artikel 3 Samenstelling

De commissie is als volgt samengesteld:

  • -

    voorzitter (portefeuillehouder voor onder meer kunst & cultuur)

  • -

    secretaris (medewerker kunst & cultuur)

  • -

    deskundige (beeldend kunstenaar)

  • -

    deskundige (beeldend kunstenaar)

  • -

    deskundige (kunstkenner)

  • -

    afgevaardigde Stichting Welzijn en Educatie Bussum (stafmedewerker o.a. cultuur)

Artikel 4 Uitbreiding

Naast de vaste leden kan de commissie, afhankelijk van de aan de orde zijnde onderwerpen, tijdelijk door het college van burgemeester en wethouders worden aangevuld met

  • a.

    door ambtelijke en niet-ambtelijke adviseurs,

  • b.

    een per kunstopdracht/aankoop wisselende omwonende/gebruiker.

Artikel 5 Benoeming

De leden worden benoemd door de gemeenteraad.

Artikel 6 Lidmaatschap/Zittingsduur

  • 1. De vaste leden van de commissie worden benoemd voor een periode gelijk aan de zittingsduur van de leden van de gemeenteraad.

  • 2. De leden treden af aan het eind van de zittingsduur en kunnen opnieuw worden benoemd met een maximum van twee termijnen.

  • 3. De leden van de commissie kunnen tussentijds ontslag nemen. Het ontslag wordt schriftelijk ingediend bij burgemeester en wethouders.

  • 4. Het lidmaatschap van de commissie eindigt wanneer een lid de functie uit hoofde waarvan het is aangewezen niet meer bekleedt.

  • 5. In de vervulling van een tussentijdse vacature wordt zo spoedig mogelijk voorzien.

  • 6. Het lid, dat voor een tussentijds opengevallen plaats is benoemd, treedt af op het tijdstip waarop het vervangen lid zou moeten aftreden.

Artikel 7 Beperkingen

De leden van de commissie zijn tijdens hun zittingsduur uitgesloten van deelname aan projecten, werkzaamheden e.d. die voortvloeien uit adviezen van de commissie.

Artikel 8 Vergaderingen

  • 1. De vergaderingen van de commissie zijn openbaar.

  • 2. Van lid 1 kan worden afgeweken wanneer:

    • -

      burgemeester en wethouders de behandeling van een onderwerp van vergadering in het openbaar niet wenselijk achten.

    • -

      naar het oordeel van de commissie de bescherming van het openbaar belang of van belangen van individuele personen dit vereist.

Artikel 9 Frequentie

  • 1. De commissie vergadert wanneer de voorzitter dit nodig vindt of wanneer dit door tenminste drie leden onder opgaaf van redenen schriftelijk wordt aangevraagd.

  • 2. Een op verzoek van tenminste drie leden te houden vergadering vindt binnen acht werkdagen na ontvangst van het verzoek plaats.

Artikel 10 Uitnodiging

  • 1. De leden van de commissie worden schriftelijk voor de vergadering uitgenodigd.

  • 2. De uitnodiging vermeldt de dag, tijd en plaats van de vergadering en de agenda.

  • 3. De voorzitter of één van de leden kan (in spoedeisende gevallen) tijdens de vergadering voorstellen een onderwerp aan de agenda toe te voegen. De commissie beslist of dit onderwerp behandeld wordt.

  • 4. De uitnodiging wordt, behalve in spoedeisende gevallen, tenminste vijf dagen voor de vergadering toegezonden.

Artikel 11 Presentie

  • 1. De commissie kan niet beraadslagen of besluiten als niet tenminste de helft van het aantal leden aanwezig is.

  • 2. Is minder dan de helft van het aantal leden op komen dagen of niet langer aanwezig dan sluit de voorzitter de vergadering.

  • 3. Wanneer sprake is van de situatie als bedoeld in het tweede lid van dit artikel, dan is de voorzitter bevoegd een andere datum voor de vergadering vast te stellen.

Artikel 12 Stemmen

  • 1. Alle leden, met uitzondering van de voorzitter, hebben stemrecht.

  • 2. Alle besluiten worden bij meerderheid van stemmen genomen.

  • 3. Over personen wordt schriftelijk, over zaken mondeling gestemd. Als door geen van de leden stemming is aangevraagd bij het nemen van een besluit, dan wordt het voorstel geacht te zijn aangenomen.

  • 4. Bij staken van stemmen beslist het lot.

Artikel 13 Geheimhouding

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen geheimhouding opleggen over de in een vergadering te behandelen of te overleggen stukken.

  • 2. Deze geheimhouding kan alleen door burgemeester en wethouders worden opgeheven.

  • 3. De voorzitter kan voorlopige geheimhouding opleggen en weer opheffen.

Artikel 14 Verslaglegging

  • 1. Van elke vergadering wordt een verslag gemaakt.

  • 2. Het verslag wordt aan de leden en aan burgemeester en wethouders toegezonden.

Artikel 15 Presentiegelden

  • 1. De niet-ambtelijke leden van de commissie ontvangen voor het bijwonen van de vergaderingen presentiegeld overeenkomstig de verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden.

  • 2. De niet-ambtelijke leden ontvangen alleen vergoedingen voor specifieke werkzaamheden buiten de vergaderingen om, wanneer die vooraf als zodanig door de commissie bepaald zijn.

Artikel 16 De secretaris

  • 1. Burgemeester en wethouders wijzen de secretaris aan.

  • 2. De secretaris is belast met de dagelijkse werkzaamheden die uit de taak van de commissie voortvloeien.

Artikel 17 Jaarverslag

De commissie brengt van haar werkzaamheden jaarlijks verslag uit aan burgemeester en wethouders.

Artikel 18 De werkwijze

De commissie voert de selectie bij aankoop en opdrachtgeving van kunstenaars/kunstwerken uit. Uit de ingestuurde documentatie en (indien nodig) op basis van atelierbezoek selecteert de adviescommissie op basis van kwaliteit een aantal kunstenaars (maximaal 3). De geselecteerde kunstenaars worden gevraagd met een idee-schets te komen.

De adviescommissie Beeldende Kunst bepaalt welk van de schetsontwerpen (maximaal 3) als principe keuze aan het college van Burgemeester en Wethouders en de commissie AZ wordt voorgelegd.

Burgemeester en wethouders en de commissie AZ nemen kennis van het gekozen schetsontwerp.

De adviescommissie Beeldende Kunst brengt de schetsontwerpen in de inspraak. Met het oog op de eventuele functie die de gekozen locatie binnen de gemeente Bussum kan spelen, worden bij de inspraak, door middel van een algemene kennisgeving, alle inwoners van Bussum uitgenodigd. Direct omwonenden zullen persoonlijk uitgenodigd worden.

Vervolgens zal aan de raad een voorstel worden gedaan met inachtneming van de resultaten van de inspraak.

De gemeente informeert de omwonenden/betrokkenen regelmatig over de voortgang van het proces.

Artikel 19

Voor alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, wordt gehandeld volgens de verordening op de commissies. Bij twijfel beslist de commissie.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Bussum, gehouden op 14 oktober 1999.

de secretaris

de voorzitter

TOELICHTING OP DE VERORDENING ADVIESCOMMISSIE BEELDENDE KUNST

De verordening is met name gebaseerd op onder meer de volgende doelstellingen:

  • -

    De adviestaak van de commissie dient helder te zijn;

  • -

    De werkzaamheden van de commissie moeten kunnen worden getoetst aan de criteria. Na vaststelling van de verordening worden kandidaatleden voor de adviescommissie beeldende kunst benaderd. De gemeenteraad zal vervolgens worden voorgesteld de leden te benoemen.

I ALGEMEEN

Adviescommissies voor beeldende kunst worden aangesteld om de overheid bij het kunstbeleid inhoudelijk en artistiek deskundig bij te staan. De bekendste adviescommissie is de Raad voor de Kunst, die de rijksoverheid over alle terreinen van kunst adviseert.

Iegitimatie

  • 1.

    De overheid behoort geen inhoudelijk-artistiek oordeel uit te spreken over kunst. Keuze van artistieke uitingen is meestal een keuze voortkomend uit persoonlijke smaak en geen bewust afgewogen representatieve smaak.

  • 2.

    Behoeden van artistieke kwaliteit.

  • 3.

    Na afschaffing van de BKR-regeling vond er een decentralisatie plaats van het beeldend kunstbeleid. Naast de vier grote steden ontvangen de provinciën middelen om het kunstbeleid van de gemeenten te ondersteunen. Een vereiste voor financiële ondersteuning door een toegevoegde subsidie (bovenop het gemeentelijk budget als stimulering) is de aanwezigheid van een door de Culturele Raad van Noord- Holland goedgekeurde adviescommissie beeldende kunst.

II TAKENPAKKET

Het is raadzaam om zo concreet mogelijk aan te geven over welke onderwerpen de nieuwe commissie zal adviseren. Gemeend wordt dat de adviescommissie beeldende kunst het college gevraagd of ongevraagd adviseert over:

  • 1.

    Besteding fonds aankoop kunstwerken

  • 2.

    1 % Regeling

  • 3.

    Kunstbeleid

  • 1.

    Besteding fonds aankoop kunstwerken.

  • 1.1.

    De commissie adviseert over de mogelijke bestedingen van het fonds aankoop kunstwerken.

  • 1.2.

    De commissie adviseert over het plaatsingsbeleid van kunstwerken in openbare ruimten binnen de gemeente. Voorwaarde is een evenwichtige spreiding over de gemeente en een verantwoorde keuze als kunstwerken in de woonomgeving geplaatst worden.

  • a.

    De commissie adviseert over het te voteren krediet per kunstopdracht, de besteding en over de mogelijke subsidiëring/sponsoring door derden (bijvoorbeeld de provinciale subsidies).

  • b.

    Omschrijving van de opdracht

    Bij plaatsing van een kunstwerk in de woonomgeving wordt bij de opdrachtomschrijving naar evenwicht gestreefd tussen de wensen van de omwonenden/gebruikers, condities van plaatsing en de ideeën van de commissie. Zonodig vindt vooraf voorlichting/overleg plaats met de omwonenden.

  • c.

    De selectie

    De commissie voert de selectie bij aankoop en opdrachtgeving van kunstenaars/kunstwerken uit. Dit op basis van ingestuurde documentatie en (indien nodig) atelierbezoek. De wijze van besluitvorming omtrent kunstenaars/kunstwerken is vastgelegd in artikel 18 van de verordening.

  • d.

    Artistieke Keuze

    Uitgangspunten bij de artistieke keuze:

    • 1.

      De kwaliteit (ter beoordeling van de adviescommissie) van het kunstwerk is zowel in artistiek als technisch opzicht een voorwaarde.

    • 2.

      Gelet wordt op wat het kunstwerk toevoegt/ het effect op omgeving en het effect van de omgeving op het kunstwerk.

    • 3.

      De intentie wordt uitgesproken dat met de kunstwerken in Bussum wordt gestreefd naar een overeenstemming met het Bussumse culturele klimaat. In principe zal dit een voorkeur voor figuratieve kunst betekenen.

  • e.

    Opdrachtverstrekking en uitvoering

    Bij opdrachtverstrekking/ aankopen etc. zal uitgegaan worden van de handleiding uitgegeven door de Culturele Raad Noord-Holland in combinatie met hierboven genoemde punten en met de volgende wijzi- gingen:

    pag. 14 “betaling van de kunstenaar” te wijzigen in:

    eerste termijn (bij verstrekking definitieve opdracht)

    :

    1/3 van het budget

    tweede termijn (halverwege)

    :

    idem

    derde termijn (na oplevering)

    :

    idem

    Met de kunstenaars die opdrachten ontvangen of waarvan werk wordt aangekocht wordt in tegenstelling tot nu een contract afgesloten.

    pag. 17 “presentiegeld commissieleden”

    De algemeen geldende regel moet als volgt worden geïnterpreteerd:

    Er worden alleen vergoedingen gegeven voor de vergaderingen en daarnaast bij zeer specifieke werkzaamheden die vooraf als zodanig in de commissie bepaald zijn. Waar mogelijk worden bedoelde werkzaamheden door de medewerker kunst en cultuur uitgevoerd. Voor zover dit niet kan wordt elke keer vooraf besproken of een taak gehonoreerd wordt.

  • f.

    Coördinatie

    Met de sectoren en afdelingen die bij de begeleiding en plaatsing van kunstwerken betrokken zijn vindt steeds overleg plaats.

  • 2.

    1 % regeling

    Aan de adviescommissie zal gevraagd worden te adviseren over de momenten en de wijze waarop de 1 % regeling kan worden toegepast. Voorbereiding en begeleiding van de uit deze regeling gefinancierde opdrachten en aankopen zal plaatsvinden in de adviescommissie, die voor die gelegenheden aangevuld wordt met gebruikers, de architect etc.

    Bij de keuzebepaling zal de wens van de gebruikers, na advies van de commissie, doorslaggevend zijn. Kleine aankopen (< fl 2.000,--) kunnen geschieden op advies van de medewerker kunst en cultuur in samenwerking met een lid van de adviescommissie (kunstenaar-lid).

    De handleiding van de Culturele Raad Noord-Holland zal, afhankelijk van de omstandigheden en situatie, ook gebruikt worden als leidraad voor grote opdrachten.

  • 3.

    Kunstbeleid

    De adviescommissie kan gevraagd worden te adviseren over andere meer algemene aspecten van kunstbeleid dan hiervoor genoemd.

    De nieuwe adviescommissie beeldende kunst zou bijvoorbeeld uitspraken kunnen doen over vragen als:

    • -

      meer aandacht voor plaatselijke of regionale kunst

    • -

      de mogelijkheid van andersoortige opdrachten

    • -

      extra aandacht voor kunstuitingen van vrouwelijke kunstenaars, jongeren, etnische minderheden etc.

Commissiestandpunten over deze aspecten kunnen van belang zijn voor de ontwikkeling van (nieuw) kunstbeleid. De adviescommissie nieuwe stijl zal jaarlijks (ter informatie aan het college en raadscommissie) verslag uitbrengen van haar werkzaamheden.

III SAMENSTELLING ADVIESCOMMISSIE

De commissie is als volgt samengesteld:

  • -

    voorzitter (portefeuillehouder voor onder meer kunst & cultuur)

  • -

    secretaris (medewerker kunst & cultuur)

  • -

    deskundige (beeldend kunstenaar)

  • -

    deskundige (beeldend kunstenaar)

  • -

    deskundige (kunstkenner)

  • -

    afgevaardigde Stichting Welzijn en Educatie Bussum (stafmedewerker o.a. cultuur)

Naast deze vaste leden kan de adviescommissie afhankelijk van de aan de orde zijnde onderwerpen tijdelijk worden aangevuld.

Met betrekking tot de vaste leden nog het volgende. De leden worden benoemd voor vier jaar, gelijk aan de periode voor benoeming van raadsleden. In bovengenoemde samenstelling is een tweetal kunstenaars opgenomen. Dit is met name gedaan om te voldoen aan een door de provincie gestelde subsidievoorwaarde. Leden, die ook beeldend kunstenaar zijn, kunnen niet voor de uitgeschreven opdrachten en aankopen in aanmerking komen. Alle leden hebben stemrecht.

Voor de deskundige/geen kunstenaar kan een oproep in een regionale krant geplaatst worden.