Verordening inrichting antidiscriminatievoorziening gemeente Zaltbommel 2010

Geldend van 15-09-2010 t/m heden

Intitulé

Verordening inrichting antidiscriminatievoorziening gemeente Zaltbommel 2010

RAADSBESLUIT

De raad van de gemeente Z a l t b o m m e l;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 29 juni 2010,

overwegende dat de raad bij op grond van de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen bij verordening regels dient te stellen over de inrichting van de antidiscriminatievoorziening, bedoeld in artikel 1 van genoemde wet en de uitvoering door die voorziening van de taak, bedoel in het eerste lid, onder a

gelet op artikel 1 van de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen;

b e s l u i t:

vast te stellen de volgende Verordening inrichting antidiscriminatievoorziening gemeente Zaltbommel 2010

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Wet: de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen.

  • b.

    Besluit: het Besluit gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen.

  • c.

    Antidiscriminatievoorziening: antidiscriminatievoorziening als bedoeld in artikel 1 van de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen.

  • d.

    Klacht: klacht bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a, van de wet.

  • e.

    Klachtbehandelaar: klachtbehandelaar als bedoeld in artikel 1 van het besluit.

  • f.

    Klager: klager als bedoeld in artikel 1 van het besluit.

  • g.

    Ingezetene: ingezetene als bedoeld in artikel 2 van de Gemeentewet.

Artikel 2 Zorgplicht college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders biedt de ingezetenen toegang tot een antidiscriminatievoorziening.

Artikel 3 Inrichting antidiscriminatievoorziening

  • 1. Bij de inrichting van de antidiscriminatievoorziening worden in ieder geval de deskundigheid van klachtbehandelaars en de toegankelijkheid van de voorziening gewaarborgd.

  • 2. De antidiscriminatievoorziening draagt er zorg voor dat de klachtbehandelaars voldoen aan de voor klachtenbehandeling vereiste deskundigheid en biedt de klachtbehandelaars de mogelijkheid hun deskundigheid te onderhouden en verder te ontwikkelen.

  • 3. De klager heeft in ieder geval de mogelijkheid om een klacht te melden:

    • a.

      per post;

    • b.

      per e-mail;

    • c.

      telefonisch;

    • d.

      op een door de gemeente beschikbaar gestelde locatie als bedoeld in artikel 5 van deze verordening.

Artikel 4 Protocol klachtenbehandeling

Het protocol voor de behandeling van klachten als bedoeld in artikel 6 van het besluit regelt in ieder geval:

  • a.

    de afdoeningtermijn van klachten;

  • b.

    de wijze van afdoening van klachten;

  • c.

    de registratie van klachten.

Artikel 5 Laagdrempeligheid antidiscriminatievoorziening

  • 1. Ingezetenen worden in de gelegenheid gesteld een klacht in hun directe leefomgeving te melden.

  • 2. Gemeenten die aansluiting hebben bij een regionaal antidiscriminatiebureau kunnen overeenkomen dat deze melding op een locatie in de betreffende gemeente kan plaatsvinden.

  • 3. Het college draagt zorg voor de deskundigheid van de medewerker(s) die deze meldingen op adequate manier opneemt en doorverwijst.

  • 4. Klager wordt door de medewerker(s) doorgeleid naar de antidiscriminatievoorziening.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 15 september 2010.

Artikel 7 Citeertitel

Deze verordening kan aangehaald worden als: Verordening inrichting antidiscriminatievoorziening gemeente Zaltbommel 2010.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Zaltbommel in
zijn vergadering van donderdag 9 september 2010.
De raad voornoemd,
de raadsgriffier
de voorzitter, 
drs. M.S.P. Muurling
A.van den Bosch
Dit Gemeenteblad is uitgegeven op 16 september 2010

TOELICHTING

Algemeen

Artikel 1 van de wet legt het college van burgemeester en wethouders op om toegang te bieden tot een antidiscriminatievoorziening. Zie ook de toelichting bij artikel 2 van deze verordening. Artikel 2, tweede lid, van de wet wordt opgedragen dat de gemeenteraad stelt “met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens deze wet bij verordening regels vast omtrent de inrichting van de antidiscriminatievoorziening , bedoeld in artikel 1, en de uitvoering van de taak, bedoeld in het eerste lid, onder a.” De wet is nader ingevuld in een Algemene Maatregel van Bestuur vastgesteld op 16 september 2009, het Besluit gemeentelijke antidiscriminatievoorziening.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

Deze bepaling behoeft geen toelichting.

Artikel 2

Zoals in het algemene deel van deze toelichting al aangegeven, is deze zorgplicht opgenomen in artikel 1 van de wet. In wetstechnische zin is het dan ook niet noodzakelijk om deze hier te herhalen. Er is voor gekozen om dat wel te doen, nu deze zorgplicht zozeer de kern van deze regelgeving uitmaakt, dat het opnemen ervan sterk bijdraagt aan de begrijpelijkheid van deze verordening.

Artikel 3

Met deze bepaling wordt nader invulling gegeven aan artikel 3 van het besluit, dat luidt: “Bij de inrichting van de antidiscriminatievoorziening worden in ieder geval de deskundigheid van de klachtbehandelaars en de toegankelijkheid van de antidiscriminatievoorziening gewaarborgd”. Ook op de verantwoordelijkheid met de omgang met gegevens zal worden toegezien. De antidiscriminatievoorziening dient aan te geven of ze beschikt over een opleidingprotocol waar klachtbehandelaars gebruik van kunnen maken. Ook moet worden aangegeven hoe vaak van behandelaars wordt verwacht aan een opleiding deel te nemen. De gemeente draagt er zorg voor dat de burger zich zowel fysiek als niet-fysiek kan melden. De mogelijkheid om zich fysiek op locatie te kunnen melden betekent tevens dat een burger redelijkerwijs op de hoogte kan zijn waar hij of zij terecht kan om te melden. De gemeente draagt zorg voor de aanwezigheid van een locatie. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de bestaande balie (zie ook de toelichting bij artikel 5). Bij niet-fysiek wordt verstaan dat de mogelijkheid bestaat voor de burger via telefoon, brief of email om de klacht te melden of in te dienen. Ook hier geldt dat op de gemeente een zorgplicht rust om ervoor zorg te dragen dat burgers kennis kunnen nemen van deze mogelijkheden.

Artikel 4

Met deze bepaling wordt invulling gegeven aan artikel 6 van het besluit dat luidt: “De antidiscriminatievoorziening heeft een protocol voor de behandeling van klachten”.

Artikel 5

De wet vermeldt dat de antidiscriminatievoorziening zich in de leefomgeving van burgers moet bevinden. De memorie van toelichting geeft aan dat het gemeenten vrij staat om daar op een praktische wijze invulling aan te geven. De voorziening hoeft dan ook niet in de gemeente zelf aanwezig te zijn. De gemeente heeft zich aangesloten bij de regionale antidiscriminatievoorziening in Nijmegen. Voor de nodige laagdrempeligheid is gezorgd door een doorverwijsfunctie of meldpunt te creëren bij bestaande gemeentelijke voorzieningen, de bestaande balie. Vereisten voor de frontoffice zijn:

  • ·

    Een gemeenteloket waar klager een klacht kan melden, luisterend oor kan vinden en professioneel kan worden doorverwezen naar de antidiscriminatievoorziening.

  • ·

    Loketmedewerker dient inzicht te hebben in de materie

  • ·

    Positie als doorgeefluik moet helder zijn.

Vereisten voor de backoffice:

·Deze zijn opgenomen in de subsidieregeling tussen gemeente en antidiscriminatievoorziening.

Artikel 6

Deze bepaling behoeft geen toelichting.

Artikel 7

Deze bepaling behoeft geen toelichting.