Regeling op het plaatsen, hebben en onderhouden van grafbedekkingenl

1. De begraafplaatsen worden ingedeeld in categorieën, iedere categorie wordt verdeeld in vakken.

2. Burgemeester en wethouders kunnen vakken aanwijzen:

• a.

  waar in het vak staande of liggende gedenktekenen danwel beide mogen worden geplaatst;

• b.

  waar normale of kindergraven worden aangelegd;

• c.

  waar algemene graven, algemene urnengraven danwel beide mogen worden aangelegd;

• d.

  waar uitsluitend asbussen mogen worden geplaatst.

1. Voor de gedenktekenen mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt, zoals natuursteen, metaal, keramiek, duurzame kunststoffen of een verduurzaamde houtsoort.

2. De lengte en de breedte van het gedenkteken mogen die van het graf niet overschrijden.

3. De onderdelen moeten vast aan het gedenkteken zijn verbonden.

4. Het te gebruiken materiaal mag geen gebreken vertonen en moet op vakkundige wijze worden aangebracht.

5. In strijd met de bepalingen van deze regeling of in strijd met de bepalingen van de verleende vergunning aangebrachte c.q. geplaatste gedenktekenen moeten door en voor rekening van de vergunninghouder, binnen een door burgemeester en wethouders te bepalen termijn worden verwijderd.

6. Indien zulks binnen de gestelde termijn niet geschiedt, vindt de verwijdering vanwege de gemeente plaats. Het verwijderde gedenkteken vervalt alsdan aan de gemeente, zonder dat deze deswege tot betaling van enigerlei vergoeding is gehouden.

1. De vergunning tot het aanbrengen van een grafbedekking, als bedoeld in artikel 2, tweede lid, moet schriftelijk worden aangevraagd bij het college van burgemeester en wethouders, met gebruikmaking van een door de gemeente beschikbaar gesteld formulier, hetwelk in tweevoud moet worden ingezonden.

2. Op dit formulier moet worden vermeld:

• a.

  naam en adres van de aanvrager;

• b.

  naam en voornamen, geboorteplaats en -datum van de overledene, alsmede plaats en datum van overlijden;

• c.

  de soort, de kleur, de bewerking en de afwerking van het materiaal, waarvan het gedenkteken zal worden vervaardigd;

• d.

  vak en nummer van het graf, waarop het gedenkteken zal worden geplaatst;

• e.

  de naam en het adres en eventueel het telefoonnummer van de ontwerper en/of leverancier van de grafbedekking.

3. Bij de aanvraag moet worden overlegd een tekening in tweevoud (schaal 1:10), waarop moet voorkomen:

• a.

  een plattegrond, een voor- en een zij-aanzicht, alsmede alle lengte-, breedte-, dikte- en hoogtematen;

• b.

  de tekst van het opschrift.

4. De vergunning wordt slechts verleend, indien het gedenkteken:

• a.

  aan de voor het desbetreffende vak gestelde richtlijnen zoals in artikel 5 omschreven voldoet;

• b.

  beantwoordt aan daaraan te stellen redelijke esthetische eisen;

• c.

  harmonieert met de omgeving.

1. Bij het plaatsen van het gedenkteken dienen de door burgemeester en wethouders vastgestelde regels te worden opgevolgd.

2. De gemeente draagt zorg voor een gedegen betonfundatie. De vergunninghouder is verplicht om gebruik te maken van deze fundatie.

3. Van het bepaalde in het vorige lid van dit artikel kan in bijzondere gevallen ontheffing worden verleend door burgemeester en wethouders, indien het ontwerp van het op te richten gedenkteken een door een beeldhouwer te vervaardigen plastiek betreft, hetwelk aan hoge esthetische eisen voldoet en het aspect van het betreffende vak niet zal verstoren.

4. De niet door een gedenkteken ingenomen ruimte van een graf wordt door en voor rekening van de gemeente met gras ingezaaid, behoudens een gedeelte van maximaal 40 cm onmiddellijk voor het gedenkteken en behoudens het binnenste gedeelte van een liggende gedenksteen uitgevoerd in een open constructie.

5. Het onderhoud van het binnenste gedeelte van een liggende gedenksteen, uitgevoerd in een open constructie, vindt plaats door en voor rekening van de rechthebbende.

6. Behalve het gedenkteken, bedoeld in artikel 2, tweede lid, of artikel 5, tweede lid, mogen op een graf geen werken, tijdelijk of permanent, worden aangebracht.

7. In strijd met het bepaalde in het eerste lid van dit artikel aangebrachte werken of geplaatste voorwerpen of aangebrachte beplanting kunnen zonder voorafgaande waarschuwing van een graf worden verwijderd.

8. Het plaatsen van een firmanaam of enige andere reclame op een gedenkteken is verboden.

1. De gedenktekenen worden door of vanwege en voor rekening van de gemeente 2x per jaar onderhouden.

2. Onder het onderhoud, bedoeld in het eerste lid van dit artikel, is niet begrepen het geheel of gedeeltelijk vernieuwen en herstellen van de gedenktekenen of het vervangen van beplanting.

3. In gevallen van twijfels of bepaalde werkzaamheden behoren tot het onderhoud, als bedoeld in het eerste lid van dit artikel, berust de beslissing bij burgemeester en wethouders.

4. Indien een gedenkteken geheel of gedeeltelijk dient te worden vernieuwd of hersteld en daarvoor door de vergunninghouder niet eigener beweging wordt zorggedragen, stellen burgemeester en wethouders hem schriftelijk in de gelegenheid binnen een door hen te bepalen termijn daarin alsnog te voorzien.

5. Indien zulks binnen de gestelde termijn niet geschiedt of indien naderhand opnieuw nalatigheid wordt geconstateerd, wordt de verleende vergunning ingetrokken.

6. De gewezen vergunninghouder is alsdan verplicht binnen een maand, nadat de intrekking van de verleende vergunning aan hem is medegedeeld, het geplaatste gedenkteken te verwijderen.

7. Wordt aan het bepaalde in het voorgaande lid van dit artikel niet binnen de gestelde termijn voldaan, dan geschiedt de verwijdering vanwege de gemeente. Het verwijderde gedenkteken vervalt alsdan aan de gemeente, zonder dat de gemeente deswege tot betaling van enigerlei vergoeding is gehouden.

1. Deze nadere regels treden in werking op 1 november 1995.

2. Deze kunnen worden aangehaald als: Regeling op het plaatsen, hebben en onderhouden van grafbedekkingen.