Regeling vervallen per 30-03-2017

Nadere regels voor subsidiëring onderwijssubsidies 2016

Geldend van 09-02-2016 t/m 29-03-2017

Intitulé

Nadere regels voor subsidiëring onderwijssubsidies 2016

Artikel 1. Begripsomschrijvingen.

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

  • a.

    ASV: Algemene subsidieverordening Amstelveen 2016;

  • b.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amstelveen;

Artikel 2. Doelgroep.

Subsidie op grond van deze nadere regels wordt uitsluitend verstrekt aan onderwijsinstellingen, kinderopvang en bedrijven die gezamenlijk met meerdere scholen en of partners projecten of activiteiten organiseren die bijdragen aan de talentontwikkeling en ontplooiing van kinderen in alle leeftijdscategorieën en die de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt bevorderen.

Artikel 3. Projecten/activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen.

Subsidie op grond van deze nadere regels wordt uitsluitend verstrekt voor projecten of activiteiten die bijdragen aan de talentontwikkeling en ontplooiing van kinderen in alle leeftijdscategorieën en/of die de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt bevorderen. Aanvullende voorwaarde hierop is dat het project of de activiteit binnen de reguliere werkwijze van de aanvrager(s) wordt geborgd. Eveneens wordt bekeken of het project of de activiteit bijdraagt aan de onderwijskwaliteit en/of het doorontwikkelen van samenwerking in het kader van de doorgaande lijn 0-27 jaar.

Artikel 4. Aanvraag van de subsidie.

Een aanvraag voor subsidie wordt schriftelijk bij het college ingediend. In afwijking van artikel 7, lid 2, van de ASV dient een aanvraag voor een eenmalige subsidie ten behoeve van een onderwijssubsidie op grond van deze nadere regels door het college te zijn ontvangen vóór 1 mei van het schooljaar(en) waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

Artikel 5. Berekening van de subsidie.

  • 1. De gemeente Amstelveen ondersteunt een project of activiteit financieel voor maximaal 75% van de voor subsidie in aanmerking komende kosten van het project of de activiteit.

  • 2. Een school dient het project of de activiteit voor minimaal 25% van de totale kosten van het project of de activiteit uit eigen middelen en/of andere fondsen te financieren.

Artikel 6. Kosten die niet voor subsidie in aanmerking komen.

De volgende kosten komen niet voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    de kosten die samenhangen met de inzet in uren van het personeel (van de eigen organisatie) of de vervanging van personeel;

  • b.

    kosten die in eerdere jaren reeds eerder zijn gesubsidieerd.

Artikel 7. Subsidieplafond.

  • 1. Het subsidieplafond ten behoeve van onderwijssubsidies wordt jaarlijks door de gemeenteraad vastgesteld in de programmabegroting.

  • 2. Indien het door de gemeenteraad vastgestelde plafond voor het subsidiëren van onderwijssubsidies is bereikt, wordt geen subsidie meer verstrekt.

Artikel 8. Verdeling van het subsidieplafond.

Binnen het subsidieplafond wordt voorrang gegeven aan projecten of activiteiten waarbij meerdere scholen en/of partners betrokken zijn en die vallen binnen de speerpunten taalbeleid en aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt.

  • 1.

    Een aanvraag voor subsidie wordt getoetst aan de volgende criteria:

    • a.

      in welke mate het project of activiteit bijdraagt aan de kwaliteit van het onderwijs op een school en/of scholen;

    • b.

      in welke mate ouders en het bedrijfsleven bij het project of activiteit betrokken zijn;

    • c.

      in welke mate leerlingen door hun deelname aan het project of activiteit worden voorbereid op de maatschappij en arbeidsmarkt;

    • d.

      in welke mate het project of activiteit de talenten van leerlingen en/of leerkrachten bevordert;

    • e.

      in welke mate de resultaten van het project of activiteit duurzaam zijn;

    • f.

      in welke mate het project of activiteit vernieuwend is;

    • g.

      in welke mate de samenwerking van partijen bijdraagt aan een verbetering van de doorgaande lijn 0-27 jaar.

  • 2.

    De volgorde van subsidieverlening wordt bepaald op basis van de mate waarin een aanvraag voor subsidie tegemoet komt aan de in het eerste lid gestelde criteria.

Artikel 9. Discriminatie.

  • 1. Subsidie wordt in ieder geval niet verleend indien:

    • a.

      de doelstelling of activiteiten van de subsidieaanvrager, dan wel het beoogde gebruik van de subsidie discriminatie opleveren of op zullen leveren wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, burgerlijke staat, seksuele gerichtheid, leeftijd of op welke grond dan ook, of,

    • b.

      binnen de organisatie van de subsidieaanvrager of binnen de activiteiten waarvoor de aanvrager (mede-)verantwoordelijkheid draagt, discriminatie als omschreven onder a. plaatsvindt of zal plaatsvinden, en de aanvrager ter voorkoming of beperking hiervan niet die maatregelen treft welke onder de gegeven omstandigheden in redelijkheid van de aanvrager mogen worden verwacht.

  • 2. Onder discriminatie, bedoeld in het eerste lid, wordt voor de toepassing van deze bepaling niet begrepen het onderscheid ter opheffing van maatschappelijke achterstand of om participatie van groepen te bevorderen.

Artikel 10. Hardheidsclausule.

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in de nadere regels, indien strikte toepassing ervan tot onbillijkheden van overwegende aard zou leiden.

Artikel 11. Onvoorziene gevallen.

In alle gevallen waarin deze nadere regels niet voorzien of toepassing daarvan niet overeenkomt met de bedoeling van deze regels, beslist het college.

Artikel 12. Intrekking.

Met ingang van 9 februari 2016 vervallen de nadere regels voor subsidiëring kwaliteitsimpuls primair onderwijs 2014 en de nadere regels voor subsidiëring van de brede schoolaanpak 2014.

Artikel 13. Inwerkingtreding.

Deze nadere regels treden in werking op 9 februari 2016.

Artikel 14. Citeertitel.

Deze nadere regels worden aangehaald als: Nadere regels voor subsidiëring onderwijssubsidies 2016.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van 9 februari 2016, burgemeester en wethouders van de gemeente Amstelveen,
De secretaris,
A.S. Meijer
De burgemeester,
Drs. M.M. van 't Veld