Verordening Wmo-raad Sociaal Domein Bloemendaal 2016

1. De Wmo-raad is ingesteld om de burgerparticipatie binnen het sociaal domein vorm te geven. De Wmo-raad heeft tot doel de mening van de doelgroepen binnen het sociaal domein te verwoorden door middel van het uitbrengen van gevraagde en ongevraagde adviezen die betrekking hebben op het door het college of gemeenteraad voorgenomen beleid op het gebied van de Wmo 2015 en aanverwante onderwerpen zoals jeugd- en participatie beleid.

2. Het advies als bedoeld in het eerste lid wordt binnen zes weken schriftelijk uitgebracht aan het college door toezending van het advies aan de betreffende beleidsafdeling. Afwijking van deze termijn kan in onderling overleg worden bepaald.

3. Het college betrekt de adviezen zichtbaar bij de besluitvorming en indien het college van het advies afwijkt, doet het college dat gemotiveerd.

4. De Wmo-raad heeft geen bevoegdheden in zaken betreffende individuele klachten, bezwaarschriften, andere zaken met betrekking tot een individuele persoon.

5. De Wmo-raad Sociaal Domein stelt jaarlijks in overleg met het College B&W, op basis van de gemeentelijke jaarplanning met betrekking tot de WMO-besluitvorming, een jaarplan en een begroting op.

6. Er vindt afstemming plaats met de termijnkalender van het gemeentebestuur van Bloemendaal.

1. Initiatiefrecht

• a.

  De Wmo-raad heeft de bevoegdheid aangelegenheden die het beleid en de kwaliteit van de dienstverlening van de gemeente met betrekking tot de Wmo 2015 en aanverwante onderwerpen zoals jeugd- en participatiebeleid in het overleg met de betreffende ambtenaren en/of wethouders aan de orde te stellen.

• b.

  De Wmo-raad heeft de bevoegdheid advies uit te brengen over alle aangelegenheden die het beleid en de kwaliteit van de dienstverlening door de gemeente betreffen voor zover het betrekking heeft op de Wmo 2015 en aanverwante onderwerpen zoals jeugd- en participatie beleid.

• c.

  De Wmo-raad heeft de bevoegdheid om voor een goede invulling van haar taakstelling in voorkomende gevallen gebruik te maken van externe deskundigheid.

2. Informatierecht

• a.

  De Wmo-raad wordt onder andere op de hoogte gebracht van de resultaten van klanttevredenheidsonderzoeken, enquêtes en klachtenrapportages voor zover die betrekking hebben op deze verordening en op de Wmo 2015 en aanverwante onderwerpen zoals jeugd- en participatie beleid.

• b.

  De Wmo-raad krijgt spontaan en op verzoek tijdig alle informatie die het voor de uitoefening van haar taken en bevoegdheden zoals in deze verordening omschreven nodig heeft, tenzij enig wettelijk voorschrift de verstrekking daarvan in de weg staat.

• c.

  De Wmo-raad krijgt structureel informatie over beleidsontwikkelingen en evaluatiemomenten van de gemeente op het gebied van de Wmo 2015 en aanverwante onderwerpen zoals jeugd- en participatie beleid.

3. Adviesrecht

• a.

  De Wmo-raad wordt bij de ontwikkeling van het integrale beleid met betrekking tot de Wmo 2015, Participatiewet en Jeugdwet betrokken.

• b.

  De gemeente stelt de Wmo-raad op een zodanig tijdstip in de gelegenheid advies uit te brengen over het beleid en evaluatie met betrekking tot het (integrale) beleid, dat er een daadwerkelijke invloed mogelijk is op de besluitvorming. Indien het college om advies vraagt, wordt het advies binnen vier weken uitgebracht.

• c.

  Onderwerpen die behandeld zijn in de Wmo-raad worden niet meer ter advisering voorgelegd aan andere adviesorganen.

• d.

  Alle adviezen, informatieverzoeken en verbetervoorstellen die door de Wmo-raad schriftelijk zijn verstrekt, worden door het college beoordeeld. De gemeente verzorgt binnen vier weken een schriftelijke, gemotiveerde, reactie.

1. De Wmo-raad is, voor zover redelijkerwijs mogelijk, zodanig samengesteld dat deze personen een binding hebben met de doelgroepen binnen het sociaal domein.

2. De Wmo-raad bestaat uit:

• a.

  Naast de onafhankelijk voorzitter en ambtelijk secretaris, maximaal 5 leden met betrokkenheid bij het sociale domein (WMO, Participatiewet en Jeugdwet). Het minimum aantal leden voor een in functie zijnde Wmo-raad Sociaal Domein bedraagt vier, inclusief de voorzitter.

• b.

  De leden van de Wmo-raad worden benoemd door het college.

3. De verdeling van de aandachtsgebieden binnen de Wmo-raad dient een redelijke afspiegeling te zijn van het sociale domein.

4. De vertegenwoordigers van de Wmo-raad zijn inwoners van de gemeente Bloemendaal.

5. De zittingsperiode voor leden van de Wmo-raad bedraagt maximaal vier jaar. Een herbenoeming na deze periode met één termijn van maximaal vier jaar is mogelijk.

6. Bij tussentijds aftreden van een lid, voorziet de Wmo-raad in de voordracht van een opvolger.

7. Bij ernstig disfunctioneren van een of meer leden van de Wmo-raad kan door de meerderheid van de Wmo-raad het vertrouwen worden opgezegd. Indien overleg tussen de voorzitter en het desbetreffende lid onvoldoende resultaten heeft opgeleverd, kan de Wmo-raad het college verzoeken te beslissen. In het geval dit het disfunctioneren van de voorzitter betreft, geldt dat tenminste 2/3 meerderheid van de Wmo-raad het college kan verzoeken te beslissen.

8. De Wmo-raad nodigt standaard de contactambtenaar uit en kan indien noodzakelijk beleidsambtenaren die verantwoordelijk zijn voor (deel)terreinen binnen het sociale domein uitnodigen in de vergadering. De beleidsambtenaren zijn geen lid van de Wmo-raad en hebben geen stemrecht.

1. De vergaderingen van de Wmo-raad worden voorgezeten door de onafhankelijke voorzitter.

2. De voorzitter wordt op persoonlijke titel benoemd door het college

3. De Wmo-raad kiest uit haar midden een secretaris, penningmeester en een vicevoorzitter.

1. Het College B&W stelt aan de Wmo-raad Sociaal Domein een budget beschikbaar ten behoeve van secretariële ondersteuning, administratie, voorlichting, documentatie, PR, bijeenkomsten, deskundigheidsbevordering van de leden van de Wmo-raad Sociaal Domein en het opstellen van een jaarverslag, mits dit budget is opgenomen in de gemeentebegroting als deel van het budget Wmo-raad Sociaal Domein.

2. Voor de aanwezigheid bij de reguliere vergaderingen van de Wmo-raad Sociaal Domein, hebben de leden, inclusief de voorzitter, recht op een presentiegeldvergoeding, waarin een onkostenvergoeding is begrepen. De omvang van deze vergoeding wordt door het College B&W bepaald en in de begroting opgenomen als deel van het budget Wmo-raad Sociaal Domein.

3. Ten behoeve van de secretariële ondersteuning wordt een ambtelijk secretaris aan de Wmo-raad ter beschikking gesteld. De kosten van de ambtelijk secretaris wordt ten laste gebracht van het jaarlijkse budget. De ambtelijk secretaris heeft geen stemrecht.

1. De vergaderingen van de Wmo-raad vinden (afhankelijk van het moment waarin de beleidscyclus van vier jaren verkeert) minimaal zes maal per jaar plaats, of zoveel vaker als tenminste vier leden dat nodig vinden.

2. De voorzitter stelt in overleg met de ambtelijk secretaris en de contactambtenaar de agenda samen voor de vergadering. Ieder lid heeft het recht om via de ambtelijk secretaris onderwerpen aan te reiken. De definitieve agenda wordt bij aanvang van de bijeenkomst vastgesteld.

3. De Wmo-raad heeft de mogelijkheid derden uit te nodigen in verband met een agendapunt van de vergadering.

4. Alle leden van de Wmo-raad zijn stemgerechtigd. Alle besluiten worden met meerderheid van stemmen genomen.

5. De vergaderingen van de Wmo-raad zijn openbaar. De stukken voor de vergadering zijn in principe vijf dagen voorafgaand aan de vergadering voor derden beschikbaar. De agenda wordt gepubliceerd.

6. De Wmo-raad kan besluiten onderwerpen op de agenda besloten te behandelen als het de behandeling van vertrouwelijke of privacygevoelige zaken betreft.

7. Naast de reguliere vergaderingen vindt er structureel (frequentie wordt in onderling overleg vastgesteld) overleg plaats tussen een delegatie van de Wmo-raad en één of meer betrokken wethouders van de gemeente Bloemendaal.

1. Communicatie

• a.

  Het college maakt het bestaan van de Wmo-raad algemeen bekend.

• b.

  Het college draagt zorg voor de bekendmaking van deze verordening.

2. Evaluatie

• a.

  De Wmo-raad evalueert jaarlijks met het college het functioneren van het onderling overleg.

• b.

  Indien er op basis van deze evaluatie reden is om de verordening aan te passen, wordt hiertoe via de Wmo-raad en het college een voorstel ingediend bij de gemeenteraad.

1. De Verordening WMO-raad gemeente Bloemendaal 2009 wordt ingetrokken met ingang van het in het tweede lid bedoelde tijdstip.

2. De Verordening Wmo-raad Sociaal Domein, Bloemendaal 2016 treedt in werking op de eerstvolgende dag na die van publicatie.