Regeling vervallen per 01-01-2020

Mandaatbesluit Heffings-,invorderings-, WOZ ambtenaar

Geldend van 01-09-2014 t/m 31-12-2015

MANDAATBESLUIT HEFFINGS-/INVORDERINGS-/WOZ-AMBTENAAR

De op 27 mei 2014 door burgemeester en wethouders van Oldebroek aangewezen gemeenteambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet en artikel 1, tweede lid van de Wet waardering onroerende zaken en de op 27 mei 2014 door burgemeester en wethouders van Oldebroek aangewezen gemeenteambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel c van de Gemeentewet;

B E S L U I T E N, ieder voor de onderdelen waarvoor zij bevoegd zijn:

1. de medewerkers administratie B en D en beleidsuitvoering C van Belastingen van de eenheid Dienstverlening te mandateren om namens hem op te treden voor de heffing van de gemeentelijke belastingen, met uitzondering van het beslissen op bezwaren tegen de heffing van de gemeentelijke belastingen. Ondermandaat van de onder punt 1 genoemde bevoegdheden is niet mogelijk;

2. de medewerkers beleidsuitvoering B van Belastingen van de eenheid Dienstverlening te mandateren om namens hem op te treden voor de vaststelling van de waarde van onroerende zaken op grond van de Wet waardering onroerende zaken, met uitzondering van het beslissen op bezwaren tegen de vaststelling van de waarde. Ondermandaat van de onder punt 2 genoemde bevoegdheden is niet mogelijk;

3. de medewerkers van alle eenheden te mandateren om namens hem op te treden voor de heffing van leges voor door of namens het gemeentebestuur verstrekte diensten, genoemd in de tarieventabel bij de 'Legesverordening' van de gemeente Oldebroek. Van het mandaat genoemd onder punt 3 wordt uitgezonderd de bevoegdheid tot het beslissen op bezwaren tegen de heffing van leges;

4. de medewerker uitvoering beheer D (de marktmeester) van het team Buiten van de eenheid Beheer en Uitvoering te mandateren om namens hem op te treden voor de heffing en invordering van marktgelden, genoemd in artikel 3, de leden 1, 2, 6 en 7 van de 'Verordening marktgeld' van de gemeente Oldebroek. Van het mandaat genoemd onder punt 4 wordt uitgezonderd de bevoegdheid tot het beslissen op bezwaren tegen de heffing en invordering van marktgelden en het nemen van vervolgingsmaatregelen. Ondermandaat van de onder punt 4 genoemde bevoegdheden is niet mogelijk;

5. de medewerker beleidsuitvoering D van het team KCC van de eenheid Dienstverlening te mandateren om namens hem op te treden voor de heffing van rechten gemeentelijke begraafplaatsen, genoemd in de hoofdstukken 4 en 5 van de tarieventabel bij de 'Verordening rechten gemeentelijke begraafplaatsen' van de gemeente Oldebroek. Van het mandaat genoemd onder punt 5 wordt uitgezonderd de bevoegdheid tot het beslissen op bezwaren tegen de heffing van rechten gemeentelijke begraafplaatsen en het nemen van vervolgingsmaatregelen;

6. de medewerkers administratie A en beleidsuitvoering C van Financiƫn van de eenheid Bedrijfsvoering te mandateren om namens hem op te treden voor de invordering van de gemeentelijke belastingen. Van het mandaat wordt uitgezonderd de bevoegdheid tot het beslissen op bezwaren tegen in mandaat door hem- of haarzelf genomen besluiten. Ondermandaat van de onder punt 6 genoemde bevoegdheden is niet mogelijk.

Dit besluit treedt in werking op 1 september 2014. Het mandaatbesluit heffings-/invorderings-/WOZ-ambtenaar van 1 juli 2014 komt hiermee te vervallen.

Oldebroek, 29 augustus 2014.

De heffings- en WOZ-ambtenaar, De invorderingsambtenaar,

J.E. Dokter. A. van Bruchem.