Verordening Remedial Teaching Heerhugowaard

Artikel 1 Beschikbaarstelling middelen

Ten behoeve van het aanstellen van personeel voor remedial teaching op basisscholen te

Heerhugowaard wordt jaarlijks door de gemeenteraad, op voorstel van het college van

Burgemeester en wethouders een bedrag op de begroting gevoteerd, waarbij volgens een in

artikel 2 omschreven systeem, rekening wordt gehouden met een fluctuerend aantal leerlingen.

Artikel 2 Verdeling beschikbare middelen

A.Het begrotingsbedrag als bedoeld in artikel 1 wordt verdeeld over de Heerhugowaardse

schoolbesturen voor basisonderwijs op basis van het leerlingdeelname-percentage. Voor

de eerste periode, te rekenen vanaf 1 augustus 1994 wordt dit percentage vastgesteld

aan de hand van de leerling-telling van 1 oktober 1993. Het leerlingdeelname-percentage

is het deel van het totaal aantal Heerhugowaardse basisschool-leerlingen dat ingeschreven

staat op basisscholen van hetzelfde schoolbestuur.

B.Behoudens grote tussentijdse fluctuaties in het leerlingaantal (meer dan 150 leerlingen)

zal het leerlingdeelname-percentage iedere 4 jaar opnieuw worden vastgesteld aan de

hand van een officiële leerlingtelling.

C.Bij iedere officiële vaststelling van het leerlingdeelname-percentage zal tevens worden

bezien in hoeverre de fluctuatie in leerlingaantal van invloed moet zijn op de hoogte van

het begrotingsbedrag als bedoeld in artikel 1.

Artikel 3 Voorwaarden voor het verkrijgen van middelen

A.Middelen als bedoeld in de vorige artikelen worden alleen ter beschikking van de

schoolbesturen gesteld voor zover zij zullen worden aangewend ten behoeve van

personele kosten van remedial teaching. Hieronder wordt verstaan:

• 1.

  salaris van personeelsleden die in het kader van deze regeling zijn aangesteld;

• 2.

  premie aan de Stichting Vervangingsfonds en Bedrijfsgezondheidszorg voor het onderwijs in geval een schoolbestuur de afwezigheid van de onder punt 1 bedoelde personeelsleden zou willen verzekeren;

• 3.

  bijdrage aan het Rijk voor de rechtspositionele gevolgen van werkloosheid

  • B.

    De schoolbesturen stellen een regeling op voor de verdeling van de ontvangen middelen

over hun scholen, waarbij rekening gehouden kan worden met de onder punt A2 en A3

genoemde kosten, alsmede met de mogelijkheid van het creëren van een reserve van

waaruit eventuele knelpunten binnen remedial teaching-werkzaamheden kunnen worden

opgelost. De gemeente Heerhugowaard ontvangt een afschrift van de in dit lid bedoelde

regeling en van alle wijzigingen die daarop worden gemaakt.

C.De in het kader van deze verordening en krachtens de onder punt B bedoelde regeling

aan een school toegekende uren voor remedial teaching-werkzaamheden dienen op het

activiteitenplan te worden opgenomen.

Artikel 4 Verantwoording en sanctie

1) Binnen 3 maanden na afloop van ieder schooljaar stellen de schoolbesturen de gemeente

in het bezit van een verslag waaruit blijkt hoe de ontvangen middelen zijn besteed. Dit

verslag zal, samen met de in artikel 3 onder B bedoelde regeling, onderworpen kunnen

worden aan gemeentelijke- en/of accountants-controle. Het verslag bevat minimaal een

overzicht van:

• -

  het aantal kinderen dat door de remedial teacher is onderzocht;

• -

  het aantal kinderen waarvoor in het betreffende schooljaar door de remedial teacher

een advies/handelingsplan is opgesteld en

-het resultaat van bovenbedoelde adviezen/handelingsplannen.

2) Bij vastgesteld onrechtmatig gebruik van de in het kader van deze verordening beschikbaar gestelde middelen, zullen deze worden teruggevorderd en kan het college van

Burgemeester en wethouders het betreffende schoolbestuur voor een periode van

maximaal 1 schooljaar uitsluiten van deelname aan deze regeling.

Artikel 5 Slotbepalingen

• -

  Deze regeling wordt aangemerkt als "Verordening remedial teaching Heerhugowaard" en treedt in werking met ingang van 1 augustus 1994.

• -

  De werking van de voorgaande regeling terzake remedial teaching eindigt bij de inwerkingtreding van deze verordening.

Heerhugowaard, 12 juli 1994.

De Raad/voornoemd,

de secretaris, de voorzitter,