Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR432050
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR432050/1
Regeling vervallen per 01-01-2018
Verordening op de heffing en invordering van straat-, kade- en havengeld 2017
Geldend van 21-12-2016 t/m 31-12-2017
Intitulé
Verordening op de heffing en invordering van straat-, kade- en havengeld 2017De raad van de gemeente Smallingerland;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van november 2016;
gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;
B E S L U I T :
vast te stellen de volgende VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN STRAAT-, KADE- EN HAVENGELD 2017
Hoofdstuk I
Straatgeld
Artikel 1
Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
- 1.
dag: een periode van 24 uren, aanvangende te 00.00 uur of een gedeelte daarvan;
- 2.
week: een periode van zeven achtereenvolgende dagen;
- 3.
maand: een kalendermaand;
- 4.
jaar: een kalenderjaar;
- 5.
vergunning/ontheffing: een door het gemeentebestuur verleende en in gemeentelijk registratie opgenomen toestemming op grond waarvan een persoon een of meer voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond mag hebben;
- 6.
openbare straat: alle bij de gemeente in onderhoud zijnde verharde straten, trottoirs, goten, stegen, pleinen, bermen, wegen of opslagplaatsen.
Artikel 2
Aard van de heffing
1 Onder de naam "Straatgeld" wordt een recht geheven wegens het krachtens verleende vergunning of ontheffing tijdelijk in gebruik nemen van de openbare dienst bestemde gemeentegrond voor de volgende doeleinden:
- a.
het afschermen van gebouwen, muren of erven, of het plaatsen van steigers of steunen;
- b.
de opslag van zand of bouwmaterialen met of zonder schuttingen daaromheen, die niet onder a vallen ;
- c.
de opslag van andere grond of voorwerpen of uitstalling daarvan, van welke aard ook;
- d.
het plaatsen van timmer-, kalk- of bergloodsen, voor het bouwen of veranderen van bouwwerken;
- e.
het plaatsen van loodsen, geheel of gedeeltelijk bestemd voor het tijdelijke bewonen of voortzetting van nering of bedrijf;
- f.
het uitvoeren van werkzaamheden of verrichten van arbeid, niet gepaard gaande met de opslag van voorwerpen of het plaatsen van getimmerten als hiervoor bedoeld.
Artikel 3
Belastingplicht
Het straatgeld wordt geheven van degene op wiens naam de in artikel 2, sub a - f bedoelde vergunning of ontheffing is gesteld of indien nog geen aanvraag is ingediend door wie of op wiens laste de gebruikmaking geschiedt.
Artikel 4
Maatstaf van de heffing
- 1.
Grondslag voor de berekening van het straatgeld is het aantal m2 ingenomen grondoppervlakte.
- 2.
De opmeting van de ingenomen oppervlakte geschiedt door burgemeester en wethouders die van de opgemeten oppervlakte terstond kennis geven aan belanghebbenden.
- 3.
Het straatgeld wordt geheven, van de dag af, waarop met het in gebruik nemen van de openbare straat een aanvang is gemaakt, tot en met die, waarop de ingebruikneming is beëindigd.
Artikel 5
Belastingtarief
Het tarief is vermeld in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Artikel 6
Vrijstellingen
Geen recht wordt geheven wegens het tijdelijk in gebruik nemen van de openbare dienst bestemde gemeentegrond, indien dit geschiedt:
- a.
voor de sociale woningbouw;
- b.
voor het onderwijs als het zonder winstoogmerk wordt geëxploiteerd;
- c.
voor de verkoop van geringe eetwaren op staanplaatsen die hiervoor van de gemeente zijn gepacht;
- d.
voor de uitoefening van markthandel op de daarvoor aangewezen plaats(en).
Artikel 7
Wijze van heffing
De straatgelden worden geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, zoals een factuur, nota of andere schriftuur.
Artikel 8
Tijdstip van betaling
Het straatgeld moet worden voldaan binnen 30 dagen na dagtekening van de factuur.
Hoofdstuk II
Kadegeld
Artikel 9
Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
- 1.
gemeentewallen: alle bij de gemeente in onderhoud of beheer zijnde wallen, straten, wegen en pleinen, grenzende aan voor de scheepvaart dienstbare vaarwateren.
- 2.
Schepen: alle soorten vaartuigen.
Artikel 10
Aard van de heffing
Onder de naam "kadegeld" wordt een recht geheven voor alle schepen, die aan gemeentewallen in de gemeente gaan liggen om te laden of te lossen.
Artikel 11
Belastingplicht
Het kadegeld wordt geheven van de schipper, de eigenaar, de gebruiker of de geleider van het vaartuig.
Artikel 12
Maatstaf van heffing
Grondslag voor de berekening van het kadegeld is het aantal tonnage dat wordt gelost of geladen.
Artikel 13
Belastingtarief
Het tarief is vermeld in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Artikel 14
Wijze van heffing
De kadegelden worden geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, zoals een factuur, nota of andere schriftuur.
Artikel 15
Tijdstip van betaling
Het kadegeld moet worden betaald op het moment van de uitreiking van de kennisgeving.
Hoofdstuk III
Havengeld
Artikel 16
Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
- 1.
vaartuig : een drijvend lichaam dat wegens zijn drijfvermogen wordt gebezigd dan wel bestemd of geschikt is voor het vervoer te water van personen of goederen of voor het dragen of vervoeren van al dan niet met het drijvende lichaam één geheel uitmakende voorwerpen;
- 2.
woonschip : een vaartuig, hoe ook genaamd en van welke aard ook, uitsluitend of hoofdzakelijk als woning gebezigd of tot woning bestemd, ook indien het nog in aanbouw is;
- 3.
passagiersschip : een vaartuig dat middel van openbaar vervoer is of hoofdzakelijk gebezigd wordt voor het bedrijfsmatig vervoer van personen;
- 4.
beroepsvaartuig : een vaartuig dat is ingericht of bestemd om voor de uitoefening van een beroep of bedrijf te worden gebruikt en overeenkomstig die inrichting of bestemming wordt gebruikt;
- 5.
dag : een etmaal of gedeelte daarvan;
- 6.
jaar : kalenderjaar;
- 7.
ton : een massa van 1.000 kilogram
Artikel 17
Aard van de heffing, belastbaar feit
Onder de naam "havengeld" wordt een recht geheven ter zake van het afmeren en vervolgens doen of laten liggen van een woonschip, een passagiersschip, een beroepsvaartuig of een ander vaartuig aan een bij de gemeente in beheer en onderhoud zijnde kade of wal in de industriehaven en de Drachtstervaart.
Artikel 18
Belastingplicht
Belastingplichtig is degene, die eigenaar, reder, schipper, huurder of gebruiker is van een woonschip, passagiersschip, beroepsvaartuig of ander vaartuig, of degene die het heeft gecharterd dan wel degene die als vertegenwoordiger van één van dezen optreedt.
Artikel 19
Heffingsgrondslag
- 1.
Voor het afmeren en vervolgens doen of laten liggen van een woonschip in de Passchier Bollemanhaven: een vast bedrag per woonschip.
- 2.
Voor het afmeren en vervolgens doen of laten liggen van een passagiersschip of een beroepsvaartuig aan een bij de gemeente in beheer en onderhoud zijnde kade of wal in de industriehaven: de oppervlakte van dit vaartuig uitgedrukt in vierkante meters, zoals deze blijken uit de meetbrief of ambtshalve worden vastgesteld.
- 3.
Voor het afmeren en vervolgens doen of laten liggen van een vaartuig niet zijnde een woonschip, passagiersschip of beroepsvaartuig aan een bij de gemeente in beheer en onderhoud zijnde kade of wal in de industriehaven: de lengte van het vaartuig uitgedrukt in meters, zoals deze blijken uit de meetbrief of ambtshalve worden vastgesteld.
Artikel 20
Belastingtarieven
Het tarief is vermeld in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Artikel 21
Wijze van heffing
De havengelden worden geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, zoals een factuur, kwitantie, nota of andere schriftuur.
Artikel 22
Tijdstip van betaling
- a.
De havengelden als bedoeld in de bij deze verordening behorende tarieventabel , onderdeel 4 en 5c moeten worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.
- b.
Het havengeld als bedoeld in de bij deze verordening behorende tarieventabel onderdeel 5 a en b, 6 en 7, moet worden betaald op het moment van de uitreiking van de kennisgeving.
Artikel 23
Aanvang/beëindiging belastingplicht in de
loop van het kalenderjaar
- 1.
Het recht is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
- 2.
Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, is het recht verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
- 3.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.
Hoofdstuk IV
Algemene bepalingen
Artikel 24
Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van straat-, kade-, en havengeld.
Artikel 25
Overgangsrecht
De "Verordening straat-, kade- en havengeld 2016" wordt ingetrokken met ingang van de in het artikel 26, derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel 26
Inwerkingtreding; citeertitel
- 1.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
- 2.
In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de rechten in die periode plaatsvindt.
- 3.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.
- 4.
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening straat-, kade- en havengeld 2017.
Aldus vastgesteld door de raad voornoemd
in zijn vergadering van 13 december 2016,
griffier, voorzitter,
Tarieventabel 2017 behorende bij de "Verordening straat-, kade- en havengeld 2017”.
Straatgeld
- 1.
Het straatgeld, als bedoeld in artikel 2, bedraagt voor elke m² oppervlakte, die in gebruik wordt genomen voor de in artikel 1 genoemde doeleinden, per dag € 0,23
- 2.
Voor de bepaling van het recht wordt een gedeelte van een dag of van een m² voor vol gerekend.
Kadegeld
- 3.
Het kadegeld, als bedoeld in artikel 10, wordt geheven voor elke keer laden en lossen en bedraagt per ton, exclusief BTW € 0,20
Havengeld
- 4.
Het havengeld vermeld in artikel 19, 1e lid, bedraagt per jaar € 905,00
- 5.
Het havengeld vermeld in artikel 19, 2e lid, bedraagt:
- a.
gedurende de eerste drie maanden per m² oppervlakte per dag € 0,04
- b.
daarna per m² oppervlakte per maand of een gedeelte daarvan € 0,40
- c.
voor vaste ligplaatsen per m² oppervlakte per jaar € 5,20
- a.
- 6.
Het onder 5, sub a genoemde tarief wordt niet in rekening gebracht over de periode die benut wordt voor het laden en/of lossen van een vaartuig.
- 7.
Het havengeld vermeld in artikel 19, 3e lid bedraagt:
- a.
voor vaartuigen met een lengte tot en met 15 meter, per dag € 3,80
- b.
voor vaartuigen met een lengte van meer dan 15 meter, per dag € 0,40
met een maximum per dag van € 9,70
- a.
- 8.
De genoemde tarieven voor havengelden (4, 5 en 7) zijn exclusief BTW
Behoort bij raadsbesluit van 13 december 2016.
De griffier van de gemeente Smallingerland,
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl