Regeling vervallen per 01-01-2021

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2017

Geldend van 01-01-2017 t/m 31-12-2020

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2017

Verordening Parkeerbelastingen 2017

De raad van de gemeente Korendijk;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

gelet op artikel 225 van de Gemeentewet en het besluit vergunning parkeren grote voertuigen

B E S L U I T :

vast te stellen de volgende verordening:

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN PARKEERBELASTINGEN 2017

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a.parkeren:

het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

b.houder:

als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van op- gegeven kentekens register was ingeschreven;

c.belanghebbendenplaats:

een weggedeelte op het vrachtwagenparkeerterrein aan de Nijverheidstraat te Nieuw-Beijerland dat is aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het R.V.V. 1990, waarop alleen geparkeerd mag worden door vergunninghouders.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘parkeerbelastingen’ wordt de volgende belasting geheven:

een belasting voor een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een voertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.

Artikel 3 Belastingplicht

De belasting bedoeld in artikel 2 wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.

Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak

  • 1.

    De belasting bedraagt voor een belanghebbendenplaats van meer dan 6 meter en/of een hoogte van meer dan 2,40 meter per kalenderjaar € 300,00;

  • 2.

    Het belastingtijdvak is het belastingjaar, welk gelijk is aan het kalenderjaar.

Artikel 5 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

  • 2.

    De belasting wordt berekend voor zoveel twaalfde gedeelten van de belasting als bedoeld in artikel 4, als er in het belastingjaar na het in het eerste lid bedoelde tijdstip nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien een vergunning op verzoek van de vergunninghouder wordt ingetrokken of vervalt, wordt er op aanvraag ontheffing verleend voor zoveel twaalfde gedeelten van de belasting als bedoeld in artikel 4, als er na het tijdstip waarop de ontheffingaanvraag bij de gemeente is binnengekomen, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 7 Termijn van betaling

De belasting moet binnen één maand na dagtekening van het aanslagbiljet worden betaald.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van parkeerbelastingen wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de parkeerbelastingen.

Artikel 10 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening Parkeerbelastingen 2017’.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Korendijk van 6 december 2016
de griffier,
drs. A. Goslings
de voorzitter,
drs. S. Stoop