Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR429815
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR429815/1
Regeling vervallen per 01-01-2018
Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2017
Geldend van 01-01-2017 t/m 31-12-2017
Intitulé
Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2017DE RAAD VAN DE GEMEENTE SCHINNEN,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 november 2016;
gelet op het bepaalde in artikel 224 van de Gemeentewet;
B E S L U I T:
vast te stellen de:
Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2017.
Artikel 1 Belastbaar feit
Onder de naam ‘toeristenbelasting’ wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.
Artikel 2 Belastingplicht
-
1. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 1.
-
2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoelt in artikel 1.
-
3. Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.
Artikel 3 Vrijstellingen
De belasting wordt niet geheven voor het verblijf van:
- 1.
van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen;
- 2.
van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voorzover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers.
Artikel 4 Maatstaf van heffing
-
1. De belasting wordt berekend over de omzet die door de belastingplichtige wordt verkregen uit de vergoeding die ter zake van het verblijf met overnachten in rekening wordt gebracht, de toeristenbelasting daaronder niet begrepen.
-
2. Indien de belastingplichtige ondernemer is in de zin van de Wet op de omzetbelasting 1968 wordt als omzet aangemerkt het bedrag dat wegens logies aan de heffing van omzetbelasting onderworpen is.
Artikel 5 Tarief
Het tarief bedraagt 3,0% van de in artikel 4 genoemde maatstaf
Artikel 6 Belastingjaar
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 7 Wijze van heffing
De belastingen worden bij wege van aanslag geheven.
Artikel 8 Termijnen van betaling
-
1.
- a.
Bij niet-automatische incasso:
in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn één maand later;
- b.
Bij automatische incasso:
in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog niet geëindigde maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste 4 en maximaal 10 bedraagt.
- a.
-
2. ln afwijking van het bepaalde in het eerste lid onder b geldt dat de aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke betaaltermijnen, ingeval het totaalbedrag van de op het aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat, het bedrag van deze aanslag hoger is dan € 20.000,-. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn een maand later.
-
3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.
Artikel 9 Aanmeldingsplicht
De belastingplichtige bedoeld in artikel 2, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231 tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.
Artikel 10 Kwijtschelding
Bij de invordering van toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.
Artikel 12 Overgangsbepaling
De “Verordening toeristenbelasting gemeente Schinnen 2016” van 17 december 2015 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel 13 Inwerkingtreding
-
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.
-
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017
Artikel 14 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening toeristenbelasting gemeente Schinnen 2017”.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 19 december 2016.
de Griffier,
W.A.J.M. Huisinga
de Voorzitter,
L.J.P.M. Frissen
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl