Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR429605
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR429605/2
Regeling vervallen per 01-01-2019
Verordening van de raad van Goeree-Overflakkee regelende de heffing en de invordering van leges 2017 (Legesverordening 2017)
Geldend van 20-09-2017 t/m 31-12-2017 met terugwerkende kracht vanaf 01-09-2017
Intitulé
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2017De raad van de gemeente Goeree-Overflakkee;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 november 2016;
gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, en de artikelen 2, tweede lid en 7 van de Paspoortwet;
besluit:
vast te stellen de:
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2017
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
- a.
’dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- b.
’week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;
- c.
’maand’: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;
- d.
’jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;
- e.
'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:
- a.
het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;
- b.
het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst of van de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.
Artikel 4 Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
- a.
diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;
- b.
diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend.
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
-
1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
-
2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.
-
3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6 Wijze van heffing
De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Termijnen van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.
- a.
-
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 8 Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Vermindering of teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:
- a.
van zuiver redactionele aard zijn;
- b.
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:
- 1.
onderdeel 1.1.5 (akten burgerlijke stand);
- 2.
hoofdstuk 2 (reisdocumenten);
- 3.
hoofdstuk 3 (rijbewijzen);
- 4.
onderdeel 1.4.2 (papieren verstrekking uit basisregistratie personen);
- 5.
hoofdstuk 6 (verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens);
- 6.
onderdeel 1.9.1 (verklaring omtrent het gedrag);
- 7.
hoofdstuk 16 (kansspelen);
- 1.
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 11 Nadere regels door burgemeester en wethouders
Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.
Artikel 12 Overgangsrecht
-
1. De Legesverordening 2016 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
-
2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.
-
3. Indien het voorstel van Rijkswet tot wijziging van de Paspoortwet in verband met het van rechtswege laten vervallen van reisdocumenten van personen aan wie een uitreisverbod is opgelegd (Kamerstukken I 2015/2016, 34358 (R2065), nr. A), tot wet is of wordt verheven en artikel I van die wet in werking treedt, wordt in artikel 2, onder nummering van de bestaande tekst tot eerste lid, een tweede lid toegevoegd, luidende:
“2. Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon”.
-
4. Indien artikel 10.8, onderdeel B, van de Wet natuurbescherming in werking treedt, worden de onderdelen 2.3.12 en 2.3.13 van de bij deze verordening behorende tarieventabel vervangen door:
2.3.12
Projecten of handelingen in het kader van de Wet natuurbescherming
(bescherming van een Natura 2000-gebied)
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een project of het verrichten van een andere handeling als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder j, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
€ 75,00
2.3.13
Handelingen in het kader van de Wet natuurbescherming
(bescherming van soorten)
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een handeling als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder k, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
€ 75,00
-
5. De op grond van het vierde vervangen onderdelen blijven van toepassing op de belastbare feiten die zich voor de in artikel 13, derde lid, onder b, bedoelde datum van ingang van de heffing hebben voorgedaan.
Artikel 13 Inwerkingtreding
-
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
-
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.
-
3. In afwijking van het tweede lid is de datum van ingang van de heffing van:
- a.
artikel 12, derde lid, het tijdstip waarop het in dat lid genoemde wetsvoorstel tot wet is of wordt verheven en artikel I van die wet in werking treedt.
- b.
artikel 12, vierde lid, het tijdstip waarop artikel 10.8, onderdeel B, van de Wet natuurbescherming in werking treedt.
- a.
Artikel 14 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening 2017.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad
van de gemeente Goeree-Overflakkee op 15 december 2016.
griffier, voorzitter,
drs. J. Mimpen mr. A. Grootenboer-Dubbelman
Bijlage
Titel 1 Algemene dienstverlening |
|||
|
|||
Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand |
|||
|
|||
1.1.1 |
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap of omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk: |
||
1.1.1.1 |
in het gemeentehuis, staande Koningin Julianaweg 45 te Middelharnis, op maandag om 09.30 uur en om 9.45 uur, in een kamer voor maximaal 10 personen (incl. bruidspaar) |
nihil |
|
1.1.1.2 |
in het bestuurscentrum Het Rondeel, staande Dwarsweg 40 te Middelharnis, |
|
|
|
maandag t/m vrijdag |
€ 365,00 |
|
|
zaterdag |
€ 570,00 |
|
1.1.1.3 |
op andere locaties |
||
|
maandag t/m vrijdag |
€ 520,00 |
|
|
zaterdag |
€ 725,00 |
|
1.1.2 |
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een trouwboekje of partnerschapboekje |
€ 40,00 |
|
1.1.3 |
Het tarief voor het aanwezig zijn van een medewerker van het gemeentehuis als getuige bij een huwelijk, per getuige |
€ 39,00 |
|
1.1.4 |
Het tarief bedraagt voor het op aanvraag benoemen van een bijzondere ambtenaar burgerlijke stand (babs) voor één dag |
€ 77,00 |
|
1.1.5 |
Het tarief bedraagt voor de in artikel 1, eerste lid, van het Legesbesluit akten burgerlijke stand genoemde diensten: |
||
1.1.5.1 |
voor een afschrift van een akte van de burgerlijke stand als bedoeld in artikel 23b, tweede lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek |
€ 12,90 |
|
1.1.5.2 |
voor een uittreksel als bedoeld in artikel 23b, eerste lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek |
€ 12,90 |
|
1.1.5.3 |
voor een verklaring van huwelijksbevoegdheid als bedoeld in artikel 49a van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek |
€ 22,90 |
|
1.1.5.4 |
voor een attestatie de vita, als bedoeld in artikel 19k van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek |
€ 12,90 |
|
1.1.5.5 |
voor een meertalig uittreksel uit een akte van de burgerlijke stand |
€ 12,90 |
|
1.1.5.6 |
Het tarief bedraagt voor het doen van naspeuringen in de registers van de burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed kwartier |
€ 15,40 |
|
|
|||
Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart |
|||
|
|||
1.2 |
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag: |
||
1.2.1 |
van een nationaal paspoort: |
||
1.2.1.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ 64,75 |
|
1.2.1.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ 51,45 |
|
1.2.2 |
van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort): |
||
1.2.2.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ 64,75 |
|
1.2.2.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ 51,45 |
|
1.2.3 |
van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort): |
||
1.2.3.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ 64,75 |
|
1.2.3.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ 51,45 |
|
1.2.4 |
van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen |
€ 51,45 |
|
1.2.5 |
van een Nederlandse identiteitskaart: |
||
1.2.5.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ 50,65 |
|
1.2.5.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ 28,60 |
|
1.2.6 |
voor een spoedlevering van de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 genoemde documenten, de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met een bedrag van |
€ 47,55 |
|
1.2.7 |
voor het op verzoek van de aanvrager verzenden van een reisdocument of Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in onderdeel 1.2.1, 1.2.2, 1.2.3, 1.2.4 en 1.2.5 naar de aanvrager, de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met een bedrag van |
€ 4,95 |
|
|
|||
Hoofdstuk 3 Rijbewijzen |
|||
|
|||
1.3.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs |
€ 38,95 |
|
1.3.2 |
Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt: |
||
1.3.2.1 |
bij een spoedlevering vermeerderd met |
€ 34,10 |
|
1.3.2.2. |
indien aan de aanvrager reeds eerder een rijbewijs werd verstrekt, en dit document bij de aanvraag niet compleet kan worden overhandigd, vermeerderd met |
€ 30,00 |
|
1.3.3 |
De onder 1.3.2.2 genoemde opslag wordt niet toegepast indien kan worden aangetoond dat het eerder verstrekte rijbewijs ontbreekt door inbraak uit de woning met sporen van braak. |
|
|
|
|||
Hoofdstuk 4Verstrekkingen uit de Basisregistratie personen |
|||
|
|||
1.4.1 |
Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.3 en 1.4.4, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd |
|
|
1.4.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking |
€ 10,15 |
|
1.4.2.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag die is gedaan via een e-formulier op de website (niet zijnde een e-mail) tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking |
€ 8,25 |
|
1.4.3 |
Voor de toepassing van onderdeel 1.4.4 wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen. |
|
|
1.4.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking |
€ 10,15 |
|
1.4.4.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag die is gedaan via een e-formulier op de website (niet zijnde een e-mail) tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking |
€ 8,25 |
|
1.4.5 |
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de basisregistratie personen, voor ieder daaraan besteed kwartier |
€ 15,40 |
|
1.4.6 |
In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen |
€ 7,50 |
|
|
|||
Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het Kiezersregister |
|||
|
|||
1.5 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een inlichting betreffende de registratie van de aanvrager als kiezer bedoeld in artikel D4 van de Kieswet |
€ 8,25 |
|
|
|||
Hoofdstuk 6Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens |
|||
|
|||
1.6.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een bericht als bedoeld in artikel 35 van de Wet bescherming persoonsgegevens: |
||
1.6.1.1 |
bij verstrekking op papier, indien het afschrift bestaat uit: |
||
1.6.1.1.1 |
ten hoogste 100 pagina’s, per pagina met een maximumbedrag per bericht van |
€ 0,23 € 5,00 |
|
1.6.1.1.2 |
meer dan 100 pagina’s |
€ 22,50 |
|
1.6.1.2 |
bij verstrekking anders dan op papier |
€ 5,00 |
|
1.6.1.3 |
dat bestaat uit een afschrift van een, vanwege de aard van de verwerking, moeilijk toegankelijke gegevensverwerking |
€ 22,50 |
|
1.6.2 |
Indien voor hetzelfde bericht op grond van de onderdelen 1.6.1.1, 1.6.1.2 en 1.6.1.3 meerdere vergoedingen kunnen worden gevraagd, wordt slechts de hoogste gevraagd. |
|
|
1.6.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzet als bedoeld in artikel 40 van de Wet bescherming persoonsgegevens |
€ 4,50 |
|
|
|||
Hoofdstuk 7 Bestuursstukken (gereserveerd) |
|||
|
|||
Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie |
|||
|
|||
1.8.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
||
1.8.1.1 |
een fotokopie van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in onderdeel 1.8.2.2, structuurplan of stadsvernieuwingsplan: |
||
1.8.1.1.1 |
in formaat A4 of kleiner, per bladzijde |
€ 0,20 |
|
1.8.1.1.2 |
In formaat A3 |
€ 1,00 |
|
1.8.1.2 |
een afdruk van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in subonderdeel 1.8.2.2, structuurplan of stadsvernieuwingsplan, per plot |
€ 10,00 |
|
1.8.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit: |
||
1.8.2.1 |
de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet |
€ 7,15 |
|
1.8.2.2 |
de inschrijving in het register bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 |
€ 7,15 |
|
1.8.2.3 |
het openbare register van beschermde monumenten bedoeld in artikel 20 van de Monumentenwet 1988 |
€ 7,15 |
|
1.8.2.4 |
het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder c, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen |
€ 7,15 |
|
|
|||
Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken |
|||
|
|||
1.9 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
1.9.1 |
tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag |
€ 41,35 |
|
1.9.2 |
tot het verkrijgen van een bewijs van in leven zijn |
€ 10,15 |
|
1.9.2.1 |
tot het verkrijgen van een bewijs van in leven zijn die is aangevraagd via het e-formulier op de website (niet zijnde een e-mail) |
€ 8,25 |
|
1.9.3 |
tot het legaliseren van een handtekening |
€ 5,50 |
|
|
|||
Hoofdstuk 10 Gemeentearchief |
|||
|
|||
1.10.1 |
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier |
€ 15,40 |
|
1.10.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift of fotokopie van een in het gemeentearchief berustend stuk, per pagina op A4-formaat |
€ 0,20 |
|
|
|||
Hoofdstuk 11 Huisvestingswet |
|||
|
|||
1.11 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
1.11.1 |
tot het verlenen van een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Huisvestingswet |
€ 51,25 |
|
1.11.2 |
tot het verlenen van een vergunning tot gehele of gedeeltelijke onttrekking van woonruimte aan de bestemming tot bewoning als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel a, van de Huisvestingswet |
€ 51,25 |
|
1.11.3 |
tot het verlenen van een vergunning tot samenvoeging van woonruimte met andere woonruimte als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel b, van de Huisvestingswet |
€ 51,25 |
|
1.11.4 |
tot het verlenen van een vergunning tot omzetting van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel c, van de Huisvestingswet |
€ 51,25 |
|
|
|||
Hoofdstuk 12 Leegstandwet |
|||
|
|||
1.12 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
1.12.1 |
tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet |
€ 90,00 |
|
1.12.2 |
tot het verlengen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, vierde lid, van de Leegstandwet |
€ 46,10 |
|
|
|||
Hoofdstuk 13 Gemeentegarantie (gereserveerd) |
|||
|
|||
Hoofdstuk 14 Marktstandplaatsen |
|||
|
|||
1.14 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag op grond van de marktverordening: |
||
1.14.1 |
tot het verlenen van een standplaatsvergunning (individuele vergunning) |
€ 25,60 |
|
1.14.2 |
tot het overschrijven van de standplaatsvergunning op naam van een ander |
€ 10,25 |
|
1.14.3 |
tot het verlenen van een vergunning om zich op de standplaats te laten vervangen |
€ 10,25 |
|
|
|||
Hoofdstuk 15 Winkeltijdenwet |
|||
|
|||
1.15 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
1.15.1 |
tot het verlenen van een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of het Vrijstellingenbesluit Winkeltijden |
€ 35,85 |
|
1.15.2 |
tot het verlenen van toestemming om een in onderdeel 1.15.1 bedoelde ontheffing over te dragen aan een ander |
€ 20,50 |
|
1.15.3 |
tot het wijzigen van een in onderdeel 1.15.1 bedoelde ontheffing |
€ 20,50 |
|
1.15.4 |
tot het intrekken van een in onderdeel 1.15.1 bedoelde ontheffing |
€ 0,00 |
|
|
|||
Hoofdstuk 16 Kansspelen |
|||
|
|||
1.16.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen: |
||
1.16.1.1 |
voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat |
€ 56,50 |
|
1.16.1.2 |
voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat |
€ 56,50 |
|
vermeerderd met een bedrag voor iedere volgende kansspelautomaat van |
€ 34,00 |
||
1.16.1.3 |
voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van langer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd |
€ 226,50 |
|
1.16.1.4 |
voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van langer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat |
€ 226,50 |
|
vermeerderd met een bedrag voor iedere volgende kansspelautomaat van |
€ 136,00 |
||
1.16.2 |
De subonderdelen 1.16.1.1 en 1.16.1.2 zijn van overeenkomstige toepassing, indien de vergunning geldt voor een tijdvak, korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd onderscheidenlijk verhoogd worden. |
|
|
1.16.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning) |
€ 30,30 |
|
1.16.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot het exploiteren of doen exploiteren van een speelgelegenheid als bedoeld in artikel 2:39 van de Algemene plaatselijke verordening Goeree-Overflakkee |
€ 60,60 |
|
1.16.5 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 30c, lid 1, onder b, van de Wet op de kansspelen. |
€ 60,60 |
|
|
|||
Hoofdstuk 17 Kabels en leidingen Telecommunicatie en Nutsvoorzieningen |
|||
|
|||
1.17.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een graafmelding of voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet per locatie voor een ononderbroken tracé: |
||
1.17.1.1 |
Tarief voor het in behandeling nemen van een graafmelding. Dit tarief geldt niet als voor hetzelfde tracé een instemmingsbesluit is afgegeven. |
€ 58,00 |
|
1.17.1.2 |
Tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een instemmingsbesluit voor een tracé vanaf 10 tot 100 m1 |
€ 230,00 |
|
1.17.1.3 |
Tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een instemmingsbesluit voor een tracé vanaf 100 tot 500 m1 |
€ 298,00 |
|
1.17.1.4 |
Tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een instemmingsbesluit voor een tracé vanaf 500 m1 vermeerderd met € 1,30 per m1 boven de 500 m1 |
€ 341,00 |
|
1.17.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een graafmelding of voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verkrijgen van een vergunning omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden voor het leggen van nutsvoorzieningen (gas, water en energie) per locatie voor een ononderbroken tracé: |
||
1.17.2.1 |
Tarief voor het in behandeling nemen van een graafmelding. Dit tarief geldt niet als voor hetzelfde tracé een vergunning is afgegeven. |
€ 58,00 |
|
1.17.2.2 |
Tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning voor een tracé vanaf 10 tot 100 m1 |
€ 230,00 |
|
1.17.2.3 |
Tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning voor een tracé vanaf 100 tot 500 m1 |
€ 298,00 |
|
1.17.2.4 |
Tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning voor een tracé vanaf 500 m1 vermeerderd met € 1,30 per m1 boven de 500 m1 |
€ 341,00 |
|
|
|||
Hoofdstuk 18 Verkeer en vervoer |
|||
|
|||
1.18 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
1.18.1 |
tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 |
€ 34,35 |
|
1.18.2 |
tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen |
€ 34,35 |
|
1.18.3 |
tot het verlenen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) |
€ 25,00 |
|
1.18.4 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een medische keuring, ter verkrijging van een gehandicaptenparkeerkaart |
€ 80,00 |
|
1.18.4.1 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een medische keuring inclusief een huisbezoek, ter verkrijging van een gehandicaptenparkeerkaart |
€ 125,00 |
|
1.18.4.2 |
Voor het in behandeling nemen van een no-show bij een medische keuring, ter verkrijging van een gehandicaptenparkeerkaart |
€ 75,00 |
|
1.18.4.3 |
indien de aanvraag van een gehandicaptenparkeerkaart tijdens de behandeling wordt ingetrokken |
€ 65,00 |
|
1.18.5 |
tot het verkrijgen van een parkeerontheffing voor bedrijfsvoertuigen en kampeermiddelen ingevolge artikel 5:2, 5:3, 5:6, 5:7 en 5:8 van de APV Goeree-Overflakkee |
€ 21,35 |
|
1.18.6 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
1.18.6.1 |
tot het verkrijgen van een formulier voor een geneeskundige verklaring volgens de Wet personenvervoer |
€ 4,15 |
|
1.18.6.2 |
tot het verkrijgen van een vergunning ten behoeve van oriëntatieritten |
€ 10,00 |
|
1.18.6.3 |
tot het verkrijgen van een parkeervergunning op kenteken voor bewoners en ondernemers binnen de parkeerzone |
||
1e vergunning |
€ 83,60 |
||
2e vergunning |
€ 120,00 |
||
dagdeelkaarten voor bezoekers binnen de zone |
€ 0,60 |
||
1.18.6.4 |
tot het verkrijgen van een parkeervergunning op bedrijfsnaam voor ondernemers binnen de parkeerzone |
||
1e vergunning, per jaar |
€ 83,60 |
||
2e vergunning en volgende, per jaar |
€ 120,00 |
||
1.18.6.5 |
tot het verkrijgen van een parkeervergunning op naam of kenteken voor het parkeren ten behoeve van het bieden van 1e lijnszorg in het gebied van de parkeerzone |
||
jaar |
€ 43,60 |
||
1.18.7 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
1.18.7.1 |
tot het plaatsen van een oplaadpaal of andere oplaadinfrastructuur op of aan de openbare weg |
€ 30,00 |
|
|
|||
Hoofdstuk 19 Diversen |
|||
|
|||
1.19.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
||
1.19.1.1 |
afschriften, doorslagen, of fotokopieën van stukken per pagina op papier van A4-formaat, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
€ 0,20 |
|
1.19.1.2 |
afschriften, doorslagen, of fotokopieën van stukken per pagina op papier van A3-formaat, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
€ 1,00 |
|
1.19.1.3 |
afschriften, doorslagen, of fotokopieën van stukken per pagina op papier van A2-formaat, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
€ 4,35 |
|
1.19.1.4 |
afschriften, doorslagen, of fotokopieën van stukken per pagina op papier van A1-formaat, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
€ 5,75 |
|
1.19.1.5 |
afschriften, doorslagen, of fotokopieën van stukken per pagina op papier van A0-formaat, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
€ 7,15 |
|
1.91.2 |
een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen |
€ 55,00 |
|
1.19.3 |
Het tarief voor een ontheffing op grond van artikel 2:23b van de Algemene Plaatselijke Verordening Goeree-Overflakkee voor het op het strand aanleggen, voeden of onderhouden van een vuur bedraagt: |
€ 61,60 |
|
1.19.5 |
Een vergunning voor een openbare inzameling van geld of goederen op grond van artikel 5.13 van de Algemene plaatselijke verordening Goeree-Overflakkee |
€ 20,50 |
|
|
|||
Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving / omgevingsvergunning |
|||
|
|||
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen |
|||
|
|||
2.1.1 |
Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: |
|
|
2.1.1.1 |
aanlegkosten: |
|
|
|
de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft; |
|
|
2.1.1.2 |
bouwkosten: |
|
|
|
de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2699, uitgave 2013, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft; |
|
|
2.1.1.3 |
Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. |
|
|
2.1.2 |
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld. |
|
|
2.1.3 |
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. |
|
|
2.1.4 |
De in deze titel genoemde NEN-normen liggen ter inzage in het gemeentehuis |
|
|
|
|||
Hoofdstuk 2Vooroverleg / beoordeling conceptaanvraag |
|||
|
|||
2.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
2.2.1 |
tot het houden van vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is |
||
2.2.1.1 |
Indien de bouwkosten minder dan € 25.000 bedragen: |
€ 100,00 |
|
2.2.1.2 |
Indien de bouwkosten >€ 25.000 maar <100.000 bedragen: |
€ 200,00 |
|
2.2.1.3 |
Indien de bouwkosten >100.000 maar <500.000 bedragen: |
€ 300,00 |
|
2.2.1.4 |
Indien de bouwkosten € 500.000 of meer bedragen: |
€ 500,00 |
|
2.2.2 |
Indien het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag resulteert in een aanvraag omgevingsvergunning, dan wordt 50% in mindering gebracht op de leges genoemd in 2.2.1.1, 2.2.1.2, 2.2.1.3 of 2.2.1.4, mits deze aanvraag is ingediend binnen 12 maanden na verzenddatum van het antwoord op het vooroverleg of de conceptaanvraag. |
|
|
2.2.3 |
Om een (principe)uitspraak te doen of het college van burgemeester en wethouders bereid is om ten behoeve van een initiatief middels een planologische procedure af te wijken van het ter plaatse geldende bestemmingsplan |
€ 400,00 |
|
|
|||
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning |
|||
|
|||
2.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
|
|
2.3.1 |
Bouwactiviteiten |
||
2.3.1.1 |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
|
|
2.3.1.1.1 |
indien de bouwkosten minder dan € 1.000.000 bedragen: |
2,60% |
|
van de bouwkosten, met een minimum van: |
€ 150,00 |
||
2.3.1.1.2 |
indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 10.000.000 bedragen: |
€ 26.000 |
|
vermeerderd met: van het bedrag waarmee die bouwkosten € 1.000.000,- te boven gaan: |
2,20% |
||
2.3.1.1.3 |
indien de bouwkosten € 10.000.000 of meer bedragen: |
€ 224.000 |
|
vermeerderd met: van het bedrag waarmee die bouwkosten € 10.000.000 te boven gaan, met een maximum van € 400.000 aan bouwleges: |
1,20% |
||
2.3.1.1.4 |
Indien de aanvraag voor het in behandeling nemen van een omgevingsvergunning voor het oprichten van een informatie- of gedenkpaneel wordt gedaan door (semi)overheden of culturele, maatschappelijke, charitatieve of daarmee gelijk te stellen lichamen met ideële doelstellingen bedraagt het tarief: |
€ 25,00 |
|
2.3.1.2 |
Extra welstandstoets |
|
|
Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is: |
€ - |
||
2.3.1.3 |
Verplicht advies agrarische commissie |
|
|
Indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in 2.3.1.1. bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is wordt het bedrag als bedoeld in 2.3.1.1 verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen aan de aanvrager medegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|||
2.3.1.4 |
Achteraf ingediende aanvraag |
|
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit verhoogd met 10% van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges met een maximum bedrag van € 1.000. |
|
||
2.3.1.5 |
Beoordeling aanvullende gegevens |
|
|
Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag al in behandeling is genomen: |
€ - |
||
|
|||
2.3.2 |
Aanlegactiviteiten |
||
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ 181,85 |
|
2.3.2.1 |
Ingeval voor het afwikkelen van de aanvraag een advies van één of meerdere deskundigen wordt voorgeschreven worden de werkelijke kosten doorberekend aan de aanvrager. |
|
|
|
|||
2.3.3 |
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit |
||
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1: |
||
2.3.3.1 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): |
€ 181,85 |
|
2.3.3.2 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): |
€ 181,85 |
|
2.3.3.3 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): |
€ 303,15 |
|
2.3.3.4 |
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking): |
€ 181,85 |
|
2.3.3.5 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): |
€ 181,85 |
|
2.3.3.6 |
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): |
€ 232,40 |
|
2.3.3.7 |
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): |
€ 282,90 |
|
2.3.3.8 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): |
€ 232,40 |
|
|
|||
2.3.4 |
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit |
||
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
||
2.3.4.1 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): |
€ 333,00 |
|
2.3.4.2 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): |
€ 333,00 |
|
2.3.4.3 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): De in dit artikel bedoelde leges zijn niet verschuldigd indien de met de procedure gepaard gaande kosten volgens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening zijn of worden verhaald |
€ 755,00 |
|
2.3.4.4 |
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking) |
€ 333,00 |
|
2.3.4.5 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): |
€ 355,00 |
|
2.3.4.6 |
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): |
€ 455,00 |
|
2.3.4.7 |
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): |
€ 455,00 |
|
2.3.4.8 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): |
€ 323,00 |
|
|
|||
2.3.5 |
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid |
||
2.3.5.1 |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ 755,00 |
|
2.3.5.2 |
een overschrijving van een verleende gebruiksvergunning ten name van een ander dan aan wie de vergunning is verleend |
€ 75,00 |
|
|
|||
2.3.6 |
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten |
||
2.3.6.1 |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de Erfgoedverordening Goeree-Overflakkee 2015 aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of artikel 10, tweede lid, van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: |
||
2.3.6.1.1 |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument: |
nihil |
|
2.3.6.1.2 |
voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 227,35 |
|
2.3.6.2 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening of de Erfgoedverordening Goeree-Overflakkee 2015 aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening of artikel 10 van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: |
€ 121,25 |
|
|
|||
2.3.7 |
Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht |
||
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ 126,50 |
|
|
|||
2.3.8 |
Aanleggen of veranderen weg |
||
2.3.8.1 |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.11 van de Algemene plaatselijke verordening Goeree-Overflakkee een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ 75,00 |
|
|
|||
2.3.9 |
Uitweg/inrit |
||
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.12 van de Algemene plaatselijke verordening Goeree-Overflakkee een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ - |
|
|
|||
2.3.10 |
Kappen |
||
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4.11 van de Algemene plaatselijke verordening Goeree-Overflakkee een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ 50,00 |
|
|
|||
2.3.11 |
Opslag van roerende zaken |
||
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie of de gemeente, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of een artikel in de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: |
|
|
2.3.11.1 |
indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo: |
€ 50,00 |
|
2.3.11.2 |
indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo: |
€ 50,00 |
|
|
|||
2.3.12 |
Natura 2000-activiteiten |
||
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit ruimtelijke ordening (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ 75,00 |
||
|
|||
2.3.13 |
Flora- en fauna-activiteiten (bescherming van soorten) |
||
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ 75,00 |
|
2.3.14 |
Andere activiteiten |
||
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling: |
€ 50,00 |
|
2.3.14.1 |
behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ 50,00 |
|
2.3.14.2 |
behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ 50,00 |
|
2.3.14.2.1 |
als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief: |
€ 50,00 |
|
2.3.14.2.2 |
als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
|
|
|||
2.3.15 |
Omgevingsvergunning in twee fasen |
||
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
|
|
2.3.15.1 |
voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft; |
|
|
2.3.15.2 |
voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft. |
|
|
|
|||
2.3.16 |
Beoordeling bodemrapport |
||
2.3.16.1 |
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport (milieukundig of archeologisch) wordt beoordeeld: |
€ - |
|
|
|||
2.3.17 |
Advies |
||
2.3.17.1 |
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo; het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
|
2.3.17. |
Indien een begroting als bedoeld in subonderdeel 2.3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijke is ingetrokken. |
|
|
2.3.18 |
Verklaring van geen bedenkingen |
||
2.3.18.1 |
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: |
|
|
2.3.18.1.1 |
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: |
€ 202,00 |
|
2.3.18.1.2 |
indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
|
2.3.18.2 |
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.18.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
|
|
|||
Hoofdstuk 4 Teruggaaf |
|||
|
|||
2.4.1 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten |
|
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|
|
2.4.1.1 |
Indien de aanvraag tijdens de behandeling wordt ingetrokken: |
75% |
|
|
|||
2.4.2 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten |
|
|
|
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 1 jaar na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: |
50% |
|
|
Van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. |
|
|
2.4.2.1 |
Indien op of na een jaar na de verlening maar voor twee jaren verstreken zijn, het verzoek wordt ontvangen bedraagt de teruggaaf: |
40% |
|
|
Van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. |
|
|
2.4.2.2 |
Indien op of na twee jaar na de verlening maar voor drie jaren verstreken zijn, het verzoek wordt ontvangen bedraagt de teruggaaf: |
20% |
|
|
Van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. |
|
|
2.4.2.3 |
Indien op of na drie jaar na de verlening het verzoek wordt ingediend, wordt geen teruggaaf verleend |
|
|
|
|||
2.4.3 |
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten |
|
|
2.4.3.1 |
Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat na het onherroepelijk worden van de beschikking aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. Indien op of na 6 maanden na het onherroepelijk worden van de weigering een verzoek wordt ingediend, wordt geen teruggaaf verleend. |
50% |
|
2.4.3.2 |
Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.4.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. |
|
|
|
|||
2.4.4 |
Teruggaaf als gevolg van het buiten behandeling stellen als bedoeld in artikel 4.5 Awb |
|
|
|
Als een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, buiten behandeling wordt gesteld als bedoeld in artikel 4.5 Awb, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
75% |
|
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. |
|
|
|
|||
2.4.5 |
Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen |
|
|
|
Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18 wordt geen teruggaaf verleend. |
|
|
|
|||
2.4.6 |
Teruggaaf duurzaam bouwen |
|
|
|
Indien een aanvraag voor het (nieuw)bouwen van een woning wordt gerealiseerd door duurzaam bouwen, komt men in aanmerking voor een vermindering van de tarieven genoemd onder 2.3.1 Bouwactiviteiten. Van duurzame bouw als hiervoor bedoeld, is sprake indien uit een zogenoemde EPC-berekening (de Energieprestatiecoëfficiënt conform NEN-norm 7120) blijkt dat de EPC van de desbetreffende woning niet hoger is dan 0,00. De vermindering wordt toegepast nadat de gerealiseerde bouw is gecontroleerd op het aspect duurzame bouw. De vermindering bedraagt 50%, met een maximum van € 40.000. |
|
|
|
|
|
|
2.4.7 |
Teruggaaf vergunningsvrij bouwen |
|
|
|
Als een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning activiteit bouwen niet wordt gehonoreerd omdat voor het bouwwerk geen omgevingsvergunning is vereist, wordt teruggaaf verleend van de verschuldigde leges, met dien verstande dat te allen tijde is verschuldigd |
€ 150,00 |
|
|
|
|
|
2.4.8 |
Minimum- en maximumbedrag voor teruggaaf |
|
|
|
Het basisbedrag á € 150,00 is te allen tijde verschuldigd. |
|
|
|
Een bedrag minder dan € 10,00 wordt niet teruggegeven. |
|
|
|
|
||
Hoofdstuk 5 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project |
|||
2.5 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project: |
€ 110,00 |
|
2.6.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening. |
||
2.6.1.1 |
indien de gemeente het bestemmingsplan en de daarvoor benodigde onderzoeken opstelt of doet opstellen |
€ 3.000,00 |
|
2.6.1.2 |
indien de aanvrager het bestemmingsplan en de daarvoor benodigde onderzoeken en bijlagen bij de gemeente aanlevert |
€ 1.100,00 |
|
2.6.1.3 |
De in artikel 2.6.1.1 en 2.6.1.2 bedoelde leges zijn niet verschuldigd indien de met de procedure gepaard gaande kosten volgens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening zijn of worden verhaald. |
|
|
2.6.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening. |
|
|
2.6.2.1 |
indien de gemeente het wijzigingsplan en de daarvoor benodigde onderzoeken opstelt of doet opstellen |
€ 3.000,00 |
|
2.6.2.2 |
indien de aanvrager het wijzigingsplan en de daarvoor benodigde onderzoeken en bijlagen bij de gemeente aanlevert |
€ 1.100,00 |
|
2.6.2.3 |
De in dit artikel bedoelde leges zijn niet verschuldigd indien de met de procedure gepaard gaande kosten volgens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening zijn of worden verhaald. |
|
|
|
|||
Hoofdstuk 7 In deze titel niet benoemde beschikking |
|||
|
|||
2.7 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking: |
€ 70,00 |
|
|
|||
Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn |
|||
|
|||
Hoofdstuk 1 Horeca |
|||
|
|||
3.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
||
3.1.1 |
een aanvraag tot het verlenen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet |
€ 195,00 |
|
3.1.2 |
een melding als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet |
€ 61,00 |
|
3.1.3 |
een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet |
€ 31,00 |
|
3.1.4 |
een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Drank- en Horecawet |
€ 31,00 |
|
3.1.5 |
een aanvraag tot het wijzigen van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Drank- en Horecawet |
€ 31,00 |
|
|
|||
Hoofdstuk 2Organiseren evenementen of markten |
|||
|
|||
3.2.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening Goeree-Overflakkee (evenementenvergunning) en met toepassing van de categorie indeling uit de Handreiking evenementen regio Rotterdam-Rijnmond, indien het betreft: |
||
3.2.1.1 |
een evenement dat valt onder categorie A |
€ 42,00 |
|
3.2.1.1a |
een evenement dat valt onder categorie A en waarvoor een ontheffing stoken benodigd is |
€ 60,00 |
|
3.2.1.2 |
een meerjarige vergunning voor een evenement dat valt onder categorie A |
€ 84,00 |
|
3.2.1.3 |
een grootschalig evenement of een evenement met verhoogd risicoprofiel dat valt onder categorie B |
€ 160,00 |
|
3.2.1.4 |
een grootschalig evenement of een evenement met verhoogd risicoprofiel dat valt onder categorie C |
€ 320,00 |
|
|
|||
Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven |
|||
|
|||
3.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag : |
||
3.3.1 |
tot het verlenen van een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning op grond van artikel 3.4 van de Algemene plaatselijke verordening Goeree-Overflakkee, anders dan een wijziging bedoeld in 3.3.2 |
||
3.3.1.1 |
voor een seksinrichting |
€ 1.010,50 |
|
3.3.1.2 |
voor een escortbedrijf |
€ 808,40 |
|
3.3.2 |
tot het wijzigen van een exploitatievergunning in verband met uitsluitend een wijziging van het beheer in een seksinrichting of escortbedrijf, op grond van de Algemene plaatselijke verordening Goeree-Overflakkee: |
||
3.3.2.1 |
voor een seksinrichting |
€ 181,85 |
|
3.3.2.2 |
voor een escortbedrijf |
€ 181,85 |
|
|
|||
Hoofdstuk 4 Splitsingsvergunning woonruimte (vervallen) |
|||
|
|||
Hoofdstuk 5 Exploitatievergunning op grond van de Algemene plaatselijke verordening |
|||
|
|||
3.5 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
||
3.5.1 |
een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2.28 van de Algemene plaatselijke verordening Goeree-Overflakkee |
€ 195,00 |
|
3.5.2 |
een wijziging op de exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2.28 van de Algemene plaatselijke verordening Goeree-Overflakkee |
€ 31,00 |
|
|
|||
Hoofdstuk 6 Brandbeveiligingsverordening |
|||
|
|||
3.6 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik van een inrichting, als bedoeld in de Brandbeveiligingsverordening: |
||
3.6.1 |
voor een gebruiksoppervlakte tot en met 2.000 m² |
€ 250,00 |
|
3.6.2 |
voor een gebruiksoppervlakte van 2.001 tot en met 5.000 m² |
€ 400,00 |
|
3.6.3 |
voor een gebruiksoppervlakte van 5.001 tot en met 50.000 m² |
€ 550,00 |
|
3.6.6 |
voor een gebruiksoppervlakte meer dan 50.000 m² |
€ 750,00 |
|
|
|||
Hoofdstuk 7 Kinderopvang |
|||
|
|||
3.7 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag : |
||
3.7.1 |
tot het in exploitatie nemen van een kinderdagverblijf (KDV), buitenschoolse opvang (BSO) of gastouderbureau (GOB) als bedoeld in artikel 1.45, eerste lid, van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen |
€ 1.120,00 |
|
3.7.2 |
tot het in exploitatie nemen van een peuterspeelzaal (PSZ) als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen |
€ 1.120,00 |
|
3.7.3 |
tot het bieden van gastouderopvang (GO) als bedoeld in artikel 1.45, tweede lid, van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen |
€ 290,00 |
|
|
|||
Hoofdstuk 8 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking |
|||
|
|||
3.8 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een andere, in deze titel niet benoemde vergunning of ontheffing of tot het nemen van een andere beschikking |
€ 55,00 |
|
3.8.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
3.8.1.1 |
om ontheffing van het verbod tot het optreden als straatartiest, straatfotograaf, tekenaar, filmoperateur of gids op de aangewezen plaatsen op grond van artikel 2:9 van de Algemene Plaatselijke Verordening Goeree-Overflakkee |
€ 42,00 |
|
3.8.2 |
Een vergunning voor het innemen van standplaats, op grond van artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening Goeree-Overflakkee |
||
3.8.2.1 |
voor een dag of minder, tot maximaal 4 maanden |
€ 40,00 |
|
3.8.2.3 |
langer dan 4 maanden tot een jaar |
€ 750,00 |
|
3.8.2.4 |
voor een dag, indien de aanvraag wordt gedaan door culturele, maatschappelijke, charitatieve of daarmee gelijk te stellen lichamen met ideële doelstellingen bedraagt het tarief |
€ 10,75 |
|
Behorende bij raadsbesluit van 15 december 2016. |
|||
De griffier van de gemeente Goeree-Overflakkee, |
|||
J. Mimpen |
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl