Algemene Subsidieverordening gemeente Leudal 2016

Geldend van 01-05-2021 t/m heden

Intitulé

Algemene Subsidieverordening gemeente Leudal 2016

De raad van de gemeente Leudal,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 november 2016;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet; gelet op het Subsidiebeleid, Het goede leven in Leudal;

BESLUIT

vast te stellen de

Algemene Subsidieverordening gemeente Leudal 2016

Artikel 1 Reikwijdte en bevoegdheid

  • 1. Deze verordening is van toepassing op de verstrekking van subsidies, met uitzondering van subsidies waarvoor bij afzonderlijke verordening een uitputtende regeling is getroffen.

  • 2. Bij subsidieregeling kan van het bepaalde in deze verordening worden afgeweken.

  • 3. Bij per boekjaar verstrekte subsidies aan rechtspersonen is de afdeling 4.2.8 van de Algemene wet bestuursrecht, hierna te noemen de Awb, van toepassing.

  • 4. Het college van burgemeester en wethouders, hierna te noemen het college, kan deze verordening van toepassing verklaren op subsidies die worden verstrekt zonder grondslag in een wettelijke regeling.

  • 5. Het college is bevoegd besluiten te nemen tot verlening en vaststelling van subsidies, alsmede besluiten tot weigering, intrekking of wijziging.

  • 6. Jaarlijks wordt de gemeenteraad geïnformeerd over de beschikkingen die op basis van deze verordening worden afgegeven.

Artikel 2 Subsidieregelingen

  • 1. Het college kan bij nadere regeling, hierna te noemen subsidieregeling, bepalen voor welke activiteiten subsidie kan worden verleend. De gemeenteraad wordt over deze regelingen en over eventuele wijzigingen terstond geïnformeerd.

  • 2. Een subsidieregeling vermeldt in elk geval:

    • a)

      de beleidskaders die van toepassing zijn;

    • b)

      de activiteiten en in voorkomend geval de organisaties die voor subsidie in aanmerking kunnen komen;

    • c)

      de subsidievoorwaarden;

    • d)

      de methode van subsidiëren;

    • e)

      bij een subsidieplafond als bedoeld in artikel 3 van deze verordening: de wijze waarop de beschikbare gelden worden verdeeld.

  • 3. Een subsidieregeling kan bepalen dat de subsidie kan worden vastgesteld zonder voorafgaande verleningsbeschikking.

Artikel 3 Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud

  • 1. Het college kan met het oog op de gemeentebegroting subsidieplafonds vaststellen. Deze worden bekend gemaakt voorafgaand aan een subsidiejaar.

  • 2. Een subsidie ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd kan alleen worden verleend onder de voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld.

Artikel 4 Aanvraag subsidie

  • 1. Voor zover voor het aanvragen van subsidie niet een formulier is voorgeschreven waaruit blijkt welke gegevens moeten worden verstrekt, vermeldt een aanvraag in elk geval:

    • a)

      een beschrijving van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt gevraagd;

    • b)

      de doelen of resultaten die daarmee worden nagestreefd en hoe de activiteiten daaraan kunnen bijdragen;

    • c)

      een begroting van de kosten van de activiteiten en een dekkingsplan;

    • d)

      een overzicht van eventueel andere subsidies die zijn aangevraagd.

  • 2. De subsidieaanvrager verstrekt voorts alle andere informatie die het college nodig acht voor de beoordeling van de subsidieaanvraag.

  • 3. Een rechtspersoon die voor het eerst subsidie vraagt, legt een exemplaar van zijn statuten over, een opgaaf van de zittende bestuursleden alsmede een uittreksel uit het handelsregister waaruit blijkt welke personen de rechtspersoon kunnen vertegenwoordigen.

Artikel 5 Verplichtingen subsidieontvanger

  • 1. De subsidieontvanger voert een zodanige administratie dat daaruit te allen tijde de rechten en verplichtingen blijken, alsmede de betalingen en ontvangsten.

  • 2. De subsidieontvanger werkt mee aan onderzoeken die het college, de raad of de rekenkamer van belang acht in verband met een juiste besteding van subsidiegelden.

  • 3. In een subsidieregeling kan worden bepaald dat aan een subsidieontvanger ook andere verplichtingen dan genoemd in artikel 4:47, eerste lid, van de Awb, kunnen worden opgelegd, als ze strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie.

  • 4. In een subsidieregeling kan worden bepaald dat een subsidieontvanger aan het college een vergoeding van vermogenswaarden verschuldigd is in gevallen als bedoeld in artikel 4:41, tweede lid, van de Awb. Daarbij wordt tevens aangegeven hoe de hoogte van de vergoeding wordt bepaald.

Artikel 6 Aanvraag- en beschikkingstermijnen

  • 1. Een aanvraag van een subsidie die per kalenderjaar wordt aangevraagd wordt uiterlijk 1 mei voor het begin van het betrokken jaar ingediend. Daarop wordt uiterlijk op 31 december beschikt. In bijzondere gevallen kan het college deze termijn verlengen.

  • 2. Een aanvraag om een incidentele subsidie wordt uiterlijk twaalf weken voor het begin van de te subsidiëren activiteiten ingediend. Daarop wordt binnen acht weken beschikt. In bijzondere gevallen kan het college deze termijn verlengen.

  • 3. Het college is bevoegd beschikkingen af te geven voor een meerjarige periode, onverlet het bepaalde in artikel 3 van deze verordening.

Artikel 7 Algemene weigeringsgronden

  • 1. Een subsidie wordt geweigerd voor zover de verlening een steunmaatregel zou vormen die in strijd is met artikel 107 of 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

  • 2. Een subsidie kan worden geweigerd:

    • a)

      voor zover te subsidiëren activiteiten in strijd zijn met een wettelijke regeling;

    • b)

      als ernstig gevaar bestaat dat de subsidie mede zal worden gebruikt

      • -

        om uit gepleegde strafbare feiten verkregen of te verkrijgen, op geld waardeerbare voordelen te benutten, of

      • -

        om strafbare feiten te plegen, een en ander als bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen openbaar bestuur (Bibob);

    • c)

      voor zover activiteiten niet verenigbaar zijn met het gemeentelijke beleid;

    • d)

      voor zover activiteiten zich niet in hoofdzaak richten op de gemeente of haar inwoners, tenzij de subsidie wordt gedekt door een specifieke uitkering van het Rijk die mede is bestemd voor andere gemeenten;

    • e)

      voor zover activiteiten gericht zijn op het uitdragen van levensbeschouwelijke of politieke overtuigingen;

    • f)

      voor zover bepaalde groepen van deelname aan de activiteiten worden uitgesloten en daarmee naar het oordeel van het college niet een nuttig doel wordt gediend, zodat sprake is van ontoelaatbare discriminatie;

    • g)

      voor zover activiteiten zijn gericht op het maken van winst;

    • h)

      als de aanvrager een bij of krachtens deze verordening gestelde verplichting niet nakomt of als hij niet voldoet aan een daar gestelde voorwaarde om voor de subsidie in aanmerking te kunnen komen;

    • i)

      voor zover de subsidie niet nodig is voor de uitvoering van de activiteiten;

    • j)

      voor zover door verstrekking van de subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden.

  • 3. Als na verlening blijkt dat toch sprake is van hetgeen in lid 1 en 2 is vermeld, kan de subsidie worden gewijzigd of ingetrokken.

Artikel 8 Voorschotten

Op een verleende subsidie kunnen voorschotten worden verstrekt.

Artikel 9 Aanvraag om vaststelling

  • 1. Een aanvraag om vaststelling van een jaarsubsidie wordt uiterlijk 1 mei na het betrokken jaar ingediend. Daarop wordt uiterlijk op 1 oktober beschikt. In bijzondere gevallen kan het college deze termijn verlengen.

  • 2. Een aanvraag om vaststelling van een incidentele subsidie wordt ingediend uiterlijk acht weken nadat de laatste gesubsidieerde activiteit heeft plaatsgevonden. Op de aanvraag wordt binnen acht weken beschikt. In bijzondere gevallen kan het college de vermelde termijnen verlengen.

  • 3. Is een aanvraag om vaststelling niet tijdig ingediend, dan kan het college een nieuwe termijn stellen. Is de aanvraag niet binnen die termijn ingediend, dan wordt de subsidie ambtshalve vastgesteld.

Artikel 10 Rekening en verantwoording

  • 1. Een subsidie tot € 7.500,- wordt ambtshalve vastgesteld. Het college kan verlangen dat de subsidieontvanger aantoont dat de gesubsidieerde activiteiten hebben plaatsgevonden, en dat de ontvanger rekening en verantwoording aflegt over de aan de activiteiten verbonden uitgaven en inkomsten.

  • 2. Een aanvraag om vaststelling van een subsidie van meer dan € 7.500,- gaat vergezeld van een activiteitenverslag en een financieel verslag.

  • 3. Bij een subsidie van meer dan € 125.000,- kan het college een controleverklaring verlangen.

Artikel 11 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen gemotiveerd afwijken van artikelen van deze verordening indien toepassing ervan leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard. Mocht hiervan sprake zijn dan wordt de gemeenteraad over de casus geïnformeerd.

Artikel 12 Slotbepalingen

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgend op haar bekendmaking.

  • 2. Per 1 januari 2017 worden de volgende verordeningen ingetrokken:

    • -

      de algemene subsidieverordening gemeente Leudal van 15 juli 2009,

    • -

      de deelverordening subsidiëring Leefbaarheid en ontmoeting van 21 juli 2009,

    • -

      de deelverordening subsidiëring Sport van 15 juli 2009,

    • -

      de deelverordening subsidiëring Kunst en cultuur van 15 juli 2009,

    • -

      de deelverordening subsidiëring Zorg van 15 juli 2009,

    • -

      de deelverordening subsidiëring Educatie en ontwikkeling van 15 juli 2009,

    • -

      de deelverordening subsidiëring Jeugdhulp van 13 oktober 2015,

    • -

      de verordening publieksactiviteiten van 16 februari 2016 .

  • 3. De in lid 2 genoemde verordeningen zijn nog van toepassing op alle aanvragen om subsidie die zijn ingediend op het moment van inwerkingtreding van deze verordening, tenzij in een subsidieregeling anders is bepaald.

  • 4. Per 1 januari 2017 wordt ingetrokken de deelverordening subsidiëring Jubilea en bijzondere prestaties van 15 juli 2009.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 13 december 2016.
DE RAAD VAN DE GEMEENTE LEUDAL
De griffier, De voorzitter,
Drs. W.A.L.M. Cornelissen A.H.M. Verhoeven MPM