Regeling vervallen per 29-10-2020

Nadere regels Investeringen in infrastructuur voor de ontwikkeling, modernisering of aanpassing van landbouwbedrijven

Geldend van 19-04-2016 t/m 28-10-2020 met terugwerkende kracht vanaf 15-04-2016

Intitulé

Nadere regels Investeringen in infrastructuur voor de ontwikkeling, modernisering of aanpassing van landbouwbedrijven

GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Gelet op artikel 1.3 en paragraaf 4 van de Verordening POP3 subsidies provincie Gelderland BESLUITEN I. Aanvragen om subsidie voor de verbetering van de verkavelingsstructuur van landbouwbedrijven als bedoeld in artikel 2.4.1. onderdeel a van de Verordening POP3 subsidies Gelderland.kunnen worden ingediend van 15 april 2016 tot en met 31 mei 2016. II. Het subsidieplafond is € 1.000.000,- waarvan € 500.000,- bestaat uit ELFPO en € 500.000,- uit provinciale middelen. III. Verdeling van de middelen vindt op grond van artikel 1,15 van de Verordening POP3 subsidies provincie Gelderland plaats op grond van een rangschikking van de aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen. IV. De volgende nadere regels vast te stellen: Nadere regels Investeringen in infrastructuur voor de ontwikkeling, modernisering of aanpassing van landbouwbedrijven

Artikel 1 Definities

In deze nadere regels wordt verstaan onder: Verordening: Verordening POP3 subsidies provincie Gelderland

Artikel 2 Subsidiabele activiteiten

Subsidie wordt verstrekt voor de activiteit genoemd in artikel 2.4.1. onderdeel a van de Verordening.

Artikel 3 Aanvrager

Subsidie voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.4.1 onderdeel a wordt verstrekt aan de in artikel 2.4.2 van de Verordening genoemden.

Artikel 4 Aanvraag

Onverminderd het bepaalde in artikel 1.7 van de Verordening bevat de aanvraag om een subsidie een kaart met een duidelijke begrenzing en oppervlakte van het projectgebied op kaart.

Artikel 5 Subsidiabele kosten

Subsidie voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.4.1 onderdeel a van de Verordening kan worden verstrekt voor:

  • a.

     proceskosten verkaveling;

  • b.

     procedurekosten verkaveling;

  • c.

     investeringen om kavels beter bewerkbaar en bereikbaar te maken;

Artikel 6 Hoogte subsidie

  • 1  De subsidie bedraagt minimaal € 50.000,- per aanvraag.

  • 2  De subsidie bedraagt ten hoogste € 350.000 per aanvraag.

Artikel 7 Subsidiepercentage

De subsidie bedraagt:

  • a.

     40 % van de kosten genoemd in artikel 5 onderdeel c;

  • b.

     100 % van de kosten genoemd in artikel 5 onderdelen a en b.

Artikel 8 Rangschikking

Gedeputeerde Staten hanteren voor de rangschikking van de subsidieaanvragen de volgende selectiecriteria en scoringspunten:

  • a

    .

    • 1.

       De mate van kosten effectiviteit, hetgeen blijkt uit de totale kosten per hectare. Meegewogen worden de proceskosten en de kavelaanvaardingskosten;

    • 2.

       De mate waarin de activiteit bijdraagt aan de volgende beleidsdoelen:

      • a. 

        Landbouwstructuurverbetering; hetgeen blijkt uit de vergroting van de (huis)kavels, de kavelconcentratie, de vormverbetering van kavels en het verkorten van de afstand tussen de bedrijfsgebouwen en de kavels;

      • b.

         Natuur; hetgeen blijkt uit het aantal ha nieuwe natuur;

      • c.

         Landschappelijke inpassing; hetgeen blijkt uit het aantal hectares of de lengte van de landschapselementen, wat behouden blijft of nieuw wordt aangelegd;

      • d.

         Milieu; hetgeen blijkt uit de reductie van de Co2 uitstoot als gevolg van het project. Dit wordt gemeten aan de hand van de reductie in het aantal af te leggen kilometers ten behoeve van de bedrijfsvoering;

      • e.

         Waterhuishouding: hetgeen blijkt uit de mate waarin de investering bijdraagt aan een of meer beleidsdoelen zoals opgenomen in een of meer van de navolgende Waterprogramma’s:

        • Waterprogramma: waterschap Rijn IJssel zoals vastgesteld door het Algemeenbestuur 3 november 2015;

        • Waterprogramma: Waterschap Rivierengebied zoals vastgesteld door het Algemeen bestuur op 27 november 2015;

        • Waterprogramma: Vallei en Veluwe zoals vastgesteld door het Algemeen bestuur d.d. 30 september 2015.

    • 3.

       De kwalificatie van verbetering van kavelruil: 1 kwalificatie verbetering 2 of meer kwalificatiesverbetering (gegevens op basis van kaarten kadaster). Het betreft de kwalificaties slecht, matig, redelijk, goed en uitstekend.

  • b.

     De score wordt als volgt bepaald:

    • Voor

      art. 8, onderdeel a, sub 1 kan maximaal 10 punten worden gescoord

      • a. Indien zeer hoge kosteneffectiviteit: 10 punten

      • b. Indien hoge kosteneffectiviteit: 7,5 punten

      • c. Indien gemiddelde kosteneffectiviteit: 5 punten

      • d. Indien lage kosteneffectiviteit: 2,5 punten

      • e. Indien zeer lage kostenenfectiviteit: 0 punten

    • Voor

      art. 8, onderdeel a, sub 2 a kan maximaal 15 punten worden gescoord

      • a.

         Indien bijdrage aan geen van de 4 genoemde doelen: 0 punten

      • b.

         Indien bijdrage aan 1 van de 4 genoemde doelen: 3 punten

      • c.

         Indien bijdrage aan 2 van de 4 genoemde doelen: 7 punten

      • d.

         Indien bijdrage aan 3 van de 4 genoemde doelen: 11 punten

      • e.

         Indien bijdrage aan 4 van de 4 genoemde doelen: 15 punten

    • Voor

      art. 8, onderdeel a, sub 2 b kan maximaal 5 punten worden gescoord

      • a.

         Indien 0 ha nieuwe natuur: 0 punten

      • b.

         Indien 5 ha nieuwe natuur: 1 punt

      • c.

         Indien 10 ha nieuwe natuur: 3 punten

      • d.

         Indien groter dan 10 ha nieuwe natuur: 5 punten

    • Voor

      art. 8, onderdeel a, sub 2 c t/m e kunnen maximaal 2 punten worden gescoord

      • Landschappelijke: inpassing , 3.2c

        • *

           0 km/ha. geen punten

        • *

           kleiner dan 1 km/1 ha landschapselementen 1 punt

        • *

           groter dan 1 km /1 ha landschapselementen 2 punten

      • Milieu, 3.2d Reductie: aantal km

        • *

           0 km, geen punten

        • *

           kleiner dan 10 km 1punt

        • *

           groter dan 10 km 2 punten

      • Waterhuishouding: ,3. 2 e De mate waarin de investering bijdraagt aan één of meer doelstellingen:

        • *

           Voldoende water (water kwantiteit)

        • *

           Schoon water (Waterkwaliteit)

        • *

           Klimaat doelstellingen

        • *

           Overige innovaties in de landbouw en water.

        • *

           Bijdrage 1 doelstellingen 1 punt

        • *

           Bijdrage 2 of meer doelstellingen 2 punten

    • Voor art. 8, onderdeel a, sub 3 kunnen maximaal 5 punten worden gescoord

      • Geen verbetering , 0 punten

      • Indien er sprake is van 1 kwalificatie verbetering: 3 punten

      • Indien er sprake is van 2 of meer kwalificaties verbetering: 5 punten

Artikel 9 Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 1.8 van de Verordening kan subsidie worden geweigerd als aanvragen in het totaal niet een minimumscore van 21 punten hebben behaald.

Artikel 10 Adviescommissie

Aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen, worden voorgelegd aan een adviescommissie alsbedoeld in artikel 1.14 van de verordening.

Artikel 11 Bevoorschotting

In aanvulling op artikel 1.23 van de Verordening kan één keer per jaar een aanvraag om een voorschot worden ingediend.

Artikel 12 Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als: “Investeringen in infrastructuur voor de ontwikkeling, modernisering of aanpassing van landbouwbedrijven”.

Ondertekening

Gedeputeerde Staten van Gelderland 

TOELICHTING

Bij de Regeling “Investeringen in infrastructuur voor de ontwikkeling, modernisering of aanpassingvan landbouwbedrijven”. Voor een meer algemene toelichting op het provinciale beleid wordt verwezen naar de onderstaande sites. - Beleidsdocumenten: Het beleid van de Provincie Gelderland is verwoord in:

Toelichting per selectiecriteria

Artikel 8, onderdeel a, sub 1

Indicatie bedrijfseconomische voordelen. Totale kosten gedeeld door de totale oppervlakte van het verkavelingsplan.

Artikel 8, onderdeel a, sub 2c

Een landschapselement is een onderdeel van het landschap dat als een vrij homogeen deel van het totale beeld wordt ervaren. Landschapselementen zijn de bouwstenen die samen de structuur van het landschap bepalen. Verschillen in aard, hoeveelheid en samenhang van landschapselementen dragen bij aan de karakteristieke kenmerken van het landschap. Ze hebben veelal een historische achtergrond: de invloed van de mens in het verleden op het landschap is er dan in terug te vinden. Veel landschapselementen hebben naast een historische en een landschappelijke ook een landschapecologische functie: ze kunnen dan beschouwd worden als ecotopen in een ecosysteem. Ook reliëfvormen met een voornamelijk natuurlijke ontstaanswijze, aangeduid met het geomorfologische begrip landvorm, worden landschapselementen genoemd.

Landschapselementen kunnen punt-, lijn- of vlakvormig zijn:

  • puntvormige elementen zijn bijvoorbeeld een dobbe, een solitaire eik in een weiland en een grenspaal;

  • lijnvormige elementen zijn bijvoorbeeld een sloot, berm, houtwal, priel en een kerkpad;

  • vlakvormige elementen zijn bijvoorbeeld een akker, weiland, kwelder, terp, begraafplaats en een es.

Artikel 8, onderdeel a, sub 2e

De mate waarin de investering bijdraagt aan één of meer beleidsdoelen zoals opgenomen in één of meer van de navolgende Waterprogramma's:

Bij het bepalen van het aantal punten wordt gelet op de mate waarin het project bijdraagt aan het waterprogramma van het waterschap. In de waterprogramma’s zijn de volgende doelstellingen aangegeven:

  • Voldoende water (waterkwantiteit)

  • Vooral maatregelen die in samenhang en op gebiedsniveau worden ontwikkeld en uitgevoerd passen hierbij. De essentie van de maatregelen zit hierbij dan in de verkenning en het praktisch vormgeven in de veranderende rol van de overheid (die meer adviserend en kaderstellen opereert) en de agrariër (die een grotere eigen verantwoordelijkheid heeft).

  • Schoon water (waterkwaliteit)

  • Net als bij het thema voldoende water zitten de maatregelen niet in het sec toepassen van de genoemde maatregelen maar hoe een innovatie kan bijdragen aan de doelen van de agrariër en het waterbeheer.

  • Klimaat doelstellingen

  • De maatregelen moeten leiden tot een vergroting van de regionale (grond)watervoorraad én vermindering van schade aan landbouw en natuur door vochttekorten of –overschotten.

  • Overige innovaties in de landbouw en water

  • Deze categorie richt zich op alle maatregelen met een vernieuwend karakter, slim combineren, verbeteren van techniek, een bredere uitrol. Verder alles wat op dit moment nog niet bekend is maar wel bijdraagt aan waterdoelen en een goede landbouwpraktijk.

Artikel 8, onderdeel a, sub 3

Klasse indeling mate van verkaveling:

afbeelding binnen de regeling

www.verkavelenvoorgroei.nl

Artikel 10

Door de adviescommissie zullen, op basis van alle ingediende aanvragen, de punten worden toegekenden de rangschikking worden aangegeven.