Beleidsregel verlagen uitkering in verband met de woonsituatie en inkomsten uit commerciële verhuur Participatiewet gemeente Peel en Maas

Geldend van 01-01-2017 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel verlagen uitkering in verband met de woonsituatie en inkomsten uit commerciële verhuur Participatiewet gemeente Peel en Maas

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN PEEL EN MAAS;

Gelet op het bepaalde in artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht;

Gelet op het bepaalde in artikel 27 en 33, vierde lid Participatiewet;

Gezien het advies van de Adviesraad Sociaal Domein;

Overwegende dat het wenselijk is beleidsregels vast te stellen voor het gebruik maken van de bevoegdheid tot het verlagen van uitkeringen in verband met de woonsituatie en inkomsten uit commerciële verhuur;

BESLUITEN:

Vast te stellen de volgende beleidsregel:

Verlagen uitkering in verband met de woonsituatie en inkomsten uit commerciële verhuur Participatiewet gemeente Peel en Maas

Artikel 1 Begripsomschrijving

  • 1. Alle begrippen die in deze beleidsregel worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2. In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

    • a.

      administratiekosten : als geen huurwoning of koopwoning wordt bewoond, maar een (deel van een) leegstaande woning of gebouw in

      bruikleen of bewaring wordt gegeven, de door de bruikleengever of bewaargever in rekening gebrachte administratiekosten.

    • b.

      belanghebbende : degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken;

    • c.

      commerciële verhuur: het in gebruik geven van een onroerende zaak voor een bepaalde periode aan een huurder, tegen periodieke betaling én markt conforme prijs;

    • d.

      de wet : de Participatiewet;

    • e.

      gehuwdennorm : de norm als bedoeld in artikel 21 onderdeel c Participatiewet;

    • f.

      college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente  Peel en Maas

    • g.

      kostganger: degene die tegen een commerciële financiële vergoeding een gedeelte van een woning huurt van iemand die de woning in zijn

      geheel huurt van een ander dan wel in eigendom heeft, waarbij de

      huurder/ eigenaar en de kostganger geen partners van elkaar zijn of bloedverwanten in de eerste graad. Het verschil tussen de huurder en de kostganger is dat de kostganger naast het  woongenot ook de maaltijden op kosten van de verhuurder nuttigt;

    • h.

      woning: een woning als bedoeld in artikel 1, onderdeel j, Wet op de

      huurtoeslag, als mede een woonwagen of woonschip, als bedoeld

       in artikel 3, zesde lid Participatiewet;

    • i.

      woonkosten:

      • 1.

        als een huurwoning wordt bewoond, de per maand geldende

        huurprijs, als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, Wet op de

        huurtoeslag;

      • 2.

        als een eigen woning wordt bewoond, de tot een bedrag per

        maand omgerekende som van de verschuldigde

        hypotheekrente en de in verband met het in eigendom hebben

        van de woning te betalen zakelijke lasten, bestaande uit de

        rioolrechten, het eigenaarsgedeelte van de onroerend

        zaakbelasting, de opstalverzekering en het eigenaarsdeel van

        de waterschapslasten en een naar omstandigheden vast te

        stellen bedrag voor groot onderhoud;

Artikel 2 Toepasselijkheid

  • 1. De bepalingen van deze beleidsregel gelden alleen voor belanghebbende van 21 jaar of ouder doch jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd. In geval van gehuwden gelden de bepalingen van deze beleidsregel alleen als beide echtgenoten 21 jaar of ouder doch jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd zijn.

  • 2. De bepalingen van de artikelen 3 tot en met 5 van deze beleidsregel laten de toepassing van artikel 18, eerste lid van de Participatiewet onverlet.

Artikel 3 verlaging woonsituatie

De verlaging in verband met de woonsituatie, zoals bedoeld in artikel 27 Participatiewet, bedraagt:

  • a.

    het bedrag van de basishuur (woonkostenfactor in de Participatiewet) zoals omschreven in de artikelen 16 tot en met 19 Wet op de Huurtoeslag als een woning wordt bewoond waarvoor de belanghebbende geen woonkosten verschuldigd is voor de alleenstaande, alleenstaande ouder en gehuwden;

  • b.

    het bedrag van de basishuur (woonkostenfactor in de Participatiewet) zoals omschreven in de artikelen 16 tot en met 19 Wet op de Huurtoeslag minus de administratiekosten als een woning wordt bewoond waarvoor de belanghebbende geen woonkosten is verschuldigd, maar wel administratiekosten;

  • c.

    het bedrag van de basishuur (woonkostenfactor in de Participatiewet) zoals omschreven in de artikelen 16 tot en met 19 Wet op de Huurtoeslag voor de belanghebbende die geen woning bewoont.

Artikel 4 Inkomsten uit commerciële verhuur

  • 1. De inkomsten uit commerciële verhuur, zoals bedoeld in artikel 33 lid 4 Participatiewet, worden op de uitkering in mindering gebracht onder aftrek van € 70,00 per maand.

  • 2. De inkomsten van een of meerdere kostganger(s), zoals bedoeld in artikel 33 lid 4 Participatiewetwet, worden op de uitkering in mindering gebracht onder aftrek van € 360,00 per maand. Bij meerdere kostgangers is dit een ander bedrag.

  • 3. Ten aanzien van lid 1 en 2 van dit artikel moet aan navolgende voorwaarden worden voldaan:

    • a.

      De afspraken over de verhuur van (een deel) van de woning moeten in een huur- of kostgangersovereenkomst staan én;

    • b.

      Belanghebbende toont het bij lid a genoemde aan door navolgende gegevens in te leveren:

      een huur- of kostgangersovereenkomst én;

      • -

        bewijsstukken waaruit blijkt dat de overeengekomen prijswerkelijk wordt betaald; én

      • -

        aangifte inkomstenbelasting (alleen als belanghebbende deze inkomstenmoet opgeven aan de Belastingdienst).

  • 4. Het bedrag dat wordt vrijgelaten wordt jaarlijks opnieuw vastgesteld. De grondslag van de berekening vloeit voort uit de Recofa-richtlijnen VTLB met een afronding van € 5,00 naar boven.

Artikel 5 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen, ten gunste van de belanghebbende, afwijken van de bepalingen in deze beleidsregels, indien toepassing van deze regels tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 6 Citeertitel, inwerkingtreding en intrekking oude beleidsregel

  • 1. Deze beleidsregel wordt aangehaald als beleidsregel verlagen uitkering in verband met de woonsituatie en inkomsten uit commerciële verhuur Participatiewet gemeente Peel en Maas;

  • 2. De beleidsregel treedt in werking op 1 januari 2017;

  • 3. De beleidsregel verlagen uitkering in verband met de woonsituatie en inkomsten uit commerciële verhuur Participatiewet d.d. 5 januari 2015 wordt met ingang van 1 januari 2017 ingetrokken.

Ondertekening

Panningen, 24 oktober 2016
Burgemeester en wethouders van de gemeente Peel en Maas,
de gemeentesecretaris/directeur, de burgemeester,
L.P.H. Breukers, W.J.G. Delissen-van Tongerlo

Toelichting

Toelichting