Besluit van het college van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland van 11 oktober 2016, PZH-2016-565675226 (DOS-2016-005091) houdende regels inzake de verlening van mandaat en machtiging aan de directeur van BIJ12 betreffende het verstrekken van subsidies op grond van paragraaf 2.1 van de Subsidieregeling groen Zuid-Holland 2016

Geldend van 27-10-2016 t/m heden

Intitulé

Besluit van het college van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland van 11 oktober 2016, PZH-2016-565675226 (DOS-2016-005091) houdende regels inzake de verlening van mandaat en machtiging aan de directeur van BIJ12 betreffende het verstrekken van subsidies op grond van paragraaf 2.1 van de Subsidieregeling groen Zuid-Holland 2016 (Mandaat en machtigingsbesluit BIJ12 ganzenrustgebieden Zuid-Holland 2016) (Prov. Blad 2016, nr. 5771)

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland

Gelet op:

-afdeling 10.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluiten:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder de directeur: de directeur BIJ12.

Artikel 2

Aan de directeur wordt mandaat en machtiging verleend voor het nemen van besluiten en het verrichten van overige handelingen, die verband houden met het verstrekken van subsidies op grond van paragraaf 2.1 van de Subsidieregeling groen Zuid-Holland 2016.

Artikel 3

Tot de uitvoering bedoeld in artikel 2 behoort:

  • a.

    het voorbereiden, nemen en ondertekenen van besluiten, inclusief beschikkingen bedoeld in paragraaf 4.1.3.2., de afdelingen 4.4.1. tot en met 4.4.4. en artikel 4:57 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • b.

    de beantwoording van algemene vragen;

  • c.

    de behandeling van verzoeken uit hoofde van de Wet openbaarheid van bestuur en de Wet bescherming persoonsgegevens;

  • d.

    de behandeling van klachten en klaagschriften bedoeld in hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • e.

    de behandeling van verzoeken om schade vergoeding bedoeld in titel 8.4 van de Algemene wet bestuursrecht met uitzondering van de toekenning van claims tot een bedrag van meer dan € 5.000,-.

Artikel 4

De directeur kan ondermandaat en machtiging verlenen voor de aangelegenheden waarvoor hij krachtens dit besluit mandaat en machtiging heeft gekregen aan de onder hem ressorterende functionarissen.

Artikel 5

  • 1. Gedeputeerde Staten en de directeur maken omtrent de uitoefening van de in dit besluit bedoelde bevoegdheden nadere afspraken. De gemandateerde neemt bij de uitoefening van de in dit besluit bedoelde bevoegdheden deze afspraken in acht.

  • 2. Voor zover uit deze afspraken een inlichtingenplicht of een instructiebevoegdheid voortvloeit, lichten partijen elkaar over en weer op een zodanig tijdstip in dat de inachtneming of tijdige verdaging van beslistermijnen gewaarborgd wordt.

Artikel 6

De gemandateerde stelt Gedeputeerde Staten in kennis van krachtens mandaat te nemen of reeds genomen besluiten waarvan hij moet aannemen dat kennisneming door Gedeputeerde Staten gewenst is. Hier is in ieder geval sprake van indien:

  • a.

    de maatschappelijke, beleidsmatige, politieke, juridische of financiële omstandigheden daartoe aanleiding geven; of

  • b.

    advies nodig is van anderen dan de gemandateerde en onder hem ressorterende medewerkers en het advies niet aansluit op het eigen standpunt van de gemandateerde dan wel niet tot dezelfde uitkomsten leidt.

Artikel 7

  • 1. De uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden, verleende volmachten en machtigingen geschiedt binnen de grenzen en met inachtneming van het ter zake geldende recht en de geldende beleids- en uitvoeringsregels.

  • 2. De gemandateerde oefent zijn bevoegdheid niet uit indien hij bij de te nemen beslissing een persoonlijk belang heeft als bedoeld in artikel 2:4, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 8

Het krachtens mandaat of machtiging ondertekenen van stukken geschiedt als volgt:

De ondertekening van besluiten luidt:

'Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland

namens deze:

gevolgd door de naam en functie van de gemandateerde.

Artikel 9

Dit besluit treedt in werking de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin het wordt geplaatst.

Artikel 10

Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaat-en machtigingsbesluit BIJ12 Ganzenrustgebieden Zuid-Holland 2016.

Ondertekening

Den Haag 11 oktober 2016
Drs. J. Smit, voorzitter
Drs. G.M. Smid-Marsman, plv. secretaris
Een belanghebbende kan binnen 6 weken na bekendmaking van dit besluit hiertegen bezwaar maken bij het college van gedeputeerde staten van <naam provincie>. Het bezwaarschrift wordt gezonden aan het college van gedeputeerde staten van <naam provincie>.