Havenverordening Gemeente Hollands Kroon

Geldend van 12-01-2013 t/m heden

Intitulé

Havenverordening Gemeente Hollands Kroon

De raad van de gemeente Hollands Kroon,

gelezen het voorstel van het college van 22 oktober 2013;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

besluit

vast te stellen de Havenverordening Gemeente Hollands Kroon

-1- Algemene Bepalingen

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    bedrijfsmatig zeilschip:een bedrijfsmatig schip dat passagiers vervoert, dat is gebouwd en ingericht om ook door middel van zeilen te worden voortbewogen.

  • b.

    bedrijfsvaartuig: een vaartuig, daaronder begrepen een object te water, niet zijnde een zee- of binnenschip, hoofdzakelijk gebruikt als of bestemd voor de uitoefening van enig bedrijf of beroep dan wel voor de uitoefening van sociaal-culturele activiteiten;

  • c.

    schipper:degene die de feitelijk leiding over een binnenschip voert;

  • d.

    zeeschip:een schip dat gebruikt wordt voor de vaart op zee of blijkens zijn constructie voor de vaart ter zee is bestemd of een schip dat voorzien is van een document afgegeven door het bevoegde gezag van het land waar het schip is ingeschreven waaruit blijkt dat het geschikt is voor de vaart ter zee.

  • e.

    haven:wateren die voor de scheepvaart openstaan en bij de gemeente in eigendom of beheer zijn, alsmede alle daartoe behorende kaden, kunstwerken, meergelegenheden, trappen, scheepshellingen, dokken, scheepsreparatiewerven en los- en laadplaatsen, ongeacht wie daarvan de rechthebbende is.

Artikel 1.2 Toepassingsgebied

Deze verordening is van toepassing op de havens als bedoeld in artikel 1.1. onder algemeen e. van deze verordening.

-2- Bepalingen over de orde en veiligheid

Paragraaf 1 aankomst in de haven

Artikel 2.1 Melding bij aankomst in de haven

  • 1. Alle schepen dienen zich te melden bij aankomst in de haven door middel van marifoon, telefoon of mondeling aan de havendienst op het havenkantoor.

  • 2. De gewenste wijze van melding kan door middel van bebording op de kade nader zijn aangeduid.

  • 3. Er wordt melding gedaan van:

    • a.

      de naam van de schipper/kapitein;

    • b.

      de naam van het schip;

    • c.

      aard, herkomst en bestemming van de lading;

    • d.

      de bestemming en de aard van de werkzaamheden;

    • e.

      de verwachte tijdsduur dat de ligplaats in gebruik genomen wordt.

Artikel 2.2 Voorschriften afmeren

De eigenaar van een vaartuig, dat ligplaats heeft of zoekt is verplicht:

  • a.

    bij het in- en uitvaren van de ligplaats de aanwijzingen van de havenmeester op te volgen;

  • b.

    te gedogen dat de havenmeester over de ligplaats kan beschikken gedurende de periode van afwezigheid van de oorspronkelijke ligplaatshuurder.

Artikel 2.3 Verhalen van schepen

  • 1. De havenmeester kan een schipper/kaptein opdragen een schip te (doen) verhalen naar een andere ligplaats, als dit in het kader van de bescherming van de orde, de veiligheid of het milieu in en in de omgeving van de haven noodzakelijk is.

  • 2. Als geen gevolg wordt gegeven aan de opdracht een schip te verhalen kan de havenmeester het schip voor rekening en risico van de exploitant (doen) verhalen.

  • 3. In spoedeisende gevallen of als de exploitant onbekend is, kan de havenmeester het schip voor rekening en risico van de exploitant direct verhalen of doen verhalen.

  • 4. De vorige leden gelden niet in gevallen waarin de burgemeester bevoegd is een bevel te geven als bedoeld in artikel 175 van de Gemeentewet.

Paragraaf 2 werkzaamheden

Artikel 2.4 Melding bedrijfsstoring, gebrek of schade

  • 1. Bedrijfsstoringen, gebreken of schades aan of aan boord van een schip die gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken aan het schip of de omgeving, worden direct aan de havenmeester gemeld;

-3- Bepalingen betreffende het laden en lossen

Artikel 3.1 Laden en lossen

Het is verboden zonder toestemming van de havenmeester;

  • a.

    goederen of voorwerpen van welke aard dan ook te laden, te lossen, over te slaan op de kaden en haventerreinen te deponeren;

  • b.

    al dan niet mechanische los- en laadinrichtingen op de kade te hebben of in gebruik te nemen;

  • c.

    op de kaden goederen te laten liggen na verloop van de door de havendienst, voor inlading of wegvoering, bepaalde termijn;

  • d.

    zodanig te laden of lossen, dat daardoor mogelijk schade aan eigendommen van gemeente of derden kan worden veroorzaakt;

  • e.

    de Waddenhaven te Den Oever te gebruiken voor laad- en onderhoudswerkzaamheden.

-4- Overige gebruiksbepalingen

Artikel 4.1 Niet deelnemen aan economische vaart

  • 1. Schepen die langer dan drie kalendermaanden niet deelnemen aan de economische vaart, opgelegd zijn of uit de vaart genomen, dienen voor het einde van die periode de haven te verlaten.

  • 2. Dit artikel geldt niet voor de recreatievaart.

-5- Slotbepalingen

Artikel 5.1 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2014.

  • 2. Op het moment van inwerkingtreding van deze verordening vervallen:

    • a.

      de Havenverordening Wieringen, vastgesteld bij raadsbesluit 16 mei 2002;

    • b.

      de gedragsregels havengebied Niedorp, vastgesteld bij collegebesluit van 03 april 2007;

    • c.

      de Havenverordening Oude Zeug, vastgesteld bij raadsbesluit 22 maart 2001;

Artikel 5.2 Overgangsrecht

Vergunningen, toestemmingen, ontheffingen, aanstellingen van personen en aanwijzingen van bedrijven verleend of gegeven op grond van de vervallen havenverordening verliezen hun geldigheid niet door in werking treding van deze verordening.

Artikel 5.3 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Havenverordening Gemeente Hollands Kroon.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Hollands Kroonop 28 november 2013.
Griffier voorzitter

Bijlage: “Zo zijn onze manieren” (richtinggevende afspraken bij de verordening)Ligplaatsen

  • 1.

    De havenmeester wijst naar eigen inzicht een ligplaats aan. Hij zal daarbij kiezen voor de meest economische indeling.

  • 2.

    Indien bij aankomst geen havenmeester aanwezig is wordt de ligplaats aangewezen na het eerste contact.

  • 3.

    Het vastmaken aan de ‘vloeipalen’ voor de kaden in de Noorder- en Vissershaven te Den Oever is verboden.

  • 4.

    Het is de schipper/kapitein verboden in de haven te Den Oever een schip met sloten vast te leggen of vastgelegd te houden.

  • 5.

    Het gehele gebied vanaf het kanaal Omval Kolhorn tot de sluis Molenkolk aan beide zijden van het kanaal wordt geen toestemming om af te meren verleend aan schepen van meer dan 15 meter lengte en/ of breedte van meer dan 4 meter.

  • 6.

    De haven ‘Oude zeug’ is alleen toegankelijk voor schepen met een maximale diepgang van 3.20 meter en/of een maximale lengte van 110 meter.

  • 7.

    De recreatiesteiger in de Waddenhaven is alleen bestemd voor jachten tot 15 meter;

Recreatie

  • 1.

    Surfen, zeilen, spelevaren, zwemmen, snorkelen of duiken van bruggen en kunstwerken is niet toegestaan.

Werkzaamheden

  • 1.

    Om onderstaande werkzaamheden in de haven uit te voeren wordt afgestemd met de havenmeester:

    • a.

      baggeren met een beugel, haak, dreg, magneet of als er met duikmateriaal naar voorwerpen wordt gezocht;

    • b.

      duikerswerkzaamheden;

    • c.

      vlotten, balken, fuiken, vistuigen, of andere soortgelijke voorwerpen te hebben liggen of te laten drijven;

    • d.

      op de kaden tot op een afstand van 5 meter van de kademuren beschoeiing materialen op te slaan;

    • e.

      vistuigen, boomkorren, of andere onderdelen van vistuigen op de kade of haventerreinen te plaatsen of op te slaan;

    • f.

      vanaf de kade vistuigen en bijbehorende kabels op schepen aan te brengen en hierbij van afmeerbolders, palen en lichtmasten gebruik te maken;

    • g.

      de haven te bevaren anders dan met gestreken zeilen;

    • h.

      een anker te gebruiken, tenzij:

      • I.

        ligplaats wordt genomen in een boeienspan of een palenligplaats;

      • II.

        dit geschiedt door een drijvende kraan,

      • III.

        zeker is gesteld dat gebruik van een anker geen schade toebrengt aan de in de onderwaterbodem aangebrachte leidingen, kabels, duikers of oever- of kadeverdedigingswerken en het voornemen daartoe is gemeld bij de havenmeester;

    • i.

      een spudpaal te gebruiken, tenzij dit in overeenstemming is met ter plaatse aangebrachte verkeerstekens en nadere aanduidingen.

Schoonmaken

De schipper/kapitein is verplicht ervoor te zorgen dat, nadat zijn schip is geladen of gelost:

  • a.

    de kade behoorlijk wordt gereinigd;

  • b.

    in het openbaar water terechtgekomen goederen worden verwijderd.