Beleidsregel met betrekking tot de gladheidsbestrijding

Geldend van 20-10-2016 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel met betrekking tot de gladheidsbestrijding

In zijn van vergadering 26 september 2016 heeft het college besloten de volgende beleidsregel vast te stellen:

Beleidsregel met betrekking tot de gladheidsbestrijding.(paragraaf uit het uitvoeringsplan Openbare Ruimte 2016-2021)

Deze beleidsregel regelt hoe de gladheidsbestrijding wordt uitgevoerd in de gemeente Peel en Maas

Gladheidsbestrijding

Algemeen

Veiligheid voor alle weggebruikers staat bij sneeuw- en gladheidbestrijding voorop. De overheid heeft een zorgplicht, om wegen in de goede en veilige staat te houden. Dat hierbij de totale veiligheid niet gewaarborgd kan worden mag duidelijk zijn. Er is een inspanningsverplichting geen resultaatsverplichting. De mate van veiligheid wordt mede bepaald door het aangepast gedrag van de weggebruiker.

Bij de bestrijding van gladheid worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:

  • -

    “Leidraad gladheidbestrijdingsplan” van CROW-NVRD wordt zoveel mogelijk gehanteerd.

  • -

    De bestrijding moet een bijdrage leveren aan de verkeersveiligheid, de economische en de maatschappelijke voortgang onder winterse omstandigheden. Gebouwen met een openbare en maatschappelijke functie en plaatsen die gevoelig zijn voor het optreden van gladheid worden meegenomen in de strooiactie.

  • -

    Bij de uitvoering van de gladheidbestrijding moet worden voorkomen dat het milieu onevenredig wordt belast door overmatig strooien van wegenzout.

  • -

    Waar nodig vindt bij het opstellen van de routes en van uitvoering afstemming plaats met de andere wegbeheerders.

 

Uitgangspunten in de uitvoering:

  • -

    Er wordt preventief gestrooid. Dat houdt in dat er gestrooid wordt voorafgaande aan de gladheid, dit is veilig duurzaam. Bij sneeuwval of onverwacht optredende gladheid wordt curatief gestrooid. Bij sneeuwval wordt er ook geschaafd.

  • -

    De gladheidscoördinator is verantwoordelijk voor het besluit al dan niet te gaan strooien, ondersteunt door een eigen meetstation gekoppeld aan een meteorologische dienst die de gemeente 24/7 van advies voorziet.

  • -

    Prioriteiten in de gladheidsbestrijding: het is niet mogelijk om overal tegelijk te strooien. Daarom worden er prioriteiten gesteld. De prioriteitstelling is onderverdeeld in fases. Dit houdt in dat (fase 1) de grootste prioriteit heeft, (fase 2) tweede prioriteit enz.

    Fase 1. 

    Wegen met een belangrijke verkeersfunctie zoals busroutes en hoofdverbindingsroutes, maar ook wegen waar veel (openbare) voorzieningen liggen. Bij optredende gladheid heeft het berijdbaar houden van deze wegen een hoge prioriteit en worden deze als eerste gestrooid. Dit geldt ook voor fietspaden aangezien deze ook als ontsluiting dienen voor het woon- werk-schoolverkeer.

    Fase 2.

    Wijkontsluitingswegen worden direct na fase 1 gestrooid afhankelijk van de (te verwachten) weersomstandigheden.

    Fase 3. 

    Bij langdurige gladheid (langer dan 3 dagen) worden bijna alle overige verharde wegen binnen de reguliere werktijden gestrooid. Afhankelijk van de verkeersintensiteit en noodzaak kan het zijn dat enkele kleine straten niet gestrooid worden.

  • -

    Alle gegevens met betrekking tot strooiactiviteiten worden vastgelegd.

  • -

    Er is een strategische zoutvoorraad; voldoende voorraad om een hele winter te kunnen strooien.

  • -

    Verstrekken zout aan derden: maatschappelijke instellingen kunnen gratis zout afhalen bij de gemeentewerf.

  • -

    Communicatie naar de inwoners: aan de inwoners wordt vooraf duidelijk gemaakt in welke situatie de gemeente uitrukt, welke routes worden gestrooid en welke rol zij zelf in de gladheidsbestrijding kunnen spelen.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van Peel en Maas van 26 september 2016
de gemeentesecretaris/directeur, de burgemeester
drs. H. mensink, W.J.G. Delissen-van Tongerlo