Regeling vervallen per 01-01-2012

Verordening Langdurigheidstoeslag Ridderkerk 2009

Geldend van 12-06-2009 t/m 31-12-2011 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2009

Intitulé

Verordening Langdurigheidstoeslag Ridderkerk 2009

Artikel 0 Dit artikel moet nog worden gesplitst

Gemeentestukken: 2009-237

De raad van de gemeente Ridderkerk;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 april 2009,

nummer 237;

gelet op artikel 36 van de Wet Werk en Bijstand;

b e s l u i t :

vast te stellen:

Verordening langdurigheidstoeslag gemeente Ridderkerk 2009

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    college: het college van burgemeester en wethouders van Ridderkerk

  • b.

    wet: de Wet werk en bijstand

  • c.

    Referteperiode: een periode van 60 maanden voorafgaand aan de peildatum

  • d.

    WTOS: Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten

  • e.

    WSF 2000: Wet Studiefinanciering

  • f.

    Inkomensgrens; de op de gezinssituatie van toepassing zijnde bijstandsnorm zoals bedoeld in artikel 21 van de wet plus volledige toeslag, inclusief vakantiegeldreservering, exclusief eventuele heffingskortingen;

  • g.

    uitkeringsgerechtigde: persoon bedoeld in artikel 1 onder o van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen.

  • h.

    peildatum: de datum waarop in enig jaar het recht op de langdurigheidstoeslag ontstaat.

Artikel 2 Voorwaarden

  • 1.

    De persoon, bedoeld in artikel 36 eerste lid van de wet, komt in aanmerking voor langdurigheidstoeslag indien hij gedurende een onafgebroken periode van 60 maanden aangewezen is geweest op een inkomen van niet meer dan 120% van de inkomensgrens, hij geen in aanmerking te nemen vermogen heeft als bedoeld in artikel 34 van de wet en hij door een gebrek aan arbeidsmarktperspectief geen uitzicht heeft op inkomensverbetering.

  • 2.

    Niet voor de langdurigheidstoeslag komt in aanmerking de persoon die een opleiding volgt als bedoeld in de WTOS, dan wel een studie volgt als genoemd in de WSF 2000.

  • 3.

    Niet voor de langdurigheidstoeslag komt in aanmerking de uitkeringsgerechtigde die gedurende de in het eerste lid genoemde periode meer dan € 2196,00 aan inkomsten uit arbeid heeft ontvangen.

Artikel 3 Arbeidsmarktperspectief

  • 1.

    Er is sprake van gebrek aan arbeidsmarktperspectief indien

    • a.

      belanghebbende voldoet aan het bepaalde in artikel 3 en

    • b.

      in het geval van een uitkeringsgerechtigde gedurende het jaar voorafgaand aan de peildatum geen besluit is genomen zijn uitkering te verlagen op grond van artikel 18 lid 2 eerste en tweede lid van de wet wegens het niet nakomen van de verplichtingen als bedoeld in artikel 9 eerste lid onderdeel a en b van de wet.

  • 2.

    Er is geen sprake van gebrek aan arbeidsmarktperspectief indien één van de belanghebbenden op de peildatum een opleiding volgt als bedoeld in de WTOS, dan wel

een studie volgt als genoemd in de WSF 2000.

Artikel 4 Hoogte van de toeslag

1.De langdurigheidstoeslag bedraagt per jaar

a) Voor gehuwden € 496,-;

b) voor een alleenstaande ouder € 445,-;

c) voor een alleenstaande € 348,-.

Artikel 5 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.

Artikel 6 Inwerkingtreding.

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking en werkt terug tot 1 januari 2009.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 28 mei 2009,

de griffier, de voorzitter,

NvW/253