Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR420336
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR420336/1
Besluit van de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeente Brielle, Hellevoetsluis, Nissewaard en Westvoorne houdende een instellingsbesluit van de GR Voorne- Putten werkt Gemeenschappelijke regeling Voorne- Putten Werkt
Geldend van 01-01-2017 t/m heden
Intitulé
Gemeenschappelijke regeling Voorne- Putten WerktDe colleges van burgemeester en wethouders van de gemeente Brielle, Hellevoetsluis, Nissewaard en Westvoorne;
overwegende,
- a.
dat in het kader van de intergemeentelijke samenwerking op Voorne-Putten gewenst is een Gemeenschappelijke Regeling aan te gaan ter uitvoering van de aan de deelnemende gemeenten van deze Regeling (deelnemers) opgedragen taken op het gebied van de Wsw en de nog nader te bepalen taken in het kader van de Participatiewet.
- b.
dat het uit doelmatigheidsoverwegingen van belang is aan deze uitvoering (deels) een gemeenschappelijk beleidskader ten grondslag te leggen;
- c.
dat is voldaan aan het gestelde in artikel 1, lid 2 van de Wet gemeenschappelijke regelingen;
- d.
dat de deelnemers zich hebben laten adviseren over de aanpak van het sub a gestelde en dat gekozen is voor een centrumgemeente-regeling op basis van artikel 8 lid 4 van de Wet gemeenschappelijke regelingen (hierna: Wgr), waarbij Nissewaard als centrumgemeente zal gaan optreden;
- e.
dat de deelnemers zich aldus baseren op de geldende wet en regelgeving, waarbij zij tevens onderkennen dat het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht (verder: Awb) van toepassing blijft en zij dus gehouden zijn zich te houden aan onder meer afdeling 10.1.1 van die wet (regelingen aangaande mandaat), nu de (colleges van de) gemeenten op basis van mandatering bevoegdheden zullen laten uitvoeren door het bestuur van de centrumgemeente, waarbij onder meer relevant zijn de artikel 10.6, 10.7 en 10.8 Awb;
- f.
dat de deelnemers besloten hebben de gemeenschappelijke regeling als hierna te treffen, welke besluitvorming is verricht door de colleges van alle deelnemers, nu het voornamelijk de uitvoerende besluitvorming van de colleges als bevoegde organen op basis van de Wsw en Participatiewet betreft;
- g.
dat deze Regeling aldus een regeling is tussen de colleges van de deelnemers zodat als in deze Regeling gesproken wordt over "gemeenten" of "deelnemers" daarmee de colleges van de deelnemers zijn bedoeld;
- h.
gelet op de Wet gemeenschappelijke regelingen, de Algemene wet bestuursrecht, de Wet bescherming persoonsgegevens en de Gemeentewet;
Besluiten:
Tot het treffen van de
Gemeenschappelijke regeling in de vorm van een centrumconstructie, genaamd 'Voorne-Putten Werkt', met inachtneming van de navolgende bepalingen:
Artikel 1 Algemene bepalingen
Deze regeling verstaat onder:
- a.
bestuursorganen: de organen als bedoeld in artikel 6 van de Gemeentewet;
- b.
centrumgemeente: de gemeente Nissewaard die namens de overige gemeenten de bevoegdheden zoals omschreven in deze Regeling op zich heeft genomen;
- c.
college: een college van Burgemeester & Wethouders van een gemeente of de centrumgemeente;
- d.
dienstverleningsovereenkomst: een overeenkomst in het verlengde van deze Regeling van de gewenste dienstverlening door de uitvoeringsorganisatie van de centrumgemeente;
- e.
deelnemers: de aan deze regeling deelnemende gemeenten;
- f.
gemeente(n): deelnemer(s) niet zijnde de centrumgemeente;
- g.
portefeuillehouderoverleg: het periodiek overleg tussen de portefeuillehouders Maatschappelijke Zaken van de gemeenten;
- h.
regeling: deze Gemeenschappelijke Regeling 'Voorne-Putten Werkt';
- i.
Wsw: de Wet sociale werkvoorziening.
Artikel 2 Doel en reikwijdte van de regeling
-
1. De deelnemers beogen met deze Regeling vorm te geven aan de samenwerking tussen hen aangaande de verplichtingen van de colleges op het gebied van de Participatiewet en de Wsw alsmede de daarmee samenhangende wetten en (uitvoerings)regelingen.
-
2. Deze Regeling heeft als doel het bewerkstelligen van een , gelijkwaardige, kwalitatief hoogwaardige, effectieve en (zowel praktische als kosten-)efficiënte uitvoering van de in het vorige lid genoemde verplichtingen voor alle relevante actoren, voornamelijk de inwoners en de betrokken (gemeentelijke) bestuursorganen.
-
3. De deelnemers wijzen de gemeente Nissewaard aan als centrumgemeente in het kader van deze Regeling.
-
4. Gemeenten beleggen de wettelijke taken op het gebied van de Wsw en de nog nader te bepalen taken in het kader van de Participatiewet, zoals in het tweede lid bedoeld en zoals nader gespecificeerd in deze Regeling en nader te specificeren in dienstverleningsovereenkomsten bij de centrumgemeente.
-
5. De beleidsbepalende bevoegdheden genoemd in voornoemde wetten en de daarop gebaseerde regelgeving behoren toe aan de bestuursorganen van de gemeenten, ieder voor zover het hun bevoegdheid betreft.
-
6. De centrumgemeente gaat met elke aan de regeling deelnemende gemeente afzonderlijk, een dienstverleningsovereenkomst aan tot uitvoering van de regeling.
-
7. Het college van de centrumgemeente wordt door de colleges van de gemeenten gemandateerd om de in dit artikel bedoelde verplichtingen uit te voeren.
-
8. De door de colleges verstrekte mandaten worden in elke gemeente opgenomen in het mandaatregister. Tevens dragen de colleges zorg voor de vereiste bekendmaking van de verstrekte mandaten - daaronder begrepen eventuele wijzigingen van die mandaten op basis van deze Regeling - conform de Awb.
-
9. Het college van de centrumgemeente houdt een register bij van de aan haar verleende mandaten en volmachten.
-
10. Voor zoveel nodig verlenen de colleges van de gemeenten tevens volmacht tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen door het college van de centrumgemeente, waarbij het bepaalde in de vorige leden van toepassing is.
-
11. Bij tegenstrijdigheid tussen het bepaalde in de Regeling en de dienstverleningsovereenkomst, prevaleren de bepalingen van de regeling boven de dienstverleningsovereenkomst.
Artikel 3 Beleidsplan en dienstverleningsovereenkomst
-
1. Gelet op het in artikel 2, eerste twee leden van deze Regeling benoemde belang en doel, alsmede, gezien afdeling 10 Awb, het behoud van de wettelijke verplichtingen en verantwoordelijkheden gezien afdeling 10 Awb door de alle colleges, dragen de colleges zorg voor een gezamenlijke beleidsvorming, die uiteindelijk door de centrumgemeente zal worden opgenomen in haar beleid.
-
2. Het beleid van de centrumgemeente wordt gezien het bepaalde in het eerste lid als uitgangspunt gehanteerd voor de gemeenten. Bij de formulering van nieuw beleid en/ of het doorvoeren van wijzigingen in de wetgeving of bestaand beleid - waarbij steeds wordt gehandeld conform het eerste lid -, geldt dat deze overeenkomstig van toepassing dienen te zijn voor de gemeenten.
-
3. Afwijken van het beleid door een gemeente (couleur locale) van de centrumgemeente is mogelijk. De portefeuillehouder van de betreffende gemeente stelt het portefeuillehoudersoverleg op de hoogte van lokale beleidsvorming en de vaststelling daarvan. Wanneer de uitvoering van dit afwijkende beleid aanleiding geeft tot extra kosten, dan zullen die kosten in onderling overleg tussen die partijen worden bepaald waarbij de werkelijke kosten op basis van een kostenefficiënte uitvoering uitgangspunt is, en vervolgens zullen die door de centrumgemeente aldus in rekening worden gebracht bij de betreffende gemeenten.
-
4. Voor de uitvoering van het in dit artikel bedoelde beleid zullen de deelnemers met de centrumgemeente dienstverleningsovereenkomsten - één voor de taken op basis van de Wsw en één voor die op basis van de Participatiewet - sluiten conform de dienstverleningsovereenkomsten die als bijlagen aan deze Regeling zijn gehecht.
Artikel 4 Portefeuillehoudersoverleg
-
1. De portefeuillehouders MaZa van de deelnemers bespreken in het portefeuillehoudersoverleg de uitvoering van het in artikel 3 bedoelde beleid en het daarop gebaseerde beleidsplan, alsmede de uitvoering van deze Regeling zoals daarop gebaseerd door middel van dienstverleningsovereenkomsten.
-
2. Vertegenwoordigers uit de deelnemende gemeenten komen periodiek voor overleg bijeen m het portefeuillehoudersoverleg voor te bereiden en te adviseren over de aan de orde zijnde onderwerpen.
-
3. Op de agenda van dit overleg staan in ieder geval de volgende onderwerpen:
- ·
de kwartaalrapportage, inclusief financiële verantwoordingsinformatie en de realisatie van de prestatie-indicatoren zoals opgenomen in de dienstverleningsovereenkomsten;
- ·
concept beleid(sregels), -plannen, college-adviezen en verordeningen.
- ·
Artikel 5 Financiële bepalingen
-
1. De financiële zeggenschap ligt bij de afzonderlijke gemeenten. Door deze regeling wordt het budgetrecht van de gemeenteraden niet aangetast.
-
2. De centrumgemeente zorgt voor de verdeling van de kosten overeenkomstig de in de dienstverleningsovereenkomst gemaakte afspraken. Daartoe zullen de deelnemers een verdeelsleutel naar rato van de uit te voeren taken afspreken.
-
3. De gemeenten dragen zorg voor de beschikbaarheid (overheveling) van de beleidsvoorbereidende en uitvoerende personele en materiële budgetten van de in artikel 2 genoemde taken, voor zover die samenhangen met de taakuitvoering door de centrumgemeenten (aldus bijvoorbeeld niet voor de taakuitvoeringen die nog bij de gemeenten berusten de uitvoering van het lokale beleid, en zoals bepaalde algemene kosten zoals de beleidsvoorbereiding en algemene transactiekosten direct in verband met de Participatiewet en de Wsw).
-
4. De centrumgemeente voert een zodanige administratie dat daaruit de kosten van elke partij kunnen worden herleid.
-
5. Ten behoeve van de in artikel 2 genoemde taken staan voor elke deelnemer in de dienstverleningsovereenkomst de kosten vermeld, die in rekening worden gebracht.
-
6. Het toezicht op de besteding van de beschikbare structurele middelen voor de gezamenlijk uitvoeringsorganisatie ligt bij het college van de centrumgemeente. Over de bevindingen van dit toezicht informeert dat college conform het bepaalde in artikel 4.
-
7. Het college van de centrumgemeente draagt er bij het opstellen van de gemeentelijke jaarrekening zorg voor dat de uitgaven voor de gezamenlijke uitvoering zodanig verwoord worden, dat deze per gemeente separaat aan het portefeuillehoudersoverleg ter beschikking gesteld kunnen worden en de deelnemers hiervoor een accountantscontrole kunnen laten uitvoeren. In het portefeuillehoudersoverleg wordt zulks regelmatig besproken.
Artikel 6 Archief en gegevensbeheer
-
1. Het college van de centrumgemeente is belast met het ambtelijk beheer van de archiefbescheiden ter uitvoering van de in artikel 2 genoemde taken van de gemeenten en zal zulks uitvoeren conform de wettelijke verplichtingen zoals de Wet bescherming persoonsgegevens en de regelgeving rond archivering.
-
2. Na opheffing van de Regeling of na uittreding van een gemeente, zullen de documenten en gegevens aan de betreffende gemeente worden overgedragen.
-
3. Tussen de deelnemers wordt een bewerkersovereenkomst overeengekomen waarin afspraken worden gemaakt over de beveiliging van gegevens en de melding van een eventueel datalek.
Artikel 7 Bezwaar, beroep en klachten
-
1. 1.De besluitvorming met betrekking tot bezwaar en beroep blijft voorbehouden aan de gemeenten. De centrumgemeente zal op eigen initiatief en aanvullend op verzoek van de gemeente volledig faciliteren opdat de betreffende bestuursorganen van de gemeente tot de juiste besluitvorming dan wel tot het noodzakelijk verweer in rechte kunnen komen.
-
2. Klachten worden geregistreerd, behandeld en afgehandeld door de centrumgemeente.
-
3. De gemeente blijft aangesloten bij de gemeentelijke ombudsman of Nationale ombudsman. Het bepaalde in het vorige lid is van toepassing ten aanzien van ingediende klachten.
Artikel 8 Informatie en verantwoording
-
1. Partijen onderkennen dat de uitvoering door de centrumgemeenten van de met deze regeling bedoelde taken de wettelijke verplichtingen en verantwoordelijkheden van de colleges onverlet laat, zodat in verband daarmee een uitgebreide informeringsverplichting bij de centrumgemeente jegens de gemeenten bestaat. In verband daarmee stuurt het college van de centrumgemeente alle informatie die noodzakelijk en relevant is voor de gemeenten ter beoordeling van de uitvoering van de taken op basis van deze Regeling waarvoor zij verantwoordelijk zijn, periodiek aan de gemeenten.
-
2. Indien een of meer leden van de colleges van de gemeenten schriftelijk nadere inlichtingen ten opzichte van het in het eerste lid bepaalde vraagt, dan geeft het college van de centrumgemeente deze inlichtingen binnen vier weken, of indien sprake is van spoedeisendheid zoals door de gemeenten(n) aangegeven, op een eerder moment zoals noodzakelijk, aan het betreffende bestuursorgaan.
-
3. Het college van de centrumgemeente brengt in ieder geval jaarlijks voor 1 maart verslag uit aan de gemeenten over de wijze waarop de centrumgemeente in het voorafgaande jaar van zijn uitvoerende bevoegdheden gebruik heeft gemaakt. Het verslag maakt deel uit van de onderscheiden gemeentelijke jaarrekeningen.
-
4. De centrumgemeente heeft namens de gemeenten informatie- en verantwoordingsplichten jegens derden en draagt zorg voor een goede uitvoering daarvan. Het bepaalde in de vorige leden is van toepassing.
-
5. Naar aanleiding van de jaarrapportage vindt in het eerst daarop volgend portefeuillehoudersoverleg telkens een evaluatie plaats van de uitvoering van de Regeling.
Artikel 9 Toetreding, uittreding, wijziging en opheffing
-
1. Toetreding tot de regeling door derden behoeft de goedkeuring van deelnemers.
-
2. Een gemeente kan tot uittreding besluiten. Uittreding kan plaatsvinden indien een deelnemer daartoe zwaarwegende redenen heeft.
-
3. Uittreding vindt niet eerder plaats dan per 31 december van enig jaar, met inachtneming van een termijn van aanzegging aan de andere deelnemers van tenminste twee jaar.
-
4. De financiële gevolgen van uittreding, inclusief de daardoor ontstane wachtgeldverplichtingen, komen voor rekening van de uittredende gemeente en zullen tussen de deelnemers in goed overleg op basis van de uitgangspunten van redelijkheid en billijkheid, alsmede met oog voor een kostenefficiënte wijze van handelen worden vastgesteld. Indien partijen niet tot een regeling kunnen komen, is artikel 10 van toepassing
-
5. Voor de vaststelling van de financiële gevolgen van uittreding als bedoeld in het vorige lid, wordt voorafgaande aan die uittreding door deelnemers gezamenlijk advies gevraagd aan een onafhankelijke externe deskundige. Het advies van deze deskundige is leidend. De kosten voor het inschakelen van de deskundige zijn voor rekening van de uittredende gemeente, tenzij de redenen voor uittreding aan een andere deelnemer te wijten is.
-
6. Deze regeling kan worden gewijzigd, dan wel worden opgeheven na een daartoe strekkend gelijkluidend besluit van de deelnemers.
-
7. Een besluit tot opheffing van de regeling gaat vergezeld van een liquidatieplan, vast te stellen door de deelnemers. Het liquidatieplan voorziet in de verplichting van deelnemers tot deelneming in de financiële gevolgen van de opheffing, in de gevolgen voor het personeel en in de gevolgen van het door deelnemers uitvoeren van de regelgeving als vermeld in artikel 2 van deze regeling, evenals in de gevolgen voor het archief.
-
8. De centrumgemeente is belast met de voorbereiding en uitvoering van de liquidatie.
Artikel 10 Geschillen
-
1. Voordat over een geschil, als bedoeld in artikel 28 Van de Wet gemeenschappelijke regelingen, de beslissing van Gedeputeerde Staten wordt ingeroepen, kunnen deelnemers het geschil voorleggen aan een daartoe door hen in te stellen en nader te regelen geschillencommissie.
-
2. De geschillencommissie hoort de bij het geschil betrokken deelnemers en brengt advies uit over de mogelijkheid deelnemers tot overeenstemming te brengen.
Artikel 11 Slotbepalingen
-
1. Deze regeling wordt - behoudens in overleg te bepalen eerdere beëindiging - aangegaan voor de periode van 10 jaar en wordt daarna verlengd voor de periode dat partijen dit overeenkomen. Ter voorkoming dat de deelnemers dit beslispunt niet zullen agenderen, zal zulks indien dit één der partijen dit wenst, of in ieder geval na het achtste jaar, in de evaluatie worden meegenomen en in het portefeuillehoudersoverleg als bespreekpunt worden geagendeerd.
-
2. De centrumgemeente zendt deze regeling aan Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland.
-
3. De centrumgemeente draagt zorg voor bekendmaking van de regeling in de Staatscourant.
-
4. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2017.
-
5. Deze regeling kan worden aangehaald als 'Gemeenschappelijke regeling Voorne-Putten Werkt'.
Ondertekening
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl