Bezoldigingsregeling gemeente Terneuzen 2003

Geldend van 01-01-2003 t/m heden

Intitulé

Bezoldigingsregeling gemeente Terneuzen 2003

I Begripsbepalingen

Begripsbepalingen

Artikel 1

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

a. ambtenaar:

1. de ambtenaar in de zin van de CAR/UWO gemeente Terneuzen;

2. de werknemer als bedoeld in artikel 2:5:1 van de CAR/UWO gemeente Terneuzen;

b. salaris:

het salaris, als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder b, van de CAR/UWO gemeente Terneuzen;

c. uurloon:

het uurloon als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder o van de CAR/UWO gemeente Terneuzen;

d. schaal:

de schaal als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder a, van de CAR/UWO gemeente Terneuzen , opgenomen in bijlage IIa van die regeling;

e. maximumsalaris:

het hoogste bedrag van een salarisschaal;

f. bezoldiging;

de bezoldiging als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder c, van de CAR/UWO gemeente Terneuzen;

g. betrekking:

de betrekking als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder b, van de CAR/UWO gemeente Terneuzen;

h. conversie:

de vertaling van de gevonden rangorde naar salarisschalen;

i. volledige betrekking:

de volledige betrekking als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder k, van de CAR/UWO gemeente Terneuzen;

j. overwerk:

het overwerk als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder l, van de CAR/UWO gemeente Terneuzen.

k. functieschaal:

de salarisschaal die aan de hand van het systeem van functiewaardering en op basis van de conversietabel voor de desbetreffende functie wordt vastgesteld;

l. aanloopschaal:

de bij de functieschaal behorende naastlagere schaal.

II Salaris

Recht op salaris

Artikel 2

1. Het recht op salaris vangt aan met de dag waarop de aanstelling van de ambtenaar ingaat. Indien in het aanstellingsbesluit geen datum van ingang is vermeld, vangt het recht op salaris aan met de dag waarop de ambtenaar feitelijk in dienst is getreden.

2. Het recht op salaris eindigt, in geval van ontslag, met ingang van de dag waarop het ontslag ingaat.

Gebroken tijdvakken

Artikel 3

Wanneer het salaris of een toelage moet worden berekend over een gedeelte van een maand, wordt het bedrag per dag vastgesteld door het maandbedrag te delen door het aantal kalenderdagen van die maand.

Onvolledige betrekking

Artikel 4

Het salaris van de ambtenaar met een onvolledige betrekking wordt vastgesteld op een evenredig deel van het salaris dat voor hem zou gelden bij een volledige betrekking.

Salarisbedragen

Artikel 5

De salarissen van de ambtenaren wier salaris niet bij of krachtens de wet is geregeld, worden vastgesteld op de bedragen volgens de salarisschalen zoals opgenomen in bijlage IIa van de CAR/UWO gemeente Terneuzen.

Vaststelling salarisschaal

Artikel 6

1. De toepassing van bijlage IIa van de CAR/UWO gemeente Terneuzen vindt plaats conform hetgeen is bepaald in artikel 3:1, derde t/m vijfde lid, van de CAR/UWO gemeente Terneuzen.

2. Burgemeester en wethouders bepalen met inachtneming van de resultaten van een

functiewaarderingsonderzoek en aan de hand van de vastgestelde conversie de voor de ambtenaar geldende functieschaal.

3. Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen met betrekking tot de uitvoering van een functiewaarderingsonderzoek en de daarbij te hanteren methode.

4. Anders dan bij het aanvaarden van passende of gangbare arbeid, dan wel bij wijze van disciplinaire straf, als bedoeld in de CAR/UWO gemeente Terneuzen kan zonder voorafgaand ontslag voor een ambtenaar geen salarisschaal gaan gelden met een lager maximumsalaris dan dat van de reeds voor hem geldende salarisschaal.

5. In afwijking van het bepaalde in het tweede lid wordt de functieschaal voor de functie van gemeentesecretaris als zijnde de hoogste ambtelijke functie vastgesteld op een functieschaal, welke in ieder geval één salarisschaal uitkomt boven die van andere ambtelijke functies, i.c. salarisschaal 16.

Salaris bij indiensttreding of aanvaarding van een betrekking waarvoor een hogere functieschaal geldt

Artikel 7

1. Bij indiensttreding of bij aanvaarding van een betrekking waarvoor een hogere functieschaal geldt, heeft de ambtenaar recht op het bij de laagste salarisanciënniteit behorende bedrag van de voor hem geldende aanloopschaal.

2. In afwijking van het bepaalde in het vorige lid kunnen burgemeester en wethouders een salarisbedrag toekennen, dat behoort bij een hogere salarisanciënniteit van de aanloopschaal.

3. In bijzondere gevallen kan aanstelling plaatsvinden in de functieschaal, waarbij burgemeester en wethouders een salarisbedrag toekennen dat behoort bij een salarisanciënniteit van de functieschaal.

Bevordering van de aanloop- naar de functieschaal

Artikel 8

1. Bevordering van de aanloop- naar de functieschaal vindt plaats, in geval de ambtenaar:

  • a.

    goed functioneert, hetgeen blijkt uit een over de ambtenaar uit te brengen beoordeling; en

  • b.

    1 jaar bezoldigd is in de aanloopschaal.

2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, sub b, kunnen burgemeester en wethouders in verband met het nog niet voldoen aan specifieke functievereisten besluiten dat een langere aanloopperiode geldt. Een dergelijk besluit wordt voorafgaand aan het gaan functioneren in de desbetreffende betrekking schriftelijk aan de ambtenaar medegedeeld.

3. De ambtenaar, die overeenkomstig het bepaalde in het eerste lid wordt bevorderd, wordt in de nieuwe schaal ingeschaald op het eersthogere bedrag in die schaal, waarmee gerealiseerd wordt dat het verschil tussen het nieuwe salaris en het oude salaris van de ambtenaar tenminste 75% bedraagt van het verschil tussen het bedrag dat de ambtenaar laatstelijk genoot en het naasthogere bedrag in die oude schaal, dan wel het naastlagere bedrag in die oude schaal, indien het salaris in de oude schaal reeds overeenkwam met het hoogste bedrag uit die schaal.

4. Indien burgemeester en wethouders besluiten niet tot bevordering als bedoeld in het eerste lid over te gaan dan wordt de ambtenaar zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling gedaan, onder vermelding van de redenen welke tot de beslissing hebben geleid.

Periodieke verhoging van het salaris

Artikel 9

1. Het salaris van de ambtenaar die voldoende functioneert, wordt binnen de voor hem geldende

salarisschaal periodiek verhoogd tot het naasthogere bedrag.

2. De periodieke verhogingen worden toegekend aan de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, voor de eerste maal met ingang van de eerste dag van de maand waarin zijn aanstelling een jaar is verstreken en nadien telkens na een jaar.

3. Het tijdstip waarop ingevolge het vorige lid voor de eerste maal een periodieke verhoging wordt toegekend, kan worden vervroegd indien daartoe naar het oordeel van burgemeester en wethouders aanleiding bestaat.

Extra periodieke verhoging van het salaris

Artikel 10

1. Aan de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, kan een extra periodieke salarisverhoging tot een in de salarisschaal genoemd bedrag, dat niet uitgaat boven het maximumsalaris, worden toegekend op grond van zeer goede of uitstekende vervulling van de betrekking.

2. Bij de toepassing van het vorige lid blijft het tijdstip waarop ingevolge artikel 9 een salarisverhoging wordt toegekend onverlet, tenzij anders wordt bepaald.

Geen periodieke verhoging

Artikel 11

1. Indien een ambtenaar onvoldoende functioneert, kan worden bepaald dat voor hem de in artikel 9 bedoelde salarisverhoging achterwege wordt gelaten.

2. Nadien kan worden bepaald dat de salarisverhoging, welke met toepassing van het eerste lid achterwege is gelaten, al dan niet met terugwerkende kracht alsnog wordt toegekend.

3. Van een beslissing tot toepassing van het eerste lid wordt de ambtenaar zo spoedig mogelijk, doch in elk geval voor de datum waarop anders de salarisverhoging zou ingaan, schriftelijk mededeling gedaan,onder vermelding van de redenen welke tot de beslissing hebben geleid.

III Instrumenten van flexibele beloning (nog nader uit te werken)

IV Overige toelagen en vergoedingen

Waarnemingstoelage

Artikel 12

Een waarnemingstoelage wordt toegekend conform hetgeen is geregeld in artikel 3:1:2 van de

CAR/UWO gemeente Terneuzen.

Overwerkvergoeding

Artikel 13

1. Aan de ambtenaar voor wie een salarisschaal geldt met een lager maximumsalaris dan dat van schaal 11 wordt ingeval van overwerk een overwerkvergoeding toegekend conform hetgeen is geregeld in artikel 3:2 en artikel 3:2:1 van de CAR/UWO gemeente Terneuzen.

2. Op verzoek van de ambtenaar kan in bijzondere situaties het bedrag dat wordt berekend op basis van artikel 3:2:1, lid 5 van de CAR/UWO (de overwerktoeslag) omgezet worden in verlof. Als een bijzondere situatie wordt aangemerkt dat de uitbetaling van de overwerktoeslag voor de ambtenaar zou leiden tot een verlaging van andere financiële voorzieningen zoals huurtoeslag en studiefinanciering.

Toelage onregelmatige dienst

Artikel 14

1. Aan de ambtenaar voor wie een salarisschaal geldt met een lager maximumsalaris dan dat van schaal 11 en voor wie de werktijden zijn vastgesteld conform in artikel 3:3 van de CAR/UWO gemeente Terneuzen wordt een toelage toegekend op grond van artikel 3:3 van de CAR/UWO gemeente Terneuzen.

2. De toelage als bedoeld in het eerste lid bedraagt per gewerkt uur een percentage van het voor de ambtenaar geldende salaris per uur en wel:

a. 20% voor de uren op maandag tot en met vrijdag tussen 6.00 en 8.00 uur en tussen 18.00 en 22.00 uur;

b. 40 % voor de uren op zaterdag tussen 6.00 en 22.00 uur;

c. 40% voor de uren op maandag tot en met zaterdag tussen 0.00 en 6.00 uur en tussen 22.00 en 24.00 uur;

d. 65% voor de uren op zondag en op de feestdagen genoemd in artikel 4:2:1, derde lid, van de CAR/UWO gemeente Terneuzen.

3. Voor de in het vorige lid onder a genoemde morgen en avonduren wordt de toelage slechts toegekend, indien de arbeid is aangevangen vóór 7 uur, respectievelijk is beëindigd na 19 uur.

4. Artikel 3:3, tweede lid, van de CAR/UWO gemeente Terneuzen (grens van 3 uur per week) wordt niet toegepast.

5. In bijzondere gevallen kan een regeling worden getroffen die het bepaalde in de vorige leden aanvult of daarvan afwijkt.

Toelage bereik- en beschikbaarheidsdienst

Artikel 15

1. Aan de ambtenaar die buiten de voor hem vastgestelde werktijden ingevolge een schriftelijke aanwijzing van burgemeester en wethouders zich regelmatig of vrij regelmatig bereikbaar en beschikbaar moet houden teneinde bij oproep arbeid te gaan verrichten, wordt een toelage toegekend.

2. De toelage bedraagt per uur van bereikbaarheid en beschikbaarheid een percentage van het salaris per uur dat behoort bij het maximum van salarisschaal 8. De toelage bedraagt:

a. 10% voor de uren op maandag tot en met vrijdag;

b. 16 % voor de uren op zaterdag en zondag en op de feestdagen genoemd in artikel 4:2:1, derde lid, van de CAR/UWO gemeente Terneuzen;

3. Over de uren die binnen een bereikbaar- en beschikbaarheidsdienst vallen en waarvoor de ambtenaar een overwerkvergoeding ontvangt wordt in afwijking van het bepaalde in het tweede lid geen toelage dan wel, indien gebruik wordt gemaakt van lid 4., verlof toegekend.

4. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan de ambtenaar er voor kiezen om in plaats van een toelage te ontvangen de op basis van het tweede en derde lid berekende uren toe te voegen aan het verlof. Bij deze berekening van het verlof wordt geen rekening gehouden met de salarisschaal.

5. In bijzondere gevallen kan een regeling worden getroffen die het bepaalde in dit artikel aanvult of daarvan afwijkt.

Inconveniëntentoelage

Artikel 16

1. Aan de ambtenaar aan wie het verrichten van zware onaangename of gevaarlijke arbeid wordt

opgedragen, wordt naar evenredigheid van het aantal uren gedurende welke per maand die arbeid is verricht een toelage toegekend.

2. Burgemeester en wethouders kunnen nader bepalen welke arbeidsomstandigheden als zwaar,

onaangenaam of gevaarlijk aangemerkt moeten worden en in welke mate. Hierbij wordt tevens de hoogte van de toelage bepaald.

3. De in het eerste lid genoemde toelage bedraagt voor de bakkenlader en de kolkenzuiger 10% van het salaris per uur, en bedraagt per maand maximaal 4% van het maximum van schaal 3.

4. De in het eerste lid genoemde toelage bedraagt voor de ambtenaar die wordt belast met de herbegraving of ontsmetting van een stoffelijk overschot of met werkzaamheden in de gemalen een bedrag van € 50,86 (peildatum 1 januari 2003) per voorkomende gebeurtenis. De hoogte van deze toelage wordt geïndexeerd aan de hand van de arbeidsvoorwaardenontwikkeling in de sector gemeenten.

EHBO- en BHV toelage

Artikel 17

1. De ambtenaar die door burgemeester en wethouders is aangewezen als bedrijfshulpverlener als bedoeld in artikel 22 van de Arbeidsomstandighedenwet en die naast zijn normale werkzaamheden voor bedrijfshulpverleningstaken gedurende tenminste 75% van de voor die taken beschikbaar gestelde werktijd als zodanig inzetbaar is geweest, ontvangt een toelage.

2. De toelage voor de volledig opgeleide bedrijfshulpverlener bedraagt € 385,71 per jaar (peildatum 1 januari 2003). Deze bedrijfshulpverlener ontvangt geen EHBO-toelage.

3. De ambtenaar die door burgemeester en wethouders is aangewezen als EHBO-er en die naast zijn normale werkzaamheden voor EHBO-taken gedurende tenminste 75% van de voor die taken beschikbaar gestelde werktijd als zodanig inzetbaar is geweest, ontvangt een toelage.

4. De toelage voor de volledig opgeleide EHBO-er bedraagt € 136,13 per jaar (peildatum 1 januari 2003).

5. De hoogte van de in het tweede en vierde lid bedoelde bedragen wordt aangepast op basis van en overeenkomstig de vergoedingsregeling Bedrijfshulpverlening van de Belastingdienst.

Afbouwtoelage

Artikel 18

1. Aan de ambtenaar wiens bezoldiging als gevolg van het buiten zijn toedoen beëindigen of verminderen van een toelage, als bedoeld in artikelen 14, 15, 16 en 17, een blijvende verlaging ondergaat, wordt door burgemeester en wethouders een aflopende toelage toegekend, indien:

a. die blijvende verlaging ten minste 3% bedraagt van het salaris en

b. de ambtenaar de toelage - als bedoeld in artikelen 14, 15, 16 en 17 - direct voorafgaande aan het tijdstip van vorenbedoelde beëindiging of vermindering ervan, gedurende ten minste twee jaren zonder wezenlijke onderbreking heeft genoten.

2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt aan de ambtenaar van 60 jaar of ouder wiens bezoldiging als gevolg van het buiten zijn toedoen beëindigen of verminderen van een toelage – als bedoeld in artikelen 14, 15, 16 en 17 - een blijvende verlaging ondergaat, een blijvende toelage toegekend, indien de ambtenaar de toelage - als bedoeld in artikelen 14, 15, 16 en 17 - direct voorafgaande aan het tijdstip van vorenbedoelde beëindiging of vermin-dering ervan gedurende ten minste 10 jaren zonder wezenlijke onderbreking heeft genoten.

3. De in het eerste lid bedoelde aflopende toelage gaat, wanneer de ambtenaar de leeftijd van 60 jaar bereikt en hij onmiddellijk voor de aanvang van die toelage gedurende tenminste 10 jaren zonder wezenlijke onderbreking een toelage - als bedoeld in artikelen 14, 15, 16 en 17 - heeft genoten, over in een blijvende toelage als bedoeld in het vorige lid.

4. Voor de toepassing van de voorgaande leden wordt onder wezenlijke onderbreking verstaan een onderbreking van langer dan twee maanden.

5. Burgemeester en wethouders stellen voor de uitvoering van dit artikel nadere regels vast.

V Bezoldiging In- en doorstroombanen

Bezoldiging In- en doorstroombanen

Artikel 19

1. In afwijking van het bepaalde in artikel 6 wordt het salaris van de ambtenaren die zijn benoemd in het kader van de toepassing van het voormalige ID-besluit, per 1 januari 2004 vallend onder de werking van de Invoeringswet Werk en Bijstand, uitgaande van een volledige werkweek van 36 uren, gedurende het eerste jaar van indiensttreding vastgesteld op 100 procent van het van toepassing zijnde wettelijk minimumloon als bedoeld in de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, ieder daarna volgend jaar te verhogen met 5 procent van het van toepassing zijnde wettelijk minimumloon.

2. Voor de in het vorige lid bedoelde functies geldt een maximaal salaris van 130 procent van het van toepassing zijnde wettelijk minimumloon.

  • 3.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan het salaris bij indiensttreding hoger worden vastgesteld indien de desbetreffende ambtenaar reeds een hoger salaris heeft.

  • 4.

    De mogelijkheid bestaat om indien aan de in het vijfde lid genoemde criteria wordt voldaan en het in het tweede lid genoemde maximum van 130 procent is bereikt door te groeien tot een maximaal salaris van 150 procent van het van toepassing zijnde wettelijk minimumloon. Dit wordt bereikt door jaarlijks het salaris met 5 procent van het van toepassing zijnde wettelijk minimumloon te verhogen. De mogelijkheid van doorgroei vangt aan per 1 januari 2005.

  • 5.

    De in het vierde lid bedoelde criteria zijn:

de aard van de werkzaamheden die worden uitgevoerd; de werkgever waar de in het eerste lid bedoelde ambtenaar zijn werkzaamheden verricht, heeft de bevoegdheid om specifieke taken te benoemen die voor doorgroei in aanmerking komen; en

de wijze waarop de functie wordt vervuld; indien op basis van een beoordeling van het functioneren van de ambtenaar blijkt dat deze goed functioneert;

6.Op de in het eerste en het vierde lid bedoelde verhogingen zijn de artikelen 9, 10 en 11 van overeenkomstige toepassing.

6.VI Overige bepalingen

Onvoorziene gevallen

Artikel 20

Voor gevallen waarin deze verordening niet of niet naar billijkheid voorziet, treffen burgemeester en wethouders een bijzondere regeling.

Slotbepalingen

Artikel 21

1. Deze verordening wordt geacht in werking te zijn getreden op 1 januari 2003 en kan worden aangehaald als de 'Bezoldigingregeling gemeente Terneuzen 2003´.

Voorzover inwerkingtreding van onderdelen van deze regeling per de in het eerste lid bedoelde datum nadelige consequenties zou hebben voor de individuele ambtenaar worden deze niet met terugwerkende kracht gecorrigeerd en vindt toepassing van de 'Bezoldigingregeling gemeente Terneuzen 2003’ plaats per 1 januari 2006.

De wijziging van artikel 15, lid 2, (toelage bereikbaarheid en beschikbaarheid maximum schaal 8) treedt in werking per 1 januari 2006.

Terneuzen, 1 december 2005.

Burgemeester en Wethouders van Terneuzen,

secretaris, burgemeester,

F.M.L. Lauret RA J.A.H. Lonink