Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Meerssen houdende regels omtrent subsidie gemeente Meerssen 2017–2022

Geldend van 15-10-2016 t/m heden

Intitulé

Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Meerssen houdende regels omtrent subsidie gemeente Meerssen 2017–2022

1. Inleiding

Gemeente Meerssen heeft een rijk verenigingsleven en telt vele (vrijwilligers)organisaties die een bijdrage leveren aan de maatschappelijke doelen in onze gemeente. De gemeente subsidieert organisaties die een bijdrage leveren aan de verwezenlijking van beleidsdoelen die zonder subsidie niet of niet geheel gerealiseerd zouden kunnen worden. Subsidieverstrekking is daarmee een belangrijk (sturings)instrument om gemeentelijke beleidsdoelstellingen te verwezenlijken. Dit instrument dient dan ook op een efficiënte en doelmatige wijze te worden ingezet zodat de organisaties hun doelen kunnen verwezenlijken.

Het voorgaande subsidiebeleid was verouderd (2007) en paste niet meer in de huidige tijdsgeest van de samenleving. Vandaar dat de gemeente Meerssen in 2011 (Kerntakendiscussie) de ambitie heeft uitgesproken om haar subsidiebeleid voor vrijwilligersorganisaties te willen herijken. Tevens is er een taakstellende bezuiniging gesteld van 30% op het totale subsidiebudget voor de vrijwilligersorganisaties.

Naast de vrijwilligersorganisaties is ook de subsidiëring voor professionele welzijnsinstellingen in dit nieuwe subsidiebeleid opgenomen. Dit is noodzakelijk vanwege het intrekken van de subsidieverordening uit 2007. De subsidievorm voor professionele welzijnsinstellingen is echter niet herijkt.

In maart 2016 is de startnotitie Herijking Subsidiebeleid vastgesteld door het College van B&W. De startnotitie is tot stand gekomen vanuit de bestuurlijke visie die tot uiting komt in diverse bestuurlijke en integrale beleidsplannen; denk hierbij aan de Toekomstvisie 2020, het Bestuursakkoord Meerssen in Balans 2015–2018 en beleidsstukken zoals de toekomstagenda Sociaal Domein. Daarnaast is alle input uit het herijkings- en participatietraject van 2011 tot op heden meegenomen.

De inhoud van de startnotitie is besproken (in meedenkbijeenkomsten) met de betreffende organisaties en de klankbordgroep. Aansluitend zijn deze organisaties benaderd voor het aanleveren van enkele basisgegevens, zoals ledenaantallen en contributiebedragen. Ook werd de Raad betrokken bij de ontwikkelingen middels een Raadsparticipatiebijeenkomst. De input die gedurende het proces is verzameld heeft geleid tot een nieuw subsidiebeleid. Uiteraard is het van belang het subsidiebeleid op regelmatige basis te monitoren.

2. Visie en doelstelling

Het nieuwe subsidiebeleid heeft als doel de subsidiemiddelen (meer) doel- en resultaatgericht in te zetten en (meer) krachtige en toekomstbestendige (vrijwilligers)organisaties te realiseren. Dit geldt voor de organisaties op het gebied van cultuur, welzijn, zorg en andere maatschappelijke organisaties.

Om een doel- en resultaatgericht subsidiebeleid te bereiken is de methodiek uitgewerkt aan de hand van twee kernbegrippen; maatschappelijk belang en maatschappelijk rendement.

  • 1.

    Maatschappelijk belang

    ‘Datgene wat voor het welzijn van de inwoners van Meerssen nuttig, gewenst of nodig is’.

  • 2.

    Maatschappelijk rendement

    ‘De extra waarde die een activiteit heeft naast de basisbijdrage van de activiteit aan de samenleving’.

Het maatschappelijk belang kan gezien worden als subsidiëring voor de ‘kernactiviteit’ van een betreffende organisatie. Naast de kernactiviteit(en) van organisaties komt ook de maatschappelijke rol en functie steeds nadrukkelijker in beeld. Subsidiëring vanuit het maatschappelijk rendement is een resultaatgerichte methodiek die het maatschappelijk effect van de gemeentelijke doelstellingen vergroot en tegelijkertijd de extra inzet die organisaties daarvoor leveren mogelijk maakt. Organisaties die naast hun kernactiviteit(en) extra activiteiten organiseren met maatschappelijke (meer)waarde, kunnen in aanmerking komen voor extra subsidie. Deze activiteiten dienen niet primair gericht te zijn op eigen leden.

Er zijn enkele bestuurlijke keuzes gemaakt die van invloed zijn op het nieuwe subsidiebeleid. Deze keuzes worden hieronder opgesomd:

  • 1.

    Subsidiëring van de sportverenigingen en gemeenschapshuizen wordt niet meegenomen in het nieuwe subsidiebeleid. Deze vorm van subsidiëring wordt, zoals bij de startnotitie vastgesteld, opgepakt in het parallel lopende project Accommodatiebeleid.

  • 2.

    Vrijwilligersorganisaties die een subsidiebedrag ontvangen van € 250 of lager komen in het nieuwe subsidiebeleid niet meer in aanmerking voor een basissubsidie. Deze keuze is gemaakt op basis van de omvang van het subsidiebedrag ten opzichte van de totale financiële omvang van de activiteiten en draagkracht van de organisatie.

  • 3.

    Vrijwilligersorganisaties van kerkelijke of politieke aard die activiteiten organiseren die gericht zijn op het uitdragen van het gedachtengoed (o.b.v. scheiding kerk en staat) komen in het nieuwe beleid niet meer in aanmerking voor basissubsidie.

  • 4.

    Vrijwilligersorganisaties die activiteiten organiseren op het terrein van zang/koren, kunst/schilderen en toneel komen niet meer in aanmerking voor de basissubsidie. Deze keuze is gemaakt, omdat verwacht wordt dat inwoners hier zelf inhoud aan geven en deze kosten zelf kunnen betalen. Voor inwoners die dit niet kunnen betalen zijn speciale regelingen (bijv. Jeugdcultuurfonds).

  • 5.

    Vrijwilligersorganisaties die in aanmerking wil komen voor de basissubsidie dienen te beschikken over een solide basisstructuur (o.a. minimaal twintig contributie betalende leden uit de gemeente Meerssen).

3. Uitgangspunten

De volgende speerpunten staan centraal binnen het nieuwe beleid:

  • 1.

    Gemeentelijke regierol

    De gemeente neemt steeds vaker de regierol op zich. Met subsidies als instrument geeft de gemeente sturing aan het bereiken van gemeentelijk beleid en doelen. De gemeente wil meer subsidiëren in het realiseren van maatschappelijke effecten en het ondersteunen van (waardevolle activiteiten voor) kwetsbare groepen. Dit stimuleert en beloont beweging en innovatie.

  • 2.

    Toekomstbestendige verenigingen

    De gemeente wil (meer) krachtige en toekomstbestendige (vrijwilligers)organisaties realiseren. De gemeente vindt het belangrijk om daarin samenwerking te ontwikkelen. De gemeente wil een stimulans geven elkaar op te zoeken en samen te gaan werken. Samenwerking komt van onderop, maar de gemeente kan dat wel stimuleren en mogelijk maken.

  • 3.

    Gelijkheid en transparantie

    Eén van de uitgangspunten van het nieuwe subsidiebeleid is te komen tot een eenduidig subsidiestelsel. Onder het mom van gelijke monniken, gelijke kappen wordt verondersteld dat activiteiten met een min of meer gelijke doelstelling op een gelijke wijze worden gewaardeerd. De basis vormt immers een zo rechtvaardig mogelijk subsidiebeleid. Het subsidiebeleid is transparant doordat het inzicht verschaft in de te ontvangen bedragen per organisatie en/of cluster.

  • 4.

    Eenvoud

    In het nieuwe subsidiebeleid is gestreefd naar het vereenvoudigen van de regels en het beperken van de administratieve lasten voor de subsidieaanvragers en voor de gemeente. Er is gekozen voor eenvoudige subsidieberekeningen waarbij een minimaal aantal componenten is gebruikt binnen de berekening. Daarnaast is bij het ontwerpen van de regels en voorwaarden kritisch gekeken naar welke informatie noodzakelijk is voor het toekennen van de subsidie. In combinatie met eenvoudige subsidieberekeningen, is een ontwerp mogelijk van aanvraagformulieren waarin de subsidiebedragen direct worden berekend.

  • 5.

    Vertrouwen

    Als uitgangspunt van het toekennen van subsidies hanteren wij het vertrouwen dat de activiteiten ook daadwerkelijk uitgevoerd worden waarvoor de subsidie is aangevraagd. De gemeente loopt hierbij het risico dat er subsidie onterecht wordt uitgekeerd. Dit risico beperken we door het uitvoeren van steekproefcontroles. Door deze keuze kan er niet optimaal gestuurd worden op resultaten/prestaties, maar is tevens ook minder ambtelijke capaciteit nodig. In plaats van het standaard vragen om een verantwoording, kiezen we voor een ‘actieve meldingsplicht’ voor de aanvrager als hij niet (meer) voldoet aan de eisen die gelden voor de betreffende subsidie.

  • 6.

    Stimuleren van deelname kinderen en jongeren

    De subsidieregeling creëert een stevige basis voor (deelname van) kinderen en jongeren. De gemeente vindt jeugddeelname namelijk belangrijk. Basis uitgangspunt is dat elk kind toegang heeft om deel te nemen aan de maatschappij. Kinderen en jongeren verdienen en krijgen daarom extra aandacht binnen de subsidieregeling. Al bij de jeugd moet de basis gelegd worden om zich te verenigen en gezamenlijk verantwoordelijkheid te dragen voor de samenleving. Organisaties die niet in aanmerking komen voor een basissubsidie, zoals zang en toneel, komen wel in aanmerking voor een activiteitensubsidie welke kinderen/jongeren stimuleren om deel te nemen en tot ontwikkeling te komen.

  • 7.

    Ondersteuning gemeente is meer dan subsidieverstrekking

    De gemeente stimuleert en faciliteert organisaties actief bij te dragen aan de maatschappelijke effecten. Dit gaat verder dan alleen subsidieverstrekking. De rol van de gemeente in de ondersteuning van organisaties is een mix van de inzet van menskracht, middelen en kennis. Er is namelijk behoefte aan concrete ondersteuning bij diverse onderwerpen. Dit kan bijvoorbeeld zijn door als gemeente organisaties te ondersteunen bij het zoeken naar gewenste oplossingen en het beantwoorden van vragen, stimuleren van onderlinge samenwerking en het aanbieden/organiseren van cursussen en opleidingen. Dit wordt verder opgepakt in het vrijwilligersbeleid.

  • 8.

    Afbouwregeling

    Er is een afbouwregeling conform de Algemene Wet Bestuursrecht voor organisaties die in 2017, op grond van het nieuwe subsidiebeleid, geen aanspraak meer maken op de basissubsidie. Er wordt een overgangsregeling gehanteerd om geleidelijk van de huidige naar de nieuwe situatie te groeien. Een geleidelijke afbouw is daarbij het uitgangspunt waarbij organisaties zowel financieel als inhoudelijk ondersteund kunnen worden. Organisaties die in 2017 op grond van het nieuwe subsidiebeleid geen aanspraak meer kunnen maken op een basissubsidie, komen in aanmerking voor een bijdrage op grond van onderstaande afbouwregeling:

    • In 2017 ontvangt de organisatie 67% van de in 2015 verstrekte subsidie.

    • In 2018 ontvangt de organisatie 33% van de in 2015 verstrekte subsidie.

    • In 2019 ontvangt de organisatie geen subsidie meer vanuit de basissubsidie op basis van het nieuwe subsidiebeleid.

  • Organisaties worden door de overgangsregeling in staat gesteld om te kunnen anticiperen op de veranderingen. Organisaties die niet meer in aanmerking komen voor de basissubsidie, kunnen wel in aanmerking komen voor een activiteiten- en/of evenementensubsidie.

4. Subsidieregelingen

Het subsidiebeleid kent de volgende subsidieregelingen:

  • 1.

    Basissubsidie niet-professionele vrijwilligersorganisaties

    • a.

      Waarderingssubsidie

    • b.

      Stimuleringssubsidie

  • 2.

    Activiteiten- en evenementensubsidie

    • c.

      Activiteitensubsidie

    • d.

      Evenementensubsidie

  • 3.

    Exploitatiesubsidie professionele welzijnsinstellingen

4.1 Beleidsregel Basissubsidie

Burgemeester en Wethouders van Meerssen:

gelet op de Algemene subsidieverordening Meerssen 2017.

besluiten vast te stellen de volgende regeling: Subsidieregeling Basissubsidie Meerssen 2017.

Deel A: Waarderingssubsidie voor het maatschappelijk belang

Achtergrond

Gemeente Meerssen heeft een rijk verenigingsleven en telt vele niet-professionele vrijwilligersorganisaties die een bijdrage leveren aan de maatschappelijke doelen in de gemeente Meerssen. De gemeente subsidieert organisaties die een bijdrage leveren aan de verwezenlijking van beleidsdoelen die zonder subsidie niet of niet geheel gerealiseerd zouden kunnen worden. Subsidieverstrekking is daarmee een belangrijk (sturings)instrument om gemeentelijke beleidsdoelstellingen te verwezenlijken. Dit instrument dient dan ook op een efficiënte en doelmatige wijze te worden ingezet. De basissubsidie is opgebouwd uit een waarderingssubsidie voor het maatschappelijk belang en een stimuleringssubsidie voor het maatschappelijk rendement.

Wat is het doel van deze subsidie?

De waarderingssubsidie wordt verleend aan organisaties als tegemoetkoming in de kosten die voortvloeien uit de uitvoering van de kernactiviteit(en) ten behoeve van de eigen leden en/of doelgroep (inzet voor inwoners van de gemeente Meerssen).

De waarderingssubsidie heeft als doel het ondersteunen en onderhouden van een goede basisinfrastructuur van krachtige en toekomstbestendige organisaties (en/of activiteiten) die van algemeen maatschappelijk belang zijn voor de inwoners van de gemeente Meerssen.

Wie kan deze subsidie aanvragen?

  • 1.

    De subsidieaanvraag kan uitsluitend worden ingediend door rechtspersonen (verenigingen of stichtingen) die als vrijwilligersorganisatie (niet professioneel) in de gemeente Meerssen hun werkgebied hebben.

  • 2.

    Minimaal 80% van de contributie betalende leden dient afkomstig te zijn uit de gemeente Meerssen (dit geldt niet voor partijen zonder ledenstructuur). Jongeren uit de gemeente Meerssen die verhuisd zijn vanwege studie, maar wel lid zijn gebleven van de vereniging (contributie betalend), tellen mee als zijnde lid uit de gemeente Meerssen tijdens hun studietijd.

  • 3.

    Een organisatie die in aanmerking wil komen voor de basissubsidie beschikt over een solide basisstructuur. Een solide basisstructuur betekent dat organisaties die in aanmerking willen komen voor de basissubsidie dienen te beschikken over minimaal twintig contributie betalende leden uit de gemeente Meerssen (inclusief jongeren die buiten de gemeente wonen vanwege studie) en een beleidsplan. Organisaties waarbij vrijwilligers met minderjarige kinderen werken bevelen wij aan een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) verplicht te stellen.

  • 4.

    Minimaal 50% van de begroting wordt bijeengebracht vanuit andere geldstromen dan die van de gemeente.

  • 5.

    Organisaties binnen de clusters Cultuur en Welzijn die in aanmerking komen voor de basissubsidie zijn:

Cultuur

    • Harmonieën en fanfares: instrumentale organisaties, zijnde een harmonie of een fanfare, aangesloten bij een erkende overkoepelende organisatie.

    • Schutterijen: organisaties, aangesloten bij een erkende overkoepelende organisatie, die tot doel hebben het in kameraadschappelijke geest beleven van de gebruiken en oefeningen, behorende bij de traditie van het schutterswezen.

    • Carnavalsverenigingen: organisaties die als doelstelling hebben het bevorderen van de beleving van carnaval (het betreft hier de overkoepelende (jeugd)carnavalsvereniging per kern).

    • Oranjecomités: organisaties die zich specifiek bezig houden met het organiseren van festiviteiten ter gelegenheid van Koningsdag in de kernen in de gemeente Meerssen (per kern wordt slechts één organisatie gesubsidieerd).

    • St. Nicolaasviering: organisaties die zich specifiek bezig houden met het organiseren van festiviteiten ter gelegenheid van Sint Nicolaas in de kernen van de gemeente Meerssen (per kern wordt slechts één organisatie gesubsidieerd).

    • Overige organisaties, zoals heemkundeverenigingen.

Welzijn:

    • Vrouwenverenigingen: bestaande organisaties die zich bezighouden het organiseren van sociaal-culturele en emancipatorische activiteiten.

    • Jeugd- en jongerenverenigingen: het werk dat mogelijkheden biedt en of realiseert voor de educatieve, sociale, creatieve en recreatieve ontplooiing van jeugd en jongeren in groepsverband.

    • Seniorenverenigingen: bestaande organisaties die zich op lokaal niveau bezighouden met de bevordering van de vrijetijdsbesteding en het organiseren van activiteiten voor hun leden (en niet-leden).

    • Zieken(zorg): organisaties die zich richt op het verlenen van zorg aan zieken.

    • Zorg voor mensen met een beperking: organisaties die zich bezig houden en inzetten voor de zorg voor mensen met een beperking

    • Overige organisaties, zoals EHBO en IVN.

  • 6.

    Van subsidiëring zijn uitgesloten alle activiteiten op het terrein van:

    • Zang en koren (vocale verenigingen)

    • Kunst en schilderen (creatieve vorming)

    • Toneel

    • Kerkelijke organisaties en geloofsgemeenschappen

    • Politieke organisaties of vakbonden

Wat zijn de subsidiegrondslagen?

  • 1.

    Voor organisaties (met leden) binnen de clusters harmonieën en fanfares, schutterijen, carnavalsverenigingen, jeugd- en jongerenverenigingen en seniorenverenigingen geldt een:

    • Vast bedrag van:

      • a)

        € 15 per contributie betalend seniorlid uit de gemeente Meerssen (geldt ook voor jongeren die vanwege studie tijdelijk buiten de gemeente Meerssen wonen)

      • b)

        € 30 per contributie betalend jeugdlid t/m 17 jaar

    • En een aanvullend vast bedrag per cluster, gebaseerd op de omvang van de organisatie. Bij grotere ledenaantallen wordt voor de tegemoetkoming in de vaste kosten met financiële staffels gewerkt.

Cluster Harmonie ën en f anfare s

Organisaties tussen 20 t/m 34 contributie betalende leden uit de gemeente

5.750,00

Organisaties tussen 35 t/m 49 contributie betalende leden uit de gemeente

7.000,00

Organisaties tussen 50 t/m 69 contributie betalende leden uit de gemeente

8.250,00

70 en meer contributie betalende leden uit de gemeente

9.500,00

Cluster Schutterij en

Organisaties tussen 20 t/m 49 contributie betalende leden uit de gemeente

800,00

50 en meer contributie betalende leden uit de gemeente

1.100,00

Cluster Carnavalsverenigingen

Carnavalsverenigingen

350,00

Cluster Jeugd- en jongerenverenigingen

Organisaties tussen 20 t/m 49 contributie betalende leden uit de gemeente

2.500,00

Organisaties tussen 50 t/m 99 contributie betalende leden uit de gemeente

3.000,00

100 en meer contributie betalende leden uit de gemeente

3.500,00

Cluster Senioren verenigingen

Organisaties tussen 20 t/m 99 contributie betalende leden uit de gemeente

100,00

Organisaties tussen 100 t/m 149 contributie betalende leden uit de gemeente

200,00

150 en meer contributie betalende leden uit de gemeente

500,00

  • 2.

    Voor organisaties die geen leden hebben, voor vrouwenverenigingen en voor organisaties die behoren tot de cluster ‘overig’, gelden vaste bedragen. Het gaat hierbij om de volgende organisaties en bedragen:

Cluster: Carnavalsverenigingen

Optochtcomité Meerssen

€ 1.000,–

Jeugdcarnavalsverenigingen

€ 250,–

Cluster: Oranjecomités

Oranjecomités

€ 750,–

Cluster: St. Nicolaasviering

St. Nicolaasviering

€ 500,–

Cluster: Vrouwenverenigingen

Vrouwenverenigingen

€ 1.000,–

Cluster: Jeugd en jongerenverenigingen

Kindervakantieweken

€ 1.600,–

SJW Rothem

€ 5.000,–

Jonkheid Bartholomeus

€ 750,–

Cluster: Zieken(zorg)

Zonnebloem

€ 850,–

Ziekencomité Meerssen-West

€ 850,–

Ziekenzorg Ulestraten

€ 850,–

Werkgroep Warme Maaltijdvoorziening Bunde-Geulle

€ 500,–

Cluster: Zorg voor mensen met een beperking

BOBM

€ 400,–

Stg. GOM

€ 2.100,–

Stg. Therapeutisch Sport

€ 1.800,–

Regio Maastricht

Stg. Basissport Limburg

€ 250,–

Cluster: Overig

Stg. Natuur Historisch Museum

€ 2.500,–

Vereniging MOS

€ 2.000,–

Stg. Synagoge Meerssen

€ 1.800,–

Heemkundeverenigingen

€ 500,–

Circulus Musicus Marsanus

€ 500,–

EHBO verenigingen

€ 750,–

Bibliotheek aan huis/OB

€ 450,–

Bibliotheek Ulestraten

€ 1.400,–

IVN

€ 500,–

  • 3.

    Voor de waarderingssubsidie geldt een subsidieplafond dat jaarlijks door de gemeenteraad wordt vastgesteld in de Programmabegroting.

Welke criteria zijn van toepassing?Welke criteria zijn van toepassing?

De waarderingssubsidie wordt verleend aan organisaties als tegemoetkoming in de kosten die voortvloeien uit de uitvoering van de kernactiviteit(en). Om voor waarderingssubsidie in aanmerking te komen:

  • Organiseren harmonieën en fanfares jaarlijks vier optredens/voorstellingen uitvoeringen in het kader van plaatselijke evenementen en festiviteiten.

  • Organiseren schutterijen jaarlijks minimaal twee publieke optredens/voorstellingen.

  • Organiseren carnavalsverenigingen activiteiten in hun kern ter versterking van de carnaval.

  • Organiseren oranjecomités activiteiten in hun kern ter versterking van de viering van Koningsdag.

  • Organiseren St. Nicolaas organisaties activiteiten in hun kern ter versterking van de viering van St. Nicolaas.

  • Leveren heemkundeverenigingen minimaal vier gerelateerde bijdragen, zoals publicaties, excursies of educatief bezoek.

  • Organiseren vrouwenverenigingen jaarlijks minimaal vier informatieve of educatieve activiteiten voor hun leden.

  • Organiseren jeugd- en jongerenverenigingen jaarlijks minimaal vier educatieve, sociale, creatieve of recreatieve activiteiten. Dit geldt niet voor Kindervakantieweken (wekelijkse activiteit in de vakantieperiode).

  • Organiseren seniorenverenigingen jaarlijks minimaal vier educatieve, sociale, creatieve of recreatieve activiteiten.

  • Verlenen ziekencomités zorg aan zieken in hun kern.

  • Organiseren organisaties met zorg voor mensen met een beperking activiteiten ten behoeve van deze doelgroep.

  • Ondersteunen EHBO-verenigingen jaarlijks tenminste vier activiteiten waarbij conform de vergunning EHBO aanwezig moet zijn.

Bovenstaande activiteiten worden betiteld als kernactiviteiten.

Hoe kan de subsidie worden aangevraagd?

  • 1.

    Een subsidieaanvraag wordt ingediend uiterlijk 1 juli voorafgaand aan het jaar waarop de subsidie betrekking heeft bij het college van burgemeester en wethouders.

  • 2.

    De aanvraag wordt ingediend met behulp van het daarvoor door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde aanvraagformulier. Het formulier vermeldt in elk geval:

    • a.

      Naam en adres van de organisatie

    • b.

      Een ledenlijst van de organisatie: aantal leden, gesplitst in actieve senioren- en jeugdleden (tot en met 17 jaar), met vermelding van de woonplaats van de leden.

    • c.

      Een verklaring (van het bestuur) dat de instelling in het komende boekjaar conform haar doelstelling kernactiviteiten ten behoeve van de eigen leden en/of doelgroep (inzet voor de lokale samenleving) organiseert. Bij het formulier wordt een korte opsomming gegeven van de geplande activiteiten in het betreffende boekjaar.

    • d.

      Bij het indienen van het aanvraagformulier wordt de meeste recente jaarrekening en begroting toegevoegd.

  • 3.

    Ingeval een aanvrager niet eerder van de gemeente Meerssen subsidie heeft ontvangen, dient de aanvraag indien aanwezig vergezeld te gaan van een gewaarmerkt afschrift van de geldende Statuten en een actueel bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel.

Hoe wordt de subsidie toegekend?

  • 1.

    Voor de waarderingssubsidie geldt een subsidieplafond dat jaarlijks door de gemeenteraad wordt vastgesteld in de Programmabegroting. Subsidie wordt slechts verleend tot ten hoogste de in de gemeentebegroting opgenomen subsidiegelden (subsidieplafond).

  • 2.

    Indien het subsidieplafond wordt bereikt, wordt het beschikbare subsidiebudget naar rato verdeeld onder de subsidieaanvragers.

Deel B: Stimuleringssubsidie voor het maatschappelijk belang

Wat is het doel van deze subsidie?

Stimuleringssubsidie is een extra subsidieverstrekking voor vrijwilligersorganisaties die aanvullende activiteiten organiseren naast hun kernactiviteit(en). De aanvullende activiteiten dienen gericht te zijn op de gemeenschap en in het bijzonder op kwetsbare groepen. Stimuleringssubsidie is ook gericht op het realiseren van doelstellingen vanuit het gemeentelijk beleid.

Wie kan deze subsidie aanvragen?

Enkel organisaties die een waarderingssubsidie ontvangen, hebben recht op deze subsidievorm.

Wat zijn de subsidiegrondslagen?

  • 1.

    Een stimuleringssubsidie wordt vastgesteld op een bedrag van € 250,– per activiteit.

  • 2.

    Deze activiteit dient een bijdrage te leveren aan de genoemde pijlers.

  • 3.

    Organisaties kunnen maximaal € 500,– (gebaseerd op twee stimuleringssubsidies) per jaar ontvangen.

  • 4.

    Voor de stimuleringssubsidie geldt een subsidieplafond dat jaarlijks door de gemeenteraad wordt vastgesteld in de Programmabegroting.

Welke criteria zijn van toepassing?

  • 1.

    De aanvrager komt in aanmerking voor waarderingssubsidie.

  • 2.

    De activiteit moet:

    • a.

      afwijken van de reguliere kernactiviteiten.

    • b.

      niet alleen gericht op eigen leden, maar ook op niet-leden en/of op kwetsbare burgers.

    • c.

      hoofdzakelijk in de gemeente Meerssen plaatsvinden en openbaar toegankelijk zijn.

  • 3.

    De activiteiten dienen een bijdrage te leveren aan de vergroting van de diversiteit van het aanbod in de gemeente. De volgende maatschappelijke pijlers zijn hierbij richtinggevend.

    • a.

      Leefbaarheid, sociale samenhang en meedoen

      De activiteiten zijn primair gericht op kwetsbare doelgroepen zoals chronisch zieken, mensen met een beperking, kwetsbare senioren of mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.

    • b.

      Opvoeden en opgroeien

      De activiteiten leveren een maatschappelijke bijdrage, zijn primair gericht op kinderen/jongeren om zich educatief, sociaal, creatief of recreatief te kunnen ontplooien en op een positieve wijze te kunnen opgroeien.

    • c.

      Vrijwilligers en mantelzorg

      De activiteiten zijn primair gericht op ondersteuning van vrijwilligers/mantelzorgers die speciale aandacht behoeven door het geven van informatie en advies en op het maken van koppelingen (bijv. buddycontact/maatjescontact).

    • d.

      Gezondheid en duurzaamheid

      De activiteiten zijn primair gericht op het bevorderen van een gezonde leefstijl onder inwoners en/of duurzaamheid.

  • 4.

    De subsidie is uitsluitend bedoeld om een bijdrage te leveren in de kosten die een organisatie maakt voor de uitvoering van activiteiten.

  • 5.

    Er wordt geen subsidie verstrekt voor activiteiten die reeds op een andere wijze binnen de algemene subsidieverordening van de gemeente Meerssen worden gesubsidieerd.

  • 6.

    Een organisatie geeft vooraf aan voor welke activiteiten subsidie wordt aangevraagd. Organisaties hoeven geen verantwoording af te leggen over de activiteiten die zij hebben uitgevoerd. Steekproefsgewijs worden daarentegen controles uitgevoerd.

Hoe kan de subsidie worden aangevraagd?

  • 1.

    Een subsidieaanvraag wordt ingediend uiterlijk 1 juli voorafgaand aan het jaar waarop de subsidie betrekking heeft bij het college van burgemeester en wethouders.

  • 2.

    De aanvraag wordt ingediend met behulp van het daarvoor door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde aanvraagformulier. Het formulier vermeldt in elk geval:

    • a.

      Naam en adres van de organisatie

    • b.

      Een beschrijving van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd

    • c.

      De doelen die met de activiteiten worden nagestreefd, en hoe de activiteiten een bijdrage leveren aan één van de pijlers.

Hoe wordt de subsidie toegekend?

  • 1.

    Voor de stimuleringssubsidie geldt een subsidieplafond dat jaarlijks door de gemeenteraad wordt vastgesteld in de Programmabegroting. Subsidie wordt slechts verleend tot ten hoogste de in de gemeentebegroting opgenomen subsidiegelden (subsidieplafond).

  • 2.

    Indien het subsidieplafond wordt bereikt, vindt allereerst een verdeling plaats waarbij alle organisaties, die een subsidieaanvraag voor stimuleringssubsidie hebben ingediend, één stimuleringssubsidie krijgen toegekend. Daarna wordt, indien noodzakelijk, het beschikbare subsidiebudget naar rato verdeeld onder de subsidieaanvragers.

4.2 Beleidsregel Activiteiten- en evenementensubsidie

Burgemeester en Wethouders van Meerssen:

gelet op de Algemene subsidieverordening Meerssen 2017.

besluiten vast te stellen de volgende regeling: Subsidieregeling Activiteiten- en evenementensubsidie Meerssen 2017.

Achtergrond

De gemeente Meerssen subsidieert organisaties die een bijdrage leveren aan de verwezenlijking van beleidsdoelen die zonder subsidie niet of niet geheel gerealiseerd zouden kunnen worden. Subsidieverstrekking is daarmee een belangrijk (sturings)instrument om gemeentelijke beleidsdoelstellingen te verwezenlijken. Dit instrument dient dan ook op een efficiënte en doelmatige wijze te worden ingezet zodat de organisaties hun doelen kunnen verwezenlijken.

De activiteiten- en evenementensubsidie is een subsidie voor eenmalige en vaak kortdurende activiteiten/evenementen die niet onder de andere subsidies vallen en een uitnodigend karakter hebben. De activiteiten- en evenementensubsidie is opgebouwd uit een activiteitensubsidie en een evenementensubsidie.

Deel A: Activiteitensubsidie

Wat is het doel van deze subsidie?

De activiteitensubsidie is voor activiteiten die door een vrijwilligersorganisatie of burgerinitiatief worden uitgevoerd bestemd voor alle burgers, kinderen en jongeren en/of bijzondere (kwetsbare) doelgroepen. Het gaat hierbij om activiteiten die zijn gericht op het realiseren van doelstellingen vanuit het gemeentelijk beleid. De activiteitensubsidie heeft als doel het stimuleren van activiteiten die een (sociale) meerwaarde hebben voor de lokale samenleving en kwetsbare burgers in het bijzonder.

Wie kan deze subsidie aanvragen?

  • 1.

    De subsidieaanvraag kan uitsluitend worden ingediend door vrijwilligersorganisaties of burgerinitiatieven.

  • 2.

    De organisatie is gevestigd of in substantiële mate werkzaam in de gemeente Meerssen en is actief binnen de beleidsterreinen welzijn, zorg, cultuur en sport en recreatie.

  • 3.

    Een organisatie die subsidie ontvangt vanuit de basissubsidie heeft geen recht op de activiteitensubsidie.

Wat zijn de subsidiegrondslagen?

  • 1.

    De activiteitensubsidie is van incidentele aard. De subsidie wordt verstrekt voor activiteiten die een éénmalig of experimenteel karakter dragen. De subsidie kan maximaal twee achtereenvolgende jaren voor dezelfde of nagenoeg dezelfde activiteit worden verstrekt.

  • 2.

    De gemeente subsidieert in de vorm van een subsidie in een drietal categorieën, namelijk € 250,–, € 500,– en € 1.000,–. Dit zijn maximumbedragen.

  • 3.

    Aan de hand van een aantal toetsingscriteria wordt de aanvraag beoordeeld en vastgesteld voor welke categorie de vereniging in aanmerking komt.

  • 4.

    Voor de activiteitensubsidie geldt een subsidieplafond dat jaarlijks door de gemeenteraad wordt vastgesteld in de Programmabegroting.

Welke criteria zijn van toepassing?

  • 1.

    De activiteit moet:

    • a.

      afwijken van de reguliere kernactiviteiten.

    • b.

      niet alleen gericht op eigen leden, maar ook op niet-leden en/of op kwetsbare burgers.

    • c.

      hoofdzakelijk in de gemeente Meerssen plaatsvinden en openbaar toegankelijk zijn.

  • 2.

    Er wordt geen subsidie verstrekt voor activiteiten die reeds op een andere wijze dan binnen de algemene verordening van de gemeente Meerssen worden gesubsidieerd of voor activiteiten die een commercieel doel dienen.

  • 3.

    De activiteiten dienen een bijdrage te leveren aan de vergroting van de diversiteit van het aanbod in de gemeente. De volgende maatschappelijke pijlers zijn hierbij richtinggevend.

    • a.

      Opvoeden en opgroeien

      De activiteiten zijn primair gericht op kinderen/jongeren om zich educatief, sociaal, creatief of recreatief te kunnen ontplooien en op een positieve wijze te kunnen opgroeien.

    • b.

      Leefbaarheid, sociale samenhang en meedoen

      De activiteiten zijn primair gericht op kwetsbare doelgroepen zoals chronisch zieken, mensen met een beperking, kwetsbare senioren of mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.

    • c.

      Vrijwilligers en mantelzorg

      De activiteiten zijn primair gericht op ondersteuning van vrijwilligers/mantelzorgers die speciale aandacht behoeven door het geven van informatie en advies en op het maken van koppelingen: buddycontact/maatjescontact.

    • d.

      Gezondheid en duurzaamheid

      De activiteiten zijn primair gericht op het bevorderen van een gezonde leefstijl en/of duurzaamheid onder inwoners.

  • Er wordt prioriteit gegeven aan activiteiten die gericht zijn opkinderen/jongeren. Een belangrijk uitgangspunt van de gemeente Meerssen i s namelijk dat elk kind toegang/recht heeft om deel te nemen aan de maatschappij.

  • 4.

    De activiteiten worden gewogen op verschillende criteria en ingedeeld in één van de drie categorieën. Per categorie zijn criteria geformuleerd waar de activiteit aan moet voldoen.

    • a.

      Categorie 1: activiteitensubsidie van € 250,–

      • i

        De activiteit voldoet aan minimaal één pijler

      • ii

        Bereik: eigen kern

      • iii

        Aantal bezoekers/deelnemers: 0 tot 50

    • b.

      Categorie 2: activiteitensubsidie van €500,–

      • iv

        De activiteit voldoet aan minimaal één pijler

      • v

        Bereik: eigen kern

      • vi

        Aantal bezoekers/deelnemers: 50 tot 150

    • c.

      Categorie 3: activiteitensubsidie van €1000,–

      • vii

        De activiteit voldoet aan meerdere pijlers

      • viii

        Bereik: gemeente breed

      • ix

        Aantal bezoekers/deelnemers: 150 of meer

  • 5.

    Een organisatie geeft vooraf aan voor welke activiteit(en) subsidie wordt aangevraagd. Organisaties hoeven geen verantwoording af te leggen over de activiteiten die zij hebben uitgevoerd. Steekproefsgewijs worden daarentegen controles uitgevoerd.

Hoe kan de subsidie worden aangevraagd?

  • 1.

    In afwijking van artikel 6 lid 1 van de Algemene Subsidieverordening Meerssen 2017 wordt een aanvraag voor een activiteitensubsidie bij het college uiterlijk ingediend op 1 oktober en op 1 april (voorafgaand aan de activiteit).

    • a.

      De activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd moet plaatsvinden na afloop van het tijdvak waarin de aanvraag voor activiteitensubsidie wordt ingediend.

    • b.

      Activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd op 1 oktober vinden plaats tussen 1 januari en 30 juni.

    • c.

      Activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd op 1 april vinden plaats tussen 1 juli en 31 december.

  • 2.

    De aanvraag wordt ingediend met behulp van het daarvoor door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde aanvraagformulier. Het formulier vermeldt in elk geval:

    • d.

      Naam en adres van de organisatie (of burgerinitiatief)

    • e.

      Een beschrijving van de activiteit waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

    • f.

      De doelen die met de activiteit worden nagestreefd, en hoe de activiteiten een bijdrage levert aan één van de pijlers.

    • g.

      Het bereik.

    • h.

      Bij het indienen van het aanvraagformulier wordt een begroting voor de uit te voeren activiteit ingediend.

Hoe wordt de subsidie toegekend?

  • 1.

    Voor de activiteitensubsidie geldt een subsidieplafond dat jaarlijks door de gemeenteraad wordt vastgesteld in de Programmabegroting. Subsidie wordt slechts verleend tot ten hoogste de in de gemeentebegroting opgenomen subsidiegelden (subsidieplafond).

  • 2.

    Het subsidieplafond wordt evenredig verdeeld over de twee halfjaarlijkse subsidierondes. Indien het beschikbare bedrag niet geheel wordt verleend in de eerste subsidieronde, wordt het resterende budget toegevoegd aan het bedrag voor de tweede subsidieronde.

  • 3.

    Indien het subsidieplafond wordt bereikt, krijgen activiteiten gericht op de pijler ‘opvoeden en opgroeien’ prioriteit. Daarna wordt het beschikbare subsidiebudget naar rato verdeeld onder de subsidieaanvragers.

Wanneer komt de aanvraag niet in aanmerking voor deze subsidie?

Onverminderd het bepaalde in artikel 8 van de Algemene Subsidieverordening Meerssen 2017 wordt de subsidie in ieder geval geweigerd indien:

  • 1.

    De activiteit een (partij)politieke, godsdienstige of levensbeschouwelijke vorming tot doel heeft, een discriminerende inhoud heeft en/of schadelijk is voor natuur en milieu of anderszins strijdig is met de duurzaamheid.

  • 2.

    De gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden voor het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld.

Deel B: Evenementensubsidie

Wat is het doel van deze subsidie?

Evenementen zijn belangrijk voor (de inwoners van) de gemeente Meerssen. Ze dragen bij aan de levendigheid van de gemeente, trekken bezoekers van buitenaf en zorgen voor een prettige leefomgeving. Een evenement wordt gezien als een voor publiek toegankelijke vertoning of gebeurtenis die doelbewust georganiseerd is en gericht is op een relatief groot publiek.

Wie kan deze subsidie aanvragen?

  • 1.

    De subsidieaanvraag kan uitsluitend worden ingediend door rechtspersonen zonder winstoogmerk.

  • 2.

    De organisatie is gevestigd of in substantiële mate werkzaam in de gemeente Meerssen.

  • 3.

    De organisatie beschikt over de vereiste vergunningen(en)/ontheffing(en) voor het evenement.

  • 4.

    Evenementen waarvoor op grond van een andere gemeentelijke subsidieregeling subsidie wordt verstrekt komen niet in aanmerking voor een evenementensubsidie.

Wat zijn de subsidiegrondslagen?

  • 1.

    De evenementensubsidie is van structurele of incidentele aard. Een evenementensubsidie kan tevens worden ingezet als ‘opstartsubsidie’.

  • 2.

    Organisaties kunnen maximaal één evenementensubsidie per jaar ontvangen.

  • 3.

    Er wordt pas subsidie verstrekt als het subsidiebedrag, berekend op basis van de gestelde criteria, meer dan € 1.000,– bedraagt. Indien het berekende bedrag lager is dan € 1.000,–, behoort de activiteit/evenement tot de activiteitensubsidie.

  • 4.

    Aan de hand van een aantal toetsingscriteria wordt de aanvraag beoordeeld en wordt het subsidiebedrag vastgesteld.

  • 5.

    De verhouding tussen de gevraagde bijdrage en het rendement voor de gemeente weegt mee bij het vaststellen van de toe te kennen bijdrage.

  • 6.

    Voor de evenementensubsidie geldt een subsidieplafond dat jaarlijks door de gemeenteraad wordt vastgesteld in de Programmabegroting.

Welke criteria zijn van toepassing?

Om in aanmerking te komen voor subsidie moet een evenement aan een aantal criteria voldoen:

Algemeen

  • 1.

    Het evenement is voor iedereen toegankelijk en vindt hoofdzakelijk binnen de gemeentegrenzen plaats.

  • 2.

    Het evenement levert een bijdrage aan de vergroting van de diversiteit van het aanbod in de gemeente en heeft een onderscheidend karakter ten opzichte van andere evenementen.

  • 3.

    Het evenement heeft een grote uitstraling en levert een positieve bijdrage aan het imago van de gemeente Meerssen.

  • 4.

    Subsidie kan alleen worden aangewend voor evenementen zonder commerciële doeleinden.

  • 5.

    Er moet sprake zijn van samenwerking met andere (evenementen)organisaties, horeca, verenigingen etc.

  • 6.

    Het evenement dient bij te dragen aan een groeiende diversiteit en betrokkenheid van kwetsbare groepen.

Specifiek

  • 1.

    Het plan moet deugdelijk zijn met aandacht voor marketing- en communicatie.

  • 2.

    De begroting is transparant en kostenefficiënt opgesteld. Duidelijk moet zijn welke opbrengsten (ook van andere financiers) en uitgaven het evenement met zich meebrengt.

  • 3.

    De begroting laat duidelijk blijken dat er een financiële noodzaak tot een subsidieaanvraag is.

  • 4.

    Minimaal 50% van de financiering van het evenement is afkomstig van andere bronnen dan uit de gemeentelijke subsidie.

  • 5.

    Subsidie wordt verleend als bijdrage in de kosten die direct betrekking hebben op het evenement, zoals artiesten, accommodatie, organisatie, materiaal en communicatie.

  • 6.

    Kosten in verband met verstrekking van consumpties, catering, reis- en verblijfskosten, cadeaus, presentjes en prijzen zijn niet subsidiabel.

  • 7.

    Andere specifieke toetsingscriteria zijn:

    • a.

      Verwachte bezoekers- en/of deelnemersaantallen

    • b.

      Verwachte herkomst van bezoekers (lokaal/regionaal/provinciaal/(inter)nationaal)

    • c.

      Verwachte mediabelangstelling (lokaal/regionaal/provinciaal/(inter)nationaal)

Hoe kan de subsidie worden aangevraagd?

  • 1.

    Een subsidieaanvraag wordt ingediend uiterlijk 1 juli voorafgaand aan het jaar waarop de subsidie betrekking heeft bij het college van burgemeester en wethouders.

  • 2.

    De aanvraag wordt ingediend met behulp van het daarvoor door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde aanvraagformulier. Het formulier vermeldt in elk geval:

    • a.

      Een programma overzicht en datum van het evenement.

    • b.

      De organisatie (organisator) van het evenement.

    • c.

      Een activiteitenplan waarin is opgenomen: de aard, visie, doel en doelgroep van het evenement; een promotieplan (frequentie van media-aandacht, in welke media, en het bereik van die media)

    • d.

      Een begroting van inkomsten en uitgaven.

    • e.

      Het aantal en de herkomst van de verwachte deelnemers/ bezoekers

    • f.

      Voor zover van toepassing een inhoudelijk verslag van het evenement in het voorgaande jaar.

  • 3.

    Het college is bevoegd andere gegevens te verlangen die noodzakelijk zijn voor het nemen van een beslissing op de subsidieaanvraag.

  • 4.

    Ingeval een aanvrager niet eerder van de gemeente Meerssen subsidie heeft ontvangen, dient de aanvraag vergezeld te gaan van een gewaarmerkt afschrift van de geldende Statuten en een actueel bewijs van inschrijving bij van de Kamer van Koophandel.

Hoe wordt de subsidie toegekend?

  • 1.

    Voor de evenementensubsidie geldt een subsidieplafond dat jaarlijks door de gemeenteraad wordt vastgesteld in de Programmabegroting. Subsidie wordt slechts verleend tot ten hoogste de in de gemeentebegroting opgenomen subsidiegelden (subsidieplafond).

  • 2.

    Indien het subsidieplafond wordt bereikt, wordt het beschikbare subsidiebudget naar rato verdeeld onder de subsidieaanvragers.

Wanneer komt de aanvraag niet in aanmerking voor deze subsidie?

Onverminderd het bepaalde in artikel 8 van de Algemene Subsidieverordening Meerssen 2017 wordt de subsidie in ieder geval geweigerd/teruggevorderd indien:

  • 1.

    De activiteit een (partij)politieke, godsdienstige of levensbeschouwelijke vorming tot doel heeft, een discriminerende inhoud heeft en/of schadelijk is voor natuur en milieu of anderszins strijdig is met de duurzaamheid.

  • 2.

    De subsidieaanvrager ten tijde van het plaatsvinden van het evenement niet in het bezit is of naar redelijke verwachting niet in het bezit zal zijn van alle benodigde vergunningen en ontheffingen.

  • 3.

    De organisator zonder subsidieverstrekking over voldoende gelden, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden kan beschikken om de kosten van het evenement te dekken.

4.3 Beleidsregel Exploitatie professionele welzijnsinstellingen

Burgemeester en Wethouders van Meerssen:

gelet op de Algemene subsidieverordening Meerssen 2017.

besluiten vast te stellen de volgende regeling: Subsidieregeling Exploitatiesubsidie Professionele Welzijnsinstellingen Meerssen 2017.

Wat is het doel van deze subsidie?

De gemeente Meerssen subsidieert professionele instellingen die een bijdrage leveren aan de verwezenlijking van beleidsdoelen die zonder subsidie niet of niet geheel gerealiseerd zouden kunnen worden. Subsidieverstrekking is daarmee een belangrijk (sturings)instrument om gemeentelijke beleidsdoelstellingen te verwezenlijken. Dit instrument dient dan ook op een efficiënte en doelmatige wijze te worden ingezet zodat de organisaties hun doelen kunnen verwezenlijken.

Wie kan deze subsidie aanvragen?

Deze subsidieregeling is slechts van toepassing op door burgemeester en wethouders aangewezen instellingen die actief zijn op het gebied van welzijn. Professionele welzijnsinstellingen zijn instellingen die met gebruikmaking van beroepskrachten in één of meer specifieke welzijnssectoren werkzaam zijn ten behoeve van de bevolking.

Hoe kan de subsidie worden aangevraagd?

  • 1.

    Een subsidieaanvraag wordt ingediend uiterlijk 1 juli voorafgaand aan het jaar waarop de subsidie betrekking heeft bij het college van burgemeester en wethouders.

  • 2.

    De aanvraag wordt ingediend met behulp van het daarvoor door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde aanvraagformulier. Het formulier vermeldt in elk geval:

    • a.

      Naam en adres van de organisatie

    • b.

      Een activiteitenplan waarin de geplande activiteiten/werkzaamheden in het betreffende boekjaar worden opgesomd.

    • c.

      Bij het indienen van het aanvraagformulier wordt de meeste recente jaarrekening en een uitgewerkte begroting, voor het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft, toegevoegd.

  • 3.

    Het activiteitenplan en de begroting dienen adequaat inzicht te geven in de voorgenomen activiteiten en de hiermee samenhangende geplande uitgaven. Indien dit inzicht niet uit het activiteitenplan en de begroting blijkt, kunnen burgemeester en wethouders hieraan financiële consequenties verbinden.

Hoe wordt de subsidie beschikt?

  • 1.

    Alvorens een beschikking af te geven voor professionele welzijnsinstellingen die gesubsidieerd worden in het kader van regionale exploitatie-afspraken, kunnen burgemeester en wethouders advies inwinnen bij het van toepassing zijnde regionaal portefeuillehoudersoverleg. Indien daartoe aanleiding is of op verzoek van burgemeester en wethouders kan door het betreffende regionaal portefeuillehoudersoverleg een overleg terzake worden geïnitieerd tussen de deelnemende gemeenten, respectievelijk de deelnemende gemeenten en de professionele welzijnsinstelling. Verzocht wordt om bedoeld advies af te geven uiterlijk twee maanden nadat de adviesaanvraag bij het betreffende regionaal portefeuillehoudersoverleg is binnengekomen.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen hun beschikkingen, met opgave van redenen, uiterlijk vier maanden verdagen. Zij stellen de professionele welzijnsinstelling op de hoogte van hun besluit tot verdaging.

  • 3.

    Indien geen beschikking is getroffen voor de aanvang van het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft, dan is de aanvrager bevoegd uitgaven te doen tot ten hoogste 4/12 deel van de bedragen die op overeenkomstige posten van de laatst toegekende subsidie zijn geraamd.

  • 4.

    In die gevallen waarin de subsidiëring is gerelateerd aan regionale exploitatie-afspraken en waarbij als verdeelsleutel voor de bepaling van het aandeel der afzonderlijke gemeenten in het totale begrote subsidie het inwoneraantal wordt gehanteerd, wordt het inwoneraantal toegepast per 31 december van het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarin de subsidieaanvraag wordt ingediend.

  • 5.

    Burgemeester en wethouders geven in de beschikking tot gehele of gedeeltelijke toekenning aan:

    • welke voorwaarden aan de subsidie zijn verbonden.

    • welke bepalingen van de subsidieverordening niet van toepassing zijn.

    • het toegekende subsidiebedrag, danwel de methode met behulp waarvan de berekening van het definitieve subsidiebedrag zal plaatsvinden.

  • 6.

    Burgemeester en wethouders zenden onverwijld hun beschikking aan de professionele welzijnsinstelling.

Hoe wordt de subsidie vastgesteld?

  • 1.

    Burgemeester en wethouders stellen het subsidiebedrag vast voor 1 oktober van het jaar volgend op dat waarin de gesubsidieerde activiteiten hebben plaatsgevonden. Burgemeester en wethouders kunnen de vaststelling met opgave van redenen met maximaal drie maanden verdagen.

  • 2.

    Alvorens over te gaan tot definitieve vaststelling als bedoeld in lid 1 kunnen burgemeester en wethouders in die gevallen waarin gesubsidieerd wordt in het kader van regionale exploitatie-afspraken, advies inwinnen bij het van toepassing zijnde regionaal portefeuillehoudersoverleg. Indien daartoe aanleiding is of op verzoek van burgemeester en wethouders kan door het betreffende regionaal portefeuillehoudersoverleg een overleg terzake worden geïnitieerd tussen de deelnemende gemeenten, respectievelijk de deelnemende gemeenten en de professionele welzijnsinstelling. Verzocht wordt om bedoeld advies af te geven uiterlijk 1 maand nadat de adviesaanvraag bij het betreffende regionaal portefeuillehoudersoverleg is binnengekomen.

  • 3.

    De professionele welzijnsinstelling verstrekt ten behoeve van de subsidievaststelling voor 1 juli van het in het eerste lid bedoelde jaar het jaarverslag van de door de instelling verrichte werkzaamheden, de door het bestuur van de professionele welzijnsinstelling gewaarmerkte balans per 31 december van het jaar waarin de gesubsidieerde activiteiten hebben plaatsgevonden, en de definitieve jaarrekening met toelichting. Een accountantsverklaring wordt ingediend, indien het toegekende subsidie meer dan € 75.000,– bedraagt. Indien een model voor de accountantsverklaring wordt voorgeschreven door het rijk of de provincie, dient dit te worden gehanteerd. In het geval van zeer uitzonderlijke omstandigheden kunnen burgemeester en wethouders uitstel verlenen van de termijn van indiening.

  • 4.

    Het jaarverslag en de jaarrekening dienen een adequaat inzicht te geven in de gerealiseerde activiteiten en de hiermee samenhangende werkelijke uitgaven.

  • 5.

    In die gevallen waarin de subsidiëring is gerelateerd aan regionale exploitatie-afspraken en waarbij als verdeelsleutel voor de bepaling van het aandeel der afzonderlijke gemeenten bij de vaststelling van het definitieve subsidie het inwoneraantal wordt gehanteerd, wordt het inwoneraantal toegepast per 31 december van het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarin de subsidieaanvraag is ingediend.

Nadere voorwaarden

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan de professionele welzijnsinstelling waaraan zij subsidie hebben toegekend voorschotten verstrekken.

  • 2.

    De professionele welzijnsinstelling voert de activiteiten uit overeenkomstig het activiteitenplan indien en voor zover dat als grondslag voor subsidiëring is aanvaard.

  • 3.

    Afwijking van het activiteitenplan en de begroting behoeft vooraf goedkeuring van burgemeester en wethouders.