Beoordeling nazorgplannen

Geldend van 29-09-1998 t/m heden

Intitulé

Beoordeling nazorgplannen

Vastgesteld bij besluit van Gedeputeerde Staten d.d. 29 september 1998, nr. MW98.37796 (Provinciaal Blad nr. 1998/97 van 6 oktober 1998). In werking getreden op 29 september 1998.

GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

maken bekend dat zij hebben besloten bij de beoordeling van de nazorgplannen die door exploitanten van stortplaatsen en baggerdepots worden opgesteld op basis van de Wet milieubeheer, artikel 8.49, derde lid, de volgende richtlijnen te hanteren:

  • a.

    in het geval een nazorgplan een kostenraming bevat, deze raming slechts voor kennisgeving aan te nemen;

  • b.

    als exploitanten van stortplaatsen niet beschikken over een goedgekeurd monitoringplan, niet in te stemmen met het hoofdstuk "monitoring en controle" uit het nazorgplan, maar in plaats daarvan voor het bepalen van de nazorgkosten gebruik te maken van de beschikbare informatie en kentallen uit het IPO-model;

  • c.

    als exploitanten van stortplaatsen niet een goede risicoanalyse in het nazorgplan hebben opgenomen, niet in te stemmen met het hoofdstuk "risicoanalyse" uit het nazorgplan, hen in de gelegenheid te stellen om een aangepaste risicoanalyse op te stellen en voor het bepalen van de nazorgkosten in dergelijke gevallen uit te gaan van een hogere risico-inschatting dan in het IPO-model is aangegeven.

Ondertekening

Gedeputeerde Staten van Gelderland

Toelichting

Op 1 april 1998 is in werking getreden de Wet van 6 november 1997 tot "aanvulling van de Wet milieubeheer met een regeling ter waarborging dat gesloten stortplaatsen geen of zo min mogelijk nadelige gevolgen voor het milieu hebben, alsmede wijziging van de Wet bodembescherming" (Stb. 1997, nr. 532). Deze wordt ook wel de Leemtewet genoemd. De wijzigingen voor de Wet milieubeheer hebben met name betrekking op hoofdstuk 8, titel 8.3 "Regels met betrekking tot gesloten stortplaatsen" en hoofdstuk 15, titel 15.11 "Financiering van de zorg voor gesloten stortplaatsen". Artikel 8.49, derde lid, van de Wet milieubeheer schrijft nu voor dat exploitanten van stortplaatsen en baggerspeciedepots een nazorgplan moeten opstellen en dat ter instemming aan ons voorleggen. Wij moeten volgens de wet binnen dertien weken na ontvangst van het (definitieve) nazorgplan besluiten of wij al dan niet ermee kunnen instemmen.

In Gelderland moeten nazorgplannen worden opgesteld door tien niet-bedrijfsgebonden stortplaatsen, drie bedrijfsgebonden stortplaatsen en tien baggerspeciedepots. Bij de beoordeling van de nazorgplannen zullen wij de genoemde richtlijnen hanteren.