Regeling vervallen per 01-01-2024

Verordening op de heffing en invordering van landtoeristenbelasting 2016

Geldend van 01-01-2016 t/m 31-12-2023

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van landtoeristenbelasting 2016

De raad van de gemeente Drimmelen

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 november 2015;

gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    vakantie-onderkomens:

    woningen en andere verblijven, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden;

  • b.

    mobiele kampeeronderkomens:

    tenten, vouwwagens, kampeerauto's, toer-caravans en soortgelijke voertuigen welke bestemd zijn dan wel gebezigd worden als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden;

  • c.

    niet-beroepsmatig verhuurde ruimten:

    woningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, welke niet in hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden, doch wel in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd dan wel te huur aangeboden;

  • d.

    vaste jaarplaats:

    een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het gedurende een jaar plaatsen van een zelfde mobiel kampeeronderkomen of stacaravan, met de bedoeling meerdere jaren ter plaatse te blijven.

  • e.

    vaste seizoenplaats:

    een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het gedurende een seizoen plaatsen van een zelfde mobiel kampeeronderkomen of stacaravan, met de bedoeling meerdere jaren ter plaatse te blijven. Gedurende de winterperiode is het niet toegestaan te overnachten in de kampeermiddelen.

  • f.

    seizoenplaats:

    een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor gedurende het seizoen plaatsen van een zelfde mobiel kampeeronderkomen dat bij aanvang van het seizoen wordt geplaatst en na afloop van het seizoen van de standplaats wordt verwijderd.

  • g.

    toeristische plaats:

    een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het gedurende een jaar of seizoen plaatsen van steeds wisselende mobiele kampeeronderkomens.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘toeristenbelasting’ wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2.

  • 2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.

  • 3. Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar.

Artikel 6 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing

  • 1. Het aantal overnachtende personen, wordt met betrekking tot:

    • a.

      mobiele kampeeronderkomens en stacaravans op vaste jaarplaatsen bepaald op 2,5;

    • b.

      mobiele kampeeronderkomens en stacaravans op vaste seizoenplaatsen bepaald op 2,1;

    • c.

      mobiele kampeeronderkomens op seizoenplaatsen bepaald op 3,2.

  • 2. Het aantal malen dat wordt overnacht, wordt met betrekking tot:

    • a.

      de door lid 1, sub a,bedoelde personen bepaald op 70,

    • b.

      de door lid 1, sub b, bedoelde personen bepaald op 55,

    • c.

      de door lid 1, sub c, bedoelde personen bepaald op 50.

  • 3. Het aantal mobiele kampeeronderkomens en stacaravans als bedoeld in het eerste lid sub, a, b en c, wordt vastgesteld op het aantal mobiele kampeeronderkomens en stacaravans welke door de belastingplichtige bij aangifte uit de verhuuradministratie zijn opgegeven, dan wel blijken.

Artikel 7 Opteren voor niet-forfaitaire maatstaf van heffing

In afwijking van het bepaalde in artikel 6, eerste lid, wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijk aantal overnachtingen.

Artikel 8 Belastingtarief

Het tarief bedraagt per persoon per overnachting € 1,00.

Artikel 9 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 10 Wijze van heffing

  • 1. De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

  • 2. Er kan een voorlopige aanslag worden opgelegd tot ten hoogste het bedrag waarop de aanslag vermoedelijk zal worden vastgesteld.

Artikel 11 Aanslaggrens

Belastingbedragen van minder dan € 10,00 worden niet geheven.

Artikel 12 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 13 Kwijtschelding

Bij invordering van toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 14 Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige, bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.

Artikel 15 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de toeristenbelasting.

Artikel 16 Registratieplicht

  • 1. Ieder die gelegenheid biedt tot het houden van nachtverblijf in de zin van de verordening en opteert voor niet-forfaitaire heffing als bedoeld in artikel 7, is verplicht verblijfhoudenden te registreren in een daarvoor bestemd en door de gemeente verstrekt nachtverblijfregister.

  • 2. Burgemeester en wethouders stellen genoemde nachtverblijfregisters kosteloos beschikbaar.

  • 3. Burgemeester en wethouders geven nadere voorschriften omtrent de inrichting en het gebruik van de nachtverblijfregisters.

  • 4. De verplichting, genoemd onder lid 1, vervalt indien de belastingplichtige een soortgelijk, en door burgemeester en wethouders geaccepteerd, nachtverblijfregister voert.

Artikel 17 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De “Verordening landtoeristenbelasting 2015” vastgesteld op 11 december 2014, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.

  • 4. De verordening wordt aangehaald als “Verordening landtoeristenbelasting 2016”.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Drimmelen van 10 december 2015:

F.M.C. Ronde
plaatsvervangend griffier
drs. G.L.C.M. de Kok
voorzitter