Verordening Adviescommissie Beeldende Kunst

Geldend van 01-01-2002 t/m heden

Intitulé

Verordening Adviescommissie Beeldende Kunst

De raad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Middelburg;

ieder voor zoveel het hun bevoegdheden betreft;gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 2 januari 2002;

gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

b e s l u i t e n :

vast te stellen de volgende ‘Verordening inzake de adviescommissie beeldende kunst’.

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de gemeenteraad: de raad van de gemeente Middelburg;

  • b.

    burgemeester en wethouders: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Middelburg;

  • c.

    commissie: een commissie welke advies verstrekt aan het college van burgemeester en wethouders als bedoeld in artikel 91 en volgende in de Gemeentewet aan welke de in deze verordening omschreven taken zijn toegekend;

  • d.

    SBKM: Stichting Beeldende Kunst Middelburg.

Artikel 2 Taak

De adviescommissie heeft tot taak:

2.1 het doen van voorstellen met betrekking tot het Fonds ‘Kunst in de Openbare Ruimte’, met betrekking tot de uitvoering van de percentageregeling beeldende kunst en met betrekking tot aangeboden kunstwerken.

2.2 met betrekking tot het verstrekken van een opdracht om een kunstwerk te vervaardigen:

  • a.

    adviseren omtrent een mogelijke kunstena(a)r(es) en mogelijke objecten welke in aanmerking komen voor een opdracht;

  • b.

    adviseren omtrent stijl, originaliteit, kwaliteit, duurzaamheid e.d. van het te vervaardigen kunstwerk;

  • c.

    adviseren omtrent mogelijke locaties voor de plaatsing van het kunstwerk;

  • d.

    begeleiden en ondersteunen van de kunstenaar gedurende de opdrachtprocedure.

2.3met betrekking tot kunstprojecten en –manifestaties:

  • a.

    adviseren omtrent stijl, originaliteit, kwaliteit, duurzaamheid e.d. van het kunstproject of -manifestatie;

  • b.

    begeleiden en ondersteunen van diegene(n) die het kunstproject of de kunstmanifestatie organiseert/organiseren.

    2.4met betrekking tot aangeboden kunstwerken:

  • a.

    adviseren omtrent stijl, originaliteit, kwaliteit, duurzaamheid e.d. van het aangeboden kunstwerk;

  • b.

    indien de commissie van mening is dat het aangeboden kunstwerk als waardevol kan worden aangemerkt, het college adviseren omtrent de mogelijke locaties voor de plaatsing van het aangeboden kunstwerk;

  • c.

    adviseren over de hoogte van de kosten die betrekking hebben op eerder genoemde plaatsing van het aangeboden kunstwerk.

Artikel 3 Samenstelling

  • 1. De commissie bestaat uit de directeur van de SBKM, een deskundige op het gebied van beeldende kunst van buiten Zeeland, een lokale kunstenaar en een gemeentelijk stedenbouwkundige.

  • 2. Op ad hoc basis kunnen plaatshebben een multimediaspecialist en een architect.

  • 3. De leden worden geworven door middel van een open sollicitatieprocedure en door de raad benoemd.

  • 4. Burgemeester en wethouders wijzen een gemeentelijk stedenbouwkundige aan.

  • 5. De directeur van de SBKM is verantwoordelijk voor het voorzitterschap.

  • 6. De SBKM voert het secretariaat.

Artikel 4 Zittingsduur

  • 1. De zittingsduur van de adviescommissie bestaat uit twee keer een periode van drie jaar.

  • 2. Het lidmaatschap eindigt, buiten geval van afloop van de zittingsduur van de commissie bovendien:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij verlies van de hoedanigheid c.q. kwalificatie, waarin de benoeming plaatsvond;

    • c.

      in geval als omschreven in lid 3;

    • d.

      in geval van onder curatele stellen.

  • 3. De raad kan in bijzondere gevallen, bijvoorbeeld door disfunctioneren, een lid tussentijds ontslaan.

  • 4. In tussentijdse vacatures wordt zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen een termijn van vier maanden, voorzien. De in die vacatures benoemde leden treden gelijk af met de overige leden.

Artikel 5 Honoraria

  • 1. De leden van de adviescommissie met een niet-ambtelijke rechtspositie ontvangen voor het bijwonen van de vergadering een door de gemeenteraad vast te stellen vakantiegeld- en reiskostenvergoeding.

  • 2. In bijzondere gevallen kan een vergoeding voor overige activiteiten ten behoeve van de commissie worden vastgesteld, bijvoorbeeld voor de begeleiding van opdrachten en projecten.

Artikel 6 Werkwijze

  • 1. De commissie stelt een huishoudelijk reglement op ten aanzien van:

    • -

      de werkwijze bij opdrachtverlening;

    • -

      de werkwijze bij projecten.

  • 2. De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter dit noodzakelijk acht of tenminste de helft van het aantal leden hun wens hiertoe met opgave van redenen aan de voorzitter mededeelt, in welk geval de vergadering wordt gehouden binnen twee weken na ontvangst van deze mededeling.

  • 3. De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter dit noodzakelijk acht of tenminste de helft van het aantal leden hun wens hiertoe met opgave van redenen aan de voorzitter mededeelt, in welk geval de vergadering wordt gehouden binnen twee weken na ontvangst van deze mededeling.

Artikel 7 Besluitvorming en advisering

  • 1. De commissie kan slechts besluiten indien meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

  • 2. Besluiten worden genomen met meerderheid van stemmen van de aanwezige leden.

  • 3. Over alle zaken wordt mondeling en bij hoofdelijke afroep gestemd, doch bij het doen van keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen, bij gesloten en ongetekende briefjes.

  • 4. Indien bij het nemen van een besluit over een zaak door geen van de leden stemming wordt gevraagd, wordt het voorstel geacht te zijn aangenomen.

  • 5. Bij staken der stemmen beslist de stem van de voorzitter.

  • 6. In gevallen die naar het oordeel van de voorzitter of diens plaatsvervanger een spoedige beslissing vergen, kan de secretaris de leden onder opgave van de hiertoe geldende reden schriftelijk hun stem vragen over een bepaalde aangelegenheid. Van het aldus genomen besluit wordt melding gedaan in de eerstvolgende vergadering.

  • 7. De gemeentelijk stedenbouwkundige van de commissie heeft geen stemrecht.

  • 8. Indien één of meer leden van de adviescommissie persoonlijk betrokken is/zijn bij de aanvraag wordt de gemeente hiervan op de hoogte gesteld. Indien een dergelijk geval zich voordoet neemt/nemen deze persoon/personen niet deel aan meningsvorming en/of advisering over de aanvraag en/of de hoogte van het budget van de aanvraag.

  • 9. Gevraagde en ongevraagde adviezen worden in het verslag opgenomen.

  • 10. Binnen 10 dagen na de vergadering wordt een advies aan burgemeester en wethouders verstrekt.

Artikel 8 Geheimhoudingsplicht

  • 1. De commissie kan omtrent het in een vergadering besprokene geheimhouding opleggen. De geheimhouding geldt zowel voor de leden, de secretaris als voor andere personen die ter vergadering aanwezig zijn.

  • 2. De geheimhouding in lid 1 bedoeld, geldt totdat de commissie die opheft.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen omtrent de inhoud van de in de commissie overlegde stukken aan de leden van de commissie geheimhouding opleggen. Deze geheimhouding geldt ook voor andere dan in lid 1 bedoelde personen, indien zij van de inhoud van die stukken kennis nemen.

  • 4. De in lid 3 benoemde geheimhoudingsplicht geldt totdat burgemeester en wethouders die opheffen.

Artikel 9 Verslag

  • 1. Van het verhandelde in een vergadering van een commissie wordt door de secretaris zo spoedig mogelijk een verslag gemaakt dat de zakelijke inhoud van het besprokene bevat.

  • 2. Het verslag wordt de eerstvolgende commissievergadering ter vaststelling aangeboden.

  • 3. Alle stukken, die van de commissie uitgaan, worden door de voorzitter ondertekend.

Artikel 10 Horen van adviseurs, belanghebbenden en deskundigen

  • 1. De voorzitter van de commissie bepaalt welke ambtenaren, deskundigen en/of belanghebbenden de vergadering van de commissie zullen bijwonen.

  • 2. Indien de voorzitter het initiatief heeft genomen tot het door de commisie doen horen van belanghebbenden, geeft hij daarvan tijdig tevoren kennis aan de leden van de commissie.

  • 3. De commissie kan besluiten één of meer belanghebbenden of deskundigen al of niet op eigen verzoek te horen. In een dergelijk geval treft de voorzitter van de commissie de nodige maatregelen.

Artikel 11

In de gevallen waarin de verordening niet voorziet beslissen burgemeester en wethouders.

Artikel 12

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2002 en wordt aangehaald als ‘Verordening adviescommissie Beeldende Kunst’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad in zijn
openbare vergadering van 28 januari 2002
de secretaris,       de voorzitter,