Regeling vervallen per 21-04-2016

Verordening financieringsregeling huisvesting gemeentepersoneel

Geldend van 17-12-1985 t/m 20-04-2016

Intitulé

Verordening financieringsregeling huisvesting gemeentepersoneel

De raad van de gemeente Korendijk;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van d.d. 3 december 1985;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende

Verordening financiering huisvesting gemeentepersoneel

Artikel 1

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen aan ambtenaren in vaste dienst van de gemeente Korendijk, die een woning voor eigen bewoning wensen te bouwen of te kopen, dan wel een bestaande woning, die door hen zelf wordt of zal worden bewoond wensen te verbouwen, een geldlening onder verband van eerste hypotheek verstrekken.

  • 2. De geldlening zal ten hoogste bedragen:

    • a.

      in geval van bouw van een woning voor eigen bewoning, 100% van de grond- en bouwkosten, verminderd met f 100,--;

    • b.

      in geval van koop voor eigen bewoning van een bestaande woning, 100% van de van gemeentewege getaxeerde waarde van die woning, eventueel vermeerderd met de kosten van verbouwing, verminderd met f 100,--;

    • c.

      in geval van verbouwing van een bestaande, door de ambtenaar bewoonde eigen woning, 100% van de verbouwingskosten, verminderd met f 100,--.

  • 3. Onder grond- en bouwkosten c.q. de verbouwingskosten of de aankoopkosten van een bestaande woning worden mede begrepen de overdrachtsbelasting en de notariskosten en makelaarskosten van de grond, respectievelijk de woning, zomede de kosten van hypotheekakte.

  • 4. Geldleningen als bedoeld in het eerste lid kunnen eveneens worden verstrekt aan ambtenaren, die voor een henzelf bewoonde woning elders een geldlening hebben afgesloten en deze, na beëindiging of opzegging, door een nieuwe gemeentelijke lening wensen te vervangen.

Artikel 2

  • 1.

    De geldlening wordt slechts verstrekt indien er een reële verhouding bestaat tussen de door de ambtenaar bij de gemeente Korendijk genoten wedde en de lasten voortvloeiende uit de door de gemeente te verstrekken lening.

    Bij de beoordeling zullen in principe als basisnormen gelden, de normen voor de beoordeling van de aanvragen voor gemeentegarantie tot betaling van rente en aflossing van hypothecaire geldlening voor de aankoop van een eigen woning, zoals deze worden opgesteld door de gezamenlijke bemiddelende organen na overleg met het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.”

  • 2.

    De geldlening wordt verstrekt met een door burgemeester en wethouders vast te stellen aflossingstermijn, welke niet langer mag zijn dan ten hoogste dertig jaar.

    De rente wordt door burgemeester en wethouders vastgesteld en is gelijk aan de effectieve rente welke de gemeente zelf op het tijdstip van de krediet verstrekking is, c.q. zou zijn verschuldigd voor door haar te sluiten geldleningen met een looptijd van 25 jaar of langer en voorts onder door burgemeester en wethouders te stellen nadere voorwaarden.

  • 3.

    De lening moet worden afgelost bij wijze van maandelijkse annuïteit. De ambtenaar aan wie een hypothecaire geldlening is verstrekt machtigt burgemeester en wethouders de betaling van rente en aflossing i.c. de annuïteiten met de maandelijks uit te betalen bezoldiging of het/ de maandelijks uit te betalen pensioen/ uitkering te verrekenen.

    Wanneer de bezoldiging van de bedoelde ambtenaar niet rechtstreeks door de gemeente wordt uitbetaald dan wel deze ambtenaar gepensioneerd c.q. vrijwillig vervroegd uitgetreden is, dient zijn werkgever c.q. het orgaan dat zijn pensioen/ uitkering uitbetaald zich tegenover burgemeester en wethouders schriftelijk te verbinden het verschuldigde bedrag maandelijks aan de gemeente over te maken.

    Extra aflossing of algehele aflossing is te allen tijde, zonder boete of kosten mogelijk.

  • 4.

    De geldlening zal na het verstrijken van een termijn van zes maanden onmiddellijk opeisbaar zijn zonder dat enige waarschuwing zal zijn vereist:

    • a.

      indien het dienstverband van de ambtenaar eindigt, anders dan door overlijden, door toekenning van pensioen krachtens de algemene burgerlijke pensioenwet of uitkering krachtens het uitkeringsreglement vervroegd uittreden, of door toekenning van wachtgeld, zolang dit wachtgeld wordt genoten;

    • b.

      indien de ambtenaar zonder noodzaak- zulks ter uitsluitende beoordeling van burgemeester en wethouders- ophoudt de woning voor eigen woning te gebruiken;

    • c.

      indien de ambtenaar in staat van faillissement wordt verklaard, de geldnemer surseance van betaling aanvraagt of onder curatele wordt gesteld of op het verbonden onroerend goed beslag wordt gelegd;

    • d.

      indien de weduwe c.q. weduwnaar van de geldnemer hertrouwt.

  • 5.

    In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders toestaan dat van het gestelde in het derde lid van dit artikel wordt afgeweken.

Artikel 3

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze regeling buiten toepassing te laten

  • a.

    wanneer de verhouding tussen de grootte van het uit te lenen bedrag en de financiële positie van de geldnemer voor de gemeente een te groot risico zou meebrengen;

  • b.

    wanneer door het verstrekken van de geldlening geen enkel gemeentelijk belang zou zijn gebaat.

Artikel 4

Deze regeling vindt geen toepassing wanneer de woning niet staat of zal staan binnen de grenzen van het gebied als bedoeld in artikel F 18 van het algemeen ambtenarenreglement.

Artikel 5

Voor elke verstrekking van een geldlening op grond van deze verordening moet vooraf de machtiging van Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid- Holland zijn verkregen.

Artikel 6

Deze verordening treedt in werking na goedkeuring daarvan door het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland.

Artikel 7

Deze verordening kan worden aangehaald als de “financieringsregeling huisvesting gemeentepersoneel”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 28 januari 1986.
De raad voornoemd,
De secretaris, de voorzitter,