Verordening op de organisatie van de griffie

Artikel 4 Bijstand raadsvoorzitter

• 1. De griffier staat de voorzitter van de raad terzijde bij zijn zorg voor een goede voorbereiding en een goed verloop van de vergaderingen van de raad.

• 2. De griffier kan de voorzitters van de raadscommissies terzijde staan bij zijn zorg voor een goede voorbereiding en een goed verloop van de vergaderingen van de raadscommissies.

Artikel 5 Vergaderingen van de raad en raadscommissies

• 1. De griffier is aanwezig bij de raadsvergaderingen en draagt zorg voor een goede en tijdige verslaglegging van de vergaderingen.

• 2. De griffier kan aanwezig zijn bij de vergaderingen van de raadscommissies.

• 3. De griffier draagt zorg voor de verzending van de voorlopige agenda, notulen en overige stukken aan raadsleden.

Artikel 6 Ondersteuning seniorenconvent en presidium

• 1. De griffier is aanwezig bij de vergaderingen van het seniorenconvent en presidium en draagt zorg voor een goede en tijdige verslaglegging van de vergaderingen.

• 2. Indien het seniorenconvent en presidium aanvullende ondersteuning behoeven draagt de griffier er zorg voor dat deze gegeven wordt.

Artikel 9 Leiding geven aan griffie en aanwijzingsbevoegdheid t.a.v. commissiesecretarissen

• 1. De griffier geeft leiding aan de griffie.

• 2. De griffier bewaakt de eenheid in de uitoefening van de taken van de griffie.

• 3. De commissiesecretarissen handelen overeenkomstig de aanwijzingen van de griffier.

Artikel 10 Verhindering en vervanging

• 1. Indien de griffier verhinderd is zijn ambt te vervullen, doet hij daarvan tijdig mededeling aan de voorzitter van de raad.

• 2. Gedurende de afwezigheid als bedoeld in het eerste lid, wordt hij vervangen door een medewerker van de griffie die daartoe door de raad is aangewezen.

Artikel 11

• 1. De rechtspositionele voorschriften zoals die zijn opgenomen in de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) en de Nadere Arbeidsvoorwaardenregeling (NAV) inclusief de daarbij behorende bijlagen en zoals deze thans luiden of in de toekomst zullen luiden, zijn van overeenkomstige toepassing op de griffier en op de bij de griffie werkzame medewerkers.

• 2. Voor de uitvoering van de in het eerste lid bedoelde voorschriften wordt voor zoveel nodig voor "het college" gelezen "de raad".

Artikel 13 Mandatering uitvoering rechtspositionele bevoegdheden t.a.v. griffiemedewerkers

• 1. Bij besluit van de burgemeester q.q. voorzitter van de raad kan de uitvoering van de rechtspositionele bevoegdheden ten aanzien van de medewerkers van de griffie worden gemandateerd aan de griffier.

• 2. Ten aanzien van de toepassing van de artikelen 15:1:15 en volgende van de NAV treedt de griffier ingeval de burgemeester gebruik heeft gemaakt van de hem volgens het eerste lid toekomende bevoegdheid, op als beoordelaar van op de griffie werkzame personeelsleden en wordt de beoordeling vastgesteld door de burgemeester q.q. voorzitter van de raad; voor zover het betreft de toepassing van genoemde artikelen ten aanzien van de griffier treedt de burgemeester q.q. voorzitter van de raad op als beoordelaar en stelt deze tevens de beoordeling vast.

Artikel 15 Griffie en ondernemingsraad

• 1. De griffier en de overige op de griffie werkzame ambtenaren zijn kiesgerechtigd en verkiesbaar voor de ondernemingsraad.

• 2. Ingeval in de ondernemingsraad een voorgenomen besluit aan de orde is waartoe de raad bevoegd is of een besluit waarop de raad invloed dient uit te oefenen, dan dient de griffier, indien de bestuurder in de zin van de Wet op de ondernemingsraden daarom verzoekt, deze bij te staan.

Slotbepalingen

• 1. In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, pleegt de griffier voor zover nodig overleg met de voorzitter van de raad.

• 2. Deze verordening, die kan worden aangehaald als Organisatieverordening griffie Spijkenisse, treedt in werking met ingang van de dag na die van haar bekendmaking.

  Op de dag waarop de door het college vastgestelde nieuwe Organisatieverordening voor de ambtelijke organisatie van kracht is, wordt de Organisatieverordening, vastgesteld bij raadsbesluit van 28 februari 1996, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 7 april 1998, ingetrokken.