Mandaatregeling gemeente Littenseradiel 2010

Artikel 2

De uitoefening ten aanzien van de in de bij deze mandaatregeling behorende mandaatlijsten vermelde bevoegdheden en de ondertekening van de in de bedoelde lijsten genoemde onderwerpen wordt opgedragen aan de in de mandaatlijsten vermelde functionarissen.

Artikel 4

De beslissing op de in de mandaatlijsten vermelde zaken wordt voorbehouden aan het college van burgemeester en wethouders respectievelijk de burgemeester, indien:

• a.

  afwijzend op het verzoek moet worden beslist of daartoe wordt geadviseerd en in geval van twijfel;

• b.

  het om onderwerpen c.q. beslissingen gaat waarvoor nog geen beleidslijn is geformuleerd of waarvoor eerst een beleidslijn geformuleerd moet worden;

• c.

  de afdoening van een zaak naar redelijkerwijs mag worden aangenomen grote politieke consequenties met zich mee zal brengen dan wel ongewenste precedentwerking zal oproepen;

• d.

  de inwilliging van een verzoek zal leiden tot strijdigheid met ingezet beleid, met richtlijnen of met voorschriften;

• e.

  reeds tijdens de voorbereidingsfase duidelijk is geworden dat tegen de te nemen beslissing bezwaar wordt aangetekend of beroep wordt ingesteld;

• f.

  het zaken betreft ten aanzien waarvan de standpunten omtrent de te nemen beslissing van portefeuillehouders, sectorhoofden, adviseurs en de mandataris uiteenlopen;

• g.

  de mandataris daartoe de wens te kennen geeft.

Artikel 5

De uitoefening van de in de mandaatlijsten opgenomen bevoegdheden vindt plaats:

• 1.

  met inachtneming van de door het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester vastgestelde beleidsregels en binnen het raam van de begrotingsrichtlijnen;

• 2.

  onder beleidsregels als bedoeld in het vorige lid, worden tevens verstaan instructies, aanwijzingen, voorschriften, richtlijnen en voorwaarden.

Artikel 6

Een krachtens mandaat genomen besluit alsmede de op de gemandateerde bevoegdheden betrekking hebbende brieven worden door de mandataris als volgt ondertekend: “naam van het bestuursorgaan, namens hen/deze, functie, naam en handtekening van de mandataris”.

Artikel 7

In geval van afwezigheid van de mandataris zijn de volgende richtlijnen van toepassing:

• a.

  bij afwezigheid van de gemandateerde portefeuillehouder wordt deze vervangen door de plaatsvervangend portefeuillehouder, een en ander overeenkomstig de portefeuilleverdeling;

• b.

  bij afwezigheid van de gemandateerde gemeentesecretaris wordt deze vervangen door de adjunct-directeur;

• c.

  bij afwezigheid van de gemandateerde adjunct-directeur wordt deze vervangen door de gemeentesecretaris;

• d.

  bij afwezigheid van het gemandateerde afdelingshoofd wordt deze vervangen door de gemeentesecretaris respectievelijk de adjunct-directeur;

• e.

  bij afwezigheid van de gemandateerde ambtenaar wordt deze vervangen door het afdelingshoofd respectievelijk de gemeentesecretaris respectievelijk de adjunct-directeur.

Artikel 8

De mandataris maakt geen gebruik van zijn bevoegdheid tot ondertekening van stukken, indien:

• a.

  de wens daartoe door of namens het college van burgemeester en wethouders c.q. de burgemeester is kenbaar gemaakt;

• b.

  het correspondentie betreft die is gericht aan de gemeenteraad;

• c.

  het de formele verzending betreft van besluiten van de gemeenteraad en brieven uitgaande van de gemeenteraad.

Artikel 9

De bevoegdheid tot uitoefening van het mandaat vervalt krachtens besluit van het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester voor zover het de eigen bevoegdheid betreft. Het mandaat vervalt eveneens zodra geadresseerde of belanghebbende, krachtens de geldende procedures van rechtsbescherming, zich tegen de beschikking of berichtgeving heeft verzet, bezwaar heeft aangetekend, dan wel beroep heeft ingesteld.

Artikel 10

Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester blijven te allen tijde bevoegd nadere instructies te geven of de verleende bevoegdheid in te trekken, gehoord het advies van het directieoverleg.