Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR41301
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR41301/1
Regeling vervallen per 31-03-2016
Fietsplan gemeente Korendijk 2003
Geldend van 04-07-2003 t/m 30-03-2016 met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2003
Intitulé
Fietsplan gemeente Korendijk 2003Fietsplan 2003
Burgemeester en wethouders van Korendijk;
gelet op hoofdstuk 4a van de Collectieve Arbeidsvoorwaarden Regeling;
gelezen het voorstel van het bureau FINBOP d.d. 30 juni 2003; besluiten vast te stellen het
FIETSPLAN GEMEENTE KORENDIJK
Definities
Artikel 1
In deze regeling wordt verstaan onder:
Bevoegd gezag: burgemeester en wethouders van Korendijk;
Medewerker: persoon, die is aangesteld op grond van artikel 2:4, eerste lid of artikel
2:4, tweede lid, sub. f van de Collectieve Arbeidsvoorwaarden Regeling (CAR), evenals degene, met wie op grond van artikel 2:5, sub. d van de CAR een arbeidsovereenkomst is aangegaan;
Deelnemer: de medewerker die op grond van artikel 3 aan het fietsplan deelneemt;
Cafetariamodel: het gemeentelijke Cafetariamodel is een onderdeel van de landelijk vastgestelde rechtspositie van gemeenteambtenaren in de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en de bijbehorende Uitwerkingsovereenkomst. In het cafetariamodel is onder andere
vastgelegd dat aan- en verkoop van verlofuren onder bepaalde
voorwaarden mogelijk is. Verder voorziet het cafetariamodel in een basis, voor het kunnen treffen van lokaal vast te stellen fiscaal aantrekkelijke regelingen, door onder andere het ruilen van arbeidsvoorwaarden binnen een Fietsplan;
Fiets: een fiets die valt onder de definitie fiets in de wegen en verkeerswet;
Plaats van tewerk
stelling: het gebouw waar of van waaruit de medewerker naar het oordeel van het bevoegd gezag gewoonlijk zijn werkzaamheden verricht;
Catalogusprijs: de prijs, die de fabrikant van de fiets in zijn prijslijst vermeldt, inclusief
BTW.
Doel
Artikel 2
Het fietsplan heeft tot doel:
- a.
Het stimuleren van het gebruik van de fiets voor woon-werkverkeer door medewerkers.
- b.
Het creëren van een aantrekkelijke secundaire arbeidsvoorwaarde.
Deelname
Artikel 3
Aan het fietsplan kan deelnemen, de medewerker die:
- ·
op een enkele reisafstand tot en met 10 kilometer van de plaats van tewerkstelling woont;
- ·
een gedeelte van de reisafstand van/naar de plaats van tewerkstelling met de fiets aflegt in logische combinatie met andere (openbaar) vervoermiddelen, en zich door middel van een getekende intentieverklaring verplicht op meer dan de helft van de werkdagen de fiets voor het woon-werkverkeer te gebruiken.
Artikel 4
Het bevoegd gezag kan op grond van deze regeling éénmaal per drie jaar (*) een fiets aan de medewerker vergoeden.
Aanschaf
Artikel 5
De deelnemer schaft zichzelf een fiets aan bij een door hem uitgekozen leverancier.
De catalogusprijs van de fiets mag niet meer dan € 749,- inclusief BTW (*) bedragen. Indien een fiets met een catalogusprijs hoger dan € 749,- wordt aangeschaft, geldt deze gehele regeling niet.
De catalogusprijs moet in ieder geval -samen met eventuele kortingen -op de factuur worden vermeld. De eventuele inruilwaarde van de oude fiets mag niet op de factuur staan.
De afdeling Middelen draagt in opdracht van het bevoegd gezag zorg voor de betaling van de factuur. De fiets wordt onmiddellijk eigendom van de deelnemer.
Aansprakelijkheid
Artikel 6
Het bevoegd gezag is niet aansprakelijk voor enig nadeel -hoe ook genaamd- verband houdende met of als gevolg van de aanschaf. Evenzo zal het bevoegd gezag op geen enkele wijze bemoeienis hebben met verschillen in inzicht en interpretatie van garantiebepalingen betreffende de aanschaf tussen de deelnemer en de leverancier.
Financiering
Artikel 7
Ter financiering van de fiets betaalt de deelnemer gedurende een periode van maximaal drie jaar aan het bevoegd gezag een bruto-bedrag, dat gelijk is aan het bedrag van de factuur tot een maximum van € 749,- .
De volgende manieren van financiering zijn mogelijk:
a) verkoop van vakantie-uren in het kader van het cafetariamodel;
b) het structureel verlagen van het brutosalaris van de deelnemer;
c) het inzetten van (een deel van) de (eventueel toekomstige) bruto bijzondere beloning(en);
d) door een renteloze lening via het netto salaris;
e) een combinatie van a, b, d, en/of e.
Artikel 8
-
1a. Gedurende drie kalenderjaren kunnen vakantie-uren worden verkocht, onder voorwaarde dat hierdoor het in artikeI4a:1, derde lid van de CAR, genoemde maximum in combinatie met deelname aan andere regelingen gebaseerd op het uitwisselen van arbeidsvoorwaarden (zoals pc-privé) niet wordt overschreden.
-
1b. Om vakantie-uren van een kalenderjaar te kunnen verkopen, moet de medewerker voor 1 november van het voorafgaande jaar een verzoek daartoe hebben ingediend bij het bevoegd gezag.
-
2. De deelnemer ontvangt voor de verkoop van elk vakantie-uur een bedrag gelijk aan de bruto waarde van het gemiddelde individuele uurloon op de peildatum 1 januari van het jaar waarop de verkoop betrekking heeft.
Artikel 9
-
1. De deelnemer kan het bevoegd gezag verzoeken zijn bruto-salaris als bedoeld in artikel 3:1 van de CAR gedurende minimaal 11 maanden en maximaal 36 maanden structureel te verlagen met een vast bedrag per maand.
-
2. Het bruto-salaris moet na de verlaging minimaal gelijk zijn aan het wettelijk minimumloon.
-
3. De deelnemer moet verklaren door middel van een daartoe vastgesteld formulier, dat hij op de hoogte is van de onderstaande gevolgen, die kunnen optreden door het verlagen van zijn bruto-salaris:
- ·
een verlaging van het loon in het kader van de sociale verzekeringswetten, zoals de WAO en WW;
- ·
een verlaging van de grondslag voor de ABP-uitkeringen OP/NP/IP/FPU;
- ·
een verlaging van de grondslag voor de berekening van het vakantiegeld en de eindejaarsuitkering;
- ·
een verlaging van het inkomen in het kader van Inkomensafhankelijke subsidies zoals bijv. huursubsidie en tegemoetkoming studiekosten.
- ·
-
4. De deelnemer kan het bevoegd gezag verzoeken zijn volledige of een deel van zijn bruto bijzondere beloningen in te zetten voor de aflossing van zijn fiets.
Artikel 11
-
1. De deelnemer kan het bevoegd gezag verzoeken hem een renteloze lening te verschaffen.
-
2. Gedurende maximaal twee aaneengesloten jaren (*) wordt vervolgens een naar de deelnemer wenselijk bedrag van het netto maandsalaris gebruikt als aflossing voor de fiets.
-
3. Dit maandelijkse bedrag is in principe een vast bedrag. Bij wijze van uitzondering kan de deelnemer dit bedrag verhogen of verlagen, mits de lening uiterlijk 24 maanden na aanvang is afgelost.
Artikel 12
Op voorschrift van de Belastingdienst wordt in het jaar van aanschaf eenmalig een bedrag van
€ 68,-(*) bij het loon voor de loonbelasting/premieheffing geteld wegens het vergoeden van een tot dit bedrag niet vrije vergoeding.
Betaling bij uitdiensttreding
Artikel 13
De deelnemer die uit dienst treedt, voordat het volledige bruto-bedrag van de fiets is betaald, dient het restant bedrag terstond netto terug te betalen.
Hierbij geldt dat de netto waarde van de niet-opgebouwde vakantie-uren van een kalenderjaar, die wel al van het saldo vakantie-uren van datzelfde kalenderjaar op grond van artikel 8 van deze regeling zijn afgeschreven, tot het restant bedrag behoort.
Verrekening vindt voor zover mogelijk plaats via de laatste salarisbetaling.
Overige bepalingen
Artikel 14
Indien de fiscale voorwaarden (zinsneden met een (*) daarachter) met betrekking tot het vergoeden van een fiets in het kader van een Fietsplan, wijzigen, wordt deze regeling
automatisch aan de gewijzigde fiscale voorwaarden aangepast. De aanpassingen worden aan de Ondernemingsraad ter kennisgeving medegedeeld.
Artikel 15
In gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist het bevoegd gezag.
Artikel 16
Deze regeling gaat in op 1 juli 2003.
Aldus vastgesteld op 4 juli 2003
de secretaris, de burgemeester,
Verklaring inzake fietsplan Bijlage 1.
naam:……………………………………………………………………………
functie:………………………………………………………………………….
werkzaam bij:…………………………………………………………………..
hierna te noemen: de medewerker
en burgemeester en wethouders van Korendijk hierna te noemen: het bevoegd gezag
zijn het volgende overeengekomen:
- 1.
Het bevoegd gezag vergoedt aan de medewerker op grond van "het fietsplan van de gemeente Korendijk” een fiets ten bedrage van € …………..gelijk bijgevoegde nota.
- 2.
De fiets wordt gefinancierd door:
- a.
verkoop van.………vakantie-uren van het jaar 20….
- a.
verkoop van……… vakantie-uren van het jaar 20….
verkoop van……….vakantie-uren van het jaar 20….
De deelnemer ontvangt voor de verkoop van elk vakantie-uur een bedrag gelijk aan de bruto waarde van het gemiddelde individuele uurloon, t.w.: € 17,04.
- b.
Het verlagen van het bruto-salaris van de medewerker in de periode………… t/m……… met een bedrag van €….,.. waarbij geldt dat het salaris per maand niet minder wordt dan het wettelijk minimumloon.
- c.
Door het inzetten van bruto bijzondere beloningen. U dient hierbij zelf aan te geven welke bruto bedragen van welke bijzondere beloningen in een periode van maximaal drie jaar moeten worden ingehouden.
Bijzondere beloningen |
Jaartal |
Bruto af te lossen |
2003 |
€ |
|
2004 |
€ |
|
2005 |
€ |
|
2006 |
€ |
- d.
Door het verlagen van zijn netto-salaris vanaf de maand volgend op het moment dat deze overeenkomst is aangegaan. De maandelijkse verlaging van het netto-salaris vindt plaats gedurende ………. maanden tot een totaalbedrag van €….,..
- 3.
De medewerker verklaart ermee bekend te zijn dat verlaging van zijn brutoloon gevolgen heeft voor:
- ü
de grondslag in het kader van de sociale verzekeringswetten, zoals de WAO en WW;
- ü
de grondslag voor de ABP-uitkeringen OP/NP/IP/FPU;
- ü
de grondslag voor de berekening van het vakantiegeld;
- ü
het inkomen in het kader van Inkomensafhankelijke subsidies zoals bijv. huursubsidie en tegemoetkoming studiekosten.
- ü
- 4.
De medewerker verklaart dat hij/zij de fiets op meer dan de helft van de werkdagen voor het woon-werkverkeer zal gebruiken.
- 3.
Hij/zij aanvaardt de fiscale gevolgen, indien achteraf blijkt dat onvoldoende aannemelijk is dat de fiets voor minder dan de helft van het aantal werkdagen wordt gebruikt.
5.De medewerker verklaart bekend te zijn met de inhoud van "het fietsplan van de gemeente Korendijk” en dat hij/zij kennis genomen heeft van de in artikel 13 genoemde terugbetalingsverplichting.
Ondertekeningen
Piershil,…………………….
De medewerker, Burgemeester en wethouders van Korendijk, namens dezen,
……………………………………….…………………………………………
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl