Verordening Geurhinder en Veehouderij 2016

Geldend van 01-07-2016 t/m heden

Intitulé

Verordening Geurhinder en Veehouderij 2016

Artikel 1: begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    bebouwde kom: het gebied dat door aaneengesloten bebouwing overwegend een woon- en verblijffunctie heeft en waarin veel mensen per oppervlakte-eenheid ook daadwerkelijk wonen of verblijven. De grens van de bebouwde kom wordt niet bepaald door de Wegenverkeerswetgeving, maar door de aard van de omgeving. Binnen een bebouwde kom is de op korte afstand van elkaar gelegen bebouwing geconcentreerd tot een samenhangende structuur;

  • -

    de Streek: het gebied 'de Streek' is gelegen binnen de grenzen van het beschermd dorpsgezicht. Dit zijn tevens de grenzen zoals gehanteerd in de gemeentelijke gebiedsvisies voor de Streek en gehanteerd in het bestemmingsplan 'De Streek';

  • -

    veehouderij: inrichting die tot een krachtens artikel 1.1, derde lid, van de Wet milieubeheer aangewezen categorie behoort en is bestemd voor het fokken, mesten, houden, verhandelen, verladen of wegen van dieren;

  • -

    Wet: de Wet geurhinder en veehouderij (Wgv);

  • -

    geurbelasting: de waarde ter plaatse van de gevel van het gevoelige object, berekend met V-Stacks, uitgedrukt in Europese odour units per tijdseenheid;

  • -

    geurgevoelig object: zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet geurhinder en Veehouderij;

  • -

    odour units (ouE/m³): geurconcentratie als aantallen Europese odour units in een volume-eenheid lucht (ouE/m³), gemeten volgens de NEN-EN 13725:2003 “Luchtbepaling van de geurconcentratie door dynamische olfactometrie”. In deze verordening wordt voor de geurbelasting uitgegaan van het gebruikelijke 98-percentiel geurconcentratie. Dat betekent dat de – met een verspreidingsmodel – berekende geurconcentratie gedurende 98 procent van de tijdseenheid niet wordt overschreden;

  • -

    hoofdgebouw: een gebouw, dat op een bouwperceel in architectonisch opzicht dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste gebouw valt aan te merken;

  • -

    wooneenheid: een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden, niet zijnde inwoning;

  • -

    inwoning: twee of meer huishoudens die één hoofdgebouw en/of wooneenheid bewonen met gemeenschappelijk gebruik van één of meerdere inpandige voorzieningen of (verblijfs)ruimten daarvan en waarbij deze één hoofdtoegang behoudt en de voorzieningen c.q. (verblijfs)ruimten onderling vrij toegankelijk zijn.

  • -

    voorgrondbelasting: de geurbelasting van de veehouderij die de meeste geur bij het geurgevoelig object veroorzaakt.

  • -

    achtergrondbelasting: de gecumuleerde geurbelasting die wordt veroorzaakt door alle veehouderijen in het gebied rondom het geurgevoelig object.

  • -

    GeurgebiedsvisieGemeente Staphorst: Document waarin de afwegingen hebben plaatsgevondenvoor het bepalen van andere vaste afstanden en waardenconform artikel 8 van de Wgv.

Artikel 2: grondslag verordening

De grondslag van de verordening vindt zijn oorsprong in artikel 6 Wgv.

Artikel 3: aanwijzing gebieden

Als gebied als bedoeld in artikel 6 lid 1 en 3 van de Wet worden de volgende gebiedenaangewezen:

  • -

    'De Streek' en overige woonkernen binnen een bebouwde kom;

  • -

    Gebieden anders dan bebouwde kom (buitengebied).

Artikel 4: waarde voor de afstand (bebouwde kom)

In afwijking van artikel 4, lid 1 van de Wet bedraagt de minimale afstand voor de geurbelasting van een veehouderij op een geurgevoelig object in het gebied als genoemd in artikel 3 van deze verordening binnen de bebouwde kom 50 meter.

Artikel 5: waarde voor de afstand (buitengebied)

In afwijking van artikel 4, lid 1 van de Wet bedraagt de minimale afstand voor de geurbelasting van een veehouderij op een geurgevoelig object in het gebied als genoemd in artikel 3 van deze verordening buiten de bebouwde kom (buitengebied) 25 meter.

Artikel 6: waarde voor geurbelasting bebouwde kom

In afwijking van artikel 6, lid 1 onder c van de Wet bedraagt de maximale waarde voor de geurbelasting van een veehouderij op een geurgevoelig object in het gebied als benoemd in artikel 3 van deze verordening binnen de bebouwde kom 3 ouE/m³ (voorgrondbelasting). De achtergrondbelasting bedraagt maximaal 4 ouE/m³.

Artikel 7: citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als de 'Verordening Geurhinder en Veehouderij 2016'.

Artikel 8: inwerkingtreding

Deze verordening treedt een dag na bekendmaking in werking.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Staphorst van 10 mei 2016,
T.C. Segers, voorzitter.
L. Roest-Jonkers, griffier.