Beleidsregels terrassen gemeente Waterland 2016

Geldend van 23-08-2024 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels terrassen gemeente Waterland 2016

De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland, overwegende dat het wenselijk is om beleidsregels vast te stellen voor terrassen in de gemeente Waterland;

gelet op artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 2:28a, vijfde lid, van de Algemeen Plaatselijke Verordening Waterland,

BESLUITEN:

vast te stellen de navolgende Beleidsregels terrassen gemeente Waterland 2016.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    de verordening: de Algemene Plaatselijke Verordening Waterland 2010;

  • b.

    het bevoegd gezag: bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit;

  • c.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland;

  • d.

    horecabedrijf: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie worden bereid of verstrekt;

  • e.

    terras: een buiten de besloten ruimte van een inrichting deel van het horecabedrijf waar zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen een vergoeding dranken en/of spijsen voor directe consumptie worden verstrekt;

  • f.

    gevel: buitenmuur van een gebouw;

  • g.

    gevelterras: een terras direct gelegen aan de gevel van de bijbehorende horeca-inrichting;

  • h.

    eilandterras: een los van de gevel gelegen terras, voor of in de directe nabijheid van de betreffende horeca-inrichting;

  • i.

    vergunning: vergunning als bedoeld in artikel 2:28a, vijfde lid, van de verordening;

  • j.

    weg: weg, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994.

Artikel 2 Toepassingsbereik

Aanvragen om terrasvergunning als bedoeld in artikel 2:28a, vijfde lid, van de verordening, vallende binnen het grondgebied van de gemeente Waterland worden aan deze beleidsregels getoetst. Deze beleidsregels zijn van toepassing voor terrassen voor zover deze zich op de openbare weg of eigen grond bevinden.

Artikel 3. Bestemmingsplan

  • 1. Een aanvraag om terrasvergunning op de openbare weg of een aanvraag voor een terras op eigen grond dient te passen binnen de regels van het op het moment van de aanvraag vigerende bestemmingsplan.

  • 2. Indien een terras niet past binnen de regels van het vigerende bestemmingsplan wordt de vergunning geweigerd of wordt het terras niet bijgeschreven op de exploitatievergunning.

Artikel 4. Aanvragen om vergunning

  • 1. De vergunning moet schriftelijk, door middel van een standaard aanvraagformulier, worden aangevraagd. Op dit formulier zijn de indieningsvereisten aangegeven.

  • 2. Een aanvraag om vergunning wordt minimaal acht weken voor het aflopen van de geldigheidstermijn van de voorgaande vergunning of voorafgaande aan het startpunt van de exploitatie van het terras aangevraagd.

Artikel 5. Terraslocaties

  • 1. Terrassen kunnen zowel worden geplaatst op eigen grond als op grond van de gemeente. Voor het realiseren van een terras op gemeente grond heeft u een terrasvergunning nodig. Als u een terras op eigen grond wilt exploiteren dan wordt het terras geïntegreerd in de exploitatievergunning.

  • 2. Uitgangspunt is dat de terrassen voor de gevel geplaatst (gevelterras) moeten worden. Als er ruimte bestaat in de directe nabijheid van de horeca-inrichting kan hiervan worden afgeweken door het realiseren van een eilandterras.

  • 3. Er wordt geen terras toegestaan bij een niet-horecabedrijf.

Artikel 6. Verkeersveiligheid

  • 1. Alleen indien voor het (voetgangers) verkeer voldoende ruimte overblijft is plaatsing van een terras mogelijk.

  • 2. Bij locaties die al dan niet vanwege evenementen (tijdelijk) zijn afgesloten voor verkeer gelden de navolgende voorwaarden:

    • a.

      Een vrije doorgang voor hulpdiensten van tenminste 3,50 meter breed (één rijstrook) en 4,20 meter hoog moet gegarandeerd zijn. Incidenteel kan hiervan, ter beoordeling van de Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland, worden afgeweken.

    • b.

      Brandkranen en waterwinpunten dienen goed zichtbaar en vrij bereikbaar te zijn voor hulpverleningsdiensten.

  • 3. Bij locaties waar alleen eenrichtingsverkeer mogelijk is gelden de navolgende voorwaarden:

    • a.

      Een vrije doorgang voor hulpdiensten van tenminste 3,50 meter breed (één rijstrook) en 4,20 meter hoog moet gegarandeerd zijn. Incidenteel kan hiervan, ter beoordeling van de Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland, worden afgeweken.

    • b.

      Terrassen worden niet geplaatst op zodanige wijze, dat het zicht van verkeersdeelnemers wordt beperkt.

    • c.

      Het is niet toegestaan terrassen aan te brengen, die zich bevinden binnen een afstand van 3,0 meter van een kruising, in-of uitrit of hoek van de weg, dit i.v.m. de draaicirkels van voertuigen.

    • d.

      Er worden geen parkeervakken opgeofferd voor het aanbrengen van een terras.

    • e.

      Er worden geen terrassen aangebracht op voetgangersstroken en/of stoepen. Het college kan hiervan afwijken als blijkt dat er voor voetgangers voldoende veilige loopruimte overblijft op stoep of strook.

    • f.

      Brandkranen en waterwinpunten dienen goed zichtbaar en vrij bereikbaar te zijn voor hulpverleningsdiensten.

  • 4. Bij locaties waar tweerichtingsverkeer mogelijk is gelden de navolgende voorwaarden:

    • a.

      Een vrije doorgang voor hulpdiensten van tenminste 5,50 meter (twee rijstroken) breed en 4,20 meter hoog moet gegarandeerd zijn. Incidenteel kan hiervan, ter beoordeling van de Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland, worden afgeweken.

    • b.

      Terrassen mogen niet geplaatst worden op zodanige wijze, dat het zicht van verkeersdeelnemers wordt beperkt.

    • c.

      Het is niet toegestaan terrassen aan te brengen, die zich bevinden binnen een afstand van 3,0 meter van een kruising, in-of uitrit of hoek van de weg, dit i.v.m. de draaicirkels van voertuigen.

    • d.

      Er worden geen parkeervakken opgeofferd voor het aanbrengen van een terras.

    • e.

      Er worden geen terrassen aangebracht op voetgangersstroken en/of stoepen. Het college kan hiervan afwijken als blijkt dat er voor voetgangers voldoende veilige loopruimte overblijft op stoep of strook.

    • f.

      Brandkranen en waterwinpunten dienen goed zichtbaar en vrij bereikbaar te zijn voor hulpverleningsdiensten.

Artikel 7. Ander gebruik van de grond

Aan een vergunning worden voorschriften verbonden. Het terrasgedeelte of de terrasgedeelten kan/kunnen zonodig worden aangepast aan de opstelling van markten, braderieën en/of grootschalige evenementen.

Artikel 8. De vergunning

Op grond van artikel 1.5. van de verordening heeft de vergunning een persoonlijk karakter en is niet overdraagbaar. Dit houdt in dat wanneer er een wisseling van eigenaar optreedt er door de nieuwe eigenaar een nieuwe vergunning moet worden aangevraagd. De vergunning wordt in principe afgegeven voor een periode van vijf jaar. Het bevoegd gezag kan hiervan afwijken.

Artikel 9 Vergunningsvoorschriften

  • 1. Aan een vergunning worden voorschriften verbonden om overlast voor de woon- en leefomgeving zoveel mogelijk te beperken. Het is niet toegestaan een terras te exploiteren buiten de openingstijden van de horeca-inrichting.

    • a.

      Het zomer terrasseizoen omvat de periode 1 maart tot en met 31 oktober.

    • b.

      In de periode 1 november tot 1 maart is een winterterras mogelijk.

    • c.

      De openingstijden van de terrassen zijn in de zomerperiode van maandag tot en met donderdag van 10.00 - 23.00 uur en op vrijdag en zaterdag van 09.00 - 24.00 uur.

    • d.

      De openingstijden van de terrassen in de winterperiode zijn dagelijks van 10.00 - 17.00 uur.

    • e.

      De openingstijden voor een gevelterras zijn in de winterperiode van 10.00 - 23.00 uur.

    • f.

      Het is niet toegestaan om op het terras muziek ten gehore te (laten) brengen, anders dan met een ontheffing op grond van artikel 4.6 van de verordening.

    • g.

      Tafels, stoelen, parasols en ander terrasmeubilair moeten zijn opgeruimd en/of opgestapeld, eventuele afscherming ingeklapt en eventuele verlichting moet uit zijn de periode buiten de openingstijden.

    • h.

      De vergunninghouder moet ervoor zorgen dat het terras en de naaste omgeving daarvan vrij blijft van afval en andere onregelmatigheden afkomstig van of veroorzaakt door het gebruik van het terras.

    • i.

      Van de vergunninghouder wordt verwacht dat hij alles zal doen of nalaten wat redelijkerwijs gevergd kan worden om hinder en overlast, veroorzaakt door de op een terras aanwezige bezoekers, te voorkomen of beperken.

Artikel 10 Inrichting terras

  • 1. Het terrasmeubilair moet in de beschermde stads-en dorpsgezichten een authentieke uitstraling hebben, passend bij het historisch karakter van de locatie.

  • 2. De traditioneel vormgegeven parasols zijn in de beschermde stads- en dorpsgezichten gebroken wit, donkerrood, donkerblauw of donkergroen van kleur. Parasols mogen alleen worden geplaatst als deze een semipermanent karakter hebben, als afzonderlijk element herkenbaar blijven en makkelijk te verwijderen zijn.

  • 3. Voorzover parasols, terrasafscheidingen en vlonders direct of indirect met de grond verbonden zijn danwel direct of indirect steun vinden in of op de grond is sprake van een bouwwerk en zijn deze slechts toegestaan mits wordt voldaan aan de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (WABO).

  • 4. Losse terrasschotten/afscheidingen/parasols en plantenbakken vinden geen directe of indirecte steun in/op de grond en zijn hiermee niet verbonden. Dit soort van afscheidingen zijn elementen die onderdeel uitmaken van een terras en zijn ook als zodanig makkelijk te verplaatsen.

  • 5. De maximale hoogte van een terrasafbakening mag 1,50 bedragen. Als terrasschotten worden aangebracht moeten deze aan de bovenzijde, minimaal 0,75 meter, bestaan uit transparant materiaal.

  • 6. Parasols mogen in uitgeklapte toestand de grenzen van het terras niet overschrijden.

  • 7. Voor het plaatsen van een zonnescherm/luifel boven de openbare weg is een omgevings-vergunning vereist, dit geldt ook voor een zonneluifel aan een monument.

  • 8. Terrasschotten mogen niet direct aansluiten aan een zonnescherm, zodat niet de indruk ontstaat dat er sprake is van een afgesloten lokaliteit.

  • 9. Alle vormen van terrasafbakeningen moeten voldoende zijn voorzien van reflectoren, waardoor het voor overige verkeersdeelnemers duidelijk is waar het terras eindigt en waar de (berijdbare) weg begint.

  • 10. Het is toegestaan vlonders te plaatsen ten behoeve van een terras. Het is niet toegestaan om vlonders te plaatsen op een trottoir of een als zodanig aangemerkte voetgangersstrook. De vlonders moeten voorzien zijn van deugdelijk reflectiemateriaal.

  • 11. Door middel van markeringen in de bestrating wordt de oppervlakte ten behoeve van het gebruik van het terras aangegeven. Deze markeringen worden door de gemeente aangebracht.

  • 12. De kosten voor het aanbrengen van de markering zijn voor rekening van de aanvrager.

  • 13. Voor aankleding en versiering van terrassen en het meubilair mogen geen licht brandbare materialen worden gebruikt, tenzij deze geïmpregneerd zijn met speciale brandvertragende middelen.

Artikel 11. Tijdelijke terrassen

Voor een tijdelijk terras of een tijdelijke terrasuitbreiding bij evenementen dient een afzonderlijke aanvraag te worden ingediend.

Artikel 12. Tarieven

  • 1. Voor een aanvraag terrasvergunning is in het kader van de Verordening op de heffing en invordering van leges een bedrag aan leges verschuldigd.

  • 2. Er wordt eveneens een bedrag in rekening gebracht voor het in gebruik nemen van gemeentegrond. Dit gebeurt op basis van de Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting.

Artikel 13. Legalisatie

Als een situatie is geconstateerd die in strijd is met de in deze beleidsregels genoemde voorschriften wordt gekeken of legalisering van de situatie mogelijk is. Als dit het geval is, wordt de overtreder in de gelegenheid gesteld alsnog binnen een aangegeven termijn een verzoek voor een vergunning aan te vragen. Als legalisatie niet mogelijk is wordt overgegaan tot het gebruiken van sanctiemiddelen.

Artikel 14. Toezicht en handhaving

Op de naleving van deze beleidsregels wordt toegezien door toezichthouders van de gemeente. Indien een terras wordt geëxploiteerd zonder de benodigde vergunning of in strijd met de voorschriften uit de vergunning kunnen bestuursrechtelijke maatregelen worden opgelegd. In het Handhavingsuitvoeringsprogramma wordt beschreven hoe er tegen de overtredingen van de ze beleidsregels wordt opgetreden en welke sancties er aan de overtredingen gekoppeld zijn.

Artikel 15. Hardheidsclausule

In deze beleidsregels worden algemene regels geformuleerd die tot doel hebben te komen tot eeneffectieve en efficiënte behandeling van vergunningsaanvragen en de handhaving van deze regels.

Het bevoegd gezag handelt overeenkomstig deze beleidsregels, tenzij dat voor één of meer belanghebbende(n) gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zou zijn in verhouding tot de met deze beleidsregels te dienen doelen.

Artikel 16. Inwerkingtreding

Na bekendmaking treden deze beleidsregels in werking op 1 juli 2016.

Artikel 17. Overgangsbepaling

Bestaande terrassen die vóór de datum van inwerkingtreding van deze beleidsregels met terrasvergunning zijn geplaatst, hoeven bij ongewijzigde inrichting van dat terras niet te voldoen aan die onderdelen van deze beleidsregels waaraan hun bestaande terrasvergunning niet voldoet.

Indien de fysieke inrichting van het terras echter wijzigt of er vindt een wijziging in de exploitatie plaats, vindt toetsing van die wijziging plaats aan deze beleidsregels.

Artikel 18. Evaluatie

Deze beleidsregels zullen vóór 1 maart 2017 worden geëvalueerd. Hierin zal onderscheid worden gemaakt tussen de wijzigingen met betrekking tot de zomerperiode en het mogelijk maken van een winterterras.

Artikel 18. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Beleidsregels terrassen gemeente Waterland 2016.

Ondertekening

De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders ieder voor zover het hun bevoegdheid betreft,
mr. N. van Ginkel MPM
algemeen directeur/gemeentesecretaris
L.M.B.C. Wagenaar-Kroon
burgemeester

Bijlage 1 Aanvullend kader ten aanzien van drijvende terrassen in Monnickendam behorende bij artikel 5, tweede lid, artikel 9, 10 en 12 van de ‘Beleidsregels terrassen gemeente Waterland 2016’

Artikel 1. Algemeen

In het water van de binnenhaven van Monnickendam mogen maximaal 3 drijvende terrassen gelijktijdig geplaatst worden. Op de ligplaatskaart kaart, zoals in bijlage 1A, staat de locatie weergegeven waar het voor een exploitant van een horecabedrijf in beginsel mogelijk is om een drijvend terras te plaatsen.

Artikel 1a. Vormgeving drijvend terras

Het drijvende terras heeft in ieder geval de uiterlijke vormgeving van een terrasboot.

Artikel 2. Begrippen

In dit beleidskader wordt verstaan onder:

  • a.

    Buffetkar: een mobiele en functionele transportvoorziening die wordt gebruikt om voedsel, dranken en andere benodigdheden te serveren op een terras.

  • b.

    Dekschuit: drijvende inrichting zonder opbouw met alleen een dek.

  • c.

    Fluorescerende kleuren: heldere en opvallende kleuren die oplichten of helderder lijken onder bepaalde omstandigheden, bijvoorbeeld wanneer ze worden blootgesteld aan ultraviolet licht.

  • d.

    Grachtvlak: een gedeelte van een gracht dat aan de kopeinden wordt begrensd door een brug c.q. een weg.

  • e.

    Havenmeester: de ambtenaar van de gemeente Waterland aan wie door het college van burgemeester en wethouders het toezicht en de organisatie op het openbaar gemeentewater, de kaden en de havens is opgedragen, of zijn plaatsvervanger.

  • f.

    Hoofdingang: belangrijkste toegangspunt tot een gebouw dat bedoeld is voor het ontvangen van bezoekers. Gevestigd op het adres waar de onderneming is gevestigd.

  • g.

    Ingang terrasboot: toegangspunt tot de terrasboot dat bedoeld is voor het ontvangen van bezoekers.

  • h.

    Kadeterras: een terras op de kade langs het water.

  • i.

    Korte ontheffing: ontheffing voor het afmeren van een terrasboot met een geldigheidsduur voor een aaneengesloten periode van maximaal 14 dagen die maximaal 2 maal per jaar per aanvrager/instelling/bedrijf wordt verleend.

  • j.

    Ligplaatsenkaart: tekening waarop de diverse categorieën en/of (aantallen) afmeerplaatsen en/of zones zijn aangegeven.

  • k.

    Terrasboot: dekschuit (of ander vaartuig) gebruikt als onoverdekt terras, te weten een buiten de besloten ruimte van de inrichting liggend deel van het horecabedrijf, waar zitgelegenheid kan worden geboden en waar – al dan niet tegen vergoeding – dranken worden geschonken in combinatie met maaltijden, voor directe consumptie worden bereid en/of worden verstrekt.

  • l.

    Toegangsvlak: weggedeelte dat toegang biedt tot de terrasboot.

Artikel 3. Beeldkwaliteit terrasboot in zijn algemeenheid

  • 1.

    De inrichting van de terrasboot moet er verzorgd (schoon en veilig) uitzien, van een hoog kwaliteitsniveau zijn en moet bijdragen aan de algemene, ruimtelijke en belevingskwaliteit.

  • 2.

    De terrasboot moet om een onveilige situatie tegen te gaan en om vervuiling van het water tegen te gaan, voorzien zijn van een dicht hekwerk rondom de terrasboot, met uitzondering van de terrasboottoegang.

  • 3.

    Terrasboten mogen maximaal 18 meter lang zijn. De breedte bedraagt maximaal 4.5 meter.

  • 4.

    Onderkant boot tot bodem leggerdiepte is minimaal 30 cm.

  • 5.

    De onderlinge afstand tussen terrasboten bedraagt minimaal 6 meter.

Artikel 4. Regels beeldkwaliteit terrasboot

In het navolgende staan de specifieke regels met betrekking tot de beeldkwaliteit beschreven.

Artikel 5. Meubilair en inrichting terrasboot

  • 1.

    Parasols mogen niet verder uitsteken dan de grenzen van de terrasboot en de maximale hoogte van een geopende parasol is 3,6 meter.

  • 2.

    De doorloophoogte exclusief volants (parasolflap) mag niet lager zijn dan 2,2 meter, tafelparasols uitgezonderd.

  • 3.

    Volants zijn maximaal 30 centimeter. Langere flappen aan parasols zijn niet toegestaan.

  • 4.

    Parasols mogen niet voorzien worden van reclame. Uitsluitend naamsvermelding van de horeca-inrichting op de volant van de parasol is toegestaan, maximaal 300 vierkante centimeter per volant.

  • 5.

    Voor parasols en andere zonwering geldt dat deze moeten voldoen aan de kleuren crème, beige of licht tot middengrijs.

  • 6.

    Voor het terrasmeubilair gelden geen beperkingen voor wat betreft kleur, behalve dat fluorescerende kleuren niet zijn toegestaan.

  • 7.

    Verlichting mag nooit hinderlijk of overheersend (fel) zijn. Knipperend en bewegend licht is niet toegestaan.

  • 8.

    Terrasverwarming is niet toegestaan.

  • 9.

    Alle voorwerpen (buffetkar, hondenbak, parasols) op het toegangsvlak zijn uitsluitend toegestaan tijdens daadwerkelijke exploitatie van de terrasboot (bij niet-gebruik tijdens openingstijden staat buffetkar op terrasboot of binnen). Plantenbakken buiten exploitatietijd zijn toegestaan op het toegangsvlak.

  • 10.

    Terrasschotten op een terrasboot en toegangsvlak zijn niet toegestaan.

  • 11.

    Hekwerk op de boot is maximaal 1 meter hoog.

  • 12.

    Het hekwerk is vanaf de bodem van de boot altijd volledig bedekt met effen doek, in één van de kleuren crème, beige of licht tot middengrijs.

  • 13.

    Historische en nautische aankleding, zoals reddingsboeien, touwen fuiken en visnetten, zijn (met uitzondering van de Visserijdagen) niet toegestaan.

Artikel 6. Periode en tijd

De terrasboot mag in de periode 1 maart tot en met 31 oktober van het jaar van zondag tot en met donderdag van 10.00 – 23.00 uur en op vrijdag en zaterdag van 9.00 – 00.00 uur worden benut. Daarnaast moet de terrasboot te allen tijde binnen de eerdergenoemde periode zijn afgemeerd. Buiten eerdergenoemde periode moet de terrasboot verwijderd zijn uit de binnenhaven van Monnickendam.

Artikel 7. Toegangsvlak en naast de terrasboot gelegen kadeterrassen.

  • 1.

    Het is niet toegestaan het toegangsvlak als kadeterras te exploiteren.

Artikel 8. Opslag en gebruik terrasbootinrichting en terrasbootmeubilair

  • 1.

    Vanaf zondag tot en met donderdag van 10.00 – 23.00 uur en op vrijdag en zaterdag van 09.00 – 00.00 uur mag geen opslag van terrasmateriaal op de terrasboot of toegangsvlak plaatsvinden. Het terras moet uitgezet zijn.

  • 2.

    Als de exploitant zijn horecabedrijf niet tijdens deze hele periode openstelt, moet hij zorgen voor opslag elders of vooraf aan opening het terras alvast uitzetten. Voorwaarde is dat het terras er altijd verzorgd en gebruiksklaar uitziet. Bekabeling is toegestaan, zoveel mogelijk uit het zicht.

  • 3.

    Vanaf zondag tot en met donderdag na 23.00 tot 10.00 uur en op vrijdag en zaterdag na 00.00 tot 09.00 uur mag de terrasinrichting van de terrasboot worden opgeslagen op de terrasboot, met als voorwaarde dat in deze periode de terrasboot geëxploiteerd wordt.

  • 4.

    Het toegangsvlak is buiten exploitatietijden leeg, met uitzondering van plantenbakken.

Artikel 9. Geluid

  • 1.

    Het is niet toegestaan om op de terrasboot muziek ten gehore te (laten) brengen, anders dan met een ontheffing op grond van de Verordening fysieke leefomgeving Waterland 2021.

  • 2.

    Ook is het daarmee niet toegestaan om op een terrasboot een incidentele festiviteit te houden.

Artikel 10. Overige

  • 1.

    Nutsvoorzieningen, brandkranen, straatputten, bomen/boomkransen, straatmeubilair en dergelijke moeten altijd onbelemmerd bereikbaar en bruikbaar zijn. Niets mag hieraan bevestigd worden.

  • 2.

    De terrasboot mag de doorvaart niet versperren.

  • 3.

    Er mag geen geluidsoverlast ontstaan vanaf de terrasboot.

  • 4.

    Als een exploitant de exploitatie van zijn terrasboot beëindigt, moet hij het als toegangsvlak in gebruik genomen deel van de openbare ruimte in de oorspronkelijke staat terugbrengen. De exploitant draagt hiervoor zelf de kosten. Komt de exploitant deze verplichting niet na, dan zal de gemeente de oorspronkelijk situatie herstellen op kosten van de exploitant.

  • 5.

    De exacte ligplaats van de terrasboot, wordt in samenspraak met de havenmeester bepaald. Afwijzing van uw voorgenomen ligplaats kan tot de mogelijkheden behoren.

Artikel 11. Ander gebruik van de grond

  • 1.

    De mogelijkheid bestaat dat de terrasboot, gedurende een bepaalde periode, verwijderd moet worden/zijn in verband met de opstelling van bijvoorbeeld markten, braderieën, evenementen of enige andere vorm van activiteiten.

Artikel 12. Tarieven

  • 1.

    Voor het houden van een terrasboot zal, naast het bedrag aan leges, precario in rekening gebracht worden voor het gebruiken van gemeentewater.

Bijlage 1A ligplaatskaart binnenhaven van Monnickendam

afbeelding binnen de regeling

Toelichting bij ligplaatskaart

Plangebied: Binnenhaven van Monnickendam, begrenst door Middendam, De Haven, Havenstraat, Brugstraat en de Gooische Kaai.

  • -

    Terrasboten zijn enkel mogelijk aan de noordwest kade van de binnenhaven.

  • -

    Maximaal drie terrasboten in totaal mogelijk.

  • -

    Terrasboten zijn enkel mogelijk tegenover een horecagelegenheid.

  • -

    Aaneen gesloten verschillende terrasboten niet toegestaan, minimale tussenruimte tussen de terrasboten bedraagt 6 meter.

  • -

    Grachtvlak, afmeting maximaal 4,5m bij 18 meter