Subsidieverordening beschermde gemeentelijke monumenten Hof van Twente 2012

Geldend van 06-11-2012 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 06-11-2012

Intitulé

Subsidieverordening beschermde gemeentelijke monumenten Hof van Twente 2012

De raad van de gemeente Hof van Twente,

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 november 2012, gelet op artikel 147 juncto 149 van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de volgende:

"SUBSIDIEVERORDENING beschermde gemeentelijke monumenten Hof van Twente 2012".

HOOFDSTUK 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

Deze verordening verstaat onder:

a) monument: een object dat is opgenomen in de monumentenlijst zoals bedoeld in de gemeentelijke monumentenverordening;

b) subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een begrotingsjaar krachtens de voordat jaar geldende begroting, ten hoogste beschikbaar is voor het totaal toe te kennen subsidie krachtens deze verordening;

c) eigenaar: de natuurlijke- of rechtspersoon die krachtens een zakelijk recht het genot heeft van een monument;

Artikel 2

De gemeenteraad stelt jaarlijks bij de behandeling van de begroting het subsidieplafond vast, welk besluit bekend wordt gemaakt in één of meer dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladen.

Artikel 3

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om in het belang van de monumentenzorg en met inachtneming van het bepaalde in deze verordening subsidie toe te kennen, zulks ter bevordering van het instandhouden van het monument.

Artikel 4

Burgemeester en wethouders kunnen aan de subsidiebeschikking voorschriften verbinden, die bepalend zijn voor het verkrijgen van de subsidie.

Artikel 5

Subsidie op grond van deze verordening kan uitsluitend worden toegekend aan de eigenaar van een monument.

Artikel 6

Burgemeester en wethouders kennen slechts subsidie toe voor zover de op grond van artikel 2 vastgestelde financiële middelen toereikend zijn.

Artikel 7

Alle aanvragen om subsidie, die voldoen aan artikel 14 en 15 van deze verordening, worden in volgorde van binnenkomst, te rekenen vanaf de dag na bekendmaking zoals bedoeld in artikel 2, afgehandeld.

Artikel 8

1 Indien in verband met het bepaalde in artikel 6 een subsidie niet of slechts gedeeltelijk kan worden toegekend, wordt daarvan onder opgave van de reden aan de aanvrager door burgemeester en wethouders kennis gegeven.

2 Burgemeester en wethouders delen de aanvrager mee dat indien de werkzaamheden opgeschort kunnen worden, de aanvraag het volgende jaar ingediend kan worden. De aanvraag wordt dan op de gebruikelijke wijze, zoals is bepaald in deze verordening afgehandeld.

Artikel 9

De eigenaar van het monument dient de door burgemeester en wethouders met controle belaste ambtenaren op de door die personen te bepalen tijdstippen de gelegenheid te bieden het monument en/of de wijze waarop de gesubsidieerde onderhoudswerkzaamheden worden of zijn uitgevoerd te inspecteren, alsmede inzage te geven van de daarop betrekking hebbende bescheiden en tekeningen.

Artikel 10

De eigenaar aan wie ingevolge deze verordening subsidie is toegekend, dient het monument in redelijke staat van onderhoud te houden en dient deze voldoende te verzekeren en verzekerd te houden tegen brand-, storm- en bliksemschade.

HOOFDSTUK 2. De subsidiabele werkzaamheden en kosten

Artikel 11

Aan de eigenaar van een monument kan subsidie worden toegekend voor de uitvoering van restauratie- en/of onderhoudswerkzaamheden, die de instandhouding van het monument bevorderen en zijn opgenomen in bijlage 1. De subsidiabele werkzaamheden worden door burgemeester en wethouders vastgesteld .

Artikel 12

Onder de in artikel 11 bedoelde subsidiabele werkzaamheden worden in elk geval begrepen de geraamde en door of namens burgemeester en wethouders goedgekeurde bedragen van:

a de aanneemsom, dan wel de materiaalkosten indien het werk volledig in zelfwerkzaamheid wordt uitgevoerd;

b de kosten voor het opstellen van een gespecificeerde werkomschrijving c.q. bestek;

c de verschuldigde omzetbelasting;

Artikel 13

Geen subsidie kan worden toegekend in de kosten van werkzaamheden voor zover deze kosten:

a op grond van een verzekeringsovereenkomst gedekt zijn;

b op grond van de Wet op de omzetbelasting (Staatsblad 1968, 329) op verschuldigde belasting in aftrek gebracht kunnen worden.

HOOFDSTUK 3. De aanvraagprocedure

Artikel 14

De aanvraag om subsidie op grond van deze verordening wordt bij voorkeur digitaal (eventueel schriftelijk) ingediend bij burgemeester en wethouders door middel van een daarvoor beschikbaar gesteld formulier.

Artikel 15

1 Bij de aanvraag om subsidie dienen, samen met het volledig ingevulde en door de aanvrager getekende formulier, te worden overlegd:

a een gespecificeerde begroting van de kosten, inclusief afschriften van gemaakte offertes;

b een gespecificeerde werkomschrijving c.q. bestek;

c een tekening, dan wel foto’s van het object, waaruit gebreken blijken

d de namen en adressen van aannemer(s) en onderaannemer(s);

e een kopie van een verzekeringsovereenkomst tegen brand-, storm- en bliksemschade ten behoeve van het monument.

  • 2

    De begroting, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, omvat alle kosten van de werkzaamheden en materialen, is niet ouder dan twee jaar en is gespecificeerd in manuren, materialen, onderaannemers (indien aanwezig) en stelposten.

  • 3

    Een aanvraag die niet voldoet aan alle hiervoor gestelde vereisten is onvolledig. Een onvolledige aanvraag geldt niet als aanvraag als bedoeld in artikel 7.

  • 4

    Indien ook een monumentenvergunning vereist is, kan de subsidieverlening niet eerder worden toegekend dan nadat de monumentenvergunning onherroepelijk is geworden. De subsidie-aanvraag wordt geacht onvolledig te zijn tot aan het moment dat de monumentenvergunning wordt verleend.

Artikel 16

Indien de aanvrager heeft voldaan aan artikel 14 en 15, krijgt hij door of namens burgemeester en wethouders een bewijs van ontvankelijkheid uitgereikt, waarin de datum is aangegeven zoals bedoeld in artikel 7.

Artikel 17

  • 1 Indien de aanvrager de gegevens als bedoeld in artikel 15 niet heeft overgelegd, stellen burgemeester en wethouders aanvrager binnen vijf weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen in de gelegenheid de ontbrekende gegevens binnen twee weken alsnog te overleggen.

  • 2 Ingeval toepassing is gegeven aan het eerste lid en de aanvrager de ontbrekende gegevens niet of in onvoldoende mate heeft overlegd, delen burgemeester en wethouders de aanvrager binnen vier weken nadat de aanvraag is aangevuld of nadat de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken mee, dat het verzoek om subsidie niet in behandeling wordt genomen.

Artikel 18

1 Burgemeester en wethouders beslissen omtrent een aanvraag als bedoeld in artikel 14 binnen acht weken na ontvangst van alle bij de aanvraag te overleggen bescheiden.

2 De in het eerste lid genoemde termijn kan met ten hoogste acht weken worden verlengd. De aanvrager ontvangt hieromtrent schriftelijk bericht vóór de in het eerste lid bedoelde datum, onder vermelding van de termijn waarbinnen de beschikking door burgemeester en wethouders zal worden afgegeven.

Hoofdstuk 4. De subsidie

Artikel 19

  • 1

    Om in aanmerking te komen voor subsidie mag niet met de uitvoering van de onderhoudswerkzaamheden zijn begonnen voordat burgemeester en wethouders hebben beslist op de subsidieaanvraag.

  • 2

    De werkzaamheden ten behoeve waarvan de subsidie is toegekend dienen binnen twee jaar na verzenddatum van de beschikking tot subsidietoekenning te zijn voltooid en gereedgemeld.

  • 3.

    Het eventueel verrekenen van meerwerkkosten bij het indienen van de eindafrekening is alleen mogelijk indien;

    • ·

      het maximaal 10% van de totale subisidiabele kosten betreft,

    • ·

      aannemelijk kan worden gemaakt dat de gemaakte meerkosten niet voor de aanvang van de werkzaamheden konden worden voorzien en aangegeven,

    • ·

      het maximale subsidiebedrag zoals genoemd in artikel 22 niet wordt overschreden,

    • ·

      het werkzaamheden betreffen die zijn opgenomen in bijlage 1 van deze verordening,

    • ·

      de werkzaamheden waarvoor de meerwerkkosten worden opgevoerd in direct verband staan met de werkzaamheden waarvoor de subsidie is toegekend.

Artikel 20

1 De werkzaamheden ten behoeve waarvan de subsidie is toegekend mogen niet in afwijking van de in de subsidiebeschikking gestelde uitvoeringsvoorwaarden worden uitgevoerd dan na schriftelijke toestemming van burgemeester en wethouders.

2 Door of namens burgemeester en wethouders kunnen naast de in de subsidiebeschikking gestelde uitvoeringsvoorwaarden, aanwijzingen worden gegeven met betrekking tot de uitvoering van de werkzaamheden ten behoeve waarvan subsidie is toegekend.

Artikel 21

De subsidie wordt uitsluitend toegekend indien:

1 de door burgemeester en wethouders subsidiabel geachte kosten per aanvraag ten minste € 1.000,- bedragen, met dien verstande dat indien de werkzaamheden geheel door zelfwerkzaamheid wordt uitgevoerd, de subsidie kan worden toegekend in de materiaalkosten voor zover deze ten minste € 500,- bedragen;

2 in hetzelfde jaar en in de twee voorafgaande kalenderjaren aan het betreffende monument het maximaal toe te kennen subsidiebedrag, zoals genoemd in artikel 22, niet wordt overschreden.

Artikel 22

De subsidie in de kosten van instandhoudingwerkzaamheden aan een monument bedraagt 30% van het totaal van de door burgemeester en wethouders subsidiabel geachte kosten tot een bedrag van ten hoogste € 5.000,- per aanvraag.

Hoofdstuk 5. Uitbetaling en bevoorschotting

Artikel 23

1Uitbetaling van de toegekende subsidie geschiedt binnen vier weken nadat:

a de uitvoering van de instandhoudingwerkzaamheden schriftelijk is gereedgemeld onder indiening van de daarop betrekking hebbende gegevens.

b de onder a bedoelde werkzaamheden door en namens burgemeester en wethouders zijn gecontroleerd en accoord bevonden.

c de rekeningen en betaalbewijzen inzake de uitgevoerde werkzaamheden alsmede de totale kostenopstelling door of namens burgemeester en wethouders zijn gecontroleerd en accoord bevonden.

2 Uitbetaling geschiedt uitsluitend op een bij de gereedmelding door de aanvrager op te geven giro- of bankrekening.

Artikel 24

Indien 50% of meer van de werkzaamheden ten behoeve waarvan subsidie is toegekend zijn verricht en door of namens burgemeester en wethouders accoord bevonden kan op verzoek van de aanvrager een voorschot worden verstrekt van maximaal 50% van de toegekende subsidie.

Hoofdstuk 6. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 25

Indien de aanvrager naar het oordeel van burgemeester en wethouders onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt, de in deze verordening vastgelegde voorschriften dan wel de in de subsidiebeschikking gestelde voorwaarden niet nakomt, kunnen burgemeester en wethouders de krachtens deze verordening gegeven beschikking wijzigen of intrekken, het uitbetaalde voorschot of subsidie terugvorderen en nieuwe verzoeken om subsidie krachtens deze verordening van de betreffende aanvrager afwijzen.

Artikel 26

In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders, gehoord de monumentenraad, in het belang van de monumentenzorg gemotiveerd afwijken van de bepalingen van deze verordening.

Artikel 27

Deze verordening wordt aangehaald als "Subsidieverordening beschermde gemeentelijke monumenten 2012" en treedt met terugwerkendekracht in werking op 6 november 2012.

Artikel 28

De “Subsidieverordening beschermde gemeentelijke monumenten Hof van Twente 2010” vervalt op de dag dat deze verordening in werking treedt.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad der gemeente Hof van Twente in zijn openbare vergadering van 18 december 2012.
De secretaris, De voorzitter,

Bijlage 1

Behorende bij de Subsidieverordening beschermde gemeentelijke monumenten gemeente Hof van Twente

Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hof van Twente op 12 september 2002

Kosten van werkzaamheden waarvoor overeenkomstig artikel 11 subsidie kan worden verleend.

Restauratiewerkzaamheden:

  • a.

    herstel van het casco. Onder casco wordt verstaan: de hoofdstructuur van het monument bestaande uit de dragende onderdelen en het omhulsel, te weten dak-, kap- en gebintconstructie, vloeren, balklagen, dragende muren, fundering, kelder en gewelven;

  • b.

    alle onderhoudswerkzaamheden als nader omschreven in lid 2 die tegelijk met één of meer van de hier genoemde restauratiewerkzaamheden worden uitgevoerd;

  • c.

    herstel van afzonderlijke monumentale onderdelen (in- en exterieur) al dan niet in combinatie met herstel van het casco. Het gaat om zaken als schouwen, vloeren, trappartijen, plafonds, schilderingen, pleister- en schilderwerk, bijzonder behang, raam- en deurpartijen met omlijsting en gevelonderdelen;

  • d.

    reconstructies van verdwenen of gewijzigde onderdelen, indien en voorzover deze verdwijning en wijziging afbreuk doet aan de monumentale waarde van het object;

  • e.

    herstel van specifieke technische installaties ten behoeve van bedrijf en techniek, bijvoorbeeld dieselmotoren, raamzagen en persen;

  • f.

    het aanbrengen van technische installaties ten behoeve van bescherming van zeer waardevolle interieurelementen, bijvoorbeeld verwarming- en luchtbevochtigingsinstallaties;

  • g.

    het opstellen van een restauratie-uitvoeringsplan in combinatie met de uitvoering;

  • h.

    het verrichten van bouwhistorisch onderzoek of een haalbaarheidsonderzoek.

Onderhoudswerkzaamheden:

  • a.

    alle buitenschilderwerk; voorzover het buitenschilderwerk aan buitenramen, buitenkozijnen en buitendeuren betreft is ook het daarmee samenhangend binnenschilderwerk ook subsidiabel.

  • b.

    herstel en vernieuwen van rieten daken (met daklatten en herstel van sporen)

  • c.

    herstel van dakvlakken gedekt met pannen (met tengels en panlatten), leien, lood, zink of koper en, uitsluitend in samenhang hiermee, het herstel van gedeelten van het dakbeschot en sporen;

  • d.

    herstel van goten, in zink, koper of lood, inclusief bijbehorende hemelwaterafvoeren, en het aanbrengen van voor de waterafvoer noodzakelijke goten waar deze niet eerder aanwezig waren, inclusief aansluitingen op riolering en open water;

  • e.

    herstel van buitenkozijnen, buitendeuren, raampartijen, luiken en herstel of terugplaatsen van stoepen, roedenverdeling, lijstwerk en luiken;

  • f.

    herstel van windveren, schoorstenen, kapellen en loodaansluitingen;

  • g.

    het nemen van maatregelen tegen duivenoverlast;

  • h.

    inboeten, herstel van gedeelten van muurwerk en voegen of pleisteren van gevels;

  • i.

    op kleine schaal vervangen of inboeten van natuursteen;

  • j.

    behandelen van muur- of houtwerk ter regulering van de vochthuishouding, dan wel ter bestrijding van zwamaantasting of houtaantasters;

  • k.

    herstel van gedeelten van dragende constructies (ankerbalkgebinten, schoren en platen, balkkoppen en spantbenen);

  • l.

    herstel van glas-in-loodbeglazing en het aanbrengen van beschermende beglazing voor gebrandschilderd glas of historisch waardevol glas;

  • m.

    vervangen en herstel van overige bouwelementen van grote zeldzaamheid of met grote historische waarde;

  • n.

    het plaatsen van achterzetbeglazing in samenhang met herstel van historisch waardevolle ramen;

  • o.

    het gangbaar houden van historische krachtwerktuigen en machines;

  • p.

    het opstellen van een onderhoudsuitvoeringsplan in combinatie met het onderhoud.

Kosten verbonden aan de uitvoering van werkzaamheden:

  • a.

    de directiekosten, bestaande uit kosten voor honorarium, uitvoeringstekeningen, toezicht en kosten van verschotten;

  • b.

    de directe kosten dat wil zeggen de loonkosten en de materiaalkosten;

  • c.

    de indirecte kosten dat wil zeggen de algemene bouwplaatskosten, de algemene bedrijfskosten en de winst;

  • d.

    de BTW;

  • e.

    de over de directe kosten te berekenen onvoorziene kosten;

  • f.

    de constructeurskosten

  • g.

    de kosten van de CAR-verzekering