Evenementenbeleid gemeente Moerdijk

Geldend van 16-06-2016 t/m heden

Intitulé

Evenementenbeleid gemeente Moerdijk

De burgemeester van de gemeente Moerdijk; Overwegende;

1. dat het in verband met een efficiënte en eenduidige afdoening van aanvragen voor een evenementenvergunning gewenst is over te gaan tot vaststelling van beleidsregels;

2. dat beleidsregels een goed instrument vormen om overlast, problemen op het gebied van de openbare orde, de veiligheid en de zedelijkheid en gezondheid te reguleren;

gelet op het bepaalde in titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht en hoofdstuk 1 en hoofdstuk 2, afdeling 7 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Moerdijk;

BESLUIT:

vast te stellen het “Evenementenbeleid gemeente Moerdijk”.

HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN

Artikel 1 Algemene begripsbepaling

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    Apv: de Algemene plaatselijke verordening van de gemeente Moerdijk;

  • b.

    dB(A): geluidsniveau in decibellen, gemeten met een genormeerd (A)-filter dat corrigeert voor het menselijk gehoor;

  • c.

    dB(C): geluidsniveau in decibellen, gemeten met een genormeerd (C)-filter dat

speciaal geschikt is voor hoge geluidsniveaus in lage frequenties (bastonen);

d.equivalente geluidniveau (LAeq): het energetisch gemiddelde van de fluctuerende geluiddrukniveaus van het ter plaatse gedurende een bepaalde periode

optredende geluid. Het equivalente geluidniveau gemeten in een bepaalde periode

dient vastgesteld en beoordeeld te worden overeenkomstig de “Handleiding meten en rekenen industrielawaai van april 1999 tenzij expliciet aan gegeven in de voorschriften, vindt op het gemeten en/of berekende equivalente geluidniveau vanwege muziekgeluid geen additie van 10 dB plaats alvorens de gemeten en/of berekende waarde getoetst wordt aan de van toepassing zijnde grenswaarde;

e.evenement: een verrichting van vermaak zoals bepaald in artikel 2:24 van de

Apv;

  • f.

    standplaats: standplaats als bedoeld artikel 5.17 lid 1 van de Apv;

  • g.

    vergunninghouder: ieder aan wie door de burgemeester van Moerdijk een vergunning is verleend op grond van artikel 2:25 lid 1 van de Apv voor het houden van een evenement;

HOOFDSTUK 2 AANVRAAGPROCEDURE

Artikel 2 Risicoanalyse en kalender

  • 1.

    De burgemeester inventariseert elk kalenderjaar voor uiterlijk 1 december de evenementen voor het komende kalenderjaar en plaatst deze op een openbare evenementenkalender.

  • 2.

    Elk evenement dat is gemeld op de evenementenkalender wordt door de

burgemeester beoordeeld op veiligheidsrisico’s en op basis van deze risicoanalyse onderverdeeld in één van de volgende categorieën en de hieraan gekoppelde behandelprocedure:

a.melding (O-categorie): een kleinschalig evenement waarvoor een

kennisgeving aan de burgemeester is verplicht conform artikel 2:25 lid 2 van de Apv;

b.regulier evenement (A-categorie): een evenement met reguliere

veiligheidsrisico’s waarvoor een vergunning is verplicht conform artikel

2:25 lid 1 van de Apv;

c.aandacht evenement (B-categorie): een evenement met verhoogde

veiligheidsrisico’s waarvoor een vergunning is verplicht conform artikel

2:25 lid 1 van de Apv;

d.risicovol evenement (C-categorie): een evenement met verhoogde

veiligheidsrisico’s waarvoor een vergunning is verplicht conform artikel

2:25 lid 1 van de Apv.

  • 3.

    Indien evenementen worden aangevraagd voor dezelfde locatie, of in dezelfde periode dan worden de volgende voorrangregels toegepast bij het bepalen of evenementen doorgang kunnen vinden:

    • a.

      Indien de samenloop naar verwachting van de burgemeester niet tot

problemen zal leiden bij de handhaving van de openbare orde kunnen evenementen doorgang vinden.

  • b.

    Indien de handhaving van de openbare orde zich verzet tegen de evenementen dan wordt in overleg met de organisatoren beoordeeld of verplaatsing van periode en/of plaats mogelijk is.

  • c.

    Indien het overleg op grond van sub b. van dit lid niet tot een oplossing leidt, wordt voorrang verleend voor één van de evenementen op basis van achtereenvolgend:

    • 1°.

      de oudste rechten. Jaarlijkse terugkerende evenementen

(minimaal 2 jaar achter elkaar) hebben voorrang;

2°.volgorde van binnenkomst van de melding op de

evenementenkalender (“wie het eerst komt, wie het eerst maalt”);

  • 3°.

    het toepassen van een roulatiesysteem.

  • 4.

    Evenementen die niet voor 1 december zijn aangemeld op de evenementenkalender worden via de reguliere aanvraagprocedure alsnog ingedeeld in een risicocategorie als bedoeld in lid 2 van dit artikel.

Artikel 3 Aanvraag

1.De volledige aanvraag voor een vergunning als bedoeld in artikel 2:25 lid 1 van de

Apv dient uiterlijk:

  • a.

    3 weken voor aanvang van het evenement te zijn ingediend, indien sprake is van een A-categorie, zoals bedoeld in artikel 2 lid 2 van deze beleidsregels.

  • b.

    8 weken voor aanvang van het evenement te zijn ingediend, indien sprake is van een B, of C-categorie, zoals bedoeld in artikel 2 lid 2 van deze beleidsregels.

    • 2.

      De aanvraag voor een vergunning als bedoeld in artikel 2:25 lid 1 van de Apv moet voldoen aan de volgende vereisten:

  • a.

    een ingevuld en ondertekend aanvraagformulier;

  • b.

    een overzichtstekening (schaal 1:1000) van het ingedeelde evenemententerrein;

  • c.

    een draaiboek, indien er sprake is van een evenement ingedeeld in de

B, of C-categorie, zoals bedoeld in artikel 2 lid 2 van deze beleidsregels;

d.een inrichtingstekening (schaal 1:200), indien er sprake is van een

(tijdelijke) inrichting die gebruikt wordt tijdens het evenement;

  • e.

    gegevens over de op te stellen geluidsapparatuur, indien er sprake is van een verwachte hoge of zeer hoge geluidsbelasting als bedoeld in artikel 4 van deze beleidsregels;

  • f.

    een verkeersplan, indien er sprake is van tijdelijke verkeersmaatregelen

die genomen worden ten behoeve van het evenement;

  • g.

    een veiligheidsplan, indien er sprake is van een B-, of C-categorie evenement, zoals bedoeld als in artikel 2 lid 2 van deze beleidsregels.

    • 3.

      De melding van een evenement als bedoeld in artikel 2:25 lid 2 van Apv dient

uiterlijk 3 weken voor aanvang van het evenement te zijn ingediend middels een ingevuld en ondertekend meldingsformulier.

4.Indien de aanvraag om een vergunning, of de melding niet voldoet aan het gestelde in dit artikel kan de burgemeester besluiten de aanvraag c.q. de melding niet in behandeling te nemen.

HOOFDSTUK 3 VOORWAARDEN EVENEMENT Artikel 4 Geluid

1.Evenementen worden ingedeeld in één van de volgende geluidscategorieën op

basis van het equivalente geluidsniveau (LAeq) op de dichtstbijzijnde gevel:

Categorie

Teverwachtengeluidsniveau

Maximaaltoegestanegeluidsnorm

dB(a)

dB(C)

1

Lage geluidsbelasting

(niet versterkt geluid)

0-70

70

0-83

2

Gemiddelde

geluidsbelasting

71-76

76

84-89

3

Hoge geluidsbelasting

77-81

81

90-94

4

Zeer hoge geluidsbelasting

82-86

86

95-99

  • 2.

    De burgemeester kan besluiten maatwerkvoorschriften op te nemen in de vergunning in relatie tot de geluidsnormen en -duur gedurende het evenement.

  • 3.

    Evenementen waarbij geluid ten gehore wordt gebracht en die vallen in geluidscategorie 2, 3 of 4 zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel, mogen alleen plaatsvinden buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer op de navolgende locaties:

Dorp

Locatie

Nadereaanduiding

Fijnaart

Evenemententerrein

Kadedijk

Centrum

Voorstraat, Molenstraat,

Kadedijk en Kerkring

Klundert

Centrum

Voorstraat, Molenstraat,

Brugstraat, Kerkring, Stadhuisring

Stadhuis- en Kerkring

Langeweg

Centrumplein

Wethouders

Trompersstraat

Moerdijk

Haven Moerdijk

Terrein rondom de haven van dorp Moerdijk aan de

Havenkant

Wethouder Matheestraat

Noordhoek

Vlasaard/Blauwboei

Standaardbuiten

Parkeerterrein ’t Sandt

Timberwolfstraat

Willemstad

Centrum

Voorstraat, Bovenkade,

Benedenkade

Evenemententerrein

Lantaarndijk

Zevenbergen

Centrum

Noordhaven, Zuidhaven,

Markt, Merodestraat, Kerkstraat, Molenstraat, Van Steelandtstraat

Evenemententerrein

Kristallaan

Zevenbergschen Hoek

Plein 1940

  • 4.

    Het aantal evenementen per locatie, zoals genoemd in lid 3 van dit artikel, is als volgt gemaximeerd:

    • a.

      Evenementen die vallen onder geluidscategorie 2 vinden maximaal 7 dagen per jaar plaats.

    • b.

      Evenementen die vallen onder geluidscategorie 3 vinden maximaal 4 dagen per jaar plaats.

    • c.

      Evenementen die vallen onder geluidscategorie 4 vinden maximaal 1 dag per jaar plaats.

  • 5.

    Bij de toepassing van lid 4 van dit artikel wordt:

    • a.

      een evenement dat enkel plaatsvindt tussen 07.00 uur en 19.00 uur geteld voor 1/3 dag;

    • b.

      een meerdaagse kermis als ééndaags evenement aangemerkt indien de muziek centraal geregeld is; er geen housemuziek wordt gedraaid en het geluidniveau van de muziek, die bij een attractie ten gehore gebracht wordt, op een afstand van een meter van de luidsprekers niet meer bedraagt dan 80 dB(A).

  • 6.

    Een evenement of onderdelen van het evenement vallend onder geluids-

categorie 1, kunnen tevens buiten de genoemde locaties in lid 3 van dit artikel plaatsvinden.

7.Bij gebruik van eenzelfde locatie voor twee of meer opeenvolgende evenementen met geluidsbelasting moeten er minstens 7 kalenderdagen zonder activiteiten zijn tussen de opeenvolgende evenementen.

Artikel 5 Tijden

  • 1. Evenementen die in de buitenlucht plaatsvinden, eindigen op:

    • a.

      zondag tot en met donderdag om 23.00 uur;

    • b.

      vrijdag, zaterdag en voorafgaand aan een officiële feestdag om 01.00 uur op de hierop volgende dag.

  • 2. In afwijking van het gestelde in lid 1 van dit artikel eindigen evenementen om

  • 23. 00 uur indien er sprake is van een evenement welke valt onder geluidscategorie 4 als bedoeld in artikel 4 lid 1 van deze beleidsregels.

  • 3. Evenementen die in de buitenlucht plaatsvinden, beginnen niet:

    • a.

      voor 09.00 uur van maandag tot en met zondag;

    • b.

      voor 13.00 uur op zondag, indien er is van een evenement welke valt onder geluidscategorie 2,3 of 4 als bedoeld in artikel 4 lid 1 van deze beleidsregels.

Artikel 6 Voorschriften

  • 1.

    De burgemeester verbindt voorschriften aan de vergunning ter bescherming van de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu.

  • 2.

    Indien vergunningvoorschriften van een evenementenvergunning niet worden

nageleefd door de vergunninghouder, kan de burgemeester besluiten om in het vervolg een evenementenvergunning te weigeren voor het betreffende evenement of aan de organisatie.

HOOFDSTUK 4 OVERIGE BEPALINGEN Artikel 7 Circussen

1.Circussen vinden uitsluitend plaats op het evenemententerrein Zevenbergen,

het evenemententerrein Willemstad en het evenemententerrein Fijnaart.

  • 2.

    Op elk evenemententerrein vindt maximaal 1 keer per jaar een circus plaats.

  • 3.

    Bij het toekennen van een evenementenvergunning voor circussen wordt gebruik gemaakt van een roulatiesysteem.

Artikel 8 Standplaatsen

Organisatoren van evenementen die plaatsvinden op een locatie waar de gemeente vergunningen heeft verstrekt voor het innemen vaste standplaatsen moeten toestaan dat standplaatshouders hun standplaats innemen, met uitzondering van de jaarlijkse kermissen.

Artikel 9 Industrieterreinen

  • 1.

    Op de volgende terreinen zijn evenementen niet toegestaan: Industrieterrein Schansdijk, industrieterrein Hazeldonk, industrieterrein Dintelmond, Haven- en industrieterrein Moerdijk.

  • 2.

    In afwijking van het gestelde in lid 1 van dit artikel kan de burgemeester besluiten

om een evenement op een van de in lid 1 genoemde terreinen toe te staan, mits de locatie niet binnen de invloedsfeer valt van risicovolle activiteiten, waarop onder andere het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen en het Besluit Risico Zware Ongevallen van toepassing zijn.

Artikel 10 Evaluatie

De burgemeester organiseert na afloop van een evenement, indien hiernaar zijn oordeel aanleiding toe is, een evaluatie waaraan de organisator verplicht deelneemt.

Artikel 11 Bekendmaking

  • 1.

    Verleende vergunningen worden, naast bekendmaking door toezending of uitreiking aan de aanvrager, gepubliceerd op de voor de gemeente gebruikelijke wijze.

  • 2.

    Publicatie vindt plaats op de eerst volgende mogelijkheid na beslissing op de

aanvraag.

HOOFDSTUK 5 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN Artikel 12 Overgangsbepaling

Deze beleidsregels hebben betrekking op aanvragen die na inwerkingtreding van deze beleidsregels zijn ingediend. Bij de behandeling van reeds eerder ingediende aanvragen waarop nog niet is beslist op het moment van inwerkingtreding van deze beleidsregels vindt, voor zover de aanvraag afwijkt van deze beleidsregels, overleg plaats met de aanvrager.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking op de eerste dag na bekendmaking ervan.

  • 2.

    Deze beleidsregels worden bekendgemaakt op de gemeentepagina in de

Moerdijkse Bode en op de website van de gemeente.

3.De ‘Beleidsregel Evenementen Gemeente Moerdijk’ vastgesteld op 11 juni 2013

wordt ingetrokken op de dag van inwerkingtreding van deze beleidsregels.

Artikel 14 Citeertitel

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als ‘Evenementenbeleid gemeente

Moerdijk’.

Aldus vastgesteld op 31 mei 2016

De burgemeester van Moerdijk, J.P.M. Klijs

Toelichting Evenementenbeleid gemeente Moerdijk

Algemeen

Op grond van de Apv Moerdijk (hierna: Apv) is het niet toegestaan om een evenement te organiseren zonder vergunning van de burgemeester. De weigeringsgronden, en dus de toetsingscriteria bij een vergunningaanvraag, zijn benoemd in artikel 1:8 van de Apv. Dit betreffen: de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid en de bescherming van het milieu. De bevoegdheid van de burgemeester om vergunningen te verlenen voor evenementen is een zogenaamde discretionaire bevoegdheid. Dit betekent dat de burgemeester over een grote mate van beleidsvrijheid beschikt met betrekking tot de wijze waarop hij met deze bevoegdheid omgaat. Deze beleidsvrijheid mag niet leiden tot willekeur. Om dit te voorkomen verdient het de voorkeur een vaste gedragslijn neer

te leggen in een beleidsregel. Artikel 4:81 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bepaalt dat een bestuursorgaan beleidsregels kan vaststellen met betrekking tot een aan hem toekomende of onder zijn verantwoordelijkheid uitgeoefende, dan wel door hem gedelegeerde bevoegdheid. Een beleidsregel wordt in artikel 1:3 lid 4 Awb omschreven als “een bij besluit vastgestelde algemene regel, niet zijnde een algemeen verbindend voorschrift omtrent de afweging van belangen, de vaststelling van feiten of de uitleg van wettelijke voorschriften bij het gebruik van een bevoegdheid van een

bestuursorgaan”. Een beleidsregel richt zich dus in eerste instantie niet tot de burgers en kan ook niet rechtstreeks verplichtingen opleggen aan een burger. Het is een nadere uitleg over hoe door een bestuursorgaan met een bepaalde bevoegdheid wordt omgegaan. Concreet betekent dat in deze beleidsregels duidelijk wordt gemaakt op

welke wijze de burgemeester meldingen en vergunningaanvragen voor evenement behandelt. In de vergunning, die verleend wordt met inachtneming van de Apv en de beleidsregel, wordt aan de organisator van een evenement een aantal verplichtingen opgelegd middels voorschriften. Op grond van de inherente afwijkingsbevoegd uit de Algemene wet bestuursrecht is er ruimte om af te wijken van dit beleid. Dit kan bijvoorbeeld bij onverwachte en niet voorzienbare evenementen.

Artikel 1 Algemene begripsbepaling

Geen verdere toelichting nodig.

Artikel 2 Risicoanalyse en kalender

Lid 1

De evenementenkalender dient als hulpmiddel voor de gemeente om spreiding van evenementen te realiseren. Daarnaast kunnen nood- en hulpdiensten zich voorbereiden en tijdig anticiperen op de inzet van personeel. De gemeente inventariseert één keer per jaar, voor 1 december, alle evenementen die gaan plaatsvinden in het komende kalenderjaar. Hierbij worden organisatoren opgeroepen om het evenement,

vooruitlopend op een aanvraag, te melden bij de gemeente. Het aanmelden van een

evenement voor de kalender kan geenszins worden opgevat als een vergunningaanvraag en bevat ook slechts beperkte informatie. Echter is het melden van een evenement wel van belang bij de toewijzing van locaties. Daarnaast geeft het een grotere kans slagen bij een vergunningaanvraag, omdat nood- en hulpdiensten tijdig kunnen anticiperen.

Lid 2

De behandelaanpak van evenementen wordt conform de landelijke H a n d re iki n g E v e n e m e nt e n v e ili gh e iduitgevoerd. Op basis van de basisgegevens van een evenement kan een evenement worden ingeschaald in een risicocategorie (A, B, of C).

Deze basisgegevens bestaan uit:

  • 1.

    Een activiteitenprofiel (wat voor activiteiten vinden er plaats?)

  • 2.

    Een publieksprofiel (wat is de omvang en samenstelling?)

  • 3.

    Een ruimtelijke profiel (hoe ziet de omgeving eruit en wordt e.e.a. ruimtelijk ingericht?)

Op basis van een gevalideerde methode waarbij scores worden toegekend aan alle aanwezige risicofactoren in combinatie met adviezen van nood- en hulpdiensten en eigen inzichten kan een risicocategorie worden vastgesteld. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een digitaal (reken)hulpmiddel. Op basis van de risicocategorie wordt direct een behandelaanpak vastgesteld en de hieraan gekoppelde aanvraagtermijnen. Evenementen die slechts meldingsplicht hebben op grond van de Apv worden ingedeeld als

zogenoemde O-categorie. A-evenementen kunnen doorgaans plaatsvinden zonder nadere

advisering vanuit politie en/of brandweer. Via het opnemen van standaardvoorschriften kan een vergunning relatief eenvoudig worden verleend. B- en C-evenementen hebben een uitgebreider behandeltraject. Advisering van politie en/of brandweer is nodig en mogelijk is ook een vooroverleg met organisatie gewenst.

Lid 3

Op basis van meldingen op de evenementenkalender kan worden voorgesorteerd op het toewijzen van locaties via een aantal voorrangregels.

Lid 4

Het vooraf melden van een evenement op de kalender is geen verplichting. Echter is het wel van belang om vooraf de risicocategorie te bepalen, omdat deze van invloed is op de behandelmethode en doorlooptijd. Daarom worden aanvragen voor een evenementenvergunning die niet vooraf zijn gemeld alsnog ingedeeld in een risicocategorie.

Artikel 3 Aanvraag

Lid 1

Op basis van de ingedeelde risicocategorie gelden verschillende aanvraagtermijnen.

Lid 2

Aanvragen kunnen fysiek (op papier) of digitaal binnenkomen. De gemeente voert na ontvangst direct een ontvankelijkheidstoets uit. Indien een aanvraag niet compleet is, wordt deze schriftelijk verzocht de aanvraag zo spoedig mogelijk aan te vullen. Hiermee wordt de behandeltermijn direct opgeschort. Een nadere uitwerking waaraan de verschillende onderdelen bij de aanvraag moeten voldoen (verkeersplan, inrichtingstekening, gegevens geluid) is verduidelijkt via de informatie op de website.

Lid 3

Evenementen die slechts een meldingsplicht kennen moeten uiterlijk 3 weken voor aanvang zijn gemeld. Indien een organisator het evenement al gemeld heeft bij de jaarlijkse inventarisatie op de evenementenkalender is al voldaan aan deze verplichting.

Lid 4

Indien een volledige aanvraag niet binnen de gestelde termijn is ontvangen wordt de aanvraag niet in behandeling genomen.

Artikel 4 Geluid

Lid 1

In opdracht van de gemeente is in 2013 een onafhankelijk geluidsrapport opgesteld door een externe partij. Op basis hiervan zijn vaste geluidscategorieën met geldende normen opgenomen in het evenementenbeleid. Naar aanleiding van ervaringen van de afgelopen over de periode 2013-2015 is geadviseerd om de normen aan te scherpen. In die zin dat de geluidsnormen binnen elke categorie met 5 dBA worden verminderd. Dit advies is overgenomen. Alhoewel de hinderbeleving van geluid wordt bepaald door meerdere factoren kan worden gesteld dat onduldbare hinder optreedt bij een geluidsniveau van

>70dB(A) op de gevel. Dit betekent dat al vanaf geluidscategorie 2 sprake is van

ernstige hinder voor omwonenden. Evenementen worden bij de aanvraag getoetst op het verwachte geluidsniveau en ingedeeld in één van de categorieën.

Lid 2

Afhankelijk van het type evenement, soort muziek, duur, ervaringen uit het verleden etc. kan aanvullend advies worden opgevraagd bij de OMWB voor nadere maatwerkvoorschriften. In dat geval kunnen specifieke maatwerkvoorschriften worden opgenomen in de vergunning. Binnen de bandbreedte van de categorie worden dan beperkingen opgelegd om de overlast voor omwonenden te beperken. De maximale geluidsduur (het aantal uren dat muziek wordt geproduceerd) wordt doorgaans beperkt tot een maximum van 6 uur.

Lid 3

Voor evenementen die in de buitenlucht plaatsvinden en waarbij geluid wordt geproduceerd zijn locaties aangewezen binnen de gemeente. Het is in beginsel alleen mogelijk om op deze locaties evenementen te organiseren waarbij sprake is van een hogere geluidsbelasting voor de omgeving dan krachtens het Activiteitenbesluit milieubeheer, de Omgevingsvergunning voor de activiteit milieu en de artikelen 4:2 en

4:3 uit de APV is toegestaan.

Lid 4

Om duidelijk te maken aan omwonenden en ook aan evenementenorganisatoren met hoeveel evenementen men rekening kan/moet houden is het gewenst om een maximum aantal categorie 2, 3 en 4 evenementen vast te stellen. Op basis van ervaring en advies van de OMWB is vastgesteld op hoeveel dagen per jaar geluidsbelasting van categorie 2,

3 en 4 duldbaar wordt geacht. Er geldt een maximum voor elke locatie. Let op, het gaat hier om het aantal dagen en niet het aantal evenementen. In de regel geldt wel dat een evenement dat aanvangt op bijvoorbeeld een zaterdag, en die eindigen in de nacht van zaterdag op zondag, wordt geteld als één dag. Aangezien er bij categorie 4 sprake is van extreme overlast is er slechts een zeer beperkte mogelijkheid dergelijke evenementen te organiseren.

Lid 5

Suba.

Evenementen die plaatsvinden overdag tussen 7 uur en 19 uur leiden in de praktijk tot minder overlast. Enerzijds wordt het geluid gemaskeerd door verschillende vormen van omgevingsgeluid. Anderzijds verrichten mensen tussen deze tijdsperiode doorgaans andere activiteiten, waarbij enige geluidshinder beter duldbaar is. Daarom wordt bij evenementen die plaatsvinden overdag gerekend met een factor 3. Dit betekent concreet

dat 3 evenementen overdag gelijkstaan aan 1 evenement dat plaatsvindt in de avonduren.

Sub b.

Met deze bepaling is beoogd om de traditionele kermissen te laten plaatsvinden, zonder dat dit andere evenementen op een locatie belemmerd. Over het algemeen kan worden gesteld dat kermissen voor minder geluidsoverlast zorgen in vergelijking met andere evenementen, mits wordt voldaan aan een aantal harde voorwaarden. Door dit beleid wordt de overlast in de geluidgevoelige ruimten beperkt, omdat de verschillende

attracties niet ‘tegen elkaar op hoeven te spelen’. Daarnaast is er sprake van relatief laag

frequente componenten in de muziek aanwezig.

Lid 6

De categorie-1 evenementen veroorzaken nauwelijks hinder voor de omgeving en zijn toelaatbaar, mits voldaan wordt aan de voorwaarden uit de evenementenvergunning.

Lid 7

Om de overlast van omwonenden te beperken moet er altijd minimaal een ’vrij’ weekend

zijn tussen twee evenementen in. Tussen elk evenement moeten daarom minimaal 7

‘vrije’ kalenderdagen zitten.

Artikel 5 Tijden

Lid 1

Om de overlast voor de omgeving te beperken gelden eindtijden voor evenementen in de buitenlucht. Op zondag tot en met donderdag is dit 23.00 uur. Hierbij is aansluiting gezocht met de systematiek van de Wet geluidhinder en het belang van de nachtrust

voor omwonenden. Op vrijdag, zaterdag en voorafgaand aan een officiële feestdag is dit om 01.00 uur. Hiermee beogen wij een balans aan te brengen tussen de belangen van omwonenden, bezoekers en die van de evenementenorganisator.

Lid 2

Indien er sprake is van een evenement dat valt binnen geluidscategorie 4 dan is de eindtijd 23.00 uur ongeacht op welke dag dit plaatsvindt.

Lid 3

In verband met de Zondagswet mogen evenementen op zondag of daarmee gelijkgestelde dagen pas na 13.00 uur aanvangen. Op overige dagen is dit 09.00 uur.

Artikel 6 Voorschriften

Lid 1

Op basis van advies van interne of externe partijen zal de burgemeester voorschriften verbinden aan een vergunning. Doorgaans zullen er standaardvoorschriften worden verbonden aan elke vergunning. Afhankelijk van het evenement kunnen optionele voorschriften worden toegevoegd. Hierbij valt te denken aan de inzet van verkeersregelaars, ehbo’ers, of beveiligers. Ook valt te denken aan voorschriften voor het nemen van tijdelijke verkeersmaatregelen, zoals het afsluiten van wegen.

Lid 2

De burgemeester kan besluiten een vergunning in de toekomst te weigeren indien het verlenen hiervan naar zijn oordeel kan leiden tot onevenredige aantasting van de openbare orde en veiligheid.

Artikel 7 Circussen

Lid 1

Circussen nemen een bijzondere positie in binnen het evenementenbeleid. Deze kunnen uit praktische overwegingen plaatsvinden op een beperkt aantal locaties binnen de gemeente.

Lid 2

Om het aanbod van circussen gevarieerd te houden en de impact op de omgeving te beperken is ook een maximum gesteld aan het aantal circussen per jaar. Dit beleid wordt al jarenlang uitgevoerd naar tevredenheid van alle partijen.

Lid 3

Voor het toewijzen van circussen per locatie wordt gebruik gemaakt van een roulatiesysteem. Hiermee wordt beoogd om telkens andere circussen te laten plaatsvinden binnen de gemeente Moerdijk.

Artikel 8 Standplaatsen

Standplaatshouders hebben het recht om hun standplaats rondom evenementen ten alle tijden in te nemen m.u.v. de jaarlijkse kermissen.

Artikel 9 Industrieterreinen

Het houden van (grote) evenementen wordt niet toegestaan op industrieterreinen vanuit het oogpunt van externe veiligheid bij risicovolle bedrijven. Dit is niet van toepassing indien er bedrijf gerelateerde bijeenkomsten plaatsvinden zoals een personeelsbijeenkomst of open dag. Hiervoor wordt wel ruimte geboden.

Artikel 10 Evaluatie

Indien hier aanleiding toe bestaat kan de burgemeester besluiten om na afloop van een evenement een evaluatie te organiseren. Een organisator is verplicht hieraan deel te nemen.

Artikel 11 Bekendmaking

Lid 1

Vergunningen worden altijd aan de aanvrager bekendgemaakt door middel van het toesturen van de vergunning. Daarnaast worden deze gepubliceerd op de gemeentepagina in de krant en op de website.

Lid 2

De publicatie op de gemeentepagina in de krant en op de website verschijnt 1x per week op woensdag.

Artikel 12 Overgangsbepaling

Geen verdere toelichting nodig.

Artikel 13 Inwerkintreding

Deze bepaling voorziet in de inwerkingtreding van deze beleidsregels en de intrekking van de oude beleidsregels. Deze beleidsregels treden in de plaats van de beleidsregels die op 11 juni 2013 zijn vastgesteld.

Artikel 14 Citeertitel

Geen verdere toelichting nodig.