Algemene verordening ondergrondse infrastructuren

Geldend van 02-06-2016 t/m heden

Intitulé

Algemene verordening ondergrondse infrastructuren

Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren

De raad van de gemeente Lochem;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lochem gedateerd 15 maart 2016;

en gelet op artikel 1 van de Belemmeringenwet Privaatrecht, artikelen 5.2 en 5.4 vierde lid van de Telecommunicatiewet en artikelen 149, 154, 156 en 229 van de Gemeentewet;

overwegende dat het wenselijk is regels te stellen voor de realisatie van één uniform regime voor al het werk in en onder de grond in de openbare ruimte en de gemeente in staat te stellen de gewenste regierol optimaal in te vullen;

en dat deze regels uniform worden gehanteerd in veertien andere omliggende gemeenten;

besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening betreffende werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van ondergrondse infrastructuren.

Hoofdstuk Een : Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.college

college van burgemeester en wethouders van gemeente Lochem.

b.UNOG

UNOG (Uniformiteit Netbeheerders Oostelijk Gelderland): samenwerking van vijftien gemeenten waarbinnen uniforme afspraken gelden voor netbeheerders.

c.net of netwerk

samenstel van ondergrondse kabel(s) en/of leiding(en), bestemd voor het transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen, van energie of van informatie (een, al dan niet openbaar, elektronisch communicatienetwerk als bedoeld in artikel 1.1 onder e en h van de Telecommunicatiewet).

d.kabels en leidingen

kabels en/of leidingen als onderdeel van een net(werk), daaronder ook begrepen de daarmee verbonden transformator-, schakel-, verdeel- en onderstations en andere hulpmiddelen, behalve voor zover deze verbindingen en hulpmiddelen liggen binnen de installatie van een producent of van een afnemer, en ook omvattende lege buizen, ondergrondse ondersteuningswerken en beschermingswerken; voorbeelden van deze kabels en leidingen zijn telecommunicatie- en omroepkabels, elektriciteitskabels (koppel-, transport- en distributiekabels), gasleidingen (transport-, distributie- en dienstleidingen), waterleidingen, rioleringen (buizen) en kabels en leidingen voor industriële netwerken.

e.(huis)aansluiting

het gedeelte van de kabel of leiding door openbare grond dat een netwerk verbindt met een netwerkaansluitpunt ten behoeve van een onroerende zaak als bedoeld in artikel 16, onderdelen a tot en met d, van de Wet Waardering Onroerende Zaken, of met een ander netwerk.

f.openbare gronden

openbare gronden, als genoemd in artikel 1.1, onder aa, van de Telecommunicatiewet.

g.netbeheerder

de rechtspersoon die is aangewezen als beheerder van een net of netwerk voor levering van elektriciteit, gas of water, dan wel aanbieder is van een (al dan niet openbaar) elektronisch communicatienetwerk.

h.grondroerder

degene, waaronder de netbeheerder, onder wiens verantwoordelijkheid of leiding graafwerkzaamheden worden verricht.

i.gedoogplichtige

degene op wie een gedoogplicht rust als bedoeld in artikel 1, van de Belemmeringenwet Privaatrecht of in artikel 5.2, eerste lid, van de Telecommunicatiewet.

j.coördinatieverplichting

de coördinerende rol van de gemeente over de aanleg, instandhouding en opruiming van alle kabels en leidingen in de gehele openbare grond binnen de gemeentelijke grenzen.

k.werkzaamheden

handmatige en mechanische (graaf)werkzaamheden in de openbare grond in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen, en daarnaast alle werkzaamheden die de gemeente uit hoofde van haar functie als beheerder van openbare grond in het kader van kabels en leidingen dient uit te voeren.

l.spoedeisende werkzaamheden

reparatie of onderhoudswerk waarvan uitstel niet mogelijk is als een ernstige belemmering of storing in de dienstverlening via het betreffende net is opgetreden.

m.werkzaamheden van minder ingrijpende aard

het aanbrengen of verwijderen van kabels en leidingen in reeds aangebrachte voorzieningen (mantelbuizen);

reparaties of onderhoudswerk aan kabels en leidingen met een lengte van minder dan vijfentwintig (25) meter en niet vallend onder onderdeel l van artikel 1;

het maken van (huis)aansluitingen, waarbij geen verhardingen of groenvoorzieningen worden gekruist, tot een lengte van vijfentwintig (25) meter.

n.instemmingsbesluit

besluit van het college op een aanvraag van voorgenomen werkzaamheden.

o.werken

een constructie, of werkzaamheden, niet zijnde een gebouw, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

p.niet-openbare kabels en leidingen

kabels en leidingen (dan wel het netwerk waartoe deze behoren) die niet gebruikt worden om openbare diensten aan te bieden.

q.marktconforme kosten

kosten zoals deze onder normale omstandigheden in een markteconomie op de desbetreffende markt worden gemaakt.

r.breekverbod

verbod voor het uitvoeren van breek- en graafwerkzaamheden in de grond, geldend bij een gesloten sneeuwdek en/of vorst in de grond.

s.uitvoeringsvoorschriften

uitvoeringsvoorschriften volgens de “Algemene Voorwaarden UNOG (Uniformiteit Netbeheerders Oostelijk Gelderland) voor het leggen, hebben en onderhouden van kabels en leidingen van netbeheerders”.

t.omwonenden

de bewoners en bedrijfsmatige gebruikers van alle percelen, grenzend aan het tracé van kabels en leidingen.

u.registratiesysteem

geautomatiseerd systeem waarin meldingen van (graaf)werkzaamheden aan kabels en leidingen worden verwerkt door of namens de gemeente.

v.Combi Proces Hoofdleidingen

proces gehanteerd door de netbeheerders (gecombineerd in Stuurgroep Gecombineerde aanleg Gelderland, Flevoland) voor de coördinatie combiwerken Hoofdleidingen voor nieuwbouw, reconstructies en saneringen.

Artikel 2 Toepasselijkheid

1.Deze verordening is van toepassing op de procedures en voorschriften voor het aanleggen, in stand houden en opruimen van kabels en leidingen in openbare gronden, voor zover de gemeente Lochem deze gronden beheert, in bezit heeft dan wel daarover coördinatieverplichtingen heeft.

Artikel 3 Nadere regels

  • 1. Het college kan ter uitvoering van deze verordening nadere regels vaststellen.

  • 2. Deze nadere regels kunnen in ieder geval betrekking hebben op: de wijze van uitvoering bij de aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels en leidingen, het medegebruik van voorzieningen en het opstellen van voorschriften op het gebied van markering, afzetting en het toepassen van proefsleuven.

Hoofdstuk Twee : Aanvragen en melden van graafwerkzaamheden

Artikel 4 Instemmingsvereiste

  • 1. Het is verboden zonder of in afwijking van een door het college verleend instemmingsbesluit over plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden, medegebruik van voorzieningen en de afstemming van voorgenomen werkzaamheden met overige netbeheerders, kabels en/of leidingen in of op openbare gronden aan te leggen, in stand te houden of op te ruimen.

  • 2. Ook voor werkzaamheden van minder ingrijpende aard als bedoeld onder onderdeel m van artikel 1 is een instemmingsbesluit, als bedoeld in het eerste lid, noodzakelijk.

  • 3. Het instemmingsbesluit vervalt als daarvan niet uiterlijk binnen één (1) jaar na het onherroepelijk zijn van het besluit gebruik wordt gemaakt.

Artikel 5 Aanvragen en melden

  • 1. Een grondroerder die werkzaamheden wil verrichten, vraagt daarvoor een instemmingsbesluit, als bedoeld in artikel 4, aan bij het college.

  • 2. Een grondroerder die werkzaamheden wil verrichten kan hierover vooroverleg voeren met het college om de aanvraag, als bedoeld in het eerste lid, voor te bereiden.

  • 3. Als de werkzaamheden ook betrekking hebben op gronden van een andere gedoogplichtige dan de gemeente Lochem, wordt uiterlijk vier weken na ontvangst van de aanvraag, als genoemd in het eerste lid, het college schriftelijk in kennis gesteld van de uitkomsten van het (voor)overleg tussen de grondroerder en de overige gedoogplichtige(n). Het bovenstaande geldt niet voor zover artikel 5.5 van de Telecommunicatiewet van toepassing is.

  • 4. Als werkzaamheden worden verricht in de gebieden die staan aangegeven op een bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte kaart is de uitzonderingsbepaling voor spoedeisende werkzaamheden, als bedoeld in artikel 11, niet van toepassing.

Artikel 6 Gegevensverstrekking

  • 1. Voor het aanvragen van een instemmingsbesluit, als bedoeld in artikel 5, moet gebruik worden gemaakt van daartoe door het college vastgestelde formulier.

  • 2. Bij een aanvraag voor een instemmingsbesluit, als bedoeld in artikel 4, eerste lid, moeten in ieder geval de volgende gegevens worden verstrekt:

  • 1. een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel bij de eerste aanvraag van ieder kalenderjaar.

  • 2. een schriftelijke machtiging als het een aanvraag betreft voor de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels of leidingen voor of namens een netbeheerder.

  • 3. NAW-gegevens van de eigenaar, beheerder en exploitant van de kabels en/of leidingen, naam en adres van de aannemer(s) en onderaannemer(s) die belast zijn met de werkzaamheden, maar ook de naam en telefoonnummer van de uitvoerder, zijnde een Nederlands sprekende contactpersoon voor de werkzaamheden;

  • 4. een opgave van het aantal, de soort en het beoogde gebruik van de kabels en/of leidingen.

  • 5. welke belanghebbenden en instanties vooraf in kennis worden gesteld van de voorgenomen datum van aanvang, beëindiging en aard van de werkzaamheden.

  • 6. een uitvoeringsplan met daarin opgenomen:

    • -

      een opgave van het gewenste tracé;

    • -

      de resultaten van het haalbaarheidsonderzoek betreffende de beschikbare ruimte;

    • -

      een opgave van de objecten die ten tijde van de werkzaamheden worden geplaatst, van permanente als tijdelijke aard, maar ook van de situering daarvan;

    • -

      een omschrijving van eventuele opbrekingen;

    • -

      de maatregelen die de bereikbaarheid van in de openbare gronden aanwezige kabels en leidingen waarborgen;

    • -

      het voorgenomen tijdstip van aanvang en beëindiging van de werkzaamheden.

  • 3. Als de werkzaamheden betrekking hebben op kabels en leidingen van elektronische communicatienetwerken moeten, aanvullend op het tweede lid, bij de aanvraag ook de volgende gegevens worden verstrekt:

    • -

      een opgave van het aantal kabels en leidingen dat direct in gebruik wordt genomen en een opgave van het aantal kabels en leidingen dat niet direct in gebruik wordt genomen;

    • -

      de doorsnede van de kabel(goot) en lengte en breedte van de kabelsleuf.

  • 4. Bij een aanvraag voor een instemmingsbesluit, als bedoeld in artikel 4, tweede lid (werkzaamheden van minder ingrijpende aard), moeten in ieder geval de volgende gegevens worden verstrekt:

  • 1. een schriftelijke machtiging als het een aanvraag betreft voor de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels of leidingen voor of namens een netbeheerder;

  • 2. NAW-gegevens van de eigenaar, beheerder en exploitant van de kabels en/of leidingen, naam en adres van de aannemer(s) en onderaannemer(s) die belast zijn met de werkzaamheden, maar ook de naam en telefoonnummer van de uitvoerder, zijnde een Nederlands sprekende contactpersoon voor de werkzaamheden;

  • 3. de dagtekening van de melding;

  • 4. de lengte van de sleuf die wordt opengebroken;

  • 5. het oppervlak van het lasgat dat wordt opengebroken.

  • 5. Het college kan nadere regels stellen betreffende de te verstrekken gegevens maar ook over de wijze waarop die moeten worden verstrekt.

Artikel 7 Termijnen

  • 1. Een beslissing op een instemmingsaanvraag wordt genomen uiterlijk acht weken na de dag van ontvangst van de aanvraag.

  • 2. Betreft het een aanvraag waarbij meerdere gedoogplichtigen zijn betrokken dan beslist het college binnen acht weken na de dag van ontvangst van een volledig ingevulde aanvraag.

  • 3. De termijnen, zoals bedoeld in het eerste en tweede lid, kunnen eenmaal met ten hoogste acht weken worden verdaagd.

  • 4. Als van de bevoegdheid tot verlenging gebruik wordt gemaakt, stuurt het college vóór afloop van de termijnen zoals genoemd in het eerste en tweede lid, een schriftelijke bevestiging met motivering aan de grondroerder.

  • 5. Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.

Artikel 8 Voorschriften en beperkingen

1 Het college kan aan het instemmingsbesluit nadere voorschriften of beperkingen verbinden in het belang van

a de openbare orde.

b veiligheid, waaronder ook verstaan wordt de verkeersveiligheid en/of een goede doorstroming van het verkeer

c het voorkomen of beperken van schade of overlast; waaronder ook verstaan wordt de bescherming van eventuele archeologische vondsten, van groenvoorzieningen, bomen en beplantingen en van het uiterlijke aanzien van de omgeving.

d de bereikbaarheid van gronden of gebouwen; waaronder ook wordt verstaan het veilig en doelmatig gebruik van openbare gronden en gebouwen en het doelmatig beheer en onderhoud ervan en het belang van nader aan te geven grote lokale evenementen als weekmarkten en kermissen.

e de ondergrondse ordening, waaronder ook verstaan wordt het zo min mogelijk hinder veroorzaken voor reeds in de grond aanwezige werken en het niet in gevaar brengen of zonder noodzaak bemoeilijken van deze werken, waaronder ook verstaan worden werken ten behoeve van de riolering en de levering of het transport van elektronische informatie, gas, water en elektriciteit.

2 De voorschriften of beperkingen, zoals genoemd in het eerste lid, kunnen slechts betrekking hebben op:

a het tijdstip, de plaats en wijze van uitvoering bij aanleg, instandhouding, opruiming, onderhoud en verplaatsing van kabels en leidingen.

b het medegebruik van voorzieningen, zoals kabelgoten en geleidingen, die door derden of de gemeente Lochem tegen marktconforme prijzen ter beschikking worden gesteld.

c een zekerheidsstelling voor de nakoming van verplichtingen die gesteld zijn bij de voorschriften en beperkingen aan het instemmingsbesluit.

d afmetingen van kasten en andere toebehoren behorende bij het netwerk.

3 De grondroerder informeert omwonenden ter plaatse van de uit te voeren werkzaamheden zoals bedoeld in onderdeel t van artikel 1 minimaal drie werkdagen voor de start van de werkzaamheden schriftelijk over aanvang, duur, aard en plaats van de werkzaamheden.

4 De grondroerder meldt het werk via het genoemde systeem zoals bedoeld in onderdeel u van artikel 1.

5 De wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels en leidingen en medegebruik van voorzieningen moet gebeuren conform in de gemeente van toepassing zijnde uitvoeringsvoorschriften zoals bedoeld in onderdeel s van artikel 1. In dat kader is het college ook bevoegd voorschriften te stellen op het gebied van markering, afzetting en het toepassen van proefsleuven. Bij tegenstrijdigheden van de bepalingen van deze verordening en de bepalingen uit de uitvoeringsvoorschriften, hebben de bepalingen van deze verordening voorrang.

6 De grondroerder vergoedt aan de gemeente Lochem de schade voortvloeiend uit de werkzaamheden, waarbij de omvang beperkt is tot vergoeding van de marktconforme kosten van de door de gemeente ter beschikking gestelde voorzieningen en van de meerdere marktconforme kosten van onderhoud.

7 De grondroerder is verplicht na het einde van de werkzaamheden de grond, eventuele verhardingen en beplanting terug te brengen in de oude staat, tenzij het college vooraf heeft aangegeven hier zelf zorg voor te willen dragen

8 Openbare gronden worden na beëindiging van de werkzaamheden in de oude staat teruggebracht, tenzij burgemeester en wethouders anders hebben besloten. in het geval van werkzaamheden voor de aanleg, instandhouding en opruiming

9 Als een grondroerder werkzaamheden moet uitvoeren in bijzondere bestrating, is hij verplicht de specifieke schade te herstellen ten einde de situatie terug te brengen in de oude staat.

10 Het verkrijgen van een instemmingsbesluit laat onverlet dat in voorkomende gevallen ook een omgevingsvergunning is vereist. Het college draagt zorg voor een samenhangende behandeling van vergunning en aanvraag voor een instemmingsbesluit.

11 Voor de afgifte van een instemmingsbesluit zijn leges verschuldigd conform de Legesverordening van de gemeente Lochem

12 Het vooroverleg als bedoeld in artikel 5, tweede lid, dan wel een door het college geïnitieerd overleg naar aanleiding van een aanvraag als bedoeld in artikel 5, eerste lid, is er ook op gericht te bepalen of en zo ja langs welke delen van het tracé gebruik kan worden gemaakt van bestaande voorzieningen als bedoeld in het eerste lid.

13 Als een grondroerder een marktconform aanbod wordt gedaan om gebruik te maken van vooraangelegde voorzieningen, zoals mantelbuizen, kabelgoten, of kabel- en leidingentunnels, is een grondroerder verplicht om voor de aanleg of uitbreiding van zijn netwerk van deze voorzieningen gebruik te maken.

14 Als de openbare gronden geen ruimte bieden voor de aanleg van nieuwe kabels en leidingen, moet een grondroerder een alternatief tracé kiezen.

Artikel 9 (Mede)gebruik van voorzieningen en vooroverleg

1.Een grondroerder moet op verzoek van het college bij de aanleg van kabels en leidingen in openbare gronden zoveel mogelijk (mede)gebruik maken van bestaande, hetzij door overige netbeheerders dan wel door of in opdracht van het college aangelegde, voorzieningen. Deze verplichting geldt als dit technisch haalbaar is en medegebruik geen belemmering vormt voor de veiligheid, toegankelijkheid en leveringszekerheid.

Hoofdstuk Drie : Overige bepalingen

Artikel 10 Verleggingen

  • 1. Op het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk, waaronder het verplaatsen, op verzoek van de gemeente zijn de wettelijke regels van de Telecommunicatiewet van toepassing.

  • 2. Op het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen die ten dienste staan van een netwerk ten behoeve van nutsvoorzieningen in of op openbare gronden en niet vallend onder eerste lid, waaronder het verplaatsen, gelden de volgende bepalingen:

    • a.

      De netbeheerder is verplicht op verzoek van de gemeente over te gaan tot het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en leidingen ten dienste van zijn netwerk, waaronder het verplaatsen, voor zover deze noodzakelijk zijn voor de oprichting van gebouwen of de uitvoering van werken door of vanwege de gemeente;

    • b.

      Eventuele compensatie wordt verleend op basis van geldende door het college vastgestelde nadere regels tenzij met netbeheerders nog privaatrechtelijke afspraken bestaan;

    • c.

      Compensatie wordt alleen verleend op basis van een gespecificeerd kostenoverzicht;

    • d.

      Het college en de netbeheerder zullen bij verwijdering, verlegging of aanpassing van kabels en/of leidingen elkaars schade zo veel mogelijk beperken;

    • e.

      Na een verzoek tot het nemen van maatregelen gaat de netbeheerder zo snel mogelijk over tot de uitvoering, maar niet later dan vijftien (15) weken na de datum van ontvangst van het verzoek, conform het Combi Proces Hoofdleidingen, zoals bedoeld in artikel 1 onderdeel v.

Artikel 11 Ernstige belemmeringen en storingen

  • 1. Het verbod, bedoeld in artikel 4, eerste lid, geldt niet voor spoedeisende werkzaamheden ten gevolge van een ernstige belemmering of storing als de voorgenomen werkzaamheden schriftelijk zijn gemeld aan de burgemeester.

  • 2. Ingeval de openbare orde of gevaar dan wel de vrees voor het ontstaan van gevaar zich verzet tegen de uitvoering van voorgenomen werkzaamheden als bedoeld in het eerste lid, kan de burgemeester besluiten dat deze werkzaamheden op een ander dan het voorgenomen tijdstip plaatsvinden.

  • 3. Het besluit wordt onverwijld na het tijdstip van ontvangst van de melding genomen.

  • 4. Het eerste lid is niet van toepassing op de door burgemeester en wethouders aangewezen gebieden.

  • 5. Degene die werkzaamheden overeenkomstig het eerste lid heeft uitgevoerd, verstrekt binnen acht weken na beëindiging van de werkzaamheden een uitvoeringsverslag aan burgemeester en wethouders.

  • 6. Het uitvoeringsverslag omvat in ieder geval:

    • a.

      een omschrijving van de kabels en leidingen die zijn aangelegd, in stand gehouden of opgeruimd;

    • b.

      een omschrijving van de werkzaamheden die zijn uitgevoerd; en

    • c.

      een aanduiding van de spoedeisende aard van de werkzaamheden.

Artikel 12 Breekverbod

  • 1. Als er sprake is van extreme weersomstandigheden is het college bevoegd een breekverbod in te stellen. Of er sprake is van extreme weersomstandigheden is naar oordeel van het college.

  • 2. Tijdig of in ieder geval één dag voor beëindiging van het breekverbod, zal het college de betrokken grondroerders hierover informeren.

  • 3. Betrokken grondroerders worden schriftelijk geïnformeerd over het breekverbod.

  • 4. Als er sprake is van een breekverbod is het verboden breek- en graafwerkzaamheden uit te voeren in de openbare grond en/of bestrating.

  • 5. Het breekverbod is niet van toepassing in geval van spoedeisende werkzaamheden ten gevolge van een ernstige belemmering of storing en waarvan uitstel niet mogelijk is.

Artikel 13 Eigendom

  • 1. Als het eigendom, exploitatie of beheer van de kabel of leiding wordt overgedragen aan een andere netbeheerder, gaan de rechten en plichten volgens deze verordening die betrekking hebben op de kabel of leiding van rechtswege over op de nieuwe netbeheerder.

  • 2. De netbeheerder stelt het college onverwijld in kennis van het feit dat het eigendom, de exploitatie of het beheer van de kabel of leiding verandert.

  • 3. Op het eigendom van de kabels en leidingen zijn de desbetreffende wettelijke bepalingen van toepassing.

Artikel 14 Niet-openbare kabels en leidingen

  • 1. Bij werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van niet-openbare kabels en leidingen in openbare wegen en wateren is het bepaalde in deze verordening van overeenkomstige toepassing.

  • 2. Het opnemen van het eerste lid in deze verordening houdt geen gedoogplicht in voor de gemeente Lochem met betrekking tot niet-openbare kabels en leidingen.

Artikel 15 Informatieplicht

De netbeheerder stelt het college onverwijld en schriftelijk in kennis van het feit dat een kabel of leiding niet langer ten dienste staat van een net of netwerk in of op openbare gronden.

In dit kader kan van de netbeheerder een overzicht van alle (niet) in gebruik zijnde kabels en/of leidingen worden verlangd. De bewijslast van ingebruikname ligt bij de netbeheerder.

Artikel 16 Digitale gegevens

  • 1. Het college kan van een grondroerder verlangen dat het aanvragen van een instemmingsbesluit en het verstrekken van gegevens in digitale vorm geschiedt.

  • 2. Het college kan van een grondroerder verlangen dat het melden van de aanvang van de werkzaamheden in digitale vorm geschiedt.

Artikel 17 Overleg

  • 1. Het college organiseert periodiek een overleg, waarvoor in elk geval de bij de gemeente Lochem bekende netbeheerders en andere betrokken of belanghebbende partijen worden uitgenodigd.

  • 2. In dit overleg worden de plannen van de gemeente Lochem en van de diverse netbeheerders en andere betrokken of belanghebbende partijen besproken en eventueel afgestemd in het kader van de bepalingen van deze verordening.

Hoofdstuk Vier : Handhavings- en toezichtbepalingen

Artikel 18 Toezicht en handhaving

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college aangewezen ambtenaren.

Artikel 19 Strafbepaling bij overtreding

Overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 20 Naleving voorschriften

Als een grondroerder zich niet houdt aan de voorschriften en beperkingen uit het instemmingsbesluit, kan het college het instemmingsbesluit intrekken.

Als een grondroerder zich niet houdt aan de voorschriften en/of beperkingen krachtens deze verordening, moet hij op aanzegging van het college de oorspronkelijke situatie herstellen.

Artikel 21 Bevoegdheid college

Het college is bevoegd de werkzaamheden stil te leggen, als er wordt gewerkt:

  • 1.

    zonder voorafgaande aanvraag of melding, als bedoeld in artikel 5 van deze verordening.

  • 2.

    in afwijking van de voorschriften uit het instemmingsbesluit.

  • 3.

    in strijd met het geldende breekverbod.

Hoofdstuk Vijf : Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 22 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

  • 2. Op de datum van inwerkingtreding van de in het eerste lid genoemde verordening wordt Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren vastgesteld in de raadsvergadering van 20 januari 2014 gemeente Lochem ingetrokken.

Artikel 23 Overgangsbepalingen

  • 1. De aanwezigheid van kabels en/of leidingen in of op openbare gronden, voor zover deze zijn gemeld of aangevraagd en aangelegd met toepassing van verleende vergunningen, instemmingsbesluiten en/of op basis van andere aantoonbare en gelegaliseerde afspraken met de gemeente, zoals die hebben gegolden tot de inwerkingtreding van deze verordening, wordt per ingang van deze verordening eveneens beheerst door de regels van deze verordening.

  • 2. Op aanvragen, als bedoeld in het eerste lid, waarop bij de inwerkingtreding van deze verordening nog niet is beslist, wordt met toepassing van deze verordening een beslissing genomen.

Artikel 24 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: "Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren 2016".

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Lochem in zijn openbare vergadering van 23 mei 2016
De griffier,
M.Veenbergen
de voorzitter,
S.W. van ‘t Erve