Verordening op de ouderenraad

1. De ouderenraad bestaat uit minimaal 12 en maximaal 16 leden en een voorzitter die door het college van burgemeester en wethouders, alsmede door de gemeenteraad worden benoemd.

2. De samenstelling van de raad is als volgt:

• -

  12 tot 16 leden geselecteerd door een selectiecommissie aan de hand van een profielschets;

• -

  de helft min een van de leden wordt voorgedragen door het Stedelijk Overleg Ouderenbonden Groningen (SOOG);

• -

  de ouderenraad werft de overige leden;

• -

  1 voorzitter, die in functie wordt benoemd.

1. De leden van de ouderenraad dienen minimaal één jaar in de gemeente Groningen woonachtig te zijn.

2. Voor de leden geldt een minimum leeftijd van 50 jaar.

3. De leden van de ouderenraad worden benoemd voor een periode van drie jaar.

4. Herbenoeming is mogelijk met dien verstande, dat een aaneengesloten zittingsduur maximaal zes jaar is. Na deze maximale zittingsduur kan een afgetreden lid met onderbreking van drie jaar opnieuw benoemd worden.

5. Per keer kan maximaal de helft van de raad aftreden volgens een schema van de hand van de ouderenraad.

1. De ouderenraad wordt bijgestaan door een ambtelijk secretaris.

2. De ouderenraad kan zich bij de uitoefening van zijn taak laten bijstaan door bijv. deskundigen.

1. De ouderenraad heeft tot taak gevraagd en ongevraagd (schriftelijk) advies uit te brengen aan het college van burgemeester en wethouders en/of de gemeenteraad ten aanzien van de voorbereiding c.q. uitvoering van maatregelen voor zover deze van invloed kunnen zijn op of van belang voor de positie van ouderen in de gemeente.

2. De adviezen van de raad worden opgesteld overeenkomstig de mening van de meerderheid van de vergadering. Desgewenst vermeldt het advies een minderheidsstandpunt.

3. Het college verschaft de raad zo vroeg mogelijk relevante informatie ten behoeve van zijn taak.

4. De ouderenraad stuurt het college een afschrift van zijn adviezen aan de gemeenteraad

1. De secretaris van de ouderenraad notuleert bij al zijn vergaderingen.

2. Na vaststelling van de notulen stuurt de secretaris een afschrift aan het college.

1. Het college of de gemeenteraad kan gemotiveerd afwijken van het advies van de ouderenraad.

2. Het college dan wel de gemeenteraad deelt bij een afwijkend besluit zoals in lid 1 de motivering mee aan de ouderenraad.

1. De ouderenraad vergadert tenminste vier maal per jaar en voorts zo dikwijls als de voorzitter of tenminste een vierde van het totaal aantal leden dit wenselijk acht.

2. De wethouder, belast met het ouderenbeleid, woont de vergaderingen van de ouderenraad bij.

3. De wethouder kan zich laten bijstaan of vervangen door ambtenaren.

1. De vergaderingen van de ouderenraad zijn openbaar, tenzij het algemeen belang van de gemeente zich daartegen verzet, dan wel de belangen van één of meer personen of instellingen daardoor onevenredig kunnen worden geschaad.

2. Op grond van lid 1worden de deuren gesloten tijdens de bespreking van een onderwerp, indien de voorzitter of tenminste twee leden dit nodig achten.

3. Met uitzondering van de leden van de ouderenraad alsmede de personen, bedoeld in de artikelen 5 en 10 verlaten, de overige aanwezigen de vergaderruimte, als de deuren worden gesloten.

1. De ouderenraad besluit met een gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Alleen de leden van de ouderenraad die aanwezig zijn hebben een geldige stem.

2. De personen bedoeld in de artikelen 5 en 10 hebben geen stemrecht, maar zijn bevoegd aan de besprekingen van de ouderenraad deel te nemen.

3. Bij het staken van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

1. De ouderenraad kan desgewenst een huishoudelijk reglement vaststellen.

2. Na vaststelling stuurt de secretaris een afschrift van het reglement aan het college en de gemeenteraad.

1. Het college hoort de ouderenraad voordat het een raadsvoorstel tot aanvullen, wijzigen of intrekken van deze verordening indient.

2. De ouderenraad kan zelf voorstellen indienen omtrent deze verordening bij het college.