Revolverend fonds energiebesparende maatregelen voor verenigingen en stichtingen 2015-2024

Geldend van 29-04-2016 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 09-07-2015

Intitulé

Revolverend fonds energiebesparende maatregelen voor verenigingen en stichtingen 2015-2024

DE RAAD VAN DE GEMEENTE BUREN Op 28 oktober 2014 stelde de gemeenteraad het programma voor de leefomgeving vast. Onderdeel hiervan is de inzet van een revolverend fonds voor verenigingen. Deze verordening legt de mogelijkheden van het revolverend fonds vast.

Overweging:

Deze verordening stimuleert verenigingen en stichtingen tot het realiseren van energiebesparende maatregelen. Op termijn zijn veel energiebesparende maatregelen terug te verdienen. Na de terugverdientijd heeft de vereniging of stichting structureel lagere kosten. De gevraagde investering van zonnepanelen, energiezuinige buitenverlichting en dergelijke kan een drempel vormen. Verenigingen en stichtingen vallen buiten de bestaande stimuleringsregelingen zoals de isolatiesubsidie die via de gemeente mogelijk is. Door de instelling van een revolverend fonds stimuleert de gemeente Buren verenigingen en stichtingen tot het realiseren van energiebesparende maatregelen die binnen een termijn van maximaal 10 jaar terugverdiend en daarmee terugbetaald worden.

Besluit:

Vast te stellen de Verordening revolverend fonds energiebesparende maatregelen voor verenigingen en stichtingen 2015-2024

Vooraf

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Aanvrager: het bestuur van een vereniging of stichting die een stimuleringslening aanvragen vanuit het revolverend fonds.

  • b.

    Aanvraag: een schriftelijk verzoek om een stimuleringslening uit genoemd revolverend fonds.

  • c.

    Aanvraagformulier: het formulier voor de aanvraag van een stimuleringslening op basis van deze verordening. Met dit aanvraagformulier vraagt college ook om een energiecheck en om de stukken voor een krediettoets.

  • d.

    Bouwbesluit: het geldende Bouwbesluit.

  • e.

    College: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Buren.

  • f.

    Energiecheck: een uitgevoerde check van de accommodatie en/of het terrein, waaruit blijkt

    • -

      welke energiebesparende maatregelen er mogelijk zijn,

    • -

      wat de kosten hiervoor zijn,

    • -

      wat de terugverdientijd is van de verschillende maatregelen.

  • g.

    Gereedmeldingsformulier: het door college vastgestelde formulier, waarmee aanvrager de uitvoering van de maatregel meldt en verzoekt tot vaststelling van de verleende stimuleringslening.

  • h.

    Krediettoets: Een toets waaruit blijkt dat de vereniging of stichting voldoende financiële draagkracht heeft zoals mogelijk te voorzien is gedurende de leningperiode.

  • i.

    Leningplafond: het bedrag dat ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van stimuleringsleningen.

  • j.

    Stimuleringslening: een aanspraak op financiële middelen voor een vastgestelde termijn en vastgesteld rentepercentage, door de gemeente verstrekt aan een vereniging of stichting voor de realisatie van energiebesparende maatregelen aan accommodatie of terrein, verstrekt op basis van deze verordening.

  • k.

    SVn: Stimuleringsfonds Volkshuisvesting.

  • l.

    Vereniging of stichting: een vereniging of stichting die een accommodatie of terrein in eigendom of erfpacht heeft binnen de gemeentegrenzen.

Artikel 2. Bevoegdheid college

Het college is bevoegd de leningaanvragen te beoordelen en hierover te besluiten op basis van deze verordening.

Artikel 3. Onvoorzien, nadere regels en lex silencio positivo

  • 1.

    In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

  • 2.

    Het college kan voor de uitvoering van deze verordening nadere regels vaststellen.

  • 3.

    Afdeling 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing op het besluit tot verlenen van de lening en op het besluit tot vaststelling van de lening. Dit houdt in dat als het college niet tijdig een besluit neemt, dit niet inhoudt dat de lening wordt verstrekt of vastgesteld.

Artikel 4. Deelnemingsovereenkomst en fondsbeheer

Op deze verordening is de deelnemingsovereenkomst van toepassing tussen de gemeente Buren en SVn. Het fonds wordt beheerd door de SVn, het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting.

Artikel 5. Algemene subsidieverordening

De Algemene Subsidieverordening gemeente Buren is op deze verordening niet van toepassing.

Artikel 6. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: “Revolverend fonds energiebesparende maatregelen voor verenigingen en stichtingen”.

Artikel 7. Datum inwerkingtreding en vervaldatum

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgend op haar bekendmaking.

De basis van de verordening

Artikel 8. Doel

De doelstelling van de verordening is stimuleren van energiebesparende maatregelen en gebruik van duurzame energie in accommodaties en terreinen die in eigendom of erfpacht zijn van verenigingen of stichtingen.

Artikel 9. Doelgroep

Een stimuleringslening kan worden verstrekt aan een bestuur van een bestaande vereniging of stichting

  • a.

    die een accommodatie of terrein in eigendom of erfpacht heeft binnen de gemeentegrenzen;

  • b.

    en die sport-, maatschappelijke of hobbymatige doeleinden heeft.

Artikel 10. Leningswaardige activiteit

1.Een stimuleringslening kan worden verstrekt voor de uitvoering van minimaal één van de volgende maatregelen, technieken en voorzieningen binnen de in eigendom of erfpacht zijnde accommodatie of terrein, ten behoeve van:

  • a.

    energiebesparing, binnenklimaat en warmteterugwinning;

  • b.

    waterbesparing;

  • c.

    duurzame opwekking van energie;

  • d.

    stimuleren gebruik duurzame energie.

Deze maatregelen, technieken en voorzieningen zijn opgesomd en omschreven in de lijst van maatregelen, technieken en voorzieningen, behorende bij deze verordening.

2.Ook kosten van een maatwerkadvies voor energie, als eventuele hulp bij de gevraagde energiecheck, kunnen in de stimuleringslening worden opgenomen.

Artikel 11. Aanvullende bepalingen voor de stimuleringslening

  • 1.

    De maatregel moet worden uitgevoerd binnen 52 weken. De datum van de ondertekening van de offerte lening is hierbij bepalend.

  • 2.

    Alleen nieuwe, ongebruikte materialen die voor energiebesparing worden aangebracht komen voor subsidie in aanmerking.

  • 3.

    Maatregelen zoals in artikel 10 genoemd mogen door de leden van de vereniging of stichting of door overige vrijwilligers zelf worden uitgevoerd.

  • 4.

    Bij zelfwerkzaamheid zijn de eigen uren niet declarabel.

  • 5.

    De vereniging die in eigen beheer energiebesparende verbeteringen aan de accommodatie of het terrein aanbrengt voert de werkzaamheden uit aan de hand van deskundig advies of begeleiding.

  • 6.

    Een door de gemeente aangestelde inspecteur wordt op zijn verzoek in de gelegenheid gesteld de uitgevoerde werkzaamheden ter plaatse te inspecteren.

Artikel 12. Leningplafond

Het leningplafond bedraagt € 141.000,--; dit is het totale bedrag in het revolverend fonds.

Artikel 13. Looptijd van het revolverend fonds

Leningen uit het revolverend fonds kunnen worden verstrekt na de vaststelling van deze verordening tot 31 december 2024. Na 31 december 2024 worden geen nieuwe stimuleringsleningen verstrekt.

Artikel 14. Hoogte van de stimuleringslening

  • 1.

    De hoogte van de stimuleringslening is minimaal € 2.500,-- en maximaal € 15.000,--.

  • 2.

    Elke vereniging of stichting mag meerdere malen een leningaanvraag doen. In totaal wordt per vereniging of stichting niet meer dan € 15.000,-- geleend.

  • 3.

    Kosten gemaakt vóór de aanvraag en de leningtoewijzing komen niet voor een lening in aanmerking.

Artikel 15. Looptijd en terugbetaling van de stimuleringslening

  • 1.

    De looptijd van de Stimuleringslening bedraagt maximaal 10 jaar; Indien de lening lager is dan € 7.500,- dan is de looptijd maximaal 6 jaar.

  • 2.

    De lening moet worden afgelost in overeenstemming met de in artikel 22 genoemde productspecifiaties.

  • 3.

    Extra aflossingen op de lening zijn altijd mogelijk (boetevrij).

Artikel 16. Rentepercentage

Het rentepercentage wordt jaarlijks vastgesteld door de gemeente. Deze rente is gebaseerd op de jaarlijks gemiddelde rente op de bij BNG aangetrokken gemeentelijke leningen, met een opslag van 1% (minimaal rentepercentage 0,5%).

Procedure aanvraag en leningtoewijzing

Artikel 17. Aanvraag- en afhandelingsprocedure

  • 1.

    Aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst en op basis van de beschikbaarheid van budget in het revolverend fonds.

  • 2.

    Het tijdstip van binnenkomst wordt bepaald door het moment waarop de leningaanvraag volledig is ingediend.

  • 3.

    De aanvrager krijgt na ontvangst van de leningaanvraag door college een bevestiging van de aanvraag, waarin de ontvangstdatum is vermeld. Hierin staat vermeld of de aanvraag compleet is.

Artikel 18. Vereisten voor leningtoewijzing

Om voor een stimuleringslening in aanmerking te komen gelden de volgende vereisten:

  • 1.

    Het bestuur van de vereniging of stichting vraagt de stimuleringslening aan met het aanvraagformulier zoals bedoeld in artikel 1.

  • 2.

    De stimuleringslening wordt gebruikt voor de realisatie van een of meerdere van de in artikel 10 genoemde maatregelen, technieken en voorzieningen binnen de in eigendom of erfpacht zijnde accommodatie of terrein.

  • 3.

    De aanvraag dient compleet te zijn, zoals gevraagd in het aanvraagformulier. Als de aanvraag niet compleet wordt ingediend, dan wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld binnen een termijn van 6 weken de aanvraag aan te vullen met de ontbrekende gegevens.

  • 4.

    Het bestuur onderbouwt haar mogelijkheden tot terugbetaling door

    • i.

      de aanlevering van de uitkomsten van een energiecheck, zoals nader omschreven in het aanvraagformulier. Hier wordt de verwachte terugverdientijd gemeld.;

    • ii.

      daarnaast volgt in een later stadium de krediettoets door het SVn.

Artikel 19. Besluittermijn college aanvraag: leningtoewijzing

  • 1.

    College neemt binnen 6 weken na de complete aanvraag een besluit over de aanvraag van de stimuleringslening.

  • 2.

    College heeft de mogelijkheid haar besluit eenmaal te verdagen met 6 weken.

  • 3.

    De toewijzing van een Stimuleringslening geschiedt onder voorbehoud van een positieve krediettoets van SVn.

Artikel 20. Weigeringsgronden leningtoewijzing

Een aanvraag wordt geweigerd:

  • a.

    als uit de aanvraag blijkt dat niet wordt voldaan aan de eisen als bedoeld in deze verordening;

  • b.

    als het leningplafond is bereikt of het resterende budget niet toereikend is om de aanvraag te honoreren;

  • c.

    als de aanvraag buiten de looptijd van dit revolverend fonds valt;

  • d.

    indien de duurzaamheidsmaatregel niet past binnen het bestemmingsplan, niet voldoet aan redelijke eisen van welstand, of er geen omgevingsvergunning zal worden verleend;

  • e.

    als de energiecheck en/of krediettoets zoals gevraagd in het aanvraagformulier, onvoldoende zekerheid bieden over de mogelijkheid tot terugbetaling van de stimuleringslening;

  • f.

    als de aanvraag niet compleet is, en de aanvrager de aanvraag 6 weken na verzoek om aanvulling nog niet compleet aangeleverd heeft aan college.

Artikel 21. Aanvraag offerte stimuleringslening bij SVn

  • 1.

    Na de leningtoewijzing vraagt de aanvrager een offerte aan voor een stimuleringslening bij SVn.

  • 2.

    SVn voert voorafgaand aan de offerteverlening een krediettoets uit. SVn heeft de wettelijke plicht een lening te weigeren indien de uitkomst van de krediettoets negatief is.

  • 3.

    Als de aanvrager akkoord is met de offerte wordt er een onderhandse akte opgemaakt.

Artikel 22. Voorwaarden SVn

Op een Stimuleringsleningen zijn van toepassing: ‘Algemene bepalingen voor geldleningen’, de ‘Productspecificaties (Gemeentelijke) Stimuleringslening’, de ‘Procedures Stimuleringslening’, ‘Uitvoeringsregels (Gemeentelijke) Stimuleringslening’, ‘Productspecificaties Bouwkrediet’ en ‘Toelichting op een SVn Financieringsplan’, zoals die op het moment van toewijzing zijn opgenomen in de dan geldende SVn Informatiemap, die deel uitmaakt van de Deelnemingsovereenkomst tussen gemeente Buren en SVn.

Artikel 23. Intrekking en wijziging leningtoewijzing

  • 1.

    Zolang de stimuleringslening niet is vastgesteld kan het college de leningtoewijzing intrekken of ten nadele van de leningontvanger wijzigen, als:

    • a.

      de activiteiten waarvoor de stimuleringslening is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden of zullen plaatsvinden;

    • b.

      de leningontvanger niet heeft voldaan aan de aan de stimuleringslening verbonden verplichtingen;

    • c.

      de leningontvanger onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking op de aanvraag tot leningtoewijzing zou hebben geleid;

    • d.

      de leningtoewijzing anderszins onjuist was en de leningontvanger dit wist of behoorde te weten;

    • e.

      als inspectie door gemeente van de in realisatie zijnde maatregelen wordt geweigerd.

  • 2.

    Met inachtneming van een redelijke termijn kan het college de stimuleringslening intrekken of ten nadele van de leningontvanger wijzigen, zolang de stimuleringslening nog niet is vastgesteld:

    • a.

      als de leningtoewijzing onjuist is;

    • b.

      als op grond van feiten en omstandigheden waarvan het bij de leningvaststelling redelijkerwijs niet op de hoogte kon zijn en op grond waarvan de stimuleringslening lager dan overeenkomstig de leningtoewijzing zou zijn vastgesteld;

    • c.

      voor zover veranderde omstandigheden of gewijzigde inzichten zich in overwegende mate tegen voortzetting of ongewijzigde voortzetting van de stimuleringslening verzetten.

Procedure uitbetaling

Artikel 24. Uitbetaling lening

  • 1.

    In de offerte is vastgelegd wanneer de lening ingaat.

  • 2.

    Het geleende bedrag wordt onder inhouding van de afsluitkosten in een bouwkrediet gestort.

  • 3.

    SVn beheert dit bouwkrediet.

  • 4.

    Door middel van declaratieformulieren, die men van SVn ontvangt, declareert men de nota’s van de bedrijven die de werkzaamheden uitvoeren. Als de werkzaamheden naar tevredenheid zijn afgerond, stuurt men de declaratieformulieren met de originele nota's naar de organisatie die op het declaratieformulier staat vermeld, zijnde de gemeente. Na akkoord van de gemeente, betaalt SVn de kosten rechtstreeks aan de bedrijven uit.

  • 5.

    SVn betaalt nooit méér uit dan beschikbaar is in het bouwkrediet.

  • 6.

    Na afronding van de werkzaamheden stopt het bouwkrediet.

Procedure leningvaststelling

Artikel 25. Vereisten voor leningvaststelling

  • 1.

    Het gereedmeldingsformulier moet binnen 6 weken na het gereedkomen van de maatregelen ontvangen zijn.

  • 2.

    Indien blijkt dat het gereedmeldingsformulier niet tijdig wordt aangeleverd, dan krijgt aanvrager middels een aanschrijving door college 2 weken de tijd om het gereedmeldingsformulier alsnog aan te leveren.

  • 3.

    Indien het gereedmeldingsformulier niet compleet is dan krijgt de aanvrager middels een aanschrijving door college 6 weken de tijd om het gereedmeldingsformulier aan te vullen.

Artikel 26. Besluittermijn college leningvaststelling

  • 1.

    College neemt binnen 6 weken na aanlevering van het complete gereedmeldingsformulier een besluit over de vaststelling van de stimuleringslening.

  • 2.

    College heeft de mogelijkheid haar besluit eenmaal te verdagen met 6 weken.

Artikel 27. Weigeringsgronden of wijziging leningvaststelling

  • 1.

    De lening wordt niet vastgesteld:

    • a.

      als het gereedmeldingsformulier niet tijdig wordt aangeleverd en ook na melding hiervan niet binnen 2 weken wordt aangeleverd;

    • b.

      als het gereedmeldingsformulier niet compleet wordt aangeleverd, en de aanvrager het gereedmeldingsformulier 6 weken na verzoek om aanvulling nog niet compleet aangeleverd heeft aan college;

    • c.

      als uit het gereedmeldingsformulier blijkt dat er aanleiding is om de leningverstreking in te trekken of te wijzigen, zie hiervoor artikel 23;

    • d.

      als inspectie door gemeente van de gerealiseerde maatregelen wordt geweigerd.

  • 2.

    Bij weigering van de leningvaststelling wordt de leningtoewijzing ingetrokken of gewijzigd, zie hiervoor artikel 23. Gevolg hiervan is dat de stimuleringslening geheel of gedeeltelijk wordt ingetrokken.

Artikel 28. Intrekking en wijziging leningvaststelling

Het college kan de leningvaststelling intrekken of ten nadele van de leningontvanger wijzigen:

  • a.

    als de leningvaststelling onjuist was en de leningontvanger dit wist of behoorde te weten,

  • b.

    als de leningontvanger na de leningvaststelling niet heeft voldaan aan de aan de stimuleringslening verbonden verplichting.

Terugvordering

Artikel 30. Terugvordering

  • 4.

    Bij een intrekking of wijziging van de leningtoewijzing of de leningvaststelling kan het college de stimuleringslening geheel of gedeeltelijk terugvorderen, eventueel met de mogelijkheid van beslaglegging.

  • 5.

    De ontvanger van de stimuleringslening ontvangt hiervan een schriftelijke mededeling.

  • 6.

    Binnen 30 dagen na deze schriftelijke mededeling is de ontvanger van de stimuleringslening verplicht de terugvordering te voldoen.

  • 7.

    Bij opheffing van de stichting of vereniging en/of bij verkoop van de accommodatie of het terrein waarop de stimuleringslening betrekking heeft, dient de lening altijd afgelost te worden.

  • 8.

    Het college kan besluiten de in dit artikel genoemde sancties geheel of gedeeltelijk achterwege te laten indien het de ontvanger van de stimuleringslening niet aan te rekenen is dat de voorschriften uit verordening zijn overtreden.

Ondertekening

Vaststelling verordening
Vastgesteld in de openbare vergadering van 7 juli 2015
De griffier, G. van Droffelaar
De voorzitter, J.A. de Boer MSc

Lijst van maatregelen, technieken en voorzieningen zoals bedoeld in artikel 10, lid 1 van de verordening revolverend fonds energiebesparende maatregelen voor verenigingen en stichtingen, gemeente Buren. Energiebesparing, binnenklimaat en warmteterugwinning. 1 Energiebesparing door isolatie

Energiebesparing, binnenklimaat en warmteterugwinning.

1 Energiebesparing door isolatie

  • a.

    Kierdichting;

  • b.

    Dakisolatie met een R-waarde, die groter is dan 2,50m2 K/W;

  • c.

    Vloerisolatie met een R-waarde, die groter is dan of gelijk aan 2,50 m2 K/W;

  • d.

    Gevelisolatie met een R-waarde, die groter is dan of gelijk aan 2,50 m2 K/W;

  • e.

    Spouwmuurisolatie met een R-waarde, die groter is dan of gelijk aan 1,3 m3 K/W;

  • f.

    Isolerende beglazing (met Ugl-waarde die kleiner is dan 1,3 W/m2K);

  • g.

    Isolerende buitendeuren (met een U-waarde die kleiner of gelijk is aan 2,0 W/m2K);

  • h.

    Draaiend raam met thermische onderbreking, die samen met de beglazing een Uw-waarde (Uraam) heeft, die kleiner is dan of gelijk aan 1,7 W/m2K;

  • i.

    Geïsoleerde buitenduur met een U-waarde die kleiner of gelijk is aan 2,0 W/m2K;

  • j.

    Deuren, ramen en kozijnen van duurzaam geproduceerd hout (FSC keurmerk), van kunststof of van aluminium in combinatie met isolerende beglazing en/of isolerende buitendeuren;

  • k.

    Leidingisolatie verwarmingssystemen.

2. Energiebesparing bij ruimteverwarming en/of het verwarmen van tapwater

  • a.

    Warmtepompen

    • 1.

      Warmtepompboiler voor het verwarmen van tapwater, bestaande uit een warmtepomp en warmteopslagvat;

    • 2.

      Elektrische warmtepomp voor ruimteverwarming, in combinatie met b);

    • 3.

      Gaswarmtepomp voor ruimteverwarming, in combinatie met b);

  • b.

    Lage temperatuur centraal verwarmingssysteem (LTV-systeem) waarvan de ontwerp aanvoertemperatuur (Taanvoer) maximaal 55C bedraagt;

  • c.

    Microwarmtekracht systeem;

  • d.

    HT-(combi)ketel;

  • e.

    Thermostatische mengkraan voor de douche

3. Warmteterugwinning

  • a.

    installatie voor het terugwinnen van warmte uit ruimteventilatielucht, inclusief het daarbij behorende kanaalwerk en de luchtbehandelingskast, met een energetisch rendement van ten minste 80%;

  • b.

    installatietechnische aanpassingen om warmte uit douchewater terug te winnen.

4. Binnenklimaat

  • a.

    Ventilatie door een vraaggestuurde ventilatiesysteem met CO2- of vochtsensoren

  • b.

    Zelfregulerende ventilatieroosters

5. Energiezuinige verlichting (energielabel A). Hieronder wordt verstaan het toepassen van:

  • a.

    (armaturen voor het gebruik van) spaarlampen;

  • b.

    (armaturen voor het gebruik van) LED lampen;

  • c.

    Hoog frequent (HF) verlichting;

  • d.

    Daglichtgestuurde verlichting;

  • e.

    Schakeling van verlichting door aanwezigheidsdetectie.

6. Energiezuinige gelijkstroom pompen en ventilatoren (energielabel A).

 

Waterbesparing

  • 1.

    Waterbesparend toilet met maximaal 6 liter spoelbak met spoelonderbreker;

  • 2.

    Voorziening voor de opvang en gebruik van hemelwater voor toiletspoeling en/of de wasmachine;

  • 3.

    Waterdoorlatende verharding op het erf bij vervanging van gesloten verharding.

 

Duurzame opwekking van energie

  • 1.

    Zonnepanelen met fotovoltaïsche zonnepanelen en de daarbij behorende spanningsomvormer(s);

  • 2.

    Kachel of keten voor verbranding van houtpellets voor het verwarmen va CV-water, niet zijnde een open haard;

  • 3.

    Zonneboiler voor het verwarmen van tapwater met behulp van zonlicht, bestaande uit één of meerdere zonnecollectoren, eventueel een pomp en een warmteopslagvat;

  • 4.

    Combi-zonneboiler voor het verwarmen van tapwater en voor ruimteverwarming met behulp van zonlicht, bestaande uit één of meerdere zonnecollectoren, een pomp en een warmteopslagvat met een geïntegreerde CV-brander.

 

Stimuleren gebruik duurzame energie

Plaatsing van een of meerdere elektrische laadpalen voor voertuigen.

En alle andere maatregelen waarvan de energiebesparing wordt onderbouwd, ter beoordeling door het college.